Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023126509 |
Gegevens van de aanvrager: | BV Mannaert Vastgoed met als adres Kapelsesteenweg 292 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Jan Van Rijswijcklaan 68 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1863G6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en opdelen van een ééngezinswoning tot 2 duplex-appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/05/1998: vergunning (86#8719174) voor het uitbreiden van bestaande eengezinswoning met bijkomende tussenverdieping aan de achterzijde;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212818
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- bouwvolume en inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande achterbouw, dakconstructie en garagevolume;
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de achtergevel;
- voorzien van privatieve terrassen;
- bouwen van een nieuw garagevolume;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 20 december 2023 | 16 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 20 december 2023 | 21 december 2023 | Geen advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 20 december 2023 | 17 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 december 2023 | 22 december 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 december 2023 | 21 december 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 20 december 2023 | 10 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 20 december 2023 | 3 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 20 december 2023 | 29 januari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De uitbreiding ter hoogte van de derde verdieping is niet kenmerkend voor de omgeving.
Het dakterras op de garage is niet aanvaardbaar naar privacy hinder voor de omliggende percelen;
Onder de voortuinstrook is het niet toegelaten kelders aan te leggen. Kelderopeningen, toegangen tot een fietsenkelder, putten en reservoirs zijn wel toegelaten maar mogen het groene karakter van de voortuin niet aantasten. Er wordt een septische put in de voortuinstrook voorzien;
De fietsenberging in de kelder heeft een hoogte van 2,10 m < 2,20 m;
Het toegangspad naar de voordeur heeft een breedte van 2,15 m > 1,50 m;
De fietsenberging voldoet niet aan de oppervlaktenormen;
De afvoerleidingen van de privériolering dienen conform dit artikel aangelegd te worden;
De aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel conform dit artikel;
De inhoud van de septische put ontbreekt op de plannen. Deze dient minimaal 2900 l te bedragen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gesitueerd in de Jan van Rijswijcklaan, gelegen in Antwerpen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen.
Het omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden sluit aan bij de bestaande functies aanwezig op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet deels aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
Het gebouw past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
De afwijking op artikel 6 van de bouwcode – met betrekking tot de uitbreiding op de derde verdieping – is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De uitbreiding ter hoogte van de derde verdieping is niet kenmerkend voor de omgeving. Gezien de omliggende diepere panden valt deze uitbreiding binnen het toelaatbare gabarit. Dit volume wordt afgewerkt met een groendak.
Echter wordt wel opgemerkt dat rond het groendak ook een balustrade wordt geplaatst wat aantoont dat dit gedeelte ook als dakterras wordt gebruikt. Dit gedeelte valt buiten het toelaatbare gabarit en voldoet niet aan het burgerlijk wetboek. Naar voorwaarden wordt meegenomen om de balustrade te beperken tot het effectieve dakterras en niet het groendak.
Gezien de bebouwing in de omgeving is het stedenbouwkundig aanvaardbaar om achteraan op het perceel – zijde Lokkaardstraat – een dubbele garage te voorzien.
Het ontpitten van de voortuin kan gunstig worden geadviseerd. Echter wordt er toegangspad van 2,15 m breed voorzien, waar maar is dan de toegelaten 1,5 m.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om het toegangspad naar de voordeur te beperken tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.
Visueel-vormelijke elementen
Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de voorgevel ten opzichte van vergunde toestand waardoor het advies inzake visuele-vormelijke elementen gunstig is.
De achtergevel wordt afgewerkt met beige natuursteen en roestbruin aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen deels zichtbaar zijn vanaf de Lokkaardstraat en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.
De voorgevel van de garage in de Lokkaardstraat wordt afgewerkt met lichtkleurige gevelsteen en een lichtkleurige sectionaalpoort. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst monumentenzorg. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“… Men wenst het pand te verbouwen tot twee woongelegenheden.
Principieel is er geen bezwaar tegen de voorgestelde opdeling van het pand in twee woongelegenheden.
Er werd tijdens de voorbesprekingen meegegeven dat we uitgaan van behoud van de kamerstructuur op niveau 0 en 1 en de oorspronkelijke afwerking (schouwenmantels, parket, binnendeuren, vloerafwerking, plafondafwerking). Op niveau 0 blijft de kamerstructuur gerespecteerd met behoud van de historische afwerkingselementen.
Op niveau 1 wordt er geen rekening gehouden met de kamerstructuur noch de afwerking. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden dat de kamerstructuur behouden dient te blijven in functie van het lijstwerk tegen het plafond en de parketvloeren. Er kan uiteraard gewerkt worden met portieken ifv het samenvoegen van ruimtes. Dit werd telefonisch besproken met de architect en zal als voorwaarde mee worden opgenomen.
Het buitenschrijnwerk van de voorgevel zal waar nodig vernieuwd worden. We gaan uit van historisch correct geprofileerd houten schrijnwerk. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd aan onze dienst wat ook mee als voorwaarde zal worden opgenomen.“
De voorwaarden geformuleerd in dit advies worden vanuit stedenbouwkundig standpunt gevolgd en zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.
Bodemreliëf
Met betrekking tot het plaatsen van de septische put, wijkt de aanvraag af op artikel 13 van de bouwcode. Deze plaatsing gaat ook in tegen het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer. Zij adviseren voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“BESLUIT:
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:
- De ondergrondse constructie, met name de septische put, die vóór de bouwlijn wordt voorzien, kan niet toegelaten worden. Deze put dient achter de minimum bouwlijn te worden voorzien.
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.“
Naar voorwaarden wordt meegenomen om de septische put te plaatsen achteraan op het perceel, zodat het voldoet aan artikel 13 van de bouwcode en het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Verder wijkt de aanvraag af van de bepalingen van de verordening hemelwater.
De inhoud van de hemelwaterpit van 12.500 l voldoet niet aan de verordening. Deze moet minstens 16.655 l bedragen. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De infiltratievoorziening van 3,22 m² voldoet niet aan de verordening. Deze moet volgens de bepalingen van de verordening minstens een oppervlakte hebben 7,24 m². Echter kan gezien de perceelsoppervlakte, de grootte van de achtertuin en de mogelijks negatieve impact op de aanpalende bebouwing een afwijking worden toegestaan waarbij akkoord gegaan kan gegaan worden met de voorgestelde afmeting.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De afwijking op artikel 21 van de bouwcode – met betrekking tot de minimale plafondhoogte van de fietsenberging – is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De fietsenberging in de kelder heeft een hoogte van 2,10 m in plaats van de vereiste 2,20 m. Echter is wordt deze ruimte sporadisch gebruikt en betreft de afwijking slechts 10 cm wat verwaarloosbaar is.
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden voldoende wooncomfort bieden.
In het voorliggende project worden er wooneenheden met een oppervlakte van 153 en 196 m² gerealiseerd. Deze wooneenheden zijn voldoende groot om een kwalitatieve en aangename woonbeleving te garanderen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De ééngezinswoning wordt verbouwd naar 2 duplexappartementen. |
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 . |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 2 = 0 . |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 4 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4
Er worden 8 fietsstalplaatsen voorzien in de kelder die te bereiken zijn via een trap met fietsgoot. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een vrije uitrijruimte zijn van 1,7 m en dat is hier niet overal het geval. Echter kan deze afwijking aanvaard worden aangezien er voldoende ruimte is om te draaien in de berging.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De balustrade bij het groendak op de derde verdieping blijft beperkt tot enkel het dakterras, op een bouwdiepte van 16 m.
4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen te worden nageleefd.
5. Het rioleringsstelsel moet worden aangelegd conform artikels 40 en 41 van de bouwcode.
6. De septische put moet achteraan onder het terras worden geplaatst. Deze mag niet in de voortuin worden voorzien. Verder moet de put een inhoud hebben van minimaal 2900 l, conform artikel 43 van de bouwcode.
7. Het toegangspad naar de voordeur blijft beperkt tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.
8. De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 20 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 18 februari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 19 maart 2024 |
Verslag GOA | 4 maart 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bewijs van communicatie tussen verschillende partijen onderling is geen verplicht aan te leveren document in een dossier. Het dossier kan hiervoor niet onvolledig worden verklaard.
De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het dossier bevat weldegelijk een MER-screening. Deze ingevuld in de voorziene velden in het Omgevingsloket en raadpleegbaar in het dossier.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is correct dat het geplande project hoger en verder reikt dan het aanpalende pand, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de impact op de zonnepanelen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De balustrade bij het groendak op de derde verdieping blijft beperkt tot enkel het dakterras, op een bouwdiepte van 16 m.
4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen te worden nageleefd.
5. Het rioleringsstelsel moet worden aangelegd conform artikels 40 en 41 van de bouwcode.
6. De septische put moet achteraan onder het terras worden geplaatst. Deze mag niet in de voortuin worden voorzien. Verder moet de put een inhoud hebben van minimaal 2900 l, conform artikel 43 van de bouwcode.
7. Het toegangspad naar de voordeur blijft beperkt tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.
8. De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.