Terug
Gepubliceerd op 15/01/2024

2024_CBS_00094 - Omgevingsvergunning - OMV_2023110638. Coebergerstraat 4. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 12/01/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00094 - Omgevingsvergunning - OMV_2023110638. Coebergerstraat 4. District Antwerpen - Weigering 2024_CBS_00094 - Omgevingsvergunning - OMV_2023110638. Coebergerstraat 4. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023110638

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Semiha Kose met als adres coerbergerstraat 4 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Coebergerstraat 4 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1757B3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden en renoveren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          08/08/1969: vergunning (18#81030) voor een gevelverbouwing;

-          04/03/1938: toelating (18#9682) voor binnenveranderingen.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: wonen (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder zadeldak;
  • bouwdiepte:
    • hoofdvolume tot circa 9 m;
    • uitbouw over 2 bouwlagen;
  • perceel volledig bebouwd;

-          gevelafwerking:

  • plint natuursteen;
  • gevelmetselwerk wit;
  • buitenschrijnwerk aluminium;
  • dakkapel vooraan;
  • poort naar inpandige magazijn.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig geacht vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          functie: wonen (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte:
    • uitbouw over 2 bouwlagen aan rechterzijde;
  • geïsoleerde gevels;
  • perceelsbrede dakkapel met verhoging kroonlijst.

-          gevelafwerking:

  • crepi wit;
  • buitenschrijnwerk pvc zwart;
  • poort naar inpandige garage.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van deel achterbouw;

-          uitbreiden van het volume (dakkapel voor en achtergevel);

-          isoleren van alle gevels en daken; 

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

6 oktober 2023

3 november 2023

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    Het bepleisteren van de gevel met crepi is niet in harmonie met het referentiebeeld van de omgeving dat voornamelijk bestaat uit gevels opgetrokken in metselwerk. Er is geen arriere-corps aanwezig;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een voorgevel dienen elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, onbepleisterd, onbeschilderd en ongekaleid te blijven;
  • artikel 12 Levendige plint:
    Het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. Een garage en inkomhal zijn geen verblijfsruimten;
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:
    In- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 meter van de perceelsgrens te worden ingeplant. De in- en uitsprongen mogen de kroonlijst niet onderbreken, tenzij de harmonie van het straatbeeld dit toelaat. De afmetingen van de in- en uitsprongen moeten in verhouding zijn tot de oppervlakte van het dakvlak en de schuine dakvorm dient duidelijk herkenbaar te blijven; De dakkapel aan de voorgevel wijkt af op alle voorwaarden;
  • artikel 24 minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De slaapkamer op de gelijkvloers heeft geen verticale ramen. De slaapkamer kan niet verlucht worden en er is geen rechtstreeks zicht naar buiten toe.
  • artikel 27 Open ruimte:
    De open ruimte bij de toelating van 1938 wordt dichtgemaakt. Er is geen openruimte voorzien bij de eengezinswoning;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Het gedeelte van de scheidingsmuren hebben geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient zo mogelijk op particulier domein toch een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld in de kelder door een afsluitbare opzetbuis (T – stuk) op de afvoerleiding. Het plaatsen van een eventuele toezichtsput op de openbare ruimte gebeurt uitsluitend door de rioolbeheerder. In geen geval wordt op het openbare domein een straatputdeksel geplaatst.
  • artikel 43 Septische putten:
    Er is geen septische put voorzien.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020. (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.  (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op 10 punten van de bouwcode. Een motivatie om de afwijkingen te verantwoorden ontbreekt in de begeleidende nota. Tevens zijn er geen stedenbouwkundige aspecten die een afwijking aanvaardbaar maken. 

De aanvraag wijkt – met betrekking tot het bepleisteren van de voorgevel – af op artikel 6 en 11 van de bouwcode. De voorgevels in de omgeving bestaan voornamelijk uit gevelmetselwerk. Enkele zijn bepleisterd maar vormen de minderheid in de straat. Verder verdwijnen de arrière-corps waardoor de ritmering van de gevels in de straat verdwijnt. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.

De aanvraag wijkt– met betrekking tot het verdwijnen van de levendige plint – af op artikel 12 van de bouwcode. In de voorgevel van het pand was een poort aanwezig van circa 1,94 m breed. Deze poort gaf toegang tot een achterliggend magazijn. Naast het magazijn bevond zich een bureel met een raamopening aan de straatzijde. Door het verwijderen van het bureel en het plaatsen van een poort, verdwijnt de levendige plint volledig. Er is geen contact meer tussen de bewoner/gebruiker van de woning en de passant op straat. Verder is een poort alleen maar toegelaten in gevel breder dan 8 m, wat hier niet het geval is.

De aanvraag wijkt – met betrekking tot de bijkomende daklaag – af van artikel 15 op de bouwcode. De rechterbuur heeft een derde bouwlaag maar door het behoud van de kroonlijst en de materialisatie van deze bouwlaag leest deze eerder als een dakkapel. Deze bouwlaag is wel in harmonie met de gevelopbouw, in tegenstelling tot het voorliggend ontwerp. Er wordt een bijkomende daklaag gecreëerd. Echter door het verdwijnen van de kroonlijst, het doortrekken van de voorgevel en het bepleisteren, wordt een atypische gevel en vorm ontworpen. De bouwlaag beslaat de volledige breedte van het perceel waardoor deze niet meer in verhouding staat tot het hellend dakvlak en de onderliggende gevel. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.

De aanvraag wijkt – met betrekking tot de slaapkamer op de gelijkvloerse verdieping – af op artikel 24 van de bouwcode. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De slaapkamer op de gelijkvloers heeft geen verticale ramen. De slaapkamer kan dus niet verlucht worden en er is geen rechtstreeks zicht naar buiten toe. Bij de lichttoetreding is niet alleen daglichttoetreding belangrijk, maar ook het zicht. Louter dakkoepels voorzien is derhalve niet toegelaten. Voor de belevingswaarde van de slaapkamer, moet een daglichtopening doorzichtig zijn en met er verticaal zicht naar buiten zijn.

De aanvraag wijkt – met betrekking tot de open ruimte – af op artikel 27 van de bouwcode. Volgens de toelating van 1938 was er reeds een koer aanwezig. Deze is in de loop der tijd dichtgemaakt wat als geacht vergund kan worden beschouwd.
Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, in dit geval de koer, hun open karakter zo veel mogelijk te behouden. Dit heeft immers verschillende voordelen. Open ruimte in de vorm van een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de koer niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt.

Verder heeft het gedeelte van de scheidingsmuren geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, conform artikel 34 van de bouwcode.

De riolering wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat en heeft geen toezichtsputten conform artikel 40 en 41 van de bouwcode. Tevens is het niet duidelijk of er al of niet een septische put aanwezig was en wat er mee gebeurd is.

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan niet de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.

Door het plaatsen van een poort vormt de voorgevel geen eerlijke vertaling van de achterliggende woonfunctie. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Verder voldoet de aanvraag niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. Zo wordt er geen badkamer voorzien in de woning waardoor er onvoldoende wooncomfort wordt aangeboden. 
  

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en stedenbouwkundige voorschriften.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

6 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

5 december 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

4 maart 2024

Verslag GOA

4 januari 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.