Terug
Gepubliceerd op 11/12/2023

2023_CBS_08656 - Omgevingsvergunning - OMV_2023091888. Antwerpsebaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08656 - Omgevingsvergunning - OMV_2023091888. Antwerpsebaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_08656 - Omgevingsvergunning - OMV_2023091888. Antwerpsebaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023091888

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BV TRANSER (0892004575) met als adres Molenveldstraat 11 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Antwerpsebaan zn te 2040 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie B nr. 164R2

waarvan:

 

-          20230703-0049

afdeling 18 sectie B nr. 164R2 (Transer BV)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Exploitatie van een transportbedrijf

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

16/03/2018: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20173248 – 2017055918) voor bureelcontainers. Deze vergunning werd verleend voor een periode van 2 jaar en is dus vervallen.

 

Voorgeschiedenis milieu

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een transportbedrijf met een tankplaats.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

Het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4,64 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

16,66 ton

19.6.1°b)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 1.600 m³;

764 m³

23.3.1°b)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met een capaciteit van meer dan 100 ton tot en met 800 ton in openlucht, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

288,20 ton

33.4.1°b)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton tot en met 800 ton in openlucht, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

288,20 ton

36.4.2°

opslagplaats voor rubber en voor rubberen voorwerpen met een capaciteit van meer dan 100 ton in openlucht;

288,20 ton

41.5.

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton.

288,20 ton

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

De exploitant vraagt een afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 betreffende de plaatsing van een meetgoot bij het overschrijden van een debiet van 2 m³/u door het bedrijfsafvalwater.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen, gezien de hoge debieten slechts in mindere mate voorkomen. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

28 september 2023

9 oktober 2023

Gunstig

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

28 september 2023

25 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Bevrijdingsdok en Kanaaldok B2 – Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De stedenbouwkundige vergunning voor de bureelunits was echter verleend voor een periode van 2 jaar ingaand vanaf 16 maart 2018. Deze vergunning is dus vervallen en de bureelcontainers hadden bijgevolg weggenomen moeten worden.

 

Er is verder geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Onderhavige aanvraag betreft de exploitatie van een transportbedrijf, gelegen in de Antwerpsebaan te 2040 Antwerpen. Transfer BV is gespecialiseerd in nationaal en internationaal vervoer van goederen voor derden. Zowel containervervoer als vervoer van stukgoed in een overdekte laadruimte behoren tot de mogelijkheden van het bedrijf. Het bedrijf beschikt over een terrein voor de op- en overslag van containers met diverse ongevaarlijke goederen en lege containers. De containers komen per vrachtwagen toe, kunnen tijdelijk gestockeerd worden op het terrein en worden dan vervolgens op een andere oplegger geplaatst om verder vervoerd te worden.  Er wordt geen gevarengoed geaccepteerd op de site.

 

Er zullen buiten op het terrein maximaal 10 containers met een inhoud van elk 28,82 ton of 76,4 m³ gestockeerd worden voor langere tijd. Dit resulteert in een maximale opslagcapaciteit van 288,2 ton of 764 m³. Echter kan het type ongevaarlijk goed (papier, karton, textiel en voorwerpen uit hout, kunststof of rubber) in de containers sterk variëren. Daarom wordt er uitgegaan van een worst-case scenario van mono-opslag.

 

Verder wenst men het stallen van 5 motorvoertuigen of aanhangwagens te vergunnen. Deze zullen buiten gestald worden.

 

Voor het tanken van de eigen voertuigen zal een bovengrondse dubbelwandige dieseltank aanwezig zijn met een inhoud van 20.000 liter. De brandstofverdeelinstallatie zal beschikken over één verdeelslang en zal geïnstalleerd worden boven de vloeistofdichte tankpiste.

 

Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van het potentieel verontreinigd hemelwater dat op de tankpiste valt. De piste heeft een oppervlakte van 292 m². Hierop kan 4,64 m³/uur, 11,91 m³/dag en 248,2 m³/jaar aan potentieel verontreinigd hemelwater vallen. Het afvalwater zal geloosd worden via een voorbezinkput en een KWS-afscheider met coalescentiefilter in de openbare riolering die uitgeeft op de dokken.

 

Het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen is niet indelingsplichtig. Het debiet bedraagt 90 m³/jaar en wordt geloosd via een IBA in de openbare riolering die uitgeeft op de dokken.

 

Bijkomend wordt een afwijking gevraagd van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II die stelt dat een controle-inrichting voorzien moet worden.

 

De gevraagde bijstelling kan verleend worden, gelet op het feit dat het aangevraagde uurdebiet kleiner is dan 80 m³/uur, zoals vermeld in de ‘Nieuwe Aanpak Verontreinigd Hemelwater’ opgemaakt door de VMM. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt

voldoende geacht.

 

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseerde op 25 oktober 2023 gunstig voor het lozen bedrijfsafvalwater mits voldaan wordt aan de algemene- en sectorale voorwaarden (52 a en c) voorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:

-          de lozing gebeurt via een KWS-afscheider met coalescentiefilter;

-          in afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van VLAREM II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen;

 

De voorwaarde met betrekking tot de lozing via een KWS-afscheider met coalescentiefilter zit vervat in de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden (52 c) van VLAREM II. Dit wordt niet herhaald als bijzondere voorwaarde.

 

Gelet op de aard van de activiteiten is het aangewezen dat de exploitant rekening houdt met

een set van standaardvoorwaarden inzake brandbestrijding.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden nageleefd worden, worden de hinder en de effecten op mens en milieu en de risico’s voor de externe veiligheid als gevolg van het project, tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 




Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

Het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4,64 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 aantal voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

16,66 ton

19.6.1°b)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 1.600 m³;

764,00 m³

23.3.1°b)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met een capaciteit van meer dan 100 ton tot en met 800 ton in openlucht, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

288,20 ton

33.4.1°b)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton tot en met 800 ton in openlucht, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

288,20 ton

36.4.2°

opslagplaats voor rubber en voor rubberen voorwerpen met een capaciteit van meer dan 100 ton in openlucht;

288,20 ton

41.5.

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton.

288,20 ton

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen.


Brandweervoorwaarden

De standaardvoorwaarden BZA voor IIOA (Vlarem) bij deze vergunning gevoegd dienen strikt nageleefd te worden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

19 september 2023

Start openbaar onderzoek

29 september 2023

Einde openbaar onderzoek

28 oktober 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

2 januari 2024

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

1 april 2024

Verslag GOA

27 november 2023

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 september 2023

28 oktober 2023

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er laattijdig een analoog bezwaarschrift ontvangen van de gemeente Reimerswaal. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project en stelt dat de aangevraagde wijzigingen niet zullen leiden tot significante effecten op Nederlands grondgebied.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Brandweervoorwaarden

De standaardvoorwaarden BZA voor IIOA (Vlarem) bij deze vergunning gevoegd dienen strikt nageleefd te worden.


Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen.



Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

Het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4,64 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 aantal voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

16,66 ton

19.6.1°b)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 1.600 m³;

764,00 m³

23.3.1°b)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met een capaciteit van meer dan 100 ton tot en met 800 ton in openlucht, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

288,20 ton

33.4.1°b)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton tot en met 800 ton in openlucht, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

288,20 ton

36.4.2°

opslagplaats voor rubber en voor rubberen voorwerpen met een capaciteit van meer dan 100 ton in openlucht;

288,20 ton

41.5.

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton.

288,20 ton

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.