Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023126279 |
Gegevens van de aanvrager: | NV TABAKNATIE met als adres Van de Wervestraat 66 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kruisweg 5 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie C nr. 50C2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Regularisatie wasstraat, container en publiciteitsinrichtingen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/09/1997: vergunning (19971466) voor het bouwen van magazijnen en een bureel.
Vergunde toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande/nieuwe toestand
- de lichtgrijze betonnen silexplaten zijn niet bekleed met structuurverf of bepleistering zoals voorzien in de vergunning uit 1997;
- het heftrucklokaal is anders uitgevoerd dan vergund (wijziging locatie trap, kleinere vide, toevoeging tweede verdieping) waardoor er meer opslagruimte is;
- de inrit is anders uitgevoerd dan vergund. De oppervlakte van de verharding is hierdoor niet gewijzigd;
- naast de wasstraat is een technisch lokaal bijgebouwd:
- op alle gevels van het magazijnencomplex zijn verspreid 10 publiciteitsinrichtingen aangebracht. Deze betreffen zaakgebonden reclameborden met de naam van het bedrijf op en worden uitwendig verlicht:
- in het zuidwesten op de site is een container geplaatst:
- de verharde zones ten westen en zuidoosten van het magazijnencomplex zijn ingericht voor het parkeren van voertuigen (zowel personenwagens als vrachtwagens) en worden gebruikt voor de opslag van materiaal.
Inhoud van de aanvraag
- bouw technisch lokaal bij wasstraat;
- plaatsen container;
- plaatsen van 10 publiciteitsinrichtingen;
- interne constructieve werken aan het heftrucklokaal;
- wijzigen van de inrit;
- gewoonlijk gebruik van de grond voor parking en opslag.
De wijzigingen aan de gevel ten opzichte van de laatst vergunde toestand vormen geen onderdeel van deze aanvraag en worden uitgesloten van deze vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 27 december 2023 | 19 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges) - Terreinen | 27 december 2023 | 18 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 27 december 2023 | 24 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 27 december 2023 | 5 januari 2024 | Geen bezwaar |
Water-link | 27 december 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de R2 en de Kruisweg;
- Specifiek regionaal bedrijventerrein voor afvalverwerking en recyclage aan de overzijde van de R2;
- overdruk Verbinding voor fietsers parallel ten zuiden van de Kruisweg.
Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing, met als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur en overdrukken Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en Hoogspanningsleiding.
Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt een overdruk ten noorden van de R2, op circa 28 meter van de aanvraag, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone (met een breedte van 30 meter) aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de container aangezien het hemelwater dat hierop valt, rechtstreeks afwatert naar de naastliggende groenzone en op de verharding die eveneens afwatert naar deze groenzone. Het hemelwater kan dus op natuurlijke wijze naast de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem infiltreren.
De verordening hemelwater is wel van toepassing op het technisch lokaal van de wasstraat. Het plaatsen van een hemelwaterput is niet vereist. Er wordt een afwijking gevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.
De aanvrager motiveert de afwijking daar het technisch lokaal in de praktijk al aangesloten is op de installatie van de rest van het magazijnencomplex. Dit betreft een vertraagde afvoer richting de openbare riolering. Gezien de zeer beperkte bijkomende dakoppervlakte ten opzichte van het gebouwencomplex waartegen aangebouwd wordt (0,1%) en de ligging temidden van en op een bestaande verharding, kan de afwijking éénmalig toegestaan worden en dient geen infiltratievoorziening van 2.350 liter voorzien te worden binnen deze aanvraag. Het is wel aangewezen om bij een toekomstige heraanleg van de verharding of grondige wijziging van het gebouw, op siteniveau in te zetten op hergebruik en infiltratie.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale regelgeving
MER-screening:
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Haven van Antwerpen-Brugge aangewezen is als waterbeheerder, maar een advies is voor voorliggende aanvraag niet vereist.
Het project is zowel gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B) als in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Voor de container wordt aangeraden deze verhoogd te plaatsen, gezien het vloerniveau hiervan slechts 10 centimeter boven het bestaande maaiveld ligt in de zone met score B, waarbij een waterstand tot ongeveer 20 centimeter boven het maaiveld te verwachten is.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Gezien voorliggende aanvraag zich voornamelijk beperkt tot wijzigingen aan de gevels en interne verbouwingen, het technische lokaal reeds ingetekend is op de watertoetskaarten en de container een losse constructie betreft die verhoogd geplaatst kan worden, zal het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaken.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de regularisatie van beperkte wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand. Deze wijzigingen staan in functie van de bestaande industriële activiteiten.
Uit de constructieve tekeningen van de container valt af te leiden dat de vrije hoogte binnen zo’n 2,60 meter is. Dit is de minimale hoogte voor verblijfsruimtes, enkel voor tijdelijk gebruik of kort verblijf (bijvoorbeeld sanitair of kleedkamers) kan een vermindering hiervan toegestaan worden.
De nieuwe constructies maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De container en het technisch lokaal hebben een beperkte oppervlakte en zijn geplaatst op een reeds bestaande en vergunde betonverharding. Er wordt geen extra ruimte ingenomen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels van het technisch lokaal zijn afgewerkt met grijze betonnen silexplaten. Het buitenschrijnwerk is uitgevoerd in metaal in een blauwe kleur. De gevels worden uitgevoerd in hetzelfde materiaal en in dezelfde kleur als het bestaande magazijnencomplex en het naburige gebouw op het naastliggende perceel. Dit is aanvaardbaar binnen deze industriële context.
De gevels van de container die dienst doet als refter worden afgewerkt met metalen beige sandwichpanelen. Dit materiaal is neutraal en aanvaardbaar in deze industriële omgeving. Het type constructie zelf is echter weinig architecturaal en weinig visueel aantrekkelijk en biedt daarnaast slechts een beperkt comfort aan de gebruikers. Door de ligging op een sterk zichtbare locatie, vooral ten opzichte van de Kruisweg draagt het niet bij tot een aangenaam straatbeeld waardoor enkel een tijdelijke vergunning wordt toegestaan.
Daar er gestreefd dient te worden naar een meer duurzame en comfortabelere oplossing, wordt de container slechts vergund voor een periode van 8 jaar. De plaats van de werken dient nadien in oorspronkelijke toestand hersteld te worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er werd advies ingewonnen bij de Haven van Antwerpen-Brugge als gebiedsbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit waarin volgende aspecten zijn opgenomen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de beoordeling van de vergunningsaanvraag en de goede ruimtelijke ordening:
- In de directe nabijheid van het terrein bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat de container voor personeel die onderwerp uitmaakt van deze aanvraag wordt opgericht in een slagschaduwgevoelige zone. De container moet dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden.
Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Buitenzonwering op de slagschaduwgevoelige ramen is wenselijk.
- De vergunning voor de reftercontainer is maximaal 8 jaar geldig. Personeelscontainers zijn ontworpen voor een tijdelijke invulling en voldoen doorgaans niet aan de wettelijke brandweervoorschriften waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Ze hebben daarenboven geen aangenaam binnenklimaat (qua akoestisch en thermisch comfort) en voldoen vaak niet aan energieprestatievereisten waaraan gebouwen moeten voldoen. Het Havenbedrijf is bijgevolg van oordeel dat deze containers niet als een duurzame ontwikkeling beschouwd kunnen worden en wenst de vergunningstermijn hiervoor tot 8 jaar beperkt te zien.
Deze voorwaarde wordt bijgetreden (zie visueel-vormelijke elementen).
De overige voorwaarde met betrekking tot het plaatsen van een IBA (voorwaarde 2) betreft een uitvoeringsmodaliteit en kan integraal aan de vergunning worden gehecht.
Wegens de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden en opmerkingen uit dit advies, met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.
Wegens de situering van de aanvraag aan een gewestweg werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Het advies van AWV is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Er wordt voor de uitvoering van de vergunning enkel verwezen naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Door de nabijheid van de spoorweg ten westen van de aanvraag, werd advies gevraagd aan Infrabel, de beheerder van deze sporen. Infrabel heeft geen bezwaar.
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een KLIP-aanvraag in te dienen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen. Er worden op de volledige site wel 22 parkeerplaatsen voor vrachtwagens en 18 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De vergunning voor de container wordt afgeleverd voor een periode van 8 jaar, ingaand vanaf de dag dat de vergunning is verleend.
2. Conform de bepalingen van Vlarem II moet alle huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied gezuiverd worden door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) of door het op te vangen en af te voeren voor externe verwerking.
3. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.
4. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming en voldoende parkeermogelijkheden, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 27 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 4 januari 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 25 februari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 26 maart 2024 |
Verslag GOA | 5 februari 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De vergunning voor de container wordt afgeleverd voor een periode van 8 jaar, ingaand vanaf de dag dat de vergunning is verleend.
2. Conform de bepalingen van Vlarem II moet alle huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied gezuiverd worden door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) of door het op te vangen en af te voeren voor externe verwerking.
3. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.
4. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming en voldoende parkeermogelijkheden, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.