We stellen vast dat het verschil van 213.000 euro op de autofinancieringsmarge van 2023 tussen de vorige aanpassing en diegene die vandaag voorligt, integraal terug te vinden is in de stijging van de toegestane werkingssubsidies. Het percentage van die subsidies ten opzichte van het geheel van de exploitatie-uitgaven is fenomenaal: in 2022 werd 77% van de exploitatiekosten besteed via subsidies. Met de voorliggende aanpassing van het meerjarenplan is al 74% voorzien voor 2023 en de mogelijkheid om in het najaar andermaal een aanpassing voor te leggen doet ons enkel vrezen voor een verdere toename. Deze cijfers liggen 20% hoger dan het gemiddelde van de andere districten. Borgerhout is met deze verhoudingen absolute koploper en heeft geen “waardige” achtervolgers.
En dat nét op het ogenblik waarop de diensten van de stad die instaan voor de risico- en organisatiebeheersing er op wijzen dat de toenemende betoelaging de planlast verhoogt en riskant is op vlak van kwaliteitsvolle opvolging. Zij pleiten, geheel terecht, voor een rationalisering. Bovendien zijn ze van mening dat er een stimulerend beleid of kader kan uitgewerkt worden om partners zich te laten verenigen en zich daardoor te professionaliseren. Enkele maanden geleden alludeerde onze fractie reeds op de noodzaak om het potentieel van organisaties maximaal te benutten en hen te begeleiden naar die professionalisering. We zijn verheugd in onze visie bijval te krijgen. Nu de neus van het district nog in die richting zetten. Want het district heeft alle instrumenten in handen om de kredieten onder controle te houden, de werking van verenigingen te verbeteren en tegelijkertijd structurele maatregelen te financieren waar onze bewoners op langere termijn het genot van kunnen hebben.
Daarmee rekening houdend, stellen we voor om het besluit tot de zevende aanpassing van het meerjarenplan te amenderen.
Aan het besluit wordt een artikel toegevoegd dat luidt als volgt:
De districtsraad neemt kennis van de buitensporige verhouding toegestane werkingssubsidies ten opzichte van de totale werkingsuitgaven en neemt zich voor om deze verhouding bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan te normaliseren.