Terug
Gepubliceerd op 16/02/2023

2023_BB_00108 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - August Van De Wielelei 501, 2100 Deurne - Goedkeuring

burgemeester
do 16/02/2023 - 10:00 bureau burgemeester
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_BB_00108 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - August Van De Wielelei 501, 2100 Deurne - Goedkeuring 2023_BB_00108 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - August Van De Wielelei 501, 2100 Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Melding schadegeval op de grond van de herstelplaats van De Lijn gelegen op het adres August van de Wielelei 501, 2100 Deurne door mevrouw Fien De Coster. Een lokaal toezichthouder milieuhandhaving van de dienst Milieu-interventie ging ter plaatse om de melding te onderzoeken.

Op 26 januari 2023 meldt de lokaal toezichthouder zich samen met zijn collega aan de herstelplaats van De Lijn gelegen te August van de Wielelei 501, 2100 Deurne. Mevrouw Stien Van Gestel, tewerkgesteld bij de firma De Lijn, staat de stadsmedewerkers te woord. Volgens de zorgvuldigheidsplicht zijn de nodige maatregelen genomen. Na het ontdekken van het lek in de koolwaterstoffen afscheider (KWS) werd deze leeggemaakt en onderzocht op lekken. Toen het lek ontdekt werd, werd deze gedicht door een erkende firma. Daarna werd de KWS afscheider terug in gebruik genomen. 

Op 26 januari 2023 werd deze vaststelling overgemaakt aan de burgemeester van de stad Antwerpen.

Het perceel waar de accidentele spill zich heeft voorgedaan wordt gekwalificeerd als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet).

Gebruiker van de grond: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen.
Exploitant van de grond: Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn.
Eigenaar van de grond: Domein van het Vlaamse Gewest / Dep LIN / ADM Wegen en Verkeer.

Argumentatie

Het schadegeval valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling vermeld in de artikelen 74 tot en met 82 van het Bodemdecreet.

Aangezien het schadegeval plaatsvond op een grond waar een herstelplaats van De Lijn gelegen is, is de burgemeester van de stad Antwerpen overeenkomstig artikel 75 van het Bodemdecreet de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval.

Maatregelen noodzakelijk om de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval te behandelen dienen zich dringend aan.

Volgende maatregelen moeten worden genomen om de bodemverontreiniging te behandelen:

  • de bodemsaneringsdeskundige voert een bodem- en grondwateronderzoek uit;
  • als bodemverontreiniging wordt vastgesteld, bepaalt de bodemsaneringsdeskundige of de verontreiniging binnen de 180 dagen kan worden verwijderd in het kader van de schadegevalregeling;
  • als de verontreiniging verwijderd kan worden in het kader van de schadegevalregeling moet minstens het volgende gedaan worden:
  • onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige de verontreinigde bodem uitgraven;
  • de verontreinigde grond door een erkende ophaler laten afvoeren;
  • de verontreinigde grond verwerken in een centrum voor grondreiniging;
  • het attest van de verwerking van de verontreinigde grond voorleggen;
  • ter controle van de aanwezigheid van een grondwaterverontreiniging, controlestalen nemen en laten analyseren op de relevante parameters;
  • indien een grondwaterverontreiniging wordt aangetroffen, worden maatregelen genomen om de verspreiding van deze verontreiniging te voorkomen en om deze verontreiniging te behandelen;
  • een evaluatierapport conform de richtlijnen van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) opmaken binnen de 30 dagen na het afsluiten van het onderzoek, door de erkende bodemsanering;
  • de OVAM informeren binnen de termijn vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit.

Bovenvermelde maatregelen moeten worden uitgevoerd binnen 180 dagen na de melding of de vaststelling van het schadegeval.

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Als deze maatregelen handelingen, inrichtingen of activiteiten omvatten die meldings- of vergunningsplichtig zijn krachtens titel V van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid of krachtens titel IV, hoofdstuk II van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geldt deze beslissing overeenkomstig artikel 77 van het Bodemdecreet als meldingsakte of omgevingsvergunning.

De toepasselijke code van goede praktijk van de OVAM dient bij saneringswerkzaamheden steeds nageleefd te worden.

Juridische grond

De artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet).

Overeenkomstig artikel 75 van Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet) is de burgemeester van de stad Antwerpen de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval.

Besluit

De burgemeester beslist:

Artikel 1

De burgemeester beslist dat op basis van de beschikbare informatie de bodemverontreiniging gekwalificeerd wordt als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in de artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. 

Volgende maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval dat zich heeft voorgedaan op 07/12/2022 op de grond, kadastraal bekend als Antwerpen afdeling 30AFD, Deurne 4AFD, sectie A met grondnummer 392W en gelegen op het August van de Wielelei 501, 2100 Deurne, moeten worden uitgevoerd: 

  • de bodemsaneringsdeskundige voert een bodem- en grondwateronderzoek uit;
  • als bodemverontreiniging wordt vastgesteld, bepaalt de bodemsaneringsdeskundige of de verontreiniging binnen de 180 dagen kan worden verwijderd in het kader van de schadegevalregeling;
  • als de verontreiniging verwijderd kan worden in het kader van de schadegevalregeling moet minstens het volgende gedaan worden:
  • onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige de verontreinigde bodem uitgraven;
  • de verontreinigde grond door een erkende ophaler laten afvoeren;
  • de verontreinigde grond verwerken in een centrum voor grondreiniging;
  • het attest van de verwerking van de verontreinigde grond voorleggen;
  • ter controle van de aanwezigheid van een grondwaterverontreiniging controlestalen nemen en laten analyseren op de relevante parameters;
  • indien een grondwaterverontreiniging wordt aangetroffen, worden maatregelen genomen om de verspreiding van deze verontreiniging te voorkomen en om deze verontreiniging te behandelen;
  • een evaluatierapport conform de richtlijnen van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) opmaken binnen de 30 dagen na het afsluiten van het onderzoek, door de erkende bodemsanering;
  • de OVAM informeren binnen de termijn vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit;

Deze maatregelen moeten worden uitgevoerd door de firma De Lijn met ondernemingsnummer 0242.069.537, veroorzaker van de verontreiniging, uiterlijk 180 dagen na de datum van de melding of de vaststelling van het schadegeval.

Artikel 2

De burgemeester beslist dat na de uitvoering van de maatregelen vermeld in artikel 1 en uiterlijk 180 dagen na de datum van de melding of de vaststelling van het schadegeval, de veroorzaker de firma De Lijn met ondernemingsnummer 0242.069.537 onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige een evaluatierapport moet opstellen en bij de OVAM moet indienen.

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Artikel 3

De burgemeester beslist dat de maatregelen vermeld in artikel 1 altijd door een beslissing van de burgemeester aangepast of opgeheven kunnen worden.

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan een beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekend zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch worden ingediend via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.