Terug
Gepubliceerd op 29/01/2024

2024_CBS_00089 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120614. Houtdok-Noordkaai 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/01/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00089 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120614. Houtdok-Noordkaai 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_00089 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120614. Houtdok-Noordkaai 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023120614

Gegevens van de aanvrager:

NV STRAATSBURGDOK met als contactadres Kambalastraat 14 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV STRAATSBURGDOK (0462015156) met als contactadres Kambalastraat 14 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Houtdok-Noordkaai 10 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nr. 1533T

waarvan:

 

-          20230915-0011

afdeling 7 sectie G nr. 1533T (Project Mexico-eiland)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en splitsen van magazijn nummer 6 tot een KMO-unit met 7 kantoorunits, 2 magazijnen en een showroom, het exploiteren van warmtepompen,  koelinstallaties en het lozen van huishoudelijk afvalwater

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          31/03/2006: vergunning (545#1255) voor verbouwen van een magazijn 5-6-7;

 

Vergunde en bestaande toestand

-          magazijn (M6, tussen M5 en M7);

-          1 bouwlaag onder licht hellend dak;

-          prefab, betonnen gevelplaten.

 

Nieuwe toestand

-          sloop van de eerste travee van 12 m diep langs de zijde van Houtdok-Noordkaai;

-          vervangend, nieuwbouwvolume van 4 bouwlagen onder plat dak;

-          invulling met 6 kantoorunits met een totale oppervlakte van circa 3.000 m²:

  • gelijkvloerse showroom, kantine, bergruimtes en sanitair;
  • kantoorruimtes op de 3 bovenliggende verdiepingen;

-          voorgevel in wit/beige betonsteen, plaatmateriaal in houtlook (staal) met buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium en glazen borstweringen aan de terrassen;

-          nieuw volume van 3 bouwlagen onder plat dak links achteraan tegen de achtergevel;

-          invulling als 1 kantoorunit met een oppervlakte van circa 400 m²;

-          gevelmaterialen identiek aan volume voorkant;

-          de magazijnruimte tussen beide nieuwbouwkantoorvolumes wordt in 2 units opgesplitst met:

  • vooraan een magazijnruimte van 5.037 m²;
  • achteraan een magazijnruimte van 1.898 m².

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het voorste gedeelte (12 m diep) van het magazijn;

-          deels wijzigen van de functie bedrijvigheid naar kantoor;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van warmtepompen en het lozen van afvalwater bij twee magazijnen met kantoren.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Project Mexico-eiland
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

5.250,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

128,00 kW

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

24 oktober 2023

15 december 2023

Ongunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

24 oktober 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

24 oktober 2023

11 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

24 oktober 2023

15 december 2023

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

18 december 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

24 oktober 2023

6 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 oktober 2023

24 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

24 oktober 2023

30 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

24 oktober 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

-          Bestemmingsvoorschriften: Er worden 7 kantoorunits voorzien waarvan er 5 autonoom functioneren, zonder een fysieke koppeling aan een magazijnruimte of werkplaats.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

De hemelwateringverordening werd niet correct ingevuld waardoor de infiltratievoorziening groter zal moeten zijn dan voorzien.

Oppervlakte I (vraag 20) is oppervlakte H – 60 m² = 2.244 m² in plaats van 2.184 m².

Bovendien dient opgemerkt dat de plaatsing, zoals aangegeven op het rioleringsplan, niet in overeenstemming is met de plaatsingsvoorschriften.

Door de infiltratieputten met de lange zijden tegen elkaar te plaatsen is er geen infiltratie mogelijk aan de zijde waartegen een andere put gelegen is.

De aanvraag moet om bovenstaande redenen worden geweigerd.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • Artikel 19: kantoorunit N.0.01 bezit geen lift;
  • Artikel 25: de inkomdeur op de eerste verdieping naar unit Z.0.01 (bovenaan de centrale trap) bezit geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de krukzijde;
  • Artikel 29/2: er wordt geen aangepast toilet voorzien op de verdieping van kantoorunit Z.0.01;
  • Artikel 30: het aangepast toilet op het gelijkvloers van unit Z.0.01 heeft een deur die niet naar binnen open draait. Dit is niet toegelaten.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er wordt geen elektrisch oplaadpunt voorzien bij de fietsenberging. Er wordt ook geen diversiteit aan fietsbergplaatsen voorzien.
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: Er worden geen extra parkeerplaatsen voorzien na de uitbreiding en functiewijziging. Integendeel, het aantal plaatsen vooraan vermindert van 30 naar 24.
  • Artikel 38 Groendaken: de delen van de daken die niet worden voorzien van zonnepanelen worden niet aangelegd als groendaken.
  • Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders: het is niet duidelijk of er ter plaatse warme maaltijden zullen verwerkt en/of geconsumeerd worden. In dat geval moeten er vetafscheiders voorzien worden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de dienst OS/BI. Zij gaven een gunstig advies omdat de aanpassingen passen binnen de beleidsvisie van de nota ruimtelijke economie.

 

Het gebied is volgens het gewestplan gelegen in de zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Deze terreinen zijn exclusief gereserveerd voor activiteiten die beschouwd worden als ambachtelijk bedrijf of KMO. Een kantoor is enkel aanvaardbaar indien dit duidelijk ondergeschikt is en ten dienste staat van het aanwezige bedrijf, zoals ook bijvoorbeeld een refter ondergeschikt is. De schaal van de voorgestelde kantoorfunctie is bezwaarlijk ondergeschikt te noemen en daardoor strijdig met de bestemmingsvoorschriften.

 

Conform de grondplannen worden er 7 kantoorunits voorzien waarvan er 5 autonoom functioneren zonder een fysieke koppeling aan een magazijnruimte of werkplaats. Net het ontbreken van een fysieke verbinding met de hoofdfunctie maakt dat er geen sprake kan zijn van een nevenfunctie.

 

De aanvrager stelt bovendien in zijn nota dat niet meer dan 20% van de totale oppervlakte ingenomen wordt als kantoorfunctie en de aanvraag hierdoor per definitie in overeenstemming is met de voorschriften van het gewestplan. Indien deze redenering aanvaardbaar zou zijn, geldt dit ook voor bijvoorbeeld woonprojecten. Het toekennen van voorliggende vergunning zou dan ook een onwenselijke precedentswaarde inhouden.

Bovendien kan de ontwikkeling van RUP Innovatieve stadshaven, waar de aanvrager tevens naar verwijst in zijn nota, in vraag gesteld worden aangezien deze net tot doel heeft te onderzoeken of er naast bedrijvigheid nog andere functies mogelijk zijn in deze zone.

 

De aanvrager motiveert in de beschrijvende nota in onderhandeling te zijn met de andere bedrijven/KMO’s op de site (Sligro, DHL, Bpost, DSV, LGH, Horeca Totaal,…) om mee ingeschakeld te worden in hun bedrijfsvoering.

Dit toont aan dat de aanvraag het bouwen van autonome kantoren betreft, er is immers geen enkele garantie dat deze bedrijven zullen instappen. Bovendien hebben een aantal van deze bedrijven hun eigen, ondergeschikte kantoren zodat er geen enkele garantie is dat deze kantoren ter compensatie zullen worden gesupprimeerd, wat ook niet mogelijk is want dit maakt geen deel uit van de aanvraag.

Dezelfde aanvrager als deze van voorliggende aanvraag ontving in 2007 een vergunning voor het bouwen van kantoren op het aanpalende perceel, Houtdok-Noordkaai 12-18. Naast Van Wellen zelf worden deze kantoren (afgaande van plaatsbezoek) ook gebruikt door bedrijven die enkel en op autonome basis diensten aanbieden.

 

Conform artikel 4.4.1. van de codex ruimtelijke ordening kunnen er geen afwijkingen worden toegestaan voor wat betreft bestemmingsvoorschriften. De aanvraag moet dan ook worden geweigerd.

 

Hoewel de aanvraag omwille van de strijdigheid met de bestemmingsvoorschriften sowieso geweigerd dient te worden, werden, ter volledigheid, ook volgende aspecten behandeld:

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 79 parkeerplaatsen.

De totale nieuwe parkeerbehoefte is 79:

-          3.000 m² kantoren met parkeernorm 1,1/100 m² = 33;

-          7.047 m² magazijn met parkeernorm 0,65/100 m² = 45,8.

De plannen voorzien in 66 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De parking langs Houtdok-Noordkaai vermindert van 30 naar 24.

De parking langs Merantistraat blijft behouden met 42 plaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 79.

Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Om in aanmerking te kunnen komen van een vergunning dienen de 13 ontbrekende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien te worden.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 13.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de kantoren moeten er 38 fietsenstallingen voorzien worden:

-          3.000 m² kantoren x 1.25/100 m² = 37,5.

 

Er worden 36 fietsenstallingen ingericht tussen de parkeerplaatsen aan Houtdok-Noordkaai, en 16 fietsenstallingen aan Merantistraat.

Deze zijn niet overdekt en afgesloten en voldoen niet aan de inrichtingsprincipes uit de bouwcode. Zij kunnen dus niet gunstig geadviseerd worden

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld. Hoewel het voorgestelde nieuwbouwvolume hoger is dan de aanpalende magazijnen is deze verhoging eerder beperkt en niet storend voor de omgeving.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het programma, zoals onder “functionele inpassing” reeds beoordeeld, niet aanvaardbaar. Bovendien is ook de inplanting van het kantoorgebouw langsheen Houtdok-Noordkaai niet aanvaardbaar.

In functie van de opmaak van het RUP Innovatieve Stadshaven is onderzocht of er naast bedrijvigheid, andere functie toegelaten kunnen worden in deze zone.

Indien kantoren en of kantoorachtigen toelaatbaar zouden worden, zullen deze enkel aanvaardbaar zijn op de verdiepingen aan de rand. Dit om de ruimte op het maaiveld optimaal te kunnen blijven aanwenden voor de ambachtelijke activiteiten, alsook om de overslagzone aan de kade maximaal te vrijwaren van obstakels.

Voorliggend voorstel voorziet een kantoorgebouw op het maaiveld, tussen kade en magazijn en beantwoordt hierdoor niet aan de geest van het RUP in opmaak.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het straatbeeld in de onmiddellijke omgeving wordt bepaald door gevelafwerkingen in prefab betonpanelen en bardageplaten. Voor de nieuwe gevelafwerking wordt een wit-beige gevelsteen voorgesteld met accenten in plaatmateriaal met houtlook en glazen balustrades. Centraal wordt er een theatrale trappenpartij voorzien.

De voorgestelde materialisatie is niet aanvaardbaar gezien de niet-stedelijke context van het gebouw. Omwille van de voorgestelde geveldetaillering en -geleding integreert het nieuwe gebouw zich geenszins in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Uit de beschrijvende nota blijkt ook dat het gebouw aansluiting wil vinden bij de architectuur van de gebouwen op het Eilandje, in plaats van zich te integreren in de aanwezige architectuur.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag wijkt op een heel aantal punten af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. Dit betreft een verordening die van toepassing is in het ganse gewest en is een wetgeving die dwingend en van openbare orde is.

Hier kunnen geen afwijkingen op worden toegestaan. Bovendien is het niet altijd mogelijk wijzigingen op te leggen in voorwaarden. Iedere voorwaarde moet immers voldoende concreet zijn en door enig toedoen van de aanvrager worden uitgevoerd.

Verder vereist het gebouw vaak grondige aanpassingen om het integraal toegankelijk te maken. Deze aanpassingen kunnen op zich dan weer een invloed hebben op andere vergunningsplichtige aspecten van het gebouw (circulatie, vrije hoogte, voorwaarden brandweer,…). De aanvraag moet bijgevolg ook hierom worden geweigerd.

Aquafin gaf een ongunstig advies. Het dossier kan niet aanvaard worden om volgende redenen:

-          De septische put aan de zuidzijde werd niet correct gedimensioneerd. Er wordt enkel zwart afvalwater (toilet) op de septische put aangesloten. Gezien de ligging in het collectief te optimaliseren gebied moet ook het grijze water worden aangesloten. Deze put dient een volume te hebben van minimaal 28.950 liter.

-          Er zijn geen peilen gegeven van de infiltratievoorzieningen en de overloop ervan. De infiltratieputten moeten boven het grondwaterpeil aangelegd worden zodat ze niet drainerend werken. De overloop dient zich boven het infiltratievolume te bevinden. Gezien de grote verharde oppervlakte van het project dienen er grondwaterpeilmetingen uitgevoerd te worden.

Om in aanmerking te komen van vergunning moet de nieuwe aanvraag hiermee rekening houden, zo ook met de andere gestelde voorwaarden van Aquafin.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Een bestaand magazijn wordt opgesplitst in twee KMO-units (samen circa 8.000 m²) met kantoorruimte voor 477 personen. Voor de bouw van de kantoorruimte wordt een deel van het bestaande magazijn afgebroken. Het gebouw omvat ook een ruimte voor een showroom, een kantine en kleed- en wasruimtes. Het project is gelegen in KMO-zone.

De aanvraag omvat de gebouwgerelateerde ingedeelde inrichtingen of activiteiten, namelijk klimatisatie en de lozing van afvalwater. De toekomstige gebruiker van de magazijnruimte en kantoren zal zo nodig moeten instaan voor het opnemen van specifieke ingedeelde inrichtingen of activiteiten in een omgevingsvergunning of -melding.

Voor het koelen en verwarmen van de ruimtes zal gewerkt worden met warmtepompen met een totaal geïnstalleerd vermogen van 128 kW:

 

toestel

drijfkracht

koelmiddel

locatie

warmtepomp 1

25 kW

15 kg R32

dak, kant Houtdok

warmtepomp 2

7 kW

5 kg R32

dak, kant Merantistraat

warmtepomp 3

25 kW

15 kg R32

dak, kant Houtdok

warmtepomp 4

7 kW

5 kg R32

dak, kant Merantistraat

warmtepomp 5

25 KW

15 kg R32

dak, kant Houtdok

warmtepomp 6

7 kW

5 kg R32

dak, kant Merantistraat

warmtepomp 7

25 kW

15 kg R32

dak, kant Houtdok

koelkast 1

1 kW

0,06 kg R600a

gelijkvloers, inpandig

koelkast 2

1 kW

0,06 kg R600a

gelijkvloers, inpandig

koelkast 3

1 kW

0,06 kg R600a

gelijkvloers, inpandig

vriezer 1

2 kW

0,1 kg R600a

gelijkvloers, inpandig

vriezer 1

2 kW

0,1 kg R600a

gelijkvloers, inpandig

 

R32 is een fluorkoolwaterstof met een relatief laag GWP van 657 dat niet brandbaar is en goede thermodynamische eigenschappen heeft. R600a is een natuurlijk koelgas (propaan) met een GWP van 3. De koelkasten en vriezers worden gebruikt in de personeelsruimtes; er gaan geen risico’s voor mens en milieu van uit. Gelet op de ligging in KMO-zone en de afstand tot (toekomstige) bewoning, is het risico op hinder beperkt.

De aanvrager schat jaarlijks tot 5.250 m³ huishoudelijk afvalwater te lozen via acht lozingspunten (LP). Zwart water wordt geloosd in LP1 en LP3 en voorbehandeld in septische putten van respectievelijk 3 m³ en 7 m³. Het hemelwater van het dak wordt naar een regenwatertank geleid, met een overloop naar geschakelde buffertank(s) vooraleer aan te sluiten op de bestaande riolering. Het gerecupereerde regenwater zal worden gebruikt voor de spoeling van de nieuwe toiletten.

 

Volgens het dossier wordt het afvalwater geloosd in centraal gebied, i.e. een riolering aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). De zoneringsplannen van VMM en de rioleringsplannen van de rioolbeheerder geven echter aan dat er geen aansluiting is op een riolering in centraal gebied. De lozingssituatie is onduidelijk en het finaal ontvangende waterlichaam valt niet af te leiden. Het afvalwater komt mogelijk deels in het Houtdok of/en deels via het Verlegde Schijn, dat er ter hoogte van het Mexico-eiland ondergronds ingebuisd stroomt, in de Schelde terecht.

Lozing van huishoudelijk afvalwater in collectief te optimaliseren buitengebied wordt ingedeeld in rubriek 3.2.2°b). Deze rubriek werd niet gevraagd in voorliggend project en dient onderwerp uit te maken van het openbaar onderzoek en een adviesvraag aan de VMM.

Een lozing van niet gezuiverd huishoudelijk afvalwater in de oude stadsdokken is niet aanvaardbaar, aangezien dit de bacteriologische waterkwaliteit van het water negatief zal beïnvloeden. In het licht van de ambitie van het college om de oude dokken ook voor waterrecreatie te gebruiken in de nabije toekomst, dient elke lozing van verontreinigd water vermeden te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van strijdigheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Er wordt ongunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Ongunstig geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

5.250,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

128,00 kW

 

Standpunt college

Het college sluit zich niet integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, die adviseert om voorliggende vergunningsaanvraag te weigeren. Het college doet dit onder meer op basis van aangepaste plannen, aanvullende nota en e-mail van de aanvrager, die werden overgemaakt per bericht op het loket op 18 januari 2024. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt vast dat de aanvraag afwijkt van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. De aanvrager heeft nieuwe plannen aangeleverd, waarbij wordt aangetoond dat kan worden voldaan aan de verordening toegankelijkheid. Dit wordt bekrachtigd in voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt terecht dat er slechts 66 parkeerplaatsen worden voorzien, terwijl er een parkeerbehoefte is van 79. De aanvrager heeft nieuwe plannen aangeleverd, waarbij 79 parkeerplaatsen worden voorzien. Het aantal ontbrekende parkeerplaatsen is bijgevolg 0.

Bovendien worden er 20 inpandige en 20 overdekte fietsstalplaatsen voorzien. In elke fietsenruimte moet een elektrisch oplaadpunt worden voorzien. Dit wordt bekrachtigd in voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van oordeel dat de aangevraagde kantoorfunctie niet ondergeschikt is aan het aanwezige bedrijf, waardoor het strijdig zou zijn met de bestemming industrie - zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s.

Kantoorachtigen in functie van bestaande bedrijvigheid

Ingevolge de omzendbrief RO 2017/01 zijn ‘kantoorachtigen’ toelaatbaar in industriegebieden in de ruime zin. De omzendbrief verduidelijkt dat het gaat om ‘kantooractiviteiten die gekoppeld worden aan relatief stille, schone en kleinschalige productie, reparatie, opslag of distributie, of aan kennisintensieve productie- of onderzoeksprocessen, opleiding of andere werkzaamheden voortkomend uit nieuwe economische ontwikkelingen’.
 Bovendien wordt er verwezen naar het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 ‘tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen’ waar wordt gesteld dat de term ‘kantoorachtigen’ betrekking heeft op ‘bedrijven in gebouwen met de uiterlijke vorm van een kantoor maar met een functie en/of hoofdactiviteit die niet gericht is op hoofdzakelijk administratieve en personeelsintensieve dienstverlening’.

De aanvrager geeft aan dat 60% van het kantoorgebouw zal ingevuld worden door het bedrijf ‘Talenco’. Talenco ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële installaties. De kantooractiviteiten van Talenco vallen wel degelijk onder ‘kantoorachtigen’ zoals beschreven in de omzendbrief en het hierboven vermelde besluit van de Vlaamse Regering. 

Talenco is reeds gevestigd op het Mexico-eiland. Zij wensen hun bedrijfsactiviteiten uit te breiden en zullen hun intrek nemen in magazijn 6.  Er is een functionele link voorzien tussen het kantoorgebouw aan de zijde van het Houtdok en de achterliggende magazijnen. Er worden 4 doorgangen voorzien: poort westelijke zijde, deur centraal, deur ter hoogte van de verticale circulatie rechts, deur doorsteek rechts. De kantooractiviteiten van Talenco staan bijgevolg in dienst van de bedrijvigheid in magazijn 6. 

Het college is bijgevolg van oordeel dat het gaat om kantoorachtigen in functie van bestaande bedrijvigheid, wat in overeenstemming is met de bestemming industrie - zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s.

Bovendien passen de activiteiten ook binnen de visie van het RUP Innovatieve Stadshaven in opmaak dat stelt dat er voor Mexico-eiland zal worden ingezet op ruimte voor de volgende functies: 

  • Logistiek & Distributie, ondersteund door bedrijfsspecifieke kantoren en opleiding 
  • Productie & Maakindustrie, ondersteund door bedrijfsspecifieke kantoren en opleiding

Ook de beleidsnota ruimtelijke economie van de stad Antwerpen stelt meer flexibiliteit en een grotere economische mix voorop in zones nabij de woonstad waar KMO- en industriële activiteit kan gemengd worden met kantoorachtige ontwikkeling. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt daarentegen wel terecht dat er onduidelijkheid is over de invulling van de overige kantoorunits. De aanvrager motiveert dat zij hiervoor in onderhandeling zijn met andere bedrijven op de site. Echter maken deze andere bedrijventerreinen geen deel uit van de vergunningsaanvraag. Op basis van huidige aanvraag kan er dan ook niet worden geoordeeld dat de overige kantoren in dienst staan van bestaande bedrijvigheid.  

Ruimtegebruik 

Aan de zijde van het Houtdok-Noordkaai wordt een nieuwbouwvolume voorzien van 4 bouwlagen onder een plat dak. Op het gelijkvloers bevindt zich aan de westzijde een poort die toegang geeft tot het achterliggende magazijn. Verder wordt er op het gelijkvloers een showroom, kantine, bergruimtes en sanitair voorzien. Op de 3 verdiepingen bevinden zich 6 kantoorunits.

Het RUP Innovatieve Stadshaven in opmaak stimuleert een hogere ruimtelijke efficiëntie door het aanmoedigen van densiteit waarbij een stapeling van functies wordt vooropgesteld. Uitgangspunt blijft wel dat de gelijkvloerse bouwlaag de aangewezen locatie is voor de fysieke maakindustrie en logistiek. Het gebied Houtdok-Noordkaai wordt voorgesteld als een publieke kade met levendige gevels door het zichtbaar maken van de achterliggende bedrijvigheid en meer publieke programma’s.  
  Ook in de beleidsnota ruimtelijke economie, dat verweving van economische functies voorop stelt, wordt voorzien dat de kantoren zich op de verdiepingen moeten bevinden zodat het gelijkvloers beschikbaar blijft voor bedrijvigheid. 

Bijgevolg is het aangewezen de constructieve vloerplaat van de eerste verdieping niet te voorzien, waardoor de gelijkvloerse verdieping een dubbelhoge ruimte wordt. Hierdoor wordt een voldoende vrije hoogte behouden waardoor het gelijkvloers eenvoudig van invulling kan veranderen binnen de bestemming ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Hierdoor wordt ook het kantoorprogramma gereduceerd, wat aangewezen is aangezien de aanvrager niet aantoont dat de kantoorunits die niet zullen ingenomen worden voor Talenco in dienst zullen staan van bestaande bedrijvigheid. 

De aanvrager verklaarde zich akkoord (bericht omgevingsloket ‘Straatsburgdok - akkoord voorwaarden’ d.d. 18 januari 2024) met de wijzigingen (niet voorzien van de constructie van de eerste verdieping) waardoor dit beschouwd wordt als een wijzigingsaanvraag. 

Het geheel wordt dus vergund met als hoofdfunctie industrie en bedrijvigheid, wat in overeenstemming is met de bestemming.

Gevelbeeld

De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van oordeel dat de voorgestelde materialisatie van de gevel van het kantoorgebouw langsheen het Houtdok-Noordkaai niet aanvaardbaar is gezien de niet-stedelijke context van het gebouw. Het college volgt de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat het niet wenselijk is om het gevelbeeld van de gebouwen op het Eilandje over te nemen, aangezien het om een ander programma gaat waarbij het behoud van het havenkarakter wenselijk is. Dit getuigen ook de eerder verleende vergunningen voor kantoren in de onmiddellijke omgeving. De tektoniek en geleding van de gevel zijn echter niet vreemd aan de bestaande omgeving, enkel de materialen refereren naar de beeldkwaliteit van het Eilandje. Het is aangewezen een meer industrieel karakter na te streven. Dit kan door in plaats van een plaatmateriaal in houtlook over te gaan naar een metaallook of een volledig metalen bardage. Ook de ‘korrel’ van de voorgestelde gevelsteen is te kleinschalig, maar door een gladde gevelsteen in groot formaat te gebruiken, in combinatie met verlijmde voegen, ontstaat een schaalvergrotend effect. De aanvrager verklaarde zich akkoord met deze wijzigingen waardoor dit beschouwd wordt als een wijzigingsaanvraag (bericht omgevingsloket ‘Straatsburgdok - akkoord voorwaarden’ d.d. 18 januari 2024). 

Dit wordt opgelegd in voorwaarden

Riolering

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt terecht dat lozing van niet gezuiverd huishoudelijk afvalwater in de oude stadsdokken niet aanvaardbaar is. In de nieuw aangeleverde plannen stelt de aanvrager  zowel een IBA aan de noordzijde, als aan de zuidzijde voor. 

De aanvrager stelt tevens dat er geloosd wordt in de schijnkoker die overloopt in de Schelde.
 Uit het advies van water-link en Aquafin blijkt echter dat het project deels gelegen is in centraal gebied (noordelijk deel) en deels in het collectief te optimaliseren buitengebied (zuidelijk deel). Het zuidelijk lozingspunt dat wordt aangegeven door de exploitant, watert volgens eigen gegevens af naar het Houtdok en niet naar de Schijnkoker. Hiervoor dient toelating bekomen te worden van de stadshavenkapitein.

Voor het noordelijk deel dient de bestaande riolering te worden afgesloten van de schijnkoker en te worden aangesloten op het rioleringsnet dat verbonden is met de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van het centraal gebied. Een IBA is dan verboden. Dit wordt opgelegd in de milieuvoorwaarden. Indien alsnog zou blijken dat er geen RWZI aanwezig is, of de aansluiting onmogelijk is, zal er een IBA moeten worden geplaatst waarvoor een nieuwe milieumelding zal moeten worden gedaan. 

Voor het zuidelijk deel dient een IBA te worden voorzien tot wanneer er kan worden aangesloten op een RWZI. De aanvrager dient contact op te nemen met de VMM en de rioolbeheerder om af te stemmen wanneer het zuidelijke deel zal geoptimaliseerd worden. Zodra er kan worden aangesloten op de bestaande riolering met waterzuiveringsinstallatie, moeten de IBA’s buiten werking worden gesteld. Voor deze gewijzigde situatie zal een nieuwe milieumelding moeten worden gedaan. 

Advies Aquafin / water-link

Aquafin gaf in haar advies aan dat het dossier niet kan aanvaard worden omdat de septische put aan de zuidzijde niet correct werd gedimensioneerd en er geen peilen werden gegeven van de infiltratievoorzieningen en de overloop ervan. De aanvrager voorziet in de nieuw aangeleverde plannen aan de zuidzijde een septische put van 13.100l en van 17.500l, wat voldoende groot is.

Ook de omgevingsambtenaar wijst op een aantal tekortkomingen of onduidelijkheden inzake dimensionering en uitvoering van de infiltratiesystemen. 

Op basis van aangeleverde info en nieuwe plannen is duidelijk dat het grondwaterpeil zich bevindt op meer dan 2m diepte onder het maaiveld, waardoor met een lineair oppervlakte-infiltratiesysteem van 1m diameter zeker kan worden voldaan aan de infiltratieverplichtingen. De dimensionering moet voldoen aan de hemelwaterverordening. Zoals wordt aangegeven in het advies van Aquafin zal in voorwaarden worden opgelegd dat de infiltratieputten boven het grondwaterpeil moeten worden aangelegd en de overloop zich boven het infiltratieniveau moet bevinden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 september 2023

Volledig en ontvankelijk

24 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

23 december 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

22 januari 2024

Verslag GOA

29 december 2023

Naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden.


Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De constructieve vloerplaat van de eerste verdieping mag niet worden uitgevoerd, waardoor het gelijkvloers een dubbelhoge verdiepingshoogte krijgt. De kantooroppervlakte op niveau +1 verdwijnt dus; 
  2. De gevel van het kantoorgebouw langsheen het Houtdok-Noordkaai te voorzien in een gladde baksteen in groot formaat. Het plaatmateriaal is te voorzien in metaallook of metalen bardage. 
  3. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/ exploitatie strikt na te leven;
  4. Minstens 36 overdekte en afgesloten fietsenstallingen te voorzien zoals geïllustreerd op de aangeleverde plannen genaamd BA_Mexico eiland – magazijn 6_I_N_050-01_Inplantingsplan_nieuw en BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-00_Gelijkvloers d.d. 18 januari 2024;
  5. De fietsenstallingen moeten voldoen aan de inrichtingsprincipes van artikel 29.2 van de Bouwcode. Er moet per fietsenruimte een elektrisch oplaadpunt worden voorzien;
  6. 79 parkeerplaatsen te voorzien zoals geïllustreerd op het aangeleverde plan genaamd BA_Mexico eiland – magazijn 6_I_N_050-01_Inplantingsplan nieuw d.d. 18 januari 2024;
  7. Te voldoen aan de verordening toegankelijkheid, zoals geïllustreerd op de aangeleverde plannen genaamd BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-00_Gelijkvloers, BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-01_1ste, BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-02 2e, BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-03 3e   d.d. 18 januari 2024;
  8. De aanvraag moet voldoen aan de hemelwaterverordening zowel wat betreft een correcte dimensionering, als de garantie op maximale infiltratiecapaciteit. Dit wordt geïllustreerd op de aangeleverde plannen genaamd BA_Mexico eiland – magazijn 6_P_N_100-99_Funderings- en rioleringsplan en grondwaterpeil thv Mexico eilandd.d. 18 januari 2024.
  9. De infiltratieputten moeten boven het grondwaterpeil aangelegd worden;
  10. De overloop dient zich boven het infiltratievolume te bevinden.
  11. De algemene voorwaarden voorzien in het advies van Aquafin en water-link na te leven. 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De bestaande riolering van het noordelijk deel af te sluiten van de schijnkoker en aan te sluiten op het rioleringset verbonden met de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in onderling overleg met de beheerder van de schijnkoker;
  2. Contact op te nemen met de VMM en de rioolbeheerder en de stadshavenkapitein om af te stemmen wanneer het zuidelijke deel zal geoptimaliseerd worden; ofwel dient de IBA te worden geïnstalleerd met een toelating van de stadshavenkapitein om te lozen in het Houtdok of er wordt een alternatief uitgewerkt met VMM en de rioolbeheerder. 

Het college adviseert volgende rubrieken:

Geadviseerde rubriek(en)

Rubriek

Omschrijving

Gunstig voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.000 m³/jaar

3.6.1°

afvalwaterzuiveringsinstallaties,
 voor de behandeling van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

4.250,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

128,00 kW

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.