De gegevens over het bouwkundig erfgoed in de digitale databank op https://inventaris.onroerenderfgoed.be, die grotendeels teruggaan op de publicatie ‘Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur’, zijn toe aan een update. Verschillende gebouwen zijn inmiddels verdwenen of verbouwd, andere gebouwen werden over het hoofd gezien bij een eerdere inventarisatie. Bovendien zijn de selectiecriteria en de onderzoeksmogelijkheden voor waardevol onroerend erfgoed doorheen de jaren in belangrijke mate veranderd.
Er is nood aan een nieuwe, geobjectiveerde inventarisatie waardoor het voor het beleid en voor de burger duidelijk is waar het stedelijk onroerend erfgoedbeleid op inzet, en op welke manier onroerend erfgoedwaarden in stadsontwikkeling worden geïntegreerd.
De herinventarisatie van het bouwkundig erfgoed verloopt in nauwe samenwerking met het agentschap Onroerend Erfgoed. De voorbije jaren werd reeds werk gemaakt van de districten Berendrecht/Zandvliet/Lillo, Ekeren, Merksem, Wilrijk en Deurne. Nu is het de beurt aan het district Berchem.
Het voorwerp van de onderhavige opdracht is de opmaak van een inventaris van het bouwkundig erfgoed van het district Berchem op basis van een vooraf gemaakte preselectie van 388 items, verspreid over het gehele grondgebied van het district, waardoor er, samen met de reeds in de inventaris van het bouwkundig erfgoed opgenomen relicten, een volledige en actuele inventaris van het bouwkundig erfgoed gerealiseerd wordt.
In toepassing van artikel 42, §1, eerste lid, 1°, a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal deze opdracht worden gegund bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking omdat de goed te keuren uitgave niet hoger is dan het bij het artikel 90, eerste lid, 1° van het Koninklijk Besluit Plaatsing van 18 april 2017 vastgelegd bedrag van 143.000 EUR (zonder belasting over de toegevoegde waarde), met name de drempel vermeld in artikel 11, eerste lid, 2° van het Koninklijk Besluit Plaatsing van 18 april 2017.
In toepassing van artikel 81 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, baseert de aanbestedende overheid de gunning van de overheidsopdracht op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt vastgesteld rekening houdend met de gunningscriteria. Ze vermeldt de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht of in een ander opdrachtdocument.
Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.
De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:
Het college keurt bestek GAC_2024_02989 voor 'Het opstellen van een actuele inventaris van het waardevol bouwkundig onroerend erfgoed in Berchem' goed en keurt eveneens goed dat hiervoor een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking wordt uitgeschreven.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving |
Bedrag |
Boekingsadres |
Bestelbon |
Het opstellen van een actuele inventaris van het waardevol bouwkundig onroerend erfgoed in Berchem |
|
budgetplaats: 5154000000 | volgt later |