Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: OMV_2022110460
Gegevens van de aanvrager: NV ADMINISTRATION AND ANSWERING CENTRE met als adres Straatsburgdok-Noordkaai 21 bus 6 te 2030 Antwerpen
Ligging van het project: Straatsburgdok-Noordkaai 21 te 2030 Antwerpen
Kadastrale percelen: afdeling 7 sectie G nr. 2131Y
Vergunningsplichten: Stedenbouwkundige handelingen
Voorwerp van de aanvraag: uitbreiden van een kantoor op de derde en vierde verdieping
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en
Verkeer/ AWV - District Antwerpen |
2 september 2022 |
22 september 2022 |
Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen- Zwijndrecht - Hulpverleningszone
1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA |
2 september 2022 |
14 oktober 2022 |
Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv
- afdeling Albertkanaal |
2 september 2022 |
21 oktober 2022 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie |
2 september 2022 |
14 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit |
2 september 2022 |
16 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu |
2 september 2022 |
29 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is
gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening
grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom
is gelegen in het gewestplan
Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het
eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke
bedrijven of gebieden voor
kleine en
middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte
voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van
28 december 1972
betreffende de inrichting en toepassing van de
ontwerpgewestplannen en de
gewestplannen).
Het eigendom is
gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 46
Groenendaallaan-Noorderlaan-Straatsburgdok, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 16 november 1981. Volgens
dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor ambachtelijke bedrijven.
(Gewestelijke
ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.
Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u
raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en
RUP’s'. Het gewestplan kan u
raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag
is in overeenstemming met de
bepalingen van het gewestplan.
De
aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op
volgend punt:
- Artikel 1.5
Materialen:
Gevels
en gevelvelden zichtbaar vanaf de openbare weg: gevelsteen, natuursteen of lichtkleurige
gevelelementen. De gevel wordt uitgevoerd in glas en staal.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
-
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5
juli 2013 houdende vaststelling van
een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen
en gescheiden lozing van afvalwater
en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten
en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
-
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse
regering van 5 juni 2009 tot vaststelling
van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening
toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten
en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de
aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
-
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse
regering van 29 april 1997 houdende
de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd
verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief
RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake
wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening
voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten
en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen
voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing
op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
-
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige
verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de
gemeenteraad in zitting van
28 april 2014 en
goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u
raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen
in Antwerpen’)
De aanvraag
is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
-
MER-screening: de overheid die beslist
over de ontvankelijkheid en volledigheid van
de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat
op het ogenblik van de beslissing over de
ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan,
binnen 90 dagen na de datum
van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening
houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
-
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het
decreet van 18 juli 2003 betreffende
het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het
voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in
alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
-
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde
decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De
kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u
raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit
Vlaamse codex van 2021”)
De
aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
-
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex
Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15
mei 2009.
(De
VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten >
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van
het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele
inpasbaarheid
De aanvraag is
functioneel inpasbaar in de omgeving. De aanvraag omvat de uitbreiding van een bedrijfsruimte in een
bedrijfsverzamelgebouw, gesitueerd in de bedrijvenzone
van het BPA nr. 46 Groenendaallaan–Noorderlaan–Straatsburgdok. In tegenstelling tot een eerder geweigerde
aanvraag, is de kantoorfunctie in voorliggende
aanvraag ondergeschikt aan de opslagfunctie en is de aanvraag
verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het
BPA.
De aanvraag werd ter
advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing. Zij
geven gunstig advies:
“De
verwevenheid van economische functies binnen het stedelijk weefsel is conform de beleidsvisie
Ruimtelijke Economie.”
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag omvat de
uitbreiding van de daklaag overeenkomstig de oppervlakte van de onderliggende bouwlaag. De bestaande
daklaag is aan de kant het Straatsburgdok gedeeltelijk
teruggetrokken over twee van de vier traveeën van het bedrijfsverzamelgebouw. De dakverdieping van de westelijk
teruggetrokken travee wordt
uitgebreid tot op de voorgevelbouwlijn. De kenmerkende vormgeving met hellende daken wordt hierbij behouden. De
schaal van de uitbreiding is ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De uitwerking van de
nieuwe gevel op de voorgevelbouwlijn stemt zich af op de bestaande vergunde vormgeving met glas, staal en aluminium. Dit
is in strijd met de voorschriften
van het BPA waar gevelsteen, natuursteen of lichtkleurige gevelelementen worden opgelegd. Het gebouw
werd echter volledig uitgevoerd in glas,
staal en aluminium waardoor de uitbreiding in harmonie is met de rest van het bedrijfsverzamelgebouw. De aanvrager
motiveert deze afwijking en de motivatie wordt
bijgetreden. Er kan na het (bezwarenvrij) openbaar onderzoek een afwijking van de
voorschriften van het BPA worden toegestaan.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van het
Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het
is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden
kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
De aanvraag werd ter
advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Milieuvergunningen. Zij hebben
geen bezwaar tegen de aanvraag:
“Op
basis van de informatie in het aanvraagdossier wordt geen indicatie teruggevonden dat er ingedeelde
inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing zouden zijn. Vanuit milieutechnisch oogpunt is er dan ook geen
bezwaar de vergunning te verlenen.
Niettemin wordt de exploitant wel aangeraden om na de werken zijn exploitatie onder de loep te nemen en te bekijken of
er IIOA’s van toepassing zijn en hiervoor eventueel zijn vergunning aan te passen.”
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene
principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te
vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk)
wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit
is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en
stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd
bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging,
volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de
werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een
compensatie te betalen.
De aanvraag betreft
het uitbreiden van een kantoor op de 3de verdieping en functiewijziging naar
opslag op de 2de verdieping.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging. - Op de 3de verdieping komt er 96 m² kantoor bij: 96 m² kantoren met parkeernorm 1,1/100 m²: 96 m² x 1,1/100 m² = 1,06, afgerond 1. In het BPA is een afwijkende parkeernorm opgenomen voor kantoren van 1 parkeerplaats/50 m²: 96 m² x 1/50 m² = 1,9 afgerond 2. De parkeerbehoefte volgens BPA wordt toegepast. - Het kantoor van 415 m² op de 2de verdieping wordt verbouwd tot opslag: hiervoor wordt de parkeernorm uit crow gehanteerd van 0,65/100 m²: 415 m² x 0,65/100 m² = 2,7, afgerond 3. De werkelijke parkeerbehoefte is 5 (3 + 2 = 5). |
De plannen voorzien in 0 bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen. De aanvrager is eigenaar/concessiehouder van 10 parkeerplaatsen op de site, maar voorziet voor de aanvraag geen bijkomende parkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. |
Er kunnen
geen bijkomende
parkeerplaatsen voorzien worden op het terrein. |
Het bijgestelde aantal
ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 0 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. De parkeerbehoefte die wordt afgewenteld op het openbaar domein vermindert na de functiewijziging. Er verdwijnt 415 m² kantoor, want dit wordt verbouwd tot opslag. De parkeernorm uit het BPA van 1/50 m² wordt gehanteerd: 415 m² x 1/50 m² = 8,3, afgerond 8. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 8. Het bijgestelde aantal ontbrekende parkeerplaatsen bedraagt bijgevolg 0. |
Het aantal ontbrekende
autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van
toepassing. |
Fietsvoorzieningen
Voor de bijkomende oppervlakte
kantoren moet één bijkomende fietsenstalling
voorzien worden (96 m² x 1,25/100 m² = 1,23, afgerond 1). Er staan geen fietsenstallingen op de plannen.
Het advies van de
stedelijke dienst Mobiliteit stelt dat er een fietsenstalling moet voorzien worden voor de uitbreiding van de
kantoren. Dit wordt als voorwaarde aan de vergunning
gekoppeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college
wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde
brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt
na te leven.
2. Er moet een fietsenstalling voorzien worden voor de uitbreiding van
de kantoren.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 augustus 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 2 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 12 september 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 11 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 december 2022 |
Verslag GOA | 2 december 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar- schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar- schriften | Petitie- lijsten | Digitale bezwaar- schriften |
12 september 2022 | 11 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.