Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02944 - Omgevingsvergunning - OMV_2023092339. Alfons Jeurissenstraat 11-13. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02944 - Omgevingsvergunning - OMV_2023092339. Alfons Jeurissenstraat 11-13. District Ekeren - Goedkeuring 2024_CBS_02944 - Omgevingsvergunning - OMV_2023092339. Alfons Jeurissenstraat 11-13. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023092339

Gegevens van de aanvrager:

de heer Geert De Sitter met als adres Nooitrust 4 te 2390 Malle en VZW KATHOLIEK ONDERWIJS BISDOM ANTWERPEN NOORDKANT met als adres Nooitrust 4 te 2390 Malle

Ligging van het project:

Alfons Jeurissenstraat 11-13 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nr. 433T

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van nieuwe klassen (uitbreiden van Onze Lieve Vrouw Van Lourdes Instituut)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/03/2017: vergunning (ROL-nummer: 20162703) voor het uitbreiden van een school;

-          28/06/2013: vergunning (ROL-nummer: 20132395) voor het bouwen van speelplaatsoverkapping;

-          14/11/2003: vergunning (871#648) voor het plaatsen van tijdelijke prefabklassen;

-          26/06/2002: vergunning (871#359) voor het oprichten grotere overdekte speelplaats t.o.v. reeds afgeleverde vergunning

-          08/08/2001: vergunning (871#175) voor het slopen van een woonhuis en inrichten kleuterspeeltuin;

-          21/10/1999: vergunning (872#1236) voor het verbouwen van de bestaande gebouwen en de oprichting van drie nieuwe gebouwen.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • gemeenschapsvoorziening - school;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouwen van 2 bouwlagen met plat dak en hellend dak; 
  • overdekking ter hoogte van de Alfons Jeurissenstraat die wordt afgebroken om een nieuw volume te bouwen.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over de sloop van de overdekking, schoolpoort en afsluiting ter hoogte van de Alfons Jeurissenstraat en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • gemeenschapsvoorziening – school;

-          bouwvolume:

  • nieuw volume van 2 bouwlagen met plat dak aan de straatzijde de Alfons Jeurissenstraat;
  • bouwdiepte ter hoogte van de rechter perceelsgrens bedraagt 14,95 m en 14,59 m ter hoogte van de linker perceelsgrens;
  • bouwhoogte hoofdvolume: 9,89 m;
  • bouwhoogte van het teruggetrokken volume aan de kant van de linker perceelsgrens: 12,89 m;
  • gelijkvloerse bouwlaag: fietsenstalling en overdekte speelplaats;
  • eerste verdieping: 4 klasslokalen en multi- inzetbare ruimte;
  • plat dak: overdekte buitenklas, dakterras en daktuin;
  • buitentrap aan de zijgevel ter hoogte van de rechter perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • baksteen – rood;
  • raamluifel: staal – rood;
  • schrijnwerk: aluminium – wit;
  • poort en spijlenborstwering: staal, poedercoat – wit;

-          inrichting:

  • speelplaats in betonklinker.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van overdekking;

-          uitbreiden van het schoolgebouw ter hoogte van de Alfons Jeurissenstraat;

-          vellen van een boom.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

13 december 2023

15 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

13 december 2023

22 december 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

13 december 2023

14 december 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

13 december 2023

13 december 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

13 december 2023

8 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 8 §3: infiltratievoorzieningen worden bovengronds aangelegd, tenzij de vergunningsaanvrager gemotiveerd aantoont dat de ondergrondse aanleg onvermijdbaar is. De infiltratievoorziening is niet bovengronds aangelegd. Hiervoor is een afwijking aangevraagd.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de diepte van de fundering langs de openbare ruimte bedraagt circa 0,80 m in plaats van de minimale diepte van 1,75 m.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het aangevraagde betreft het uitbreiden van een kleuter- en basisschool in een woongebied. Het is eigen aan de stedelijke context dat er zich binnen het woonweefsel scholen situeren, de ene functie ondersteunt de andere functie en deze hinderen elkaar niet.

Deze functie is verenigbaar met de woonfuncties van de omgeving en is daarmee in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In voorliggende aanvraag wordt de fietsstalplaats langs de Alfons Jeurissenstraat afgebroken en een nieuwbouw met 3 bouwlagen opgetrokken aan de straatkant.

Het nieuwe volume bewaart een afstand 3,83 m tot de linker perceelsgrens en 3,15 m tot de rechter perceelsgrens, heeft een bouwdiepte van bijna 15 m en sluit aan op het bestaande schoolgebouw. Aan de rechterzijde wordt een buitentrap toegevoegd aansluitend met de rechts aanpalende bebouwing. Daardoor kunnen vanaf de speelplaats de verschillende verdiepingen bereikt worden. De inplanting, op voldoende afstand van de aanpalende bebouwing en het behoud van een voldoende grote buitenruimte, is gezien de stedelijke context ruimtelijk aanvaardbaar is.

Het volume is niet storend in de omgeving.

Het project werd voorgelegd aan de Kwaliteitskamer Architectuur op 23 juni 2023 en werd gunstig geadviseerd. De Kwaliteitskamer waardeert het stedenbouwkundig en architecturale opzet en gaat akkoord met het principe van de open trap aan de rechterzijde mits de scheimuur van de aanpalende woning geïsoleerd en afgewerkt wordt. Deze opmerking zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.

Het gebouw wordt ingericht met een fietsstalplaats en een overdekte speelplaats op het gelijkvloers, 4 klaslokalen op de eerste verdieping en een dakterras met luifel op de bovenste verdieping waar een overdekte buitenklas kan worden ingericht. Door het voorzien van een lift wordt ook het aansluitende, bestaande schoolgebouw toegankelijk gemaakt. Het ruimtegebruik op perceelsniveau wordt geoptimaliseerd.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvrager wil een afwijking verkrijgen op artikel 8 §3 van de GSV Hemelwater 2023 en de infiltratie ondergronds voorzien. Als argumentatie wordt aangevoerd dat “de beperkte groenzones links en rechts van de nieuwbouw ofwel te klein zijn ofwel als groenbuffer dienen naar het naastgelegen gebouw. Deze potentiële groenruimte moeten opgeven aan een wadi zou jammer zijn”.

De stedelijke waterconsulent berekende dat 7806,81 liter geïnfiltreerd moet worden met een minimale oppervlakte van 18,93 m². Uit de grondwaterpeilmetingen van het nabijgelegen Kristus-Koningplein blijkt dat in de natte maanden het grondwater redelijk hoog komt te staan. Wanneer de infiltratievoorziening, zoals voorgesteld, 183 cm diep wordt gestoken dan kan dat met overloop het grondwater gaan draineren, wat moet voorkomen worden.

Een afwijking kan dus niet toegestaan worden. In voorwaarde wordt opgenomen een infiltratievoorziening met een oppervlakte van 18.93 m² te voorzien.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialisatie van rode baksteen en wit aluminium buitenschrijnwerk is sober en sluit aan bij de kenmerkende materialen in de omgeving

Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat de voorgevel zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen:

“Zoals vermeld in de aanvraag dient de te verwijderen boom herplaatst te worden op het terrein.

Indien deze verplaatsing niet lukt of de boom sterft af op een latere periode, dient deze boom gecompenseerd te worden door een inheemse boomsoort grootte klasse A en minimale plantmaat 16/18.

Sowieso is op de nieuwe locatie voldoende ondergrondse groeiruimte te voorzien voor een kwalitatieve bomengroei.

De bomen op openbaar domein moeten beschermd worden:

1/ Rijden, parkeren, materialen en/of zand opslaan onder bomen of op wortelzones is verboden.

2/ Bomen mogen NIET gesnoeid worden om ruimte te krijgen voor een kraan, machine, stelling of andere noden van de werf.

3/  De boomstammen dienen eveneens te worden beschermd tegen mogelijke schade.”


Deze voorwaarden worden integraal overgenomen bij de vergunning.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Verder voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

Per klaslokaal is er een parkeerbehoefte van 0,75. Voor 4 klaslokalen is de parkeerbehoefte dus 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

In de plannen worden nergens expliciet parkeerplaatsen weergegeven die deze behoefte opvangen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

 

De parkeerplaatsen op het terrein voorzien zou de veiligheid en kwaliteit van de speelplaats in gedrang brengen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorziening:

Voor dit project moeten er 36 extra fietsstalplaatsen voorzien worden. De aanvraag voorziet 96 fietsstalplaatsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De fundering moet voldoen aan artikel 34 van de bouwcode.

2. De scheimuur van het rechtsaanpalende gebouw moet geïsoleerd en afgewerkt worden.

3. Volgens artikel 8 van de GSV Hemelwater 2023 moet een bovengrondse infiltratie voorzien worden met een minimale oppervlakte van 18.93 m².

4. De bomen op openbaar domein moeten maximaal beschermd worden:

  • Rijden, parkeren, materialen en/of zand opslaan onder bomen of op wortelzones is verboden.
  • Bomen mogen niet gesnoeid worden om ruimte te krijgen voor een kraan, machine, stelling of andere noden van de werf.
  • De boomstammen dienen eveneens te worden beschermd tegen mogelijke schade.

5. De te verwijderen boom dient herplaatst te worden op het terrein.

Indien deze verplaatsing niet lukt of de boom sterft af op een latere periode, dient deze boom gecompenseerd te worden door een inheemse boomsoort grootte klasse A en minimale plantmaat 16/18.

Op de nieuwe locatie moet voldoende ondergrondse groeiruimte voorzien voor een kwalitatieve bomengroei.

6. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

13 december 2023

Start openbaar onderzoek

22 december 2023

Einde openbaar onderzoek

20 januari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

27 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

26 april 2024

Verslag GOA

28 maart 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 december 2023

20 januari 2024

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Verlies van daglicht: Het bezwaar dat de inplanting van het aangevraagde schoolgebouw met de linker gevel op ongeveer 5 m van de ramen en terrassen van de woningen van de bezwaarindieners komt te staan, waardoor er veel verlies is van daglicht op de ramen en de terrassen van bezwaarindieners.

Beoordeling: De inplanting van dit schoolgebouw werd zorgvuldig uitgewerkt. Er wordt een ruime afstand van 7,60 m tussen de gevel van bezwaarindieners en het nieuwbouwvolume behouden en elk gebouw staat op meer dan 3,50 m afstand tot de perceelgrens. Het bouwvolume bestaat uit 3 bouwlagen. De bovenste daklaag wordt voornamelijk als dakterras ingericht, het klein bouwvolume (72 m²) achteraan sluit aan bij de bestaande bebouwing dieper gelegen op het perceel. De nieuwbouw situeert zich aan de zuidoost zijde van het gebouw van de bezwaarindieners waardoor omwille van de hogere stand van de zon, het verlies van daglicht minimaal zal zijn.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat ruim voldoende rekening gehouden werd met de aanpalende bebouwing in een stedelijke context.

Het bezwaar is ongegrond;

 

Inbreuk op privacy: Het bezwaar dat de inplanting van het aangevraagde schoolgebouw inbreuk op de privacy met zich meebrengt.

Beoordeling: Het is inderdaad correct dat er vandaag vanaf het terrein van de school geen inkijk optreedt naar de ramen en terrassen aan de linkerkant van het terrein. De komst van het nieuwe schoolgebouw zal inderdaad een impact hebben op de privacy. Bezwaarindieners vrezen inkijk via drie ramen in de linker gevel van het schoolgebouw en via het dakterras.

De ramen in de linker gevel van het schoolgebouw geven uit op een gangpad naar de lift. Gelet op de functie van deze ruimte en de afstand tussen dit raam en de perceelsgrens kan dan ook bezwaarlijk gesteld worden dat de privacy op ontoelaatbare wijze geschonden wordt.

Vermoedelijke inkijk vanop het dakterras is eveneens verwaarloosbaar, het bevindt zich op bijna 10 m afstand tot de gevel van bezwaarindieners, is omringd door een intensief groendak en wordt afgesloten door een bakstenen balustrade.

Het bezwaar is ongegrond;

 

Geluidsoverlast: Het bezwaar dat de openluchtklas veel lawaai met zich zal meebrengen in de omgeving door zowel het belopen van de tegelvloer van het dakterras als van stemmen van de kinderen zelf.

Beoordeling: Het bezwaar tegen geluidshinder door kinderen op het dakterras is hypothetisch van aard. Een bezwaar gebaseerd op vermoedens kan niet meegenomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt.

Het bezwaar is ongegrond;

 

Effect op de mobiliteit in de omgeving: Het bezwaar dat het effect op de mobiliteit niet voldoende is onderzocht naar aanleiding van voorliggende aanvraag.

Beoordeling: Er is geen verplichting om een mobiliteitsstudie op te stellen bij projecten van dergelijk kleine omvang. Een verantwoordingsnota/beschrijvende nota is voldoende.

Los van de capaciteitsproblemen die er al dan niet aanwezig zijn is de bijkomende parkeerdruk bij 4 nieuwe klasjes verwaarloosbaar.

Het bezwaar is ongegrond;

 

Parkeerplaatsen: Het bezwaar dat er voor deze uitbreiding 4 parkeerplaatsen moeten voorzien worden die niet worden ingericht op het perceel. 

Beoordeling: In voorliggende aanvraag worden 4 extra klassen ingericht en geen 5. De buitenklas wordt niet beschouwd als een volwaardige klas. Dit is een optionele klas die seizoensgebonden gebruikt kan worden waardoor een andere klas komt leeg te staan.

Volgens artikel 30 van de bouwcode is de norm voor basisonderwijs 0.75 per leslokaal. Er zouden dus in principe 3 parkeerplaatsen op het perceel ingericht moeten worden. Dit is niet aanvaardbaar omdat de veiligheid en de kwaliteit van de speelplaats daardoor in gedrang komt. Het aantal ontbrekende parkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

Het bezwaar is ongegrond;

 

Parkeerdruk: Het bezwaar dat geen parkeerplaatsen worden ingericht op het perceel waardoor de parkeerdruk in de omgeving alleen maar toeneemt.

Beoordeling: Een dergelijke kleine uitbreiding kan geen grote parkeerdruk met zich meebrengen. Het soort parkeren dat hier aan de orde is, betreft werkverkeer: er wordt geparkeerd door de werknemers van de school wanneer de piekbelasting op de straat al weg is omdat de bewoners zelf zijn gaan werken. Hierdoor komt geen significant negatieve impact op de parkeerdruk in de omgeving;

 

Stabiliteit en scheimuren: Het bezwaar dat niet wordt voldaan aan artikel 34 aangezien de fundering aan de straatkant niet tot minstens 1,75 m onder straatniveau wordt voorzien.

Beoordeling: Het klopt dat de fundering aan de straatzijde niet voldoende diep is. Als voorwaarde bij vergunning wordt opgenomen te voldoen aan artikel 34 van de bouwcode door de fundering tot minstens 1,75 m onder straatniveau te voorzien;

Het bezwaar is gegrond.

 

Foutief ingevulde bijlage brandweer: Het bezwaar dat in de bijlage brandweer sprake is van “laagbouw” waar de nok- en kroonlijsthoogte 12,89 m is.

Beoordeling: Laagbouw wordt toegepast op gebouwen waarbij het hoogst afgewerkte vloerpeil van het gebouw, dus de vloer van de hoogste bouwlaag, maximum 10 m bedraagt. De nok- en kroonlijsthoogte kan dus 12,89 zijn voor dit gebouw, uit de snede kan afgelezen worden dat het hoogst afgewerkte vloerpeil zich op 8,81 m bevindt en dus als Laagbouw kan worden beschouwd;

Het bezwaar is ongegrond.

 

Goede ruimtelijke ordening: Het bezwaar dat voorliggende aanvraag niet voldoet aan de goede ruimtelijke ordening.

Beoordeling: Voorliggende aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Volgens deze toetsing aan de goede ruimtelijke ordening blijkt dat het voorgestelde ruimtelijk aanvaardbaar is zoals kan worden nagelezen in de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning.

Het bezwaar is ongegrond.


 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De fundering moet voldoen aan artikel 34 van de bouwcode.

2. De scheimuur van het rechtsaanpalende gebouw moet geïsoleerd en afgewerkt worden.

3. Volgens artikel 8 van de GSV Hemelwater 2023 moet een bovengrondse infiltratie voorzien worden met een minimale oppervlakte van 18.93 m².

4. De bomen op openbaar domein moeten maximaal beschermd worden:

  • Rijden, parkeren, materialen en/of zand opslaan onder bomen of op wortelzones is verboden.
  • Bomen mogen niet gesnoeid worden om ruimte te krijgen voor een kraan, machine, stelling of andere noden van de werf.
  • De boomstammen dienen eveneens te worden beschermd tegen mogelijke schade.

5. De te verwijderen boom dient herplaatst te worden op het terrein.

Indien deze verplaatsing niet lukt of de boom sterft af op een latere periode, dient deze boom gecompenseerd te worden door een inheemse boomsoort grootte klasse A en minimale plantmaat 16/18.

Op de nieuwe locatie moet voldoende ondergrondse groeiruimte voorzien voor een kwalitatieve bomengroei.

6. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.