Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02898 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. advies - OMV_2024006899. Baanbrekersstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02898 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. advies - OMV_2024006899. Baanbrekersstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02898 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. advies - OMV_2024006899. Baanbrekersstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024006899

Gegevens van de aanvrager:

BV TripleW met als adres Gaston Crommenlaan 8 bus /0501 te 9050 Gent

Gegevens van de exploitant:

BV TripleW (0725717772) met als adres Gaston Crommenlaan 8 bus /0501 te 9050 Gent

Ligging van het project:

Baanbrekerstraat 1 te 2030 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie C nr. 340C2

waarvan:

 

-          20231130-0016

afdeling 16 sectie C nr. 340C2 (Triple W)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen van een loods met aanhorigheden, omgevingsaanleg en plaatsen publiciteit;

inrichting voor de productie van lactaatzout en melkzuur: exploitatie.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      30/12/2021: omgevingsvergunning (OMV_2021119580) voor de infrastructuuraanleg van het NextGen District;

-      21/05/2021: omgevingsvergunning (OMV_2020146821) voor ophoging Churchillzone, slopen van spoorwegen en exploitatie van een drainage;

-      20/04/2018: omgevingsvergunning (OMV_2018011073) voor het slopen van de voormalige site van General Motors.

 

Bestaande toestand

Braakliggend en bouwrijp terrein in het noorden van het NextGen District (voormalige GM-site). De werken voor de infrastructuuraanleg zijn gestart en lopende.

 

Nieuwe toestand

* functie:

  > industrie en bedrijvigheid met ondergeschikte kantoorfunctie.

 

* bouwvolume:

  > loods:

- oppervlakte van 287 m² (12,48 meter x 23 meter) en hoogte circa 10 meter;

- aangebouwde luifel met oppervlakte van 64 m² en vrije hoogte circa 8 meter.


  > diverse technische constructies zoals gas- en elektriciteitscabine, koelcontainers, stoompomp, …:

            - beperkte oppervlakte variërend van 3,38 m² tot 47,78 m²;

            - maximale hoogte bedraagt 13,35 meter (technische constructie).

 

* gevelafwerking:

  > loods:

- geïsoleerde sandwichpanelen in een zwarte kleur (RAL 9005) op een plint in beton;

- aluminium buitenschrijnwerk in zwarte (RAL 9005) en groene (RAL 6003) kleur;

- aan de oost- en zuidgevel wordt het logo van het bedrijf geplaatst.


  > diverse technische constructies in metaal en beton in de kleuren zwart, groen en grijs.

 

* inrichting:

  > de loods wordt ingeplant in het westen van het terrein;

  > rondom de loods wordt betonverharding aangelegd waarop diverse technische constructies geplaatst worden;

  > in het verlengde van de toegang worden over een breedte van circa 5 meter grasdallen aangelegd. Dit betreft een zone non-aedificandi;

  > in het oosten van het terrein wordt een steenslagverharding aangelegd waarop in het noorden drie koelcontainers geplaatst worden.

 

Inhoud van de aanvraag

-          Bouwen van een loods;

-          Aanleggen van verhardingen;

-          Plaatsen van aanhorige constructies;

-          Plaatsen van zaakgebonden publiciteit.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit voor de productie van lactaatzout en melkzuur uit laagwaardig (niet gevaarlijk) voedselafval.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.3.f)2°

opslag en biologische behandeling, andere dan compostering of vergisting, van niet gevaarlijke afvalstoffen in een biologische behandelingsinstallatie met een inhoudscapaciteit van meer dan 25 m³;

132,70 m³

2.2.4.2°a)

opslag van dierlijke bijproducten bestaande uit categorie 3 materiaal;

132,70 m³

2.2.5.e)3°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton;

132,70 ton

7.11.1°b)

de fabricage van organisch-chemische producten zoals:

zuurstofhoudende koolwaterstoffen zoals alcoholen, aldehyden, ketonen, carbonzuren, esters en mengsels van esters, acetaten, ethers, peroxiden en epoxyharsen;

100 ton/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

55 kW

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

11,58 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

4,26 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter;

500 liter

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.000 kW

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

- Artikel 5.2.1.2.§2 van VLAREM II: het gebruik van een weegbrug

- Artikel 5.2.1.5.§5 van VLAREM II: het plaatsen van een groenscherm

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

- Er dient op de site geen weegbrug aanwezig te zijn indien gebruik gemaakt wordt van een andere geijkte weegbrug.

- Er dient geen groenscherm aanwezig te zijn.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

19 februari 2024

29 februari 2024

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

15 februari 2024

26 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

21 februari 2024

20 maart 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-       Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-       Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan;

-       Gebied voor spoorweginfrastructuur voor het vormingsstation Antwerpen-Noord en de spoorwegen rond de Grote Kreek;

-       Zone voor permanente ecologische infrastructuur voor de Grote Kreek en de zone tussen de Noorderlaan en het vormingsstation Antwerpen-Noord;

-       Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor het gebied tussen de Noorderlaan en de Grote Kreek;

-       overdruk Leidingstraat parallel aan de Noorderlaan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de waterdoorlatende verhardingen (totale oppervlakte van circa 358,68 m²). Het hemelwater dat op deze verhardingen valt, kan op natuurlijke wijze door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem infiltreren. Dit geldt eveneens voor het hemelwater dat op de koelcontainers valt die geplaatst worden op de steenslagverharding.

De verordening is tevens niet van toepassing op de betonverharding (oppervlakte 261,47 m²) daar de aanvrager verklaart dat het hemelwater dat hierop valt zo vervuild wordt dat het als afvalwater moet worden beschouwd. De technische constructies die op de betonverharding geplaatst worden, wateren eveneens af naar deze verharding.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de nieuwe loods. Er wordt een ondergrondse hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 10.000 liter in plaats van de volgens de verordening vereist zijnde 35.100 liter. De aanvrager geeft aan dat een grotere hemelwaterput plaatsen geen meerwaarde heeft daar er enkel water zal verbruikt worden voor het sanitair en het reinigen van de site. In het productieproces wordt geen water gebruikt.

De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op collectieve bovengrondse infiltratievoorzieningen (cfr. omgevingsvergunning OMV_2021119580 voor de infrastructuuraanleg van het NextGen District).


Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.

De verordening publiciteit is van toepassing op de aanvraag.

 

De aanvraag betreft twee uitwendig verlichte zaakgebonden logo’s tegen de gevels. Het is onduidelijk hoe de verlichting zal gebeuren. Volgens de verordening dient deze verlichting niet-verblindend uitgevoerd te worden, alsook dient de helderheid zich automatisch aan te passen aan het omgevingslicht. Een knipperende of flitsende verlichting is niet toegestaan.

 

De dimensies en positie van de publiciteitsinrichting voldoen aan deze verordening.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een nieuw te ontwikkelen terrein met een oppervlakte van circa 1.000 m² wenst de aanvrager een procesinstallatie te bouwen waarbij lactaatzout en melkzuur uit laagwaardig voedselafval worden geproduceerd.

Het terrein wordt bebouwd met een loods waarin tevens sociale functies zoals bureau, toilet- en wasruimte,... gevestigd worden. Buiten op het terrein worden technische constructies geplaatst noodzakelijk voor de exploitatie.

 

Het terrein is momenteel braakliggend en maakt deel uit van het NextGen District waarbij de vroegere Opel-site herontwikkeld wordt naar een industrieterrein voor bedrijven die actief zijn in circulaire economie, recyclage, groene energie en allerhande nieuwe innovaties. Door deze hoogwaardige tussenproducten te onttrekken uit een afvalstroom, draagt de exploitant bij aan de recirculatie van afvalstoffen uit de voedingssector en past deze bedrijfsvoering binnen de doelstellingen van NextGen District.

 

Opgemerkt wordt dat het NextGen Demo-gedeelte voorzien werd voor demonstratieprojecten, kleine start-ups en scale-ups, van tijdelijke aard (3 à 5 jaar), dewelke ook gebruik zullen maken van de ‘shared services’ ten noorden van de Demo-zone. Gezien voorliggende aanvraag het bouwen van een nieuw gebouw met eigen faciliteiten betreft, lijkt dit het tijdelijke en kleinschalige karakter van de Demo-zone te overstijgen.

 

Door een in onbruik geraakt terrein terug vrij te geven, kan dit herontwikkeld worden volgens de bestemming die van toepassing is op dit gebied en kan het aansnijden van nieuwe ruimte vermeden worden. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De inplanting, de hoogte en diepte van de bebouwing is aanvaardbaar binnen de gegeven context van een industrieterrein. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hierbij wordt wel opgemerkt dat de inplanting van het perceel, de aangrenzende weginfrastructuur, zone non-aedificandi en zone voor leidingen anders aangeduid werden op het inplantingsplan dan voorzien in de oorspronkelijke vergunning van de infrastructuuraanleg van het NextGen District.

 

Visueel-vormelijke elementen en materiaalgebruik

De aanvraag omvat de bouw van een nieuw gebouw. In het project-MER voor de ontwikkeling van NextGen District werd voorzien dat gebouwen ‘duurzaam’ zouden zijn. Voor (delen van) gebouwen die kantoren en voorzieningen bevatten, wordt in het MER opgelegd dat deze minstens op jaarbasis energieneutraal zijn. Een PV-installatie op het dak is hiervoor aangewezen. Daken die niet gebruikt worden voor technieken of energie-opwekking, dienen als extensieve groendaken of lichtkleurige daken uitgevoerd te worden conform het MER.

 

De aanvrager voorziet donkere (zwarte) gevels en een EPDM-dak (kleur niet gespecifieerd). Lichte of reflecterende kleuren zijn aangewezen om het hitte-eilandeffect tegen te gaan, alsook om het binnenklimaat te conditioneren met zo min mogelijk energieverbruik.

De aanvrager laat na te specifiëren hoe het gebouw duurzaam is. In het kader van het sterk wisselende karakter eigen aan de Demo-zone, is circulair bouwen aangewezen.

 

De aanvrager dient het duurzame en circulaire karakter van het gebouw te verduidelijken in het kader van de gewenste duurzame en circulaire ontwikkeling van het NextGen District. Gevels en daken dienen in een lichte of reflecterende kleur uitgevoerd te worden, oftewel begroeid. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

De aanvraag ligt deels in pluviaal overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaarten. Deze zijn echter nog gebaseerd op de terreinaanleg van de GM-site, waardoor deze, door ophoging en herinrichting van het hele NextGen District, irrelevant zijn geworden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen.

 

Toetsing parkeerbehoefte

Er zullen een 12-tal mensen werkzaam zijn op de site die deels in ploegverband zullen werken. Rekening houdend met de gegevens uit het MER van de infrastructuuraanleg van het NextGen District (OMV_2021119580), zijnde 90% gemiddelde aanwezigheid en 80% aandeel auto, wordt de parkeerbehoefte vastgelegd op 9 parkeerplaatsen. Gelet op de ambitie van de Vervoerregio Antwerpen en stad Antwerpen om in 2030 een modal split te bereiken waarbij nog slechts 50% van de verplaatsingen met de wagen gebeurt en door de gunstige ligging van het bedrijf qua bereikbaarheid met het openbaar vervoer (door aanleg nieuwe bushalte op het NextGen District) en met de fiets, lijkt de parkeerbehoefte ook ruim ingeschat. Als het bedrijf inzet op deze modal shift, kan het aandeel van het personeel dat op duurzame wijze naar het werk komt significant stijgen en kan de werkelijke parkeerbehoefte voor personenwagens naar onderen bijgesteld worden.

 

De verantwoordingsnota meldt dat op het NextGen District een gezamenlijke parking voorzien wordt voor de Demo-zone. Hiervoor werd nog geen vergunningsaanvraag ingediend. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren en mag niet afgewenteld worden op het openbare domein. Dit wordt opgelegd als voorwaarde. De aanvrager zal hieromtrent afspraken moeten maken met het Havenbedrijf voor gebruik van de (nog aan te leggen) gezamenlijke parking, of alsnog parkeerplaatsen dienen te voorzien op eigen terrein. Gezien het terrein niet volledig bebouwd kan worden door de aanwezige leidingzones, is er een mogelijkheid om op het terrein zelf te parkeren.

 

Fietsvoorzieningen

Er worden geen staanplaatsen voor fietsen voorzien op het perceel. Het is onduidelijk of een gemeenschappelijke fietsenstalling op de ‘Shared Services’ voorzien wordt. Aangeraden is om steeds fietsvoorzieningen op het eigen perceel te treffen, zodat verplaatsingen binnen het NextGen District zelf ook zo veel mogelijk te voet of met de fiets kunnen gebeuren.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

De aanleg van de weginfrastructuur is geen onderdeel van deze vergunningsaanvraag. Er is een gescheiden fiets- en voetpad voorzien in de Baanbrekerstraat. In de Innovatiestraat is enkel een voetpad voorzien, dat gekruist wordt door de in- en uitrit van dit perceel. Het in- en uitrijden vanuit het privaat terrein dient geconcentreerd en veilig te gebeuren naar het openbaar domein.

 

Het is aangewezen ook op de site zelf de verkeersstromen duidelijk te signaleren en waar mogelijk te scheiden.

 

Laden en lossen

Het aantal vervoersbewegingen door vrachtwagens blijft beperkt tot maximaal 2 per week. Dit aantal is te verwaarlozen. Er worden dus geen negatieve effecten op de mobiliteitsafwikkeling verwacht. Wachtende vrachtwagens moeten op eigen terrein opgesteld worden, evenals laden en lossen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De aanvraag betreft een nieuwe inrichting inzake de exploitatie van lactaatzout en melkzuur uit laagwaardig voedselafval. De productie gebeurt door middel van diverse biologische en fysicochemische productiestappen. Het lactaatzout kan verschillende toepassingen hebben, zoals voeding en cosmetica. Melkzuur daarentegen kan aangewend worden in de productie van plastics. De aanvrager verklaart dat er een grondstofverklaring zal worden aangevraagd voor het geproduceerde lactaatzout en melkzuur.

Er zal een verwerkingscapaciteit zijn van 1.000 ton/jaar. De overblijvende nevenstromen (zowel vast als vloeibaar) worden nadien verder verwerkt bij erkende biologische vergistingsinstallaties tot bodemverbeterende middelen of naar andere erkende afvalverwerkers. De opslag en het laden van de afvalstromen zal plaatsvinden op verharde ondergrond. De verwerking van de afvalstoffen tot gewenst eindproduct gebeurt binnen.

Aangezien er ook dierlijke bijproducten in het te verwerken afval aanwezig kunnen zijn, wordt in voorliggende aanvraag ook rubriek 2.2.4.2°a) opgenomen. De aanvrager verklaart dat er enkel VLAREMA-conform organisch-biologisch afval zal aanvaard worden op de exploitatie. De stad benadrukt dat de aangevoerde afvalstoffen uiterlijk binnen 24 uur na aanvoer verwerkt dienen te worden.

De aanwezige transformator is niet ingedeeld wegens onder de 1.000 kVA.

Er wordt een stookinstallatie aangevraagd van 1.000 kW. De aanvrager vermeldt dat er zo snel als mogelijk zal worden overgestapt op warmte-uitwisseling met nabije bedrijven. Verder heeft de aanvrager een passende beoordeling / verscherpte natuurtoets uitgevoerd met gebruik van de Impactscoretool. De studie vermeldt dat er een zeer beperkte bijdrage aan vermestende en verzurende deposities is, in die mate dat deze niet geverifieerd kunnen worden door metingen. De conclusie is aldus dat de invloed op SBZ-H, SBZ-V en VEN-gebieden in de omgeving van de inrichting als nihil beschouwd mag worden.

Er wordt voor 20 kW aan compressoren aangevraagd, voor 20 kW aan warmtepompen en voor 15 kW aan mobiele koelinstallaties.

De aanvraag omvat ook een laboratorium. Hier zal geen afvalwater worden gecreëerd. De aanvrager verklaart ook verder dat er geen bedrijfsafvalwater gecreëerd zal worden op de site. Het bedrijfsafvalwater afkomstig van het reinigen en het potentieel verontreinigd hemelwater zal opgevangen worden in een buffertank en zal afgevoerd worden naar een externe verwerker.

Verder wordt er ook een bijstelling gevraagd van de milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM. Enerzijds vraagt de aanvrager een afwijking op het gebruik van een weegbrug. Als alternatief wordt hier voorgesteld dat er gewogen zal worden op de dichtst bijzijnde weegbrug of bij vertrek van de afvalproducten. De tweede bijstelling betreft de aanleg van een groenscherm. Wegens de ligging midden in industrieterrein kan deze bijstelling toegestaan worden.

De opslag van afvalstoffen gebeurt in gesloten ruimten. Het verwerkingsproces vindt indoor plaats, waar gebruikt wordt gemaakt van een luchtbehandelingsinstallatie. De aanvrager stelt dat er geen geuremissie naar de omgeving wordt verwacht. De stad stelt de vraag of dit voldoende zal zijn om de geurhinder naar de omgeving te beperken. De opslagduur van de dierlijke grondstoffen dienen zoveel als mogelijk beperkt te worden in de tijd en afgestemd te worden op de verwerkingscapaciteit. Verder dienen residu’s van grondstoffen zo snel als mogelijk verwijderd te worden na verwerking en dienen de opslagruimten frequent gereinigd te worden.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Parkeren dient op eigen terrein of op de gezamenlijke parking van de ‘Shared Services’ te gebeuren. Dit mag niet op het openbaar domein.

2. Laden en lossen, inclusief wachtende vrachtwagens, dient steeds op eigen terrein te gebeuren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.3.f)2°

opslag en biologische behandeling, andere dan compostering of vergisting, van niet gevaarlijke afvalstoffen in een biologische behandelingsinstallatie met een inhoudscapaciteit van meer dan 25 m³; (inrichting Triple W)

132,70 m³

2.2.4.2°a)

opslag van dierlijke bijproducten bestaande uit categorie 3 materiaal; (inrichting Triple W)

132,70 m³

2.2.5.e)3°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton; (inrichting Triple W)

132,70 ton

7.11.1°b)

de fabricage van organisch-chemische producten zoals:

zuurstofhoudende koolwaterstoffen zoals alcoholen, aldehyden, ketonen, carbonzuren, esters en mengsels van esters, acetaten, ethers, peroxiden en epoxyharsen; (inrichting Triple W)

100 ton/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Triple W)

55 kW

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting Triple W)

11,58 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting Triple W)

4,26 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Triple W)

5.000 liter

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; (inrichting Triple W)

1 labo

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter; (inrichting Triple W)

500 liter

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.000 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De opslagduur van de dierlijke grondstoffen dient zoveel als mogelijk beperkt te worden in de tijd en afgestemd te worden op de verwerkingscapaciteit.

2. De residu’s van grondstoffen dienen zo snel mogelijk verwijderd te worden na verwerking.

3. De opslagruimten voor dierlijke bijproducten dienen frequent gereinigd te worden.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 februari 2024

Start openbaar onderzoek

24 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

24 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

5 april 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 februari 2024

24 maart 2024

0

0

0

2

 

Bespreking bezwaarschriften

Tijdens het openbaar onderzoek werd een schrijven ontvangen van NMBS. Met deze brief reageert NMBS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. NMBS geeft aan niet betrokken te zijn en verwijst door naar Infrabel nv.

Infrabel nv bracht vervolgens een schrijven uit waarin ze geen bezwaar uiten tegen de aanvraag. Beide schrijvens worden overgemaakt aan de deputatie van de provincie Antwerpen.


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Parkeren dient op eigen terrein of op de gezamenlijke parking van de ‘Shared Services’ te gebeuren. Dit mag niet op het openbaar domein.

2. Laden en lossen, inclusief wachtende vrachtwagens, dient steeds op eigen terrein te gebeuren.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De opslagduur van de dierlijke grondstoffen dient zoveel als mogelijk beperkt te worden in de tijd en afgestemd te worden op de verwerkingscapaciteit.
2. De residu’s van grondstoffen dienen zo snel mogelijk verwijderd te worden na verwerking.
3. De opslagruimten voor dierlijke bijproducten dienen frequent gereinigd te worden.

 


Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.