Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02948 - Omgevingsvergunning - OMV_2023159228. Oudebaan ZN. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02948 - Omgevingsvergunning - OMV_2023159228. Oudebaan ZN. District Ekeren - Weigering 2024_CBS_02948 - Omgevingsvergunning - OMV_2023159228. Oudebaan ZN. District Ekeren - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023159228

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Mirjana Stanisic met als adres Leopoldlaan 168 te 8300 Knokke-Heist

Ligging van het project:

Oudebaan ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 34 sectie E nr. 33Y12

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van een nieuwbouw eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          er is voor dit deel van het perceel geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.

 

Bestaande toestand

-          braakliggend/onbebouwd terrein;

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – nieuw op te trekken eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder hellend/zadeldak; 
  • het gelijkvloers heeft een bouwdiepte, variërend tussen 13,43 en 17 m, dit door de schuine vorm van het terrein;
  • de 1ste verdieping heeft een bouwdiepte, variërend tussen 9,49 en 13 m;
  • de 2de verdieping (het zadeldak) heeft een basis tussen 6,30 tot 9,80 m, wat theoretisch resulteert in ofwel een schuine dakrand (hier aan de voorzijde) ofwel een gescheluwde dakvorm (waarbij de hellingsgraad wijzigt over de gehele breedte);
  • kroonlijsthoogte: 7,30 m, nokhoogte: 11,30 m;

-          gevelafwerking:

  • parement: gevelsteen, rood;
  • schrijnwerk: aluminium, zwart;
  • hoge plint ter hoogte van gelijkvloerse verdieping in verticale houten beplanking, in zwarte kleur;
  • dorpels: arduin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het oprichten van een nieuwe eengezinswoning; 

-          het wijzigen van de scheidsmuurprofielen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

26 januari 2024

20 februari 2024

Ongunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

26 januari 2024

11 februari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

-          De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 6 – Harmonie en draagkracht: de zwarte, verdiepingshoge, gelijkvloerse plint is qua kleurstelling en materiaal niet afgestemd op de omgeving, waar eerder gevels in een monochrome en lichte kleurstelling voorkomen;
  • artikel 24 – Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de lichtdoorlatende oppervlakte van de dakvlakramen, gemeten op een hoogte tussen 1 en 2 meter, bedraagt in de slaapkamer op verdieping 2 slechts 0,88 m². Voor een ruimte van 21,50 m² voldoet dit eenduidig niet;
  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: de minimale opstand ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak bedraagt slechts 25 cm, bijgevolg minder dan het vereiste minimum van 30 cm;
  • artikel 41 – Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: uit de plannen is niet op te maken of aan betreffende bepaling wordt voldaan.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk aanzienlijke schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt. Betreffende worden eenduidig beschreven in het bijgevoegde advies van de bevoegde waterbeheerder, Provincie Antwerpen – Departement Leefmilieu – Dienst Integraal Waterbeleid, dewelke een eenduidig ongunstig advies verlenen. De vergunning dient te worden geweigerd.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont strijdigheden met verscheidene bepalingen van de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in voorkomend geval voorwaarden worden opgelegd, om aldus alsnog aan betreffende artikelen te voldoen.

Het ontwerp voorziet echter een afwerking van de gelijkvloerse bouwlaag door middel van een houten latwerk in zwarte kleur, terwijl dit nergens in het straatbeeld voorkomend is; betreffende kenmerkt zich voornamelijk door een lichtrode, monochrome kleurstelling in baksteen.

Echter is het zo dat ook in beperkte mate grijze gevelsteen en donkerblauwe plinten (in natuursteen) aanwezig zijn in het straatvlak aan de overzijde. Mede door het feit dat er zich aan de zijde waar de aanvraag gepland is momenteel onvoldoende referentiepanden beschikbaar zijn, kan gefundeerd worden besloten dat het afwijkende materiaal op zich geen te groot contrast is maar dat dit, weliswaar met een lichtere kleurstelling, zonder meer aanvaardbaar is.

Er wordt voor dit aspect dan ook geadviseerd de afwijking te bekrachtigen, gesteld dat een lichte kleurtint wordt gehanteerd.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning op een braakliggend terrein en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De gehanteerde volumetrie, 2 bouwlagen onder hellend dak en met dieptematen van gemiddeld 15 m (gelijkvloers) en 11,50 m (1ste verdieping), is zonder meer ruimtelijk aanvaardbaar, mede door het feit dat het gebouw correct werd uitgelijnd met de voorgevelbouwlijn van de buurpanden. De maatvoering is bovendien geheel in overeenstemming met de doorgaans voor dit type van panden gehanteerde richtlijnen en laat meer dan voldoende onbebouwde tuinruimte over om een degelijke woonkwaliteit blijvend te garanderen.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialen, rode gevelsteen, zwart aluminium schrijnwerk, zwarte dakpannen en houten latwerk in de gevel, zijn over het algemeen aanvaardbaar voor dit type van panden en zijn bovendien grotendeels reeds voorkomend in het ruime straatbeeld. Wat het houten latwerk als gevelafwerking betreft werd in de eerste paragraaf hierboven reeds geargumenteerd dat dit als afwijking kan worden aanvaard, gesteld dat hiervoor een lichte kleurtint wordt aangewend.

Het advies voor dit deelaspect is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er dient vermeld te worden dat de vooropgestelde dakvorm fysisch niet uitvoerbaar is zoals hij werd opgetekend – gelet op de schuine vorm van het perceel, het feit dat de nok niet evenwijdig met de straat werd geplaatst maar met de achtergevel (en loodrecht op de perceelsgrenzen), heeft betreffende tot gevolg dat ofwel de dakrand/kroonlijst aan de voorzijde schuin dient te worden voorzien (beduidend hoger aan linkerzijde dan rechts; betreffende werd niet als dusdanig opgetekend), ofwel het dak enkel gescheluwd (waarbij de tegenover elkaar gelegen zijden niet in 1 plat vak gesitueerd zijn) kan worden uitgevoerd, waarbij bijvoorbeeld elk opeenvolgend spant dient te worden geplaatst met een licht aangepaste hellingsgraad. Laatstgenoemde zou zich vertalen in een voorgevelbeeld waarbij de nok en de zijdelingse spantbenen schuin naar links getekend zouden moeten zijn en een doorsnede waarbij een zijdelings doorlopende nok zichtbaar zou moeten zijn; in beide gevallen werd betreffende foutief opgetekend.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per unit. Gelet op het feit dat hier het optrekken van slechts 1 eengezinswoning beoogd wordt, is de werkelijke parkeerbehoefte in deze dan ook 1 parkeerplaats.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstige advies van de bevoegde waterbeheerder en de niet-uitvoerbaarheid van de opgetekende dakvorm.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 november 2023

Volledig en ontvankelijk

26 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

26 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

25 april 2024

Verslag GOA

26 maart 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.