2024_CBS_02962 - District Berchem. Willem Van Laarstraat 23-25 - 202433 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Op datum van 6 december 2023 vroeg Maurice De Hoef namens De Hoef Landmeters BV om het pand gelegen Willem Van Laarstraat 23-25, district Berchem, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.  

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende gegevens:

• plannen en foto’s van de bestaande toestand;
• bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
• kadastrale gegevens;
• luchtfoto genomen door het   Nationaal Geografisch Instituut in 1977;
• luchtfoto Geo-punt Vlaanderen genomen tussen 1979 en 1990;
• een gedeelte uit een notariële akte, zonder referentienummer;
• begeleidende informatie meegegeven bij het indienen van de aanvraag (e-formulier); 
• inhoud van de mail verzonden door mandataris van de private stichting vicariaat Antwerpen op 20 maart 2024;
• volgende archiefstukken:
  • goedgekeurde stedenbouwkundige toelating uit 1954;
  • goedgekeurde stedenbouwkundige toelating uit 1935.

1. Bestaande juridische toestand
Kadastrale gegevens:
Het pand, Willem Van Laarstraat 23-25, district Berchem, is gekend met kadastrale ligging (afd. 21) sectie B 71 X8 en (afd. 21) sectie B 71 K7. 

Voor deze constructies werden de volgende relevante toelatingen verleend:

• 29/10/1954 toelating (957#3535) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;
• 23/08/1935 toelating (1275#3406) voor het uitvoeren van veranderingswerken aan de gevel.

 2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft langs de straatzijde een rijwoning opgetrokken over vier bouwlagen onder een plat dak en is als volgt ingedeeld:

• benedenverdieping: een inkom met achterliggende bergingen en een onderdoorrit naar de achterliggende gebouwen op het perceel;
• eerste tot en met derde verdieping: een appartement telkens met twee slaapkamers en een netto-vloeroppervlakte van circa 70 m², zonder buitenruimte;

Op de binnenplaats rondom een verharde binnenkoer, zijn er een aantal constructies opgetrokken. De constructie die onderdeel uitmaakt van deze aanvraag is opgetrokken over één bouwlaag onder een plat dak. Deze constructie heeft een netto-vloeroppervlakte van circa 87 m² en werd intern opgedeeld in drie lokalen. Deze lokalen worden momenteel in gebruik genomen door een lokale jeugdwerking (Jeugdheem).

Naast deze lokalen staat een constructie met daarin de sanitaire voorzieningen. Deze sanitaire unit werd op de ingediende bouwplannen aangegeven als zijnde -een te slopen constructie- omdat het bestaande volume van deze constructie afwijkt van het goedgekeurde bouwvolume uit 1935. Er werden voor dit deel van de constructie geen concrete bewijzen aangeleverd waaruit blijkt dat het bestaande bouwvolume ongewijzigd aanwezig is reeds vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979. Bijgevolg kan de aanvrager voor dit onderdeel van de constructie geen rechten putten uit de procedure vermoeden van vergunning. Het bestaande bouwvolume van dit deel van de constructie zal bijgevolg uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister.

Met de sloop van deze gebouwen wenst de aanvrager de bebouwing op het perceel dan ook terug in zijn oorspronkelijke toegelaten staat te herstellen. 

Achteraan op het perceel is een constructie aanwezig deels over twee- en deels over drie bouwlagen onder plat dak. Deze constructie heeft een bouwhoogte van circa 10 meter en is onder meer ingericht als een turnzaal met kleedkamers, een berging en drie lokalen op de bovenste verdieping.

Deze constructie had in oorsprong langsheen de zijde van de binnenkoer een niet-overdekt dakterras. Dit terras is tevens zichtbaar op de luchtfoto van Geo-punt Vlaanderen genomen tussen 1979 en 1990.
Uit lezing van de aangeleverde foto’s en bouwplannen blijkt dat dit dakterras in de loop der tijd werd dicht gebouwd en alzo mee werd opgenomen binnen het bouwvolume van deze constructie. De nieuwe ontstane binnenruimte werd vervolgens in gebruik genomen als een lokaal.

Het bestaande volume van deze constructie wijkt af van het goedgekeurde bouwvolume uit 1935. Er werden voor dit deel van de constructie geen concrete bewijzen aangeleverd waaruit blijkt dat het bestaande bouwvolume reeds ongewijzigd aanwezig was vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979. Bijgevolg kan de aanvrager voor dit onderdeel van de constructie geen rechten putten uit de procedure vermoeden van vergunning. Het bestaande bouwvolume van dit deel van de constructie zal bijgevolg uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister.

Op de ingediende bouwplannen geeft men weer dat men door middel van een gedeeltelijke sloop, het oorspronkelijk toegelaten dakterras terug in de originele toestand uit 1935 wenst te herstellen. 

Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd vóór 22 april 1962 ofwel tussen deze en vóór de eerste invoering van het gewestplan Antwerpen (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Regelgeving bevoegdheid

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen met drie woonentiteiten. 

De bewijsvoering

Het bestaande aantal aangevraagde zelfstandige woonentiteiten in het pand bedraagt: drie. 

Volgens de kadastrale gegevens werd de constructie aan de straatzijde tussen 1919 en 1930 voor de eerste maal in gebruik genomen. Kadastraal is deze constructie gekend als een huis zonder woonplaatsen op het gelijkvloers, dat opgetrokken is over vier bouwlagen. Uit de kadastergegevens blijkt tevens dat er reeds, vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979, drie afzonderlijke woonentiteiten aanwezig waren in het gebouw.

De opgevraagde bevolkingsgegevens tonen eveneens aan dat er in de jaren ‘70 in hoofdzaak drie gezinnen tegelijk werden ingeschreven op dit adres. De gelijktijdige bewoning door drie gezinnen gedurende een lange aaneengesloten periode is dan ook voldoende bewezen.

Per mail bevestigde de mandataris van de stichting dat de bestaande indeling en de functies van de appartementen aan de voorkant nog altijd identiek zijn zoals weergegeven op het goedgekeurde bouwplan van 1935. 

Voorgaande bewijst dan ook voldoende dat de bestaande woonfunctie en de aanwezigheid van drie afzonderlijke woonentiteiten in het pand dateren van vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan-Antwerpen op 9 november 1979.

Uit de luchtfoto van het Nationaal Geografisch Instituut blijkt dat het bestaande bouwvolume, van alle constructies -met uitzondering van de te slopen onderdelen- op het perceel, reeds voltooid waren in 1957. Het bestaande bouwvolume, van alle constructies -met uitzondering van de te slopen onderdelen-, kan dan ook beschouwd worden als zijnde ongewijzigd aanwezig van vóór de eerste inwerkingtreding van de wet op stedenbouw op 22 april 1962 en opgenomen worden in het vergunningenregister als zijnde geacht vergund.

Voorgaande bewijst voldoende dat de bestaande constructie inclusief de functie wonen met drie afzonderlijke woonentiteiten, dateert van voor het van kracht zijnde gewestplan (9 november 1979), met uitsluiting van (zoals in rood aangeduid op de plannen):

• het bouwvolume van het dichtgemaakte dakterras op de turnzaal;
• het bouwvolume van de sanitaire unit.