Terug
Gepubliceerd op 26/02/2024

2024_CBS_01371 - Omgevingsvergunning - OMV_2023130993. Sanderusstraat 5. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01371 - Omgevingsvergunning - OMV_2023130993. Sanderusstraat 5. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01371 - Omgevingsvergunning - OMV_2023130993. Sanderusstraat 5. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023130993

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Annelies Vangeel met als adres Aalmoezenierstraat 24 te 2000 Antwerpen en de heer Patrik Somers met als adres Aalmoezenierstraat 24 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Sanderusstraat 5 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 2757Y7

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304473;

-          28/06/1920: toelating (1920#9994) voor bijzondere goot;

-          22/07/1913: toelating (1913#4034) voor huis en bijzondere goot.

 

Vergunde toestand

-          functie wonen:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • souterrain en 2 bouwlagen met pseudo-mansardedak; 
  • bouwdiepte hoofdvolume tot 17,5 m;

-          gevelafwerking:

  • plint natuursteen;
  • gevel cementpleister met profilering in witte natuursteen;
  • buitenschrijnwerk hout.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

  • buitenschrijnwerk achtergevel;
  • luifel achtergevel.

 

Nieuwe toestand

-          functie wonen:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • souterrain en 2 bouwlagen met pseudo-mansardedak; 
  • bouwdiepte hoofdvolume tot 17,5 m;
  • achterbouw gerenoveerd en geïsoleerd;
  • centrale traphal verbouwd en uitgebreid;
  • terras uitgebreid;
  • gewijzigde scheidingsmuren;

-          gevelafwerking:

  • plint natuursteen;
  • gevel cementpleister met profilering in witte natuursteen;
  • buitenschrijnwerk hout.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

7 december 2023

4 januari 2024

Geen advies

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

7 december 2023

8 februari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • Infiltratievoorzieningen worden bovengronds aangelegd, tenzij de vergunningsaanvrager gemotiveerd aantoont dat de ondergrondse aanleg onvermijdbaar is.

Er wordt gemotiveerd afgeweken van de bovengronds aangelegde infiltratievoorzieningen.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De bureau en ontspanningsruimte op de kelderverdieping hebben een vrije hoogte van slechts 2,47 en 2,45 meter in plaats van de minimum 2,60 meter.

Het vloerniveau van een kelderruimte mag maximum 1,10 meter onder het niveau van het aangrenzende maaiveld liggen om in aanmerking te komen als verblijfsruimte, maar het vloerniveau ligt op 1,70 meter onder het niveau van het aangrenzende maaiveld.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft niet overal een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een eengezinswoning te verbouwen en uit te breiden. De woonfunctie blijft ongewijzigd en functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Naast het doorvoeren van interne constructieve werken die een beter ruimtegebruik beogen voorziet de aanvraag ook enkele ingrepen waaronder het verwijderen van de luifel en het maken van een Engelse koer om het souterrain van lichttoetreding te voorzien. Linksachter de nieuwe keuken is een terras geplaatst dat fungeert als bordes met trap naar de tuin.

In de bestaande toestand bevinden zich achter de diverse volumes rondom de centrale lichtstraat van de traphal. De aanvraag stelt voor het rechtervolume te slopen en het linkervolume te verbouwen en te betrekken in de nieuwe dakaanbouw.

Het volume is nagenoeg perceelbreed opgetrokken tot een diepte van 12 m. Het plat dak erachter wordt aangelegd als groendak met een beperkt deel dat fungeert als dakterras.

 

De voorgestelde aanpassingen aan het volume zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar en verenigbaar met de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Gezien de opname van het pand op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt lezen: 

“Men wenst het pand te verbouwen, het pand blijft een eengezinswoning.

De voorgevel blijft bijna ongewijzigd: er wordt enkel nieuw houten schrijnwerk voorzien dat thermisch performanter is, in hout en in dezelfde tint als het oorspronkelijk schrijnwerk. Op de tweede verdieping wordt een borstwering toegevoegd.

Er zijn geen details van het nieuw schrijnwerk noch van de borstwering toegevoegd, als voorwaarde zal opgelegd worden dat deze detailtekeningen voor verder advies moeten worden voorgelegd.

De achtergevel wordt langs buiten geïsoleerd en de bestaande gevelopeningen worden aangepast.

Na telefonisch contact met de architect blijkt dat alle vloeren, lambrisering, plafondafwerking en schouwen behouden blijven, degene die aangeduid staan om af te breken zijn enkel nog schouwlichamen zonder schouwmantels. Ook de trappen blijven bewaard, net zoals de meeste binnendeuren waarvan er een aantal van draairichting veranderen.

In de trapzaal wordt op de eerste verdieping de passerel verlengd, op de tweede verdieping wordt een tweede passerel toegevoegd na het verwijderen van de lanterneau met bijhorende afwerking. Hierboven wordt een nieuw beglaasd volume voorzien in de vorm van een serre.

Principieel is er geen bezwaar tegen het voorzien van een verbinding op niveau 2 tussen de verschillende ruimtes. De redenering in de nota waarbij wordt aangehaald dat de traphal al sterk verbouwd is, klopt ons inziens niet. Bijkomend is het kenmerkend dat er een daklicht of lanterneau aanwezig was boven een traphal met daarboven een beglaasde bedaking. Het klopt inderdaad dat de koepels boven het daklicht al zijn aangepast en mogelijks de lanterneau zelf ook maar die zorgt wel voor een verhouding en maat in de traphal die ons relevant lijkt. Om die reden vragen we om het principe van de traphal met lanterneau te behouden en het geheel is samenspraak met onze dienst te herwerken.” 

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden en worden volgende voorwaarden in de vergunning opgenomen:

-          Detailtekeningen van het nieuw schrijnwerk in de voorgevel zijn voor te leggen voor verder advies.

-          Detailtekening borstwering voorgevel voor te leggen voor verder advies.

-          Maximaal behoud van interieurelementen met erfgoedwaarde zoals binnenschrijnwerk, vloeren, schouwen, plafondafwerking…

-          Principe van lanterneau in de traphal te behouden en te herwerken om een compromis te bekomen tussen erfgoed en de nieuwe toevoeging in samenspraak met dienst Monumentenzorg.

 

De nieuwe aanbouw van het dak bezit twee hellende dakvlakken, één helft in glas met grijsgroen staal. Het andere bekleed met grijze golfplaten. In voorwaarden wordt opgenomen om het geheel vanuit leesbaarheid en uniformiteit in samenspraak met de dienst Monumentenzorg in 1 materiaal en kleur uit te voeren.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden blijft de aanvraag visueel inpasbaar.   

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bureau en ontspanningsruimte in de kelderverdieping hebben een vrije hoogte van slechts 2,47 m en 2,45 m i.p.v. de vereiste 2,60 m conform artikel 21 van de bouwcode. Daarnaast ligt het vloerniveau van deze ruimte op 1,7 m onder het maaiveld.

Gezien de schaal van het huis, de diversiteit aan ruimtes en het secundair karakter van deze 2 ruimtes kan -ondanks de strijdigheden met de bovengenoemde artikels van de bouwcode- ingestemd worden met het gebruik als bureau- en ontspanningsruimte.

 

Opgemerkt wordt dat de nieuwe scheidsmuur niet overal een opstand heeft van 30 cm conform artikel 34 van de bouwcode. In voorwaarden wordt opgenomen om bij afwezigheid van een opstand een strook in brandvrij materiaal te voorzien.

 

Een afwijking om de infiltratievoorziening ondergronds uit te voeren wordt bijgetreden vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.   

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden uit het advies Monumentenzorg zijn na te leven.

2. In samenspraak met de stedelijke dienst Monumentenzorg moet de nieuwe dakuitbouw in 1 materiaal en kleur uitgevoerd worden.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 november 2023

Volledig en ontvankelijk

7 december 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

5 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

6 maart 2024

Verslag GOA

12 februari 2024

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voorwaarden uit het advies Monumentenzorg zijn na te leven.

2. In samenspraak de stedelijke dienst Monumentenzorg moet de nieuwe dakuitbouw in 1 materiaal en kleur uitgevoerd worden.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.