Terug
Gepubliceerd op 11/12/2023

2023_CBS_08655 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023095378. Naftaweg/Mazoutweg zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08655 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023095378. Naftaweg/Mazoutweg zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_08655 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023095378. Naftaweg/Mazoutweg zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023095378

Gegevens van de aanvrager:

NV Blue Gate Antwerp Building met als adres Oude Houtlei 140 te 9000 Gent

Gegevens van de exploitant:

NV Blue Gate Antwerp Building (0695455554) met als adres Oude Houtlei 140 te 9000 Gent

Ligging van het project:

Naftaweg/Mazoutweg zonder nummer (zn) te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nrs. 2910C en 2936P

waarvan:

 

-          20230822-0004

afdeling 9 sectie I nrs. 2910C en 2936P (BlueLAB - IIOA)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen en exploiteren van een gebouw met labo-activiteiten en bijhorende kantoorfuncties en een afwijking op de hemelwateropvang

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Voorgeschiedenis

-          Het project werd voorafgaandelijk besproken op de Kwaliteitskamer van 26/05/2023

Het advies is gunstig (KKA/2023/1902);

-          17/04/2018: vergunning (20172050) ‘Blue Gate Antwerp’, ontwikkeling van een hoogwaardig watergebonden en eco-effectief bedrijventerrein;

-          29/08/2017: vergunning (2017609) sloop- en afbraakwerken in het kader van het bedrijventerrein ‘Blue Gate Antwerp’;

 

Bestaande toestand

-          braakliggend bedrijventerrein met aangelegde wegenis (perceel R4a, R4b en een deel R4d)

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • bedrijvigheid, onderzoek en ontwikkeling met ondersteunende functies, waaronder labo en kantoren;

-          bouwvolume: 

  • 4 bouwlagen onder plat dak;
  • footprint 25 m x 53 m;
  • kroonlijsthoogte 19 m; 

-          gevelafwerking:

  • blauwgroene betonnen gevelelementen met blauwgroen aluminium schrijnwerk;
  • blauwgroene betonnen gegolfde dakrand;
  • blauwgroene stalen spijlenborstwering;

-          inrichting:

  • perceel van 5.594 m² met een open groene ruimte van 3.218 m².

 

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen en exploiteren van een gebouw met als hoofdfunctie bedrijvigheid (bedrijfsgebouw);

-          aanleggen van de omgeving;

-          wijzigen reliëf van de bodem.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het perceel maakte deel uit van de voormalige Petroleum Instellingen Zuid. Dit gebied wordt gesaneerd en ontwikkeld naar een bedrijventerrein Blue Gate Antwerp, met watergebonden logistieke activiteit, productiebedrijven, instellingen van onderzoek en ontwikkeling, verkeersinfrastructuur en een groene corridor.

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de bouw en exploitatie van een nieuw labo gericht op controles van de drinkwaterkwaliteit.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) BlueLAB - IIOA
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

750,00 m3/jaar

3.4.1°b)

het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in  artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van max 2m³/uur;

2,00 m³/uur

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

345,73 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

1.040,00 liter

17.1.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

750,00 liter

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.800,00 liter

24.3.

laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

51.1.1°

inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 1 waarbij organismen genetisch worden gemodificeerd, of waar dergelijke genetisch gemodificeerde organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt;

1 labo

51.2.1°

andere inrichtingen dan bedoeld in rubriek 51.1 voor activiteiten van risiconiveau 2 waarbij doelbewust pathogene organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt;

1 labo

  

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

2 november 2023

17 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

2 november 2023

17 november 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

2 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

2 november 2023

14 november 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

2 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

2 november 2023

6 november 2023

SW/PR

2 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gemengd regionaal bedrijventerrein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:

Kelderopeningen, toegangen tot een fietsenkelder, putten en reservoirs zijn toegelaten in de voortuinstrook maar mogen het groene karakter van de voortuin niet aantasten. Er worden 2 septische putten in de voortuinstrook voorzien;

  • Artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels:

Insprongen dieper dan 2 m achter de bouwlijn moeten verlicht worden. Het is onduidelijk op de plannen of de gelijkvloerse fietsstalplaats wordt voorzien van verlichting;

 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De stad Antwerpen wenst de Blue Gate Antwerp site te ontwikkelen volgens duurzame principes. Deze zijn opgenomen in het Strategisch Masterplan Blue Gate Antwerp. Hoewel dit strategisch masterplan geen bindend, noch verordenend karakter heeft, geeft het duiding omtrent de duurzame ambities bij de ontwikkeling van de site. De richtlijnen werden verder uitgediept in het beeldkwaliteitsplan (BKP), met als kerndoelstellingen duurzame en innovatieve bedrijvigheid, eco-effectiviteit, optimale benutting, watergebonden potentie, hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit en marktconforme projectontwikkeling.

 

Volgens het GRUP is de site gelegen in een gemengd regionaal bedrijventerrein, met als hoofdactiviteiten productie, opslag en verwerking van goederen, productie van energie, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, open overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel en afvalverwerking met inbegrip van recyclage.

 

De aanvraag omvat de oprichting van BlueLab, een nieuwbouw met labo-activiteiten en bijhorende kantoorfuncties waarbij de waterkwaliteit van de stad en de provincie wordt onderzocht. Huidige waterbedrijven Water-Link en Pidpa zullen in de toekomst fuseren en willen deze onderzoeksactiviteit centraliseren.

 

Gelet op de aard van de aanvraag, werd er advies gevraagd aan de dienst Ondernemen en Stadsmarketing. Het advies is gunstig:

“Deze aanvraag omvat de oprichting van een kantoorachtig gebouw met labo’s. Bedoeling is om de labo’s te voorzien in functie van de controle van de waterkwaliteit van de stad en de provincie. Het is een eerste concrete stap in de toekomstige fusie tussen Water-Link en Pidpa waarbij er een centralisatie is van de onderzoeksactiviteit. Het gebouw bestaat uit 4 bouwlagen, waarbij de vierde bouwlaag uitsluitend uit een technische verdieping bestaat en het gelijkvloers voorzien is voor de logistieke afwikkeling. Het project voldoet aan de voorwaarden uit het beeldkwaliteitsplan en het gewestelijk RUP. Het project past binnen de beleidsvisie ruimtelijke economie en is gelegen binnen het industrieterrein BGA. Voor de aanvraag kan gunstig advies gegeven worden.”

 

Het project voldoet op het vlak van functionele inpasbaarheid en beantwoordt aan de ambities van Blue Gate Antwerp.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Binnen dit gebied is er een functioneel en typologisch onderscheid gemaakt tussen ‘grootschalige bedrijvigheid’ in de kern en ‘onderzoek en ontwikkeling’ (O&O) aan de rand. Het project heeft een O&O functie en bevindt zich aan de rand van het gebied. De percelen zijn minstens 5.000 m² groot, waarvan slechts 50% bebouwd mag worden. De maximale bouwhoogte is 9 bouwlagen, zodat een vloer- en terreinindex (V/T) van 2,5 niet overschreden wordt. Het project bevindt zicht in de westelijke rand, en heeft een tussenafstand van 10 tot 14 meter tussen de bebouwbare zone en de perceelsgrens en 30 meter tot de Leiegracht. Daarnaast mag maximaal 30% van de onbebouwde ruimte op het perceel verhard worden, zodat er ruime afstanden ontstaan tussen de bouwvolumes en een visueel zachte groene overgang vanuit het bedrijventerrein naar het groen van de Hobokense polders.

Voorliggende aanvraag voldoet aan deze vereisten uit het BKP.

Het gebouw wordt tegen de noordelijke grens van de bebouwbare zone geplaatst. De overkraging van de plinten, die zorgt voor de beschaduwing en de herkenbare identiteit van het gebouw, komt deels over de bebouwbare zone. Deze afwijking is beperkt in oppervlakte en doet geen afbreuk aan de uitgangspunten van het masterplan en BKP, en is daarom aanvaardbaar.

Het gebouw bestaat uit 4 bouwlagen, waarbij de vierde bouwlaag uitsluitend uit een technische verdieping beslaat. 

 

Het gebouw voldoet qua schaal, volumetrie en inplanting aan de principes van het beeldkwaliteitsplan en is ruimtelijk inpasbaar binnen de site van Blue Gate Antwerpen.

 

Visueel-vormelijke elementen

Tijdens het voortraject werd het project voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Het advies is gunstig:

“De Kwaliteitskamer heeft grote waardering voor het project en de doorgevoerde aanpassingen (ten opzichte van het wedstrijdontwerp). Het toevoegen van extra massa in de gevels komt het architecturaal beeld ten goede. De materiaaltoepassing voor de gegolfde gevelbekleding is momenteel niet helemaal duidelijk. Het materiaalpalet suggereert metaal, in tegenstelling tot de gevelbeelden die een massieve uitwerking in beton tonen. De voorkeur van de kwaliteitskamer gaat uit naar een mineraal materiaal (beton).”

Het architectuurbeeld vertaalt het concept, waarbij de koppen zich onderscheiden van de centrale beuk. De beuk wordt gekenmerkt door een compact modulair grid van 7,2 meter, wat zich toont in de gevelkolommen die samenvallen met de constructieve maat. Tussen de gevelkolommen wordt de gevel maximaal beglaasd om voldoende daglicht in het gebouw te trekken. De koppen onderscheiden zich esthetisch ten opzichte van de middenbeuk door eerder gesloten volumes met afgeronde vormgeving. Robuuste overkragende elementen geven het gebouw een duidelijke horizontale geleding. De overkragingen worden gematerialiseerd in horizontale betonelementen, in een lichte blauw-groene kleur. De kolommen en gesloten vlakken worden afgewerkt met gegolfde minerale elementen. Het buitenschrijnwerk wordt in aluminium voorzien, toon op toon met het beton, in een donker blauw-groene kleur.

Het project is visueel-vormelijk aanvaardbaar en inpasbaar in de context van de site.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

  > Artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen: Kelderopeningen, toegangen tot een fietsenkelder, putten en reservoirs zijn toegelaten in de voortuinstrook maar mogen het groene karakter van de voortuin niet aantasten. Er worden 2 septische putten in de voortuinstrook voorzien;

Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de groenaanleg van het terrein, die voornamelijk bestaan uit droog bloemrijk grasland. Door zones gefaseerd te maaien zijn steeds alle groeistadia van het grasland aanwezig, waarbij nectar, schuil- en nestplekken beschikbaar blijven. Er wordt, naar analogie met de rest van de bedrijvenzone, gekozen voor inheemse boomsoorten en voldoende soortendiversiteit. De plaatsing van de septische putten in de voortuinstrook verstoort het groene karakter van de site niet en is aanvaardbaar.

 

  > Artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels: Insprongen dieper dan 2 meter achter de bouwlijn moeten verlicht worden. Het is onduidelijk op de plannen of de gelijkvloerse fietsstalplaats wordt voorzien van verlichting;

Er wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgelegd dat de fietsstalplaats voldoende verlicht moet worden, in overeenstemming met artikel 14 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 56 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een gebouw, BlueLAB, met labo-activiteiten en bijhorende kantoorfuncties.

Het programma bestaat uit een laboratorium en kantooractiviteiten waarbij de waterkwaliteit van de stad en de provincie wordt onderzocht. Huidige waterbedrijven Water-Link en Pidpa zullen in de toekomst fuseren en willen deze onderzoeksactiviteit centraliseren.

Op basis van de plannen komen we uit op volgende indeling:

-          1.100 m² kantoren x 1,55 ppl/100 m² = 17

-          2.200 m² laboratorium x 1,75 ppl/100 m² = 38,5

Voor een laboratorium hanteren we de norm uit de CROW zoals dit ook gebeurde voor het dossier BlueApp.

De werkelijke parkeerbehoefte is 56.

 

De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen op eigen terrein en de rest in de gemeenschappelijke parkeervoorzieningen.

 

Bezoekersparkeren is op de hele Blue Gate site steeds per 2 kavels gekoppeld, met een beperkt aantal van maximaal 10 bezoekersparkeerplaatsen per perceel. Op het perceel worden er dan ook 10 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 9 plaatsen voor staalnemers en één voor mindervaliden (3,5 x 6,5 m). De parkeerplaatsen voor de staalnemers zijn groter dan standaard parkeerplaatsen (3 x 6,5 m), aangezien zij rijden met camionettes. De staalwagens staan hier geparkeerd voor kortere periodes, bij het leveren van stalen. Er wordt per twee parkeerplaatsen 1 laadpaal voorzien. De staalnemers kunnen dan dankzij een afzonderlijk pad boven de parkeerplaatsen veilig de dienst toegang aan de westelijke zijde van het gebouw bereiken. 

 

De werknemers dienen te parkeren in parkeergebouwen die voorzien zullen worden op de Blue Gate site. Parallel aan deze vergunningsaanvraag is er een vergunningsaanvraag voor het eerste parkeergebouw lopende, goed voor de realisatie van 1.051 parkeerplaatsen. Actueel zijn er reeds twee tijdelijke maaiveldparkings op de site voorzien, waar dit gebouw mee gebruik kan van

maken.

 

Er moet een parkeerboekhouding opgemaakt worden voor de hele site waaruit blijkt wat de parkeerbehoefte per vergunde functie is en hoeveel parkeerplaatsen er al op het terrein gerealiseerd werden. Ondertussen werd die parkeerboekhouding effectief ook aangeleverd.


Er wordt een collectief parkeergebouw gebouwd op bouwveld K6 met 1.049  plaatsen (volgens OMV_2023017012 in aanvraag) ter vervanging van de bestaande maaiveld parking op die plek en daarnaast blijft de bestaande maaiveldparking op perceel K11 behouden met een capaciteit van 185 parkeerplaatsen.

Er is reeds een behoefte voor gerealiseerd projecten van 272 plaatsen. Er blijven dus nog 962 plaatsen beschikbaar. Daarvan moeten er 46 (56-10) voorzien worden voor de huidige aanvraag.

In het dossier is een overzicht van de nodige parkeerplaatsen toegevoegd.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10.

 

De overige parkeerbehoefte wordt opgevangen in de gemeenschappelijke parkeervoorzieningen op de site.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

De ontsluitingsweg voor de auto’s is gesitueerd aan de Mazoutweg. De ontsluiting van de fietsen loopt via het omliggende fietspad in het noorden van het perceel. Hard en zacht verkeer blijft hierdoor strikt gescheiden en kruisingen worden maximaal vermeden voor de veiligheid van de werknemers.

 

Zacht verkeer verplaatst zich aan deze oostzijde van het gebouw, nabij het voetpad van de Mazoutweg en het fietspad in het noorden. De publieke hoofdtoegang en fietsenstalling zijn daarom gesitueerd aan de oostgevel van het gebouw, voor een duidelijke zichtbaarheid.

De meeste voetgangers zijn te verwachten vanaf de noordoostelijke hoek van de site, daar dit de zoekzone is voor de parkeergarage. Deze kunnen conflictvrij via de voetpaden van Blue Gate de site bereiken. Fietsers zullen hoofdzakelijk via de fietsostrades de site via de noordelijke zijde benaderen. Via een verbrede toegangsweg kunnen zij de fietsenstalling bereiken.. 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het bepalen van het aantal fietsstalplaatsen wordt de norm voor kantoren gehanteerd (1,25/100 m²). Dit komt voor een oppervlakte van +/- 3.300 m² neer op 41 fietsstalplaatsen.

Er is in dit project ruimte voorzien voor 40 fietsen. Deze moeten afsluitbaar zijn.

Verder moet ook 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets en dergelijke).

 

Laden en lossen

In het gebouw zijn de logistieke functies op het gelijkvloers voorzien aan de westgevel, namelijk het bulkmagazijn, het gaslokaal en het afvallokaal. Hard verkeer verplaatst zich hierbij via de gedeelde ‘parkeerlob’ tot een laad- en losplatform achteraan het gebouw.

Het betreft een wekelijks transport van een trekker oplegger 16 m, dat hier met zware elementen rechtstreeks kan laden en lossen. Het platform ligt hierbij op het zelfde niveau van het gelijkvloers.  Het is niet duidelijk of er op eigen terrein kan gekeerd worden door de trekker oplegger.

 

De dienst Mobiliteit geeft bijgevolg advies met volgende voorwaarden:

  • De fietsenstalling moet afgesloten kunnen worden.
  • 10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.
  • De trekker oplegger moet bij leveringen kunnen keren op het eigen terrein.
  • Er moet een parkeerboekhouding opgemaakt worden voor de hele site waaruit blijkt wat de parkeerbehoefte per vergunde functie is en hoeveel parkeerplaatsen er al op het terrein gerealiseerd werden.

 

Aangezien de parkeerboekhouding op heden voorligt is reeds aan die specifieke voorwaarde voldaan, waardoor ze niet meer opgenomen dient te worden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het project omvat de oprichting van een nieuw gebouw met kantoren en labo’s voor de controle van de fysicochemische en bacteriologische kwaliteit van leidingwater. Het betreft een centralisatie van bestaande labo’s van Water-Link en Pidpa.

 

Afvalwater

Jaarlijks wordt een kleine hoeveelheid huishoudelijk afvalwater geloosd (750 m³/jaar) in de openbare riolering van de Mazoutweg, die is aangesloten op het RWZI Antwerpen-Zuid. Fecaal water wordt voorbehandeld in een septische put.
 

Bedrijfsafvalwater wordt aan een maximaal debiet van 2 m³/uur geloosd en is afkomstig van het reinigen van labomateriaal en het poetsen van het labo. Er treedt hierbij een sterke verdunning op. Bovendien wordt al het afvalwater op een centraal punt verzameld vooraleer geloosd te worden, waarbij een verdere verdunning van eventueel aanwezige polluenten optreedt. Op dit punt wordt de pH online gemeten. Bij een overschrijding van de grenzen (<6,5 en >9,5) wordt een alarmsignaal uitgestuurd, zodat de nodige pH-neutralisatie kan uitgevoerd worden. De praktijk (op de huidige site) leert dat dit slechts heel sporadisch noodzakelijk is. Geconcentreerde vloeibare afvalstromen worden apart en selectief ingezameld voor afvoer.
 

Als bijzondere lozingsvoorwaarden worden de sectorale lozingsnormen opgenomen in bijlage 5.3.2.21°3 gevraagd:

parameter

sectorale voorwaarde

pH

6,5 - 9

temperatuur

45 °C

zwevende stoffen

1.000 mg/liter

AOX

1,0 mg/liter

chloroform

0,05 mg/liter

totaal kwik

0,005 mg/liter

totaal zink

0,8 mg/liter

totaal koper

0,4 mg/liter

totaal cadmium

0,004 mg/liter

totaal lood

0,2 mg/liter

totaal arseen

0,025 mg/liter

totaal chroom

0,2 mg/liter

totaal zilver

0,04 mg/liter

 

Voor de overige gevaarlijke stoffen zullen de respectievelijke indelingscriteria nageleefd worden.

 

Gasopslag

Op de site worden in vaste houders en verplaatsbare recipiënten gassen opgeslagen:

gas

hoeveelheid

opslagwijze

gevaareigenschap

stikstof

2x 250 liter

vaste houder

inert, groep 4

argon

250 liter

vaste houder

inert, groep 4

helium

400 liter

8x 50 liter

inert, groep 4

stikstof

150 liter

3x 50 liter

inert, groep 4

zuurstof

400 liter

8x 50 liter

oxiderend, groep 3

propaan

60 liter

3x 20 liter

ontvlambaar, groep 1

koolzuurgas

30 liter

3x 10 liter

inert, groep 4

 

De opslag vindt plaats op het gelijkvloers in een gasopslaglokaal, dat met scheidingswanden opgedeeld is in verschillende compartimenten. Mits de compartimenten gebruikt worden zoals aangegeven op het plan, kunnen de afstandsregels gerespecteerd worden. Het aandeel gevaarlijke gassen is beperkt. De ruimte grenst aan openlucht en wordt afgesloten met een geperforeerd aluminium paneel. Het lokaal is derhalve goed verlucht. De opslag kan conform de sectorale voorwaarden plaatsvinden.

 

Voor de klimatisatie van het gebouw worden verschillende warmtepompen geïnstalleerd, met een CO2-equivalent van 22,26 ton en gezamenlijke drijfkracht van 346 kW. De luchtwarmtepompen en compressoren staan opgesteld op een technische verdieping. Voor de warmtevraag zal in de toekomst aangesloten worden op het warmtenet. Een niet ingedeelde warmtewisselaar en verwarmingsinstallatie worden voorzien. Gedurende de exploitatiefase worden geen significante luchtemissies verwacht. De warmtepompen kunnen wel een bron zijn van geluid. Gelet op de afgeschermde plaatsing en de ligging in een bedrijfsterrein wordt geen geluidshinder verwacht. Vlakbij de projectzone bevindt zich het natuurreservaat Hobokense Polder. Het waargenomen geluid van de pompen zal er echter al sterk afgenomen zijn en geen invloed hebben op fauna of de beleving van het groengebied.
Voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Blue Gate werd een MER opgemaakt; de maatregelen voorzien om de effecten van het bedrijfsterrein op mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, te milderen of te remediëren, werden overkoepelend uitgewerkt.

 

Tijdens de exploitatie zullen bedrijfsafvalstoffen die vergelijkbaar zijn met huishoudelijk afvalstoffen en de bedrijfsafvalstoffen die voortkomen uit de labo-activiteiten worden geproduceerd. Deze laatste zijn te beschouwen als gevaarlijke afvalstoffen. De afvalstromen die (gevaarlijke) vloeistoffen bevatten worden selectief ingezameld en afgevoerd door een erkende verwerker. Deze stromen komen in geen geval in het waterafvoersysteem terecht en worden dus niet geloosd. Het verpakkingsafval wordt selectief ingezameld en hergebruikt indien mogelijk.

 

Volgende afvalstoffen worden selectief ingezameld:

- bedrijfsafvalstoffen vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen: restafval, PMD, papier en karton, GFT, glas, folie, piepschuim, spanbanden;

- bedrijfsafvalstoffen gekoppeld aan de labo-activiteiten zelf (gevaarlijke afvalstoffen):

  • basisch afval;
  • zuur afval;
  • cyanide-houdend afval;
  • flowcytometrie afval;
  • gechloreerde solventen;
  • niet-gechloreerde solventen;
  • lege plastieken verpakkingen van chemicaliën;
  • gecontamineerd glasafval;
  • restanten van chloormetingen (DPD poeder en vloeibaar);
  • recipiënten vloeibare chemicaliën + vermiculiet.

Voor het afvoeren van de gesorteerde afvalstromen wordt samengewerkt met gespecialiseerde erkende ophalers.

 

Pathogene organismen
De labo’s bevinden zich op de eerste en tweede verdieping en worden gebruikt voor analyses op leidingwater. Op de tweede verdieping wordt hiervoor gebruik gemaakt van pathogene organismen - risiconiveau 2 en genetisch gemodificeerde organismen (GGO) - risiconiveau 2. Onder risiconiveau 2 vallen activiteiten die weinig risico inhouden en waarbij inperkingsniveau 2 een passende bescherming biedt voor de menselijke gezondheid en het milieu. De maatregelen worden opgenomen in het referentiedocument ‘Generieke inperkingsmaatregelen en andere beschermingsmaatregelen Laboratoria van niveau L2’, opgemaakt door Sciensano, Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB).
 

Het water wordt gecontroleerd op het totaal aantal aanwezige kiemen en op de aanwezigheid van indicatororganismen die kunnen wijzen op een potentiële besmetting, al dan niet van fecale oorsprong, of de aanwezigheid van een aantal ziekteverwekkende bacteriën. Verdachte isolaten worden verder geïdenti?ceerd. Er wordt gewerkt met klassieke kweekmethoden en moleculaire technieken. In eerste instantie zullen geen analyses gebeuren die gebruik maken van GGO, maar deze kunnen wel later voorzien worden. Een bioveiligheidstoelating werd in juli 2023 aangevraagd bij de SBB.

 

Bodem en grondwater

Er worden bij de bouw geen significante structuurwijzigingen of profielwijzigingen in de (diepere) bodem verwacht. Er worden geen ondergrondse bouwlagen aangelegd zodat de bodemingrepen beperkt blijven. Het terrein is reeds bouwrijp gemaakt in het kader van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Blue Gate.
 

De opslag van gevaarlijke producten met een potentieel risico op bodemverontreiniging is tijdens de exploitatie beperkt tot minder dan 2.000 liter. Het betreft producten in zeer kleine verpakkingen die gebruikt worden in het labo. De opslag van deze producten gebeurt in een aparte daartoe voorziene ruimte. De producten worden geleverd in de verbruiksverpakking en dienen dus niet uitgevuld te worden. Het risico dat uitgaat van de opslag en het gebruik is zeer beperkt.

 

Er worden geen ondergrondse bouwlagen aangelegd en de bodemingrepen blijven beperkt tot funderingen, het aanleggen van rioleringen en het plaatsen van hemelwaterputten en septische putten. Er werd op het terrein een grondwaterstand gemeten van 2,5 m-mv. Er wordt dan ook vanuit gegaan dat er voor de realisatie van het voorliggende project geen bronbemaling noodzakelijk zal zijn.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Mits voldaan wordt algemene en sectorale voorwaarden, worden de risico’s verbonden aan de ingedeelde inrichtingen of activiteiten tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Vanuit stedenbouwkundig en milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De fietsstalplaats dient voldoende verlicht te worden in overeenstemming met artikel 14 van de bouwcode.
  1. De dienst Mobiliteit legt volgende voorwaarden op:
  • De fietsenstalling moet afgesloten kunnen worden.
  • 10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.
  • De trekker oplegger moet bij leveringen kunnen keren op het eigen terrein.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

750,00 m3/jaar

3.4.1°b)

het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in  artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van max 2m³/uur;

2,00 m³/uur

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

345,73 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

1.040,00 liter

17.1.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

750,00 liter

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.800,00 liter

24.3.

laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

51.1.1°

inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 1 waarbij organismen genetisch worden gemodificeerd, of waar dergelijke genetisch gemodificeerde organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt;

1 labo

51.2.1°

andere inrichtingen dan bedoeld in rubriek 51.1 voor activiteiten van risiconiveau 2 waarbij doelbewust pathogene organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt;

1 labo

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

24 oktober 2023

Start 1e openbaar onderzoek

2 november 2023

Einde 1e openbaar onderzoek

8 november 2023

Start laatste openbaar onderzoek

18 november 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

17 december 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

13 december 2023

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

2 november 2023

8 november 2023*

0

0

0

0

18 november 2023

17 december 2023





* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet. De beoordeling van de bezwaarschriften wordt overgelaten aan de vergunningverlenende overheid gezien de uiterste adviesdatum.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De fietsstalplaats dient voldoende verlicht te worden in overeenstemming met artikel 14 van de bouwcode.
  1. De dienst Mobiliteit legt volgende voorwaarden op:
  • De fietsenstalling moet afgesloten kunnen worden.
  • 10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.
  • De trekker oplegger moet bij leveringen kunnen keren op het eigen terrein.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.