Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02916 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094676. Markgravelei 122. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02916 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094676. Markgravelei 122. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02916 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094676. Markgravelei 122. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023094676

Gegevens van de aanvrager:

de heer Dries Rigouts met als adres Leopoldlei 6 bus 6 te 2220 Heist-op-den-Berg

Ligging van het project:

Markgravelei 122 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1898L5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning met een extra bouwlaag

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: Burgerhuis in beaux-artsstijl:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214317;

-          10/08/2016: proces-verbaal (11002_2016_1707_VPV) voor werken uitvoeren in strijd met de op 17 februari 2012 verleende stedenbouwkundige vergunningen met referte AN2/B/20116648 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen;

-          17/02/2012: vergunning (20116648) voor het verbouwen van een meergezinswoning;

-          22/11/1963: vergunning (1963884) voor verbouwing 25.10.1963.

 

Vergunde toestand  

-          functie: wonen (meergezinswoning – 5 woonentiteiten)

  • 1 eenslaapkamerappartement;
  • 4 zelfstandige woonentiteiten;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte hoofdgebouw 11,7 m;
  • bouwdiepte gelijkvloerse verdieping 16,8 m;
  • bouwdiepte aanbouw rechterzijde van 3 bouwlagen 18 m; 

-          gevelafwerking:

  • zandstenen gevelstenen en hout blauw buitenschrijnwerk;
  • kroonlijst in blauw geschilderd hout.

 

Bestaande toestand

-          gevelafwerking afwijkend.

Nieuwe toestand

-          functie: wonen (meergezinswoning – 5 woonentiteiten):

  • 1 eenslaapkamerappartement;
  • 4 zelfstandige woonentiteiten;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met pseudo-mansarde dak; 

-          gevelafwerking:

  • zandstenen gevelsteen;
  • zwart pvc buitenschrijnwerk;
  • kroonlijst in zwart geschilderd hout.
  • mansarde bekleding in donkergrijze natuurleien.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume (extra bouwlaag);

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van constructieve werken;

-          mogelijke overige wijzigingen aan woonentiteiten 1, 2, 3 en 5 maken geen deel uit van de aanvraag.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

15 januari 2024

16 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

15 januari 2024

27 februari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • Art. 7. §2. Bij nieuwbouw of herbouw van een gebouw, bij verbouwing van een bestaand gebouw met werken aan de afwatering of uitbreiding van een bestaand gebouw, met meerdere woongelegenheden is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten verplicht.

Er wordt geen bijkomende hemelwaterput voorzien;

  • Art. 8. §1. Als handelingen, vermeld in artikel 4, verricht worden, wordt in een of meerdere infiltratievoorzieningen voorzien volgens de bepalingen van dit besluit, behalve als de kadastrale percelen in kwestie die tot een eigendom behoren, samen kleiner dan 120 vierkante meter zijn.

Er wordt geen infiltratievoorziening voorzien.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: Schrijnwerk in PVC is niet in harmonie met de architectuur van de totaalconstructie;
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken: De in- en uitsprongen aan het mansarde dak zijn niet op minstens 0,60 meter van de eigendomsgrens ingeplant.
  • artikel 26 Afvalverzameling: Er is geen gemeenschappelijke afgescheiden afvalberging van min. 4 m² met verluchting voorzien;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: Er is geen opstand van 30 cm voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzend dakvlak;
  • artikel 38 Groendaken: Het nieuwe dak wordt niet ingericht als groendak;
  • artikel 41: Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: De aansluiting met de RWA-afvoerbuis aan de voorgevel dient inpandig te gebeuren.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Men wenst het pand dat bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak uit te breiden met een dakverdieping. Het toevoegen van een bijkomende daklaag is, gelet op de kenmerkende configuratie van de gebouwen in de omgeving, aanvaardbaar.

 

Aan de voorgevel blijft de bestaande kroonlijst behouden en wordt de dakverdieping uitgewerkt als mansarde. Hier worden drie dakkapellen toegevoegd die, strijdig met artikel 15 van de Bouwcode, worden ingeplant op een afstand van 50 cm ten opzichte van de perceelsgrenzen. De positie van de dakkapellen volgt uit de bestaande raamverdeling van de onderliggende verdiepingen. Aangezien het om een beperkte afwijking gaat en hiermee rust en harmonie in de voorgevel wordt gecreëerd, kan hier een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de Bouwcode.

 

Aan de achterzijde is de dakverdieping teruggetrokken ten opzichte van de bouwdiepte van het hoofdgebouw. De mansardetypologie wordt hier niet toegepast en de kroonlijst van de achtergevel wordt opgetrokken zodat de borstwering geïntegreerd wordt in de achtergevel. Het voorzien van deze pseudo-dakvorm is in dit geval stedenbouwkundig aanvaardbaar aangezien deze ten gunste staat van een kwalitatief terras voor wooneenheid 4. Ook vormen de ingrepen een harmonisch geheel met de bestaande constructie. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan het voorgestelde volume gunstig beoordeeld worden.

 

De volume-uitbreiding staat in functie van de verhoging van het wooncomfort van wooneenheid 4. De bestaande studio wordt een volwaardig éénslaapkamerappartement met eigen buitenruimte. De werken beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Mogelijke overige wijzigingen aan woonentiteiten 1, 2, 3 en 5 ten opzichte van de vergunde toestand maken geen deel uit van de aanvraag en worden dus uitgesloten uit deze vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

Gelet op de opname van het pand in de inventaris bouwkundig erfgoed is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“De aanvraag heeft betrekking op een burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Adolf Gylsen, naar een ontwerp door architect Léon Gras uit 1912.

 

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214317

 

Het object/complex is waardevol.

Een object/complex is waardevol wanneer voor delen van het interieur en/of het exterieur de algemene historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische of esthetische waarde hoog zijn.

 

B afweging

De meergezinswoning wordt uitgebreid met een mansardedak. De geplande ingrepen werden vooraf besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

De nieuwe dakverdieping doet geen onaanvaardbare afbreuk aan de aanwezige erfgoedwaarde van het pand of zijn omgeving. Vanuit oogpunt monumentenzorg kan deze dus gunstig geadviseerd worden.

 

Het oorspronkelijke buitenschrijnwerk in de waardevolle voorgevel werd zeer recent verwijderd en vervangen door PVC. Deze ingreep is in strijd met de voorschriften met betrekking tot behoud van erfgoedelementen. Voor deze gevelwijziging werd geen vergunning verleend. Aan het college wordt daarom voorgesteld om deze uit te sluiten van vergunning.

 

Advies

Gelet op het bovenstaande wordt een gunstig advies verleend voor de uitbreiding.

 

De wederrechtelijk uitgevoerde wijzigingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.“

 

Dit advies wordt uit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

 

Het mansardedak wordt afgewerkt met donkergrijze natuurleien. Dit materiaal past binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en is dus aanvaardbaar.

 

De zij- en achtergevel worden afgewerkt met een lichte crepi en het nieuwe buitenschrijnwerk ter hoogte van de achtergevel wordt voorzien in wit PVC. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.
 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag voorziet niet in een afgescheiden afvalberging van minstens 4 m², voorzien van verluchting. Dit is strijdig met artikel 26 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met betrekking tot een minimum aan comfort en hygiëne voor de bewoners, niet afgeweken worden. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat een dergelijke afvalberging dient ingericht te worden.

 

Het nieuwe plat dak moet worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de Bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.

 

De scheimuur met de linker aanpalende bebouwing werd ter hoogte van de nieuwe uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien wordt opgelegd om het dak te voorzien van een groendak, kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30 cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Verder wordt opgemerkt dat beide schoorstenen van de linkerbuur in voorliggende aanvraag niet worden opgehoogd tot minstens 50 cm boven de nieuwe dakrand, wat de goede werking van de schoorstenen in het gedrang brengt. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De wederrechtelijk uitgevoerde wijzigingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.

3. Er dient een gemeenschappelijke afgescheiden afvalberging van min. 4 m² met verluchting voorzien te worden conform art. 26 van de bouwcode.

4. Het nieuwe plat dak moet ten minste als extensief groendak aangelegd worden conform art. 38 van de bouwcode.

5. Het nieuwe plat dak te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie.

6. Beide schoorstenen van de linkerbuur moet opgehoogd worden tot minstens 50 cm boven de nieuwe dakrand.

7. De aansluiting van de RWA met het openbaar rioolstelsel moet voorzien worde conform artikel 41 van de bouwcode.

8. Er dient een hemelwaterput conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

9. Er dient een infiltratievoorziening conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

10. Alle handelingen, werken en wijzigingen die geen deel uitmaken van de inhoud van de aanvraag worden uitgesloten uit de vergunning.

11. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 april 2024

Verslag GOA

20 maart 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Hypothekeren plaatsing zonnepanelen rechterbuur: de bezwaarindiener geeft aan dat door de realisatie van het project rechtstreeks zonlicht wordt weggenomen op zijn dak, waardoor de plaatsing van zonnepanelen wordt uitgesloten. Omwille van de dwarse oriëntatie van het zadeldak en de historische beeldwaarde van de woning van de bezwaarindiener is zowel plaatsing van zonnepanelen op een andere locatie als een uitbreiding in de hoogte uitgesloten.

Beoordeling:

Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de aanpalende woning, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van het naburig dak gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de complete uitsluiting van zonnepanelen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Aansluiting hemelwaterafvoer: het bezwaar dat de aansluiting van hemelwaterafvoer ter hoogte van de voorgevel, strijdig met art. 41 van de Bouwcode, niet inpandig wordt voorzien.

Beoordeling:

Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Dit punt wordt verder opgenomen in de toetsing aan de regelgeving en meegenomen naar voorwaarden.

Het bezwaar is gegrond.

 

Harmonie: het bezwaar dat het gebouw niet in harmonie is met de omgeving. De bezwaarindiener meldt dat de kroonlijsthoogte van de linkse buur een uitzondering vormt in de straat en dat door een verhoging het pand niet meer in harmonie zal zijn met het heersende gabarit in de straat.

Beoordeling:

Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Het voorstel in de aanvraag omvat 3 bouwlagen met een bijkomende daklaag, even veel als alle panden aan dezelfde straatkant. De kroonlijsthoogte wordt niet gewijzigd. Dit punt wordt verder opgenomen in de omgevingstoets.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning: het bezwaar dat 2 wooneenheden in het gebouw, strijdig met art. 22 van de Bouwcode, kleiner zijn dan 35 m².

Beoordeling:

De desbetreffende wooneenheden maken geen deel uit van de aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Groendak: de bezwaarindiener vreest dat het groendak naast het terras op niveau +3 gebruikt zal worden als terras.
Beoordeling:

Uit de plannen valt af te leiden dat er een balustrade wordt voorzien tussen het terras en het groendak, waardoor het gebruik als terras wordt uitgesloten. Daarenboven wordt deze zone conform de plannen opgenomen als groendak in de vergunning en niet als terras.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Uitvoeringstechnisch : het bezwaar dat het onduidelijk is of de verwachte uitvoering overlast zal geven. Er wordt niet verduidelijkt of de draagstructuur van het nieuwe dakvolume wordt verankerd in de scheimuur of losstaat van de bestaande scheimuren.

Beoordeling:

De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond de draagstructuur is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Respecteren van de eigendomsgrenzen: in functie van de beoogde werken ter hoogte van de gemeenschappelijke perceelgrens wordt bezwaar aangetekend tegen:

-          het aanbrengen van isolatie en gevelafwerking op de rechter zijgevel van de nieuwe daklaag voorbij de perceelgrens;

-          de onduidelijkheid over de dikte van de isolatie en gevelafwerking van de opgehoogde scheidingsmuren.

Beoordeling:

Deze bezwaren betreffen burgerrechterlijke kwesties en zijn niet van stedenbouwkundige aard. Bijgevolg kunnen deze opmerkingen niet mee in afweging worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Geen ophoging van de scheidingsmuur en schoorstenen: de bezwaarindiener meldt dat de scheidingsmuur aan de linker perceelsgrens niet wordt opgehoogd en dat er zich twee schoorstenen van de linkerbuur bevinden ter hoogte van de perceelsgrens. Deze zijn nog in gebruik. In voorliggende aanvraag worden deze niet opgehoogd tot minstens 50 cm boven de nieuwe dakrand, wat de goede werking van de schoorstenen in het gedrang brengt.

Beoordeling:

Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. De nieuwe scheidingsmuur is strijdig met art. 34 van de Bouwcode. Dit punt wordt verder opgenomen in de toetsing aan de regelgeving en meegenomen naar voorwaarden.

Het bezwaar is gegrond.

 

Vrees voor schade: de bezwaarindiener vreest voor waterschade ter hoogte van de scheidingsmuren ten gevolge van het nieuwe dakvolume. Er wordt niet verduidelijkt wat er met de bestaande deksteen gebeurt en hoe de aansluiting uitgevoerd zal worden met betrekking tot de afwatering en waterdichtheid.

Beoordeling:

De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden en volgens de regels van de kunst. Dit is echter een bezwaar van burgerrechtelijke aard.

Het bezwaar is ongegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De wederrechtelijk uitgevoerde wijzigingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.

3. Er dient een gemeenschappelijke afgescheiden afvalberging van min. 4 m² met verluchting voorzien te worden conform art. 26 van de bouwcode.

4. Het nieuwe plat dak moet ten minste als extensief groendak aangelegd worden conform art. 38 van de bouwcode.

5. Het nieuwe plat dak te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie.

6. Beide schoorstenen van de linkerbuur moet opgehoogd worden tot minstens 50 cm boven de nieuwe dakrand.

7. De aansluiting van de RWA met het openbaar rioolstelsel moet voorzien worde conform artikel 41 van de bouwcode.

8. Er dient een hemelwaterput conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

9. Er dient een infiltratievoorziening conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

10. Alle handelingen, werken en wijzigingen die geen deel uitmaken van de inhoud van de aanvraag worden uitgesloten uit de vergunning.

11. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.