Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023134282 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Julie Van Milders met als adres Sint-Thomasstraat 16 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Woudlaan 14 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie C nr. 193N8 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbereiden en verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/1946: vergunning (238#6001) voor het uitbreiden van een eengezinswoning;
- 02/09/1931: vergunning (238#3208) voor het bouwen van een autobergplaats.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
Komt overeen met de vergunde plannen van 1946 en 1931, de rest van de woning staat nergens opgetekend.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume door een aanbouw op het gelijkvloers;
- uitbreiden van het volume door isoleren van de achtergevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 14 november 2023 | 22 november 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan/
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Woudlaan wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in veelal halfopen bebouwing. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande en vergunde woning van twee bouwlagen onder een hellend dak met gelijkvloerse uitbreiding en achterliggend bijvolume van eveneens twee bouwlagen onder plat dak wordt verbouwd. Hierbij wordt ter hoogte van de achtergevel een gelijkvloerse uitbreiding van 39,77 m² voorzien met leefkeuken. De dakrand van het nieuwe gelijkvloerse volume komt zo van 3,31 m op 3,55 m te liggen. De uitbreiding wordt voorzien van een groendak. Op interne constructieve werken waarbij onder andere een ruime slaapkamer op de eerste verdieping voorzien wordt; wijzigt het bouwvolume van het hoofdgebouw niet.
Aansluitend op de uitbreiding wordt rondom onder de luifel een strook verharding van 1,06 m voorzien alsook een nieuw terras achteraan van 15 m².
De voorgestelde gelijkvloerse uitbreiding achteraan de woning met het terras blijft beperkt en houdt voldoende afstand tot de perceelsgrenzen. De tuinzone blijft voldoende ruim waardoor het volume binnen de aanwezige context aanvaard kan worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het hoofdvolume van de woning wordt aan de binnenzijde geïsoleerd en de gevelvlakken worden wit geschilderd en voorzien van een grijs geschilderde plint. De gevels van de bestaande woning zijn momenteel al wit geschilderd maar het is onduidelijk of deze gevelafwerking deel uitmaakt van de aanvraag dan wel al tot het geacht vergund karakter van de woning behoort. Het achterliggend volume wordt aan de buitenzijde na-geïsoleerd. De aanvraag voorziet in een afwerking van gevelpleister gecombineerd met zwart aluminium buitenschrijnwerk. Ook het nieuwe volume wordt op deze wijze afgewerkt.
Omdat het pand tijdens de recente herinventarisatie van Wilrijk (2022-2023) werd weerhouden voor opname in de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Het pand Woudlaan 14 behield zijn oorspronkelijke plattegrond maar werd in 1946 uitgebreid met een aanbouw aan de rechterzijde die intern verbonden is met het hoofdvolume. Het interieur is sober.
Vandaag wenst men een nieuw volume te voorzien dat de entresol, het voorhuis en de aanbouw uit 1946 met elkaar verbindt. De nieuwe aanbouw springt iets meer uit tov de aanbouw uit 1946. Omwille van de beeld- en belevingswaarde van het hoofdvolume is het vanuit oogpunt monumentenzorg vaak wenselijker om een aanbouw in de lengte dan in de breedte te voorzien maar aangezien hier al een uitbreiding werd voorzien in 1946 en de nieuwe uitbouw slechts beperkt uitspringt is de inplanting van het nieuwe volume aanvaardbaar. Bij sommige panden zijn de open zones naast het huis al dichtgebouwd met een garage.
Voor inventarispanden en zeker voor tuinwijken waar de erfgoedwaarde net gedefinieerd wordt door het uniforme uiterlijk van de buitenschil, wordt bijzondere aandacht gevraagd voor de zichtbare gevels in dit geval voor- en zijgevel. Het pand in oorsprong opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband met plint en hoekkettingen in assesteen is vandaag wit geschilderd wat afbreuk doet aan de beeldwaarde van het pand en de ensemblewaarde van het geheel. Het verwijderen van de verflaag zou die beeldwaarde opnieuw versterken.
Ook schrijnwerk is een erfgoedkenmerk bij uitstek dat essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Ook wanneer het originele schrijnwerk niet meer aanwezig is, zoals in dit geval, wordt een vervanging naar historisch model gevraagd, zijnde houten geschilderd schrijnwerk met correcte verdeling. Het bouwplan 1074#10494 en de buurpanden, vooral het nummer 6 en 8 zijn de referentie. Drieledig schrijnwerk met bovenlicht voor de erker, de ramen op de verdieping behielden hun indeling. Kenmerkend voor het schrijnwerk in deze tuinwijk en in de meeste andere Antwerpse tuinwijken, is een kleinhoutverdeling in het bovenlicht (nog bewaard in het venster op de verdiepingen). Het zou een meerwaarde zijn indien hier naar wordt teruggegrepen. Het schrijnwerk van het nieuwe volume en de achtergevel kan wel in aluminium uitgevoerd worden.
Deze uitgangspunten hanteert de dienst Monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Voor het plaatsen van nieuw schrijnwerk worden volgende detailtekeningen gevraagd
- horizontale en verticale sneden over de profielen van het nieuwe raam (schaal max. 1/5);
- aanzicht van de buitenzijde van het nieuwe raam (schaal max. 1/20).
Indien gewenst kunnen er ook typedetails bekomen worden bij onze dienst die als basis kunnen dienen.
Op basis van bovenstaande argumentatie wordt over deze aanvraag voorwaardelijk gunstig beoordeeld:
- De witte verf op voor- en zijgevel uit te sluiten van vergunning indien onvergund en bij een volgende gevelverfraaiing de optie te onderzoeken om de verf opnieuw te verwijderen zonder schade toe te brengen aan het gevelparement.
- Het voorgevelschrijnwerk in aluminium te wijzigen door correct geprofileerd houten schrijnwerk, zijnde een 3-ledig venster met bovenlicht voor de erker, de verdeling op de verdiepingen werd hernomen. Het aanbrengen van kleinhoutverdeling is een meerwaarde.
- Detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg ter bespreking.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Monumentenzorg bijgetreden en worden volgende voorwaarden bij de vergunning opgenomen:
- Het voorgevelschrijnwerk in aluminium te wijzigen door correct geprofileerd houten schrijnwerk, zijnde een 3-ledig venster met bovenlicht voor de erker, de verdeling op de verdiepingen werd hernomen. Het aanbrengen van kleinhoutverdeling is een meerwaarde.
- Detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg ter bespreking.
Het advies van Monumentenzorg legt op om alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het wijzigen van de vergunde gevelafwerking van de voor- en zijgevel van de vergunning uit te sluiten. In de wijk vinden we echter meerdere panden terug waarvan de gevel doorheen de jaren wit geschilderd werd. De huidige gevelafwerking is bijgevolg niet vreemd aan de omgeving. Vanuit het oogpunt van de dienst Monumentenzorg wordt er getracht om bij een verbouwing van een pand in een stedenbouwkundig geheel maximaal in te zetten op het behoud van het oorspronkelijk gevelbeeld, of indien geschonden, de originele toestand opnieuw na te streven. In dit geval een gevel opgebouwd uit een combinatie van baksteen en assesteen of een combinatie van pleister, assesteen en baksteen. Gezien er in het bouwblok Zwanenlaan, Sterrenlaan, Beeckmanslaan en Woudlaan al een aanzienlijk aantal panden geschilderd en/of gepleisterd zijn, kan een afwijking op deze visie overwogen worden voor diegene die reeds aangepast zijn en worden de principes van behoud en herstel vooral strikt gehanteerd voor diegene die hun oorspronkelijk uitzicht behielden.
Na overleg met de dienst Monumentenzorg en de architect blijkt dat er zich momenteel echter een vochtprobleem stelt ter hoogte van de gevel waarbij men eerst moet onderzoeken of de bestaande verf voldoende dampopen is en of de verf bijgevolg wel bewaard kan blijven. Indien de verf aan de basis zou liggen van het vochtprobleem is het aangewezen om het parament, na het verwijderen van de verf, onbeschilderd te houden. Indien de verf niet aan de oorsprong van het vochtprobleem ligt, kan de bestaande verflaag bewaard blijven. In afwachting van de bevindingen van dit onderzoek wordt de gevelwijziging van voor- en zijgevel uitgesloten van de vergunning zodat de schilderwerken niet mee vergund worden. In het geval men de verflaag alsnog wil regulariseren omdat deze niet aan de basis van het vochtprobleem ligt, kan men hiervoor een nieuwe aanvraag indienen waarbij voldoende gemotiveerd wordt waarom het behoud wenselijk is. Het dossier kan voorafgaand aan het indienen overlegd worden met de dienst Monumentenzorg en dient aangevuld te worden met de conclusies van de gevoerde studie.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.
3. Conform het advies van de dienst Monumentenzorg worden alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het wijzigen van de vergunde gevelafwerking van de voor- en zijgevel van de vergunning uitgesloten.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 6 november 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 6 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 4 februari 2024 |
Verslag GOA | 24 november 2023 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.
3. Conform het advies van de dienst Monumentenzorg worden alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het wijzigen van de vergunde gevelafwerking van de voor- en zijgevel van de vergunning uitgesloten.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.