2024_CBS_00546 - District Wilrijk-Antwerpen. Iepermanlei 17 - 2022181 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Op datum van 1 augustus 2022 vroeg Maxim Joos om het pand gelegen Iepermanlei 17, district Wilrijk-Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning. 

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende gegevens:

• plannen en foto’s van de bestaande toestand;
• bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
• begeleidende informatie meegegeven bij het indienen van de aanvraag (e-formulier); 
• volgende archiefstukken:
1. goedgekeurde stedenbouwkundige vergunningen uit 1970, 1983 en 2002.

1. Bestaande juridische toestand

 Kadastrale gegevens:
 Het pand, Iepermanlei 17, district Wilrijk-Antwerpen, met kadastrale ligging (afd. 42) sectie C 19 V3  is kadastraal gekend als gebouw met drie afzonderlijke woongelegenheden.

Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen verleend:

• 31/11/2002 vergunning (222#14536) voor het bouwen van een veranda;
• 11/04/1983 vergunning (222#14645) voor het bijbouwen van een garage;
• 12/10/1970 vergunning (222#14646) voor het bouwen van een eengezinswoning.

Het pand werd in 1970 opgericht als een eengezinswoning onder het type ‘belle-etagewoning’.

De nieuw te bouwen eengezinswoning werd toen als volgt ingedeeld:

1. benedenverdieping: inkom, toilet/ vestiaire, berging en een inpandige garage;
2. eerste verdieping: toilet/vestiaire, keuken en leefruimte living;
3. tweede verdieping: één badkamer en vier slaapkamers.

Op 11 april 1983 verkreeg men een stedenbouwkundige vergunning om het pand achteraan en langs de linkerzijde op de benedenverdieping, uit te breiden met een berging en een bijkomende garage voor het stallen van een voertuig. Ook werden er achteraan, op de eerste en tweede verdieping, bergingen en terraszones vergund tot op een maximale bouwdiepte van 15 m. Alle overige delen van de eengezinswoning bleven ongewijzigd.

In 2002 werd een vergunning bekomen voor het aanbouwen van een veranda. Op de goedgekeurde bouwplannen werden de aangevraagde werken als volgt omschreven:

1. aan de achtergevel wordt een veranda bijgebouwd;
2. de afmetingen van de veranda bedragen 1,95 m x 5,25 m;
3. door het toevoegen van de veranda wordt de totale bouwdiepte van het pand 17 m;
4. het schrijnwerk van de veranda is in aluminium (bruin);
5. de rest van de gevel en het gebouw blijven ongewijzigd.

 2.Bestaande feitelijke toestand
 Omschrijving van de bestaande toestand:
 Het pand betreft een half open bebouwing met drie bouwlagen onder een plat dak en bestaat momenteel uit een meergezinswoning met drie afzonderlijke woonentiteiten.

De bestaande meergezinswoning is als volgt ingedeeld:

• benedenverdieping: een gedeelte van de oorspronkelijk vergunde aangebouwde garage tegen de woning werd samen met de achterliggende berging omgevormd naar een zelfstandige woonentiteit, met één slaapkamer en een netto-vloeroppervlakte van circa 90 m². De autogarage langsheen de rechterzijde in de woning, bleef behouden evenals de centrale trappenhal naar de bovenliggende verdiepingen.
   Het voorste gedeelte van de vergunde aangebouwde garage aan de linkerzijde werd omgevormd tot een berging horende bij de zelfstandige wooneenheid op de eerste verdieping;
• eerste verdieping: een appartement met slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van circa 73 m² en een aangrenzende buitenruimte van circa 15,50 m²;
• tweede verdieping: een appartement met twee slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van circa 72,50 m² en een aangrenzende buitenruimte van circa 15,50 m².

Overtredingen:
 Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd vóór 22 april 1962 ofwel tussen deze en vóór de eerste invoering van het gewestplan Antwerpen (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Regelgeving: bevoegdheid:

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen en drie afzonderlijke woonentiteiten.

De bewijsvoering

Het bestaande bouwvolume van de woning is in overeenstemming met het goedgekeurde bouwvolume uit de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen uit 1970,1983 en 2002.

Het bestaande bouwvolume is dus vergund en tot stand gekomen na de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979 en bijgevolg reeds opgenomen in het vergunningenregister. Bijgevolg zal het bestaande bouwvolume van deze woning niet mee beoordeeld worden binnen deze aanvraag.

Volgens de kadastrale gegevens dateert de eerste ingebruikneming van het gebouw van 1971.

Verder blijkt dat het pand kadastraal gekend is als drie afzonderlijke woongelegenheden, toebehorend aan één eigenaar, in half open bebouwing met drie bouwlagen zonder bewoonbare daklaag.
 De opgegeven kadastrale gegevens zijn echter niet representatief daar de deze nog in 2005 werden aangepast. Deze kadastergegevens vormen bijgevolg geen doorslaggevend bewijs voor het beoordelen van de situatie van de woning vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979.

Het aantal aangevraagde zelfstandige woonentiteiten in het pand bedraagt: drie.
 

Uit de bevolkingsgegevens blijkt echter dat het pand sinds de ingebruikname in 1971, werd bewoond door twee gelijktijdig ingeschreven gezinnen tot 1989.
Bovendien zijn op de originele bouwplannen uit 1970 twee brievenbussen in de voordeur zichtbaar en werd de benedenverdieping opgetekend met een hoofdzakelijk gebruik als garage en berging.
De oorspronkelijke indeling van het gelijkvloers bleef volgens de plannen bij de vergunning uit 1982 onveranderd. Enkel werd er achteraan en tegen de linkerzijde van het pand een bijkomend bouwvolume voorzien. Dit bouwvolume zou deels dienst doen als garage en deels als berging. De bestaande interne afscheiding tussen de inpandige garage en het achterliggende woongedeelte (zoals zichtbaar op de plannen bij de vergunning uit 2002) was toen nog niet aanwezig.

Op basis van voorgaande informatie concluderen we dat er vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979 slechts sprake is van maximaal twee woonentiteiten op de verdiepingen en een garage/berging op de benedenverdieping van het pand.
 Volgens de bewonershistoriek steeg het aantal gelijktijdig ingeschreven gezinnen pas naar drie sinds 1989, wat een indicatie is dat het aantal woningen pas sindsdien vermeerderde. Het wijzigen van het aantal woningen is (en was destijds) vergunningsplichtig en valt hier niet onder het vermoeden van vergunning. 

De aanvraag bevat geen concrete bewijzen waaruit blijkt dat de omvorming van de benedenverdieping tot zelfstandige woning plaats heeft gevonden vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979. Bijgevolg zal zowel de gelijkvloerse woonentiteit alsook de indeling van deze benedenverdieping, volledige worden uitgesloten van de opname in het vergunningenregister. 

Voorgaande bewijst voldoende dat de bestaande constructie inclusief de functie van wonen en twee afzonderlijke woonentiteiten, dateert van vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979, met uitsluiting van (zoals in rood aangeduid op de plannen):

• de afzonderlijke woonentiteit op de benedenverdieping;
• de bestaande indeling van de volledige benedenverdieping.