2024_CBS_01176 - Omgevingsvergunning - OMV_2023132205. Noordersingel 1. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          09/09/2021: omgevingsvergunning (OMV_2021059437) voor RWZI Deurne - het veranderen door wijziging en uitbreiding;

-          12/12/2019: omgevingsvergunning (OMV_2019099570) voor de uitbreiding van een RWZI (slibbehandeling) met nieuwe droger en tijdelijke bureelunits;

-          23/10/2015: vergunning (2015984) voor het verplaatsen van Aquafincollectoren, afwatering R1, aanleg Schijn-Scheldeverbinding, herinrichting Noordersingel (deel Schijnpoortweg-Turnhoutsebaan), verleggen van het Groot Schijn, bouwen van een pompstation met zandvang op het Groot Schijn, herinrichting;

-          28/08/2014: vergunning (20141619) voor het plaatsen van 2 tanks voor opslag van chemicaliën op de centrale slibverwerkingsinstallatie;

-          08/01/2010: vergunning (20095692) voor het plaatsen van een prefab-gasreduceercabine;

-          02/03/2009: vergunning (20086251) voor het verbouwen van een dienst- en slibdrogingsgebouw;

-          25/07/2005: vergunning (180#4412) voor de bouw van een vloeibare stikstofinstallatie;

-          01/03/2002: vergunning (180#2880) voor het renoveren bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie;

-          20/11/1997: vergunning (179#10140) voor het plaatsen van antennes en oprichten technisch lokaal;

-          07/05/1997: vergunning (86#8719052) voor aanpassingswerken slibontwateringsgebouw;

-          07/02/1996: vergunning (86#951095) voor aanpassingswerken aan de bestaande slibverwerkingsinstallatie 19.7.95;

-          18/01/1994: vergunning (179#11237) voor rioolwaterzuiveringsinstallatie 28.9.93 - artikel 48.

Vergunde toestand

-          functie gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen:

• site met rioolwaterzuiveringsinstallatie en bijhorende bijgebouwen.

Bestaande toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          de aanvraag heeft enkel betrekking op de op te richten energiecentrale;

-          functie gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen:

• site met rioolwaterzuiveringsinstallatie en bijhorende bijgebouwen;
• energiecentrale;

-          bouwvolume:

• vrijstaand gebouw bestaand uit 3 bouwlagen met plat dak;
• footprint van 24,9 m bij 40,1 m;
• hoogte van 15 m;

-          gevelafwerking:

• geïsoleerde betonpanelen afgewerkt met roodbruin gevelmetselwerk;
• geleding in roodbruin beton;
• buitenschrijnwerk roodbruin;

-          inrichting perceel:

• gedeeltelijk onthard;
• bomen geveld;
• parkeerplaatsen gewijzigd.

Inhoud van de aanvraag

-          de aanvraag heeft enkel betrekking op de op te richten energiecentrale;

-          bouwen van een energiecentrale;

-          vellen van bomen.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 25 november 2010 verleende de deputatie een vergunning aan nv Aquafin voor het verder uitbaten van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) (kenmerk MLAV1/10-306). De vergunning werd uitgebreid op 11 september 2014 (kenmerk MLAV1/14-113) en de bijzondere voorwaarden werden gewijzigd op 25 augustus 2016 (kenmerk MLWV/16-22). Op 12 december 2019 werd de uitbreiding van de slibverwerkingsinstallatie vergund (kenmerk OMV_2019099570). De vergunning is geldig tot 25 november 2030.

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van een energiecentrale (EC) op het RWZI Deurne.

Aangevraagde rubriek(en)

Aangevraagde rubriek(en) Exploitatie Energiecentrale
 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor wegeninfrastructuur.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

• er wordt gemotiveerd afgeweken van de verplichtingen in verband met hemelwaterput en infiltratie- en buffervoorzieningen.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• Artikel 17 Behoud en heraanplanting

De aanwezige bomen blijven niet maximaal behouden.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wordt gesitueerd op de site van Aquafin langs de Noordersingel en omvat de bouw van een warmtecentrale die warmte uit het effluent van de waterzuiveringsinstallatie zal omzetten in energie. Deze energie zal gebruikt worden in functie van het warmtenet voor het in ontwikkeling zijnde stadsdeel op de voormalige Slachthuissite. De aanvraag kadert binnen het algemeen belang en is functioneel inpasbaar op de utilitaire site van Aquafin.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het utilitaire gebouw wordt opgericht op een open plein in de oksel van de constructie met archimedesschroeven en het dienstgebouw. Dit plein wordt in de bestaande situatie ingevuld met parkeerplaatsen en een beperkte groenzone met bomen waarvan enkele als hoogstammige bomen gecatalogeerd worden. De parkeerplaatsen worden in de onmiddellijke omgeving herschikt en aangevuld met 2 bijkomende parkeerplaatsen.

De hoogstammige bomen worden geveld. De aanvraag is bijgevolg in strijd met artikel 17 van de bouwcode. De groenzone is echter de enige resterende ruimte op de site waar de energiecentrale kan opgericht worden. Langs de randen van de Aquafinsite zijn in de bestaande toestand bomen aangeplant voor zover deze de werking van de waterzuiveringsinstallaties niet hinderen. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan daarom een uitzonderlijke afwijking van artikel 17 toegestaan worden.

Het bouwvolume van de warmtecentrale is compact opgevat als een rechthoekige, functionele blackbox die de inpandige technische installaties volledig aan het zicht onttrekt om de mogelijke impact op de omgeving, zowel geluidstechnisch als visueel, te beperken.

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Visueel-vormelijke elementen

Het ontwerp werd meermaals voorgelegd aan de kwaliteitskamer. Als laatste aanbeveling heeft de kwaliteitskamer gesuggereerd om de verticale penanten in de zijgevels forser aan te zetten. Gezien het specifieke programma van het gebouw en de beperkte beschikbare ruimte op de Aquafin-site zijn deze aanpassingen niet mogelijk.

Er kan geconcludeerd worden dat de aanvrager de nodige inspanningen geleverd heeft om een kwalitatief architecturaal gebouw te ontwerpen dat zich visueel-vormelijk inpast in de omgeving. De laatste aanbeveling van de kwaliteitskamer kan omwille van technische eisen en beperking in de beschikbare ruimte niet ingewilligd worden. De afwijking van de aanbeveling werd voldoende geïllustreerd en onderbouwd. De visueel-vormelijke inpassing kan bijgevolg gunstig beoordeeld worden.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De energiecentrale kan niet inzetten op hergebruik van het regenwater zoals conform de ‘Ladder van Lansink’ wordt aanbevolen in de gewestelijke verordening hemelwater. Het effluent van de Aquafin-site wordt echter opgewerkt tot koelwater voor bedrijven in de Antwerpse haven binnen het project Waterkracht om de druk op de natuurlijke voorraden te verminderen. Het regenwater dat afkomstig is van de energiecentrale zal aan het effluent van de afvalwaterzuiveringsinstallatie worden toegevoegd. Deze afwijking op de stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt gemotiveerd door de aanvrager. De Vlaamse Milieumaatschappij onderschrijft uitzonderlijk deze afwijking. In de voorwaarden bij de vergunning dient de aansluiting op het project Waterkracht opgenomen te worden.

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

De aanvraag betreft de bouw van een energiecentrale.

Fietsvoorzieningen

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit bevat de volgende kanttekening met betrekking tot fietsvoorzieningen: “De bestaande fietsenstalling wordt gesloopt. Deze moet opnieuw ingericht worden voor de werknemers van de bestaande gebouwen.”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

In het kader van het project ‘Warmtenet Antwerpen Oost’ wordt in een nieuw betonnen gebouw (960 m²) een energiecentrale voorzien. De warmte wordt onttrokken uit het effluent van de RWZI en gebruikt op de nieuwe ontwikkelingen op de Slachthuissite. De EC zal als een afzonderlijke inrichting geëxploiteerd worden op de site van Aquafin en maakt geen deel uit van de RWZI.

Het permanent geloosde effluent van de RWZI heeft een hogere temperatuur dan de omgeving, waardoor het als restwarmtebron kan gebruikt worden voor een lage temperatuur warmtenet (riothermie). Via een water-waterwarmtepomp wordt de temperatuur opgevoerd waarna het via geïsoleerde ondergrondse leidingen vervoerd wordt. De warmteproductiecapaciteit wordt aangevuld met grootschalige lucht-waterwarmtepompen wanneer de riothermische installatie beperkt is in capaciteit.

Volgende technische installaties worden voorzien:

De water-waterwarmtepompen gebruiken koelmiddel R1234ze als koelmiddel met een zeer laag GWP. De lucht-waterwarmtepompen gebruiken echter nog R410a, met GWP van 2.088.

Het gebruik van het koelmiddel R410a met een hoog GWP kan vermeden worden door gebruik te maken van technisch evenwaardige maar duurzamere alternatieven zoals bijvoorbeeld R32. Voor het koelmiddel R410a geldt nog geen gebruiksverbod, maar een voorstel van de Europese Commissie geeft aan dat warmtepompen met een vermogen van meer dan 12 kW vanaf 2027 gevuld moeten zijn met een koelmiddel met een GWP van minder dan 750. Het lijkt logisch in ontwerpfase met deze evolutie rekening te houden.

De aangevraagde apparatuur is bedoeld voor de opstartfase van het warmtenet en kan de nodige warmte en koeling leveren voor de geplande ontwikkelingen op de Slachthuissite. In een latere fase zou de capaciteit van de installatie nog uitgebreid kunnen worden onder impuls van de verbeterde beschikbare technologie.

Geluid

Het gebouw is uitgevoerd als een gesloten doos om zoveel mogelijk akoestische lekken te vermijden. De muren bestaan uit een 15 cm dikke betonlaag, aangevuld met een isolatielaag van 5 cm. De buitenste schil wordt gevormd door 4 cm dikke steenstrips. Om onderhoudswerkzaamheden mogelijk te maken, zijn er in de gevel openingen voorzien zodat deze langs buiten bereikbaar zijn. Deze zijn tot een minimum beperkt en zullen worden afgesloten met sectionale poorten waarin geluidsdemping is geïntegreerd. Het dak is opgebouwd uit 30 cm dikke betonnen welfsels, geïsoleerd met een 10 cm dikke isolatielaag en afgewerkt met een waterdichte afdekking.

De twee lucht-waterwarmtepompen worden geplaatst op het dak. De betonnen muuropbouw wordt boven het dak verlengd met circa 4 meter om geluidsoverlast naar de omgeving te beperken.
Om te bepalen wat het aanwezige omgevingsgeluid is, werden tussen 12 juni 2023 en 26 juni 2023 continue geluidsimmissiemetingen uitgevoerd op het veldje achter het Lukoil benzinestation te Schijnpoortweg 22. Tijdens de volledige meetperiode vond de Sinksenfoor plaats (onvoorzien), met variërende openingsuren tussen 14.00 uur en 2.00 uur.

Het gemiddelde L_A95,1h niveau met en zonder de Sinksenfoor is hoger dan de milieukwaliteitsnorm (MKN), onafhankelijk van de windrichting. Een wind uit noordelijke of oostelijke richting (meewind voor de RWZI en de ring) zorgt voor een hogere geluidsoverlast.

*: geldend ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning ter hoogte van Schijnpoortweg.

** geen metingen voor de avondperiode zonder kermis, omdat deze dan continu geopend was.

De metingen tonen dat er op dit moment niet voldaan kan worden aan de MKN ter hoogte van de dichtstbijzijnde woningen. In de omgeving zijn verschillende geluidsbronnen die hiertoe bijdragen (ring, RWZI, singel en Schijnpoortweg). Er wordt in de studie echter geen prognose gemaakt van de invloed van de bijkomende geluidsbron op het geluidsklimaat, noch ter hoogte van het openbaar domein, noch ter hoogte van de woningen.

Als het oorspronkelijke omgevingsgeluid (LA95,1h) hoger is dan de richtwaarden, moet het specifiek geluid in openlucht voortgebracht door de nieuwe inrichting beperkt worden tot het oorspronkelijke omgevingsgeluid verminderd met 5 dB(A) en aan de richtwaarden voor het specifieke geluid in openlucht van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen (artikel 4.5.3.1 van Vlarem II). Voor de dag- en nachtperiode zijn metingen beschikbaar, maar niet voor de avondperiode.
Bij gebrek aan een objectieve meting, wordt een LA95,1h waarde voor de avondperiode voorgesteld van 50 dB(A). Met avondperiode wordt in de Vlarem de periode tussen 19.00 uur en 22.00 uur bedoeld. Aangezien een groot deel van de avondspits zich in het dagdeel zal bevinden (tussen 16.00 uur en 18.00 uur volgens de ‘Jaarrapport Verkeersindicatoren 2022’ van AWN), zal het omgevingsgeluid naar alle waarschijnlijkheid lager zijn dan het omgevingsgeluid tijdens de dagperiode. De nabijgelegen ring en singel zullen immers een substantiële bijdrage leveren tot het heersende achtergrondlawaai. De exploitant kan aan de hand van objectieve vaststelling van het achtergrondgeluid een aanpassing van deze voorwaarde vragen. Aan de perceelsgrens moet steeds voldaan worden aan volgende geluidsvoorwaarden:

De exploitant wordt gevraagd na de ingebruikname van de energiecentrale zijn geluidsproductie en de naleving van de geluidsvoorwaarden te controleren. De metingen worden uitgevoerd bij een normale werking van de riothermie met en zonder de lucht-waterwarmtepomp ter ondersteuning.

Groenscherm RWZI

Artikel 5.2.1.5.§5 van Vlarem II legt rondom het RWZI een groenscherm op van minimaal 5 meter breed. Afgaand op de laatst gecoördineerde vergunningstoestand van de RWZI (OMV_2019099157 van 12 december 2019) overlapt de projectlocatie met de locatie van het groenscherm. Als het project wordt uitgevoerd kan het groenscherm rond de RWZI niet langer voorzien worden. De realisatie van het project is dan ook afhankelijk van het bekomen van een afwijking op artikel 5.2.1.5.§5 door Aquafin bij de deputatie.

Het is in principe de verantwoordelijkheid van de exploitant de voor hem geldende vergunningsvoorwaarden na te leven. Aquafin gaf na contact aan dat een afwijking van de verplichting een groenscherm te voorzien aangevraagd zal worden. Met betrekking tot de timing en de uitvoering van voorliggend project zal hierover wel met Aquafin in overleg getreden moeten worden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De hemelwaterafvoer van de verharde grond- en dakoppervlakten moet rechtstreeks aangesloten worden op de effluentconstructie die als voeding gaat dienen voor het project Waterkracht.

3. De bestaande fietsenstalling moet opnieuw ingericht worden voor de werknemers van de bestaande gebouwen.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Binnen het jaar na de ingebruikname van de energiecentrale worden de geluidsproductie en de naleving van de geluidsvoorwaarden gecontroleerd door de exploitant. De metingen worden uitgevoerd bij een normale werking van de riothermie met en zonder de lucht/waterwarmtepomp ter ondersteuning. De resultaten worden overgemaakt aan het college (omgevingsvergunning@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2023132205).
2. Aan de perceelsgrens moet steeds voldaan worden aan volgende geluidsvoorwaarden:

 3. Met betrekking tot de timing en de uitvoering van voorliggend project moet met Aquafin in overleg getreden worden.

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten