Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023114841 |
Gegevens van de aanvrager: | Bart Van Wallendael met als contactadres Brasschaatselei 1 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Wipstraat 20 - 22 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 8 sectie H nr. 1119Z4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en indelen van 2 panden in 7 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/12/1963: vervallen vergunning (18#45863) voor een verbouwing;
- 09/08/1910: toelating (1910#1430) voor het bouwen van 4 woonhuizen en achtergebouw voor magazijn (tussen de nummers 8 en 20, palende aan het nummer 20).
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- 2 panden van 3 bouwlagen met mansardedak in gesloten bebouwing;
- 3 wooneenheden waarvan:
- tweemaal een open koer achteraan;
- voorgevels in gele gevelsteen met houten buitenschrijnwerk.
Bestaande toestand
- beide panden intern verbonden en ingedeeld in 7 wooneenheden;
- perceel volledig volgebouwd;
- voorgevels in gele gevelsteen met houten buitenschrijnwerk op een plint in blauwe hardsteen.
Nieuwe toestand
- meergezinswoning met 7 wooneenheden;
- open koer aan weerszijden achteraan het perceel;
- afbraak van het achterste deel van het hoofdvolume en plaatsing van uitkragende terrassen;
- fietsenberging voor 2 fietsen;
- voorgevels in gele gevelsteen met buitenschrijnwerk in zwart pvc op een plint in blauwe hardsteen.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een deel van het bouwvolume;
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 7;
- wijzigen van de voorgevel;
- isoleren van de achtergevels;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 20 november 2023 | 22 november 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 20 november 2023 | 20 december 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 november 2023 | 20 november 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 november 2023 | 23 november 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van twee panden met 3 geacht vergunde wooneenheden tot een meergezinswoning met 7 woongelegenheden. De woonfunctie blijft behouden. De functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd aangezien de woonfunctie behouden blijft.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid - Woningtypologie
In voorliggende aanvraag worden de bestaande achterbouwen en overdekte koeren deels gesloopt en wordt opnieuw buitenruimte gecreëerd op maaiveldniveau. De ontpitting van het perceel komt het binnengebied ten goede en wordt dan ook gunstig beoordeeld.
Bij het opdelen van panden dient iedere woning over een logische planschikking te beschikken. Bergingen, gangen, technische ruimten en afvalverzameling worden bijgevolg functioneel georganiseerd. In voorliggende aanvraag worden niet alle woningen van bergruimten voorzien én wordt geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien zoals opgelegd in artikel 26 van de bouwcode.
De woongelegenheden van een project dienen ook gevarieerd in grootte te zijn. Een te grote concentratie van één bepaalde functie kan voor conflicten en overlast zorgen, zoals mobiliteitsgeneratie, parkeerdruk en dergelijke zoals in dit geval blijkt uit de strijdigheden met artikels 29 en 30 van de bouwcode.
Er wordt geoordeeld dat door het omvormen van 3 grote woongelegenheden naar 7 kleinere entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Om bovenstaande hinderaspecten aanvaardbaar te houden en tegelijk de woonkwaliteit te garanderen, is het bijgevolg noodzakelijk om de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de omvang (oppervlakte) van de verschillende functies binnen de woningen anderzijds. Het voorliggende project met 7 éénslaapkamerappartementen vormt een onaanvaardbare mix. Het geheel van bovenstaande criteria maakt dat de woningen in voorliggend project niet kwalitatief kunnen zijn.
De aanvraag is hierdoor in strijd met artikel 6 van de bouwcode en dient te worden geweigerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is daarnaast in strijd met meerdere artikels van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Gezien het project na de werken meer dan 6 wooneenheden omvat, verdeeld over meer dan 2 niveaus, is de verordening van toepassing op de aanvraag. Zo wijkt het aangevraagde af van artikel 18, aangezien er geen lift voorzien wordt. Conform artikel 24 dient een vrije en vlakke draaicirkel aanwezig te zijn voor de toegangsdeuren van de appartementen en bovendien dient hier volgens artikel 25 tevens een vrije en vlakke opstelruimte van minstens 50 cm naast de krukzijde voorzien te worden. Van deze voorschriften kan met betrekking tot gebruiksgemak niet afgeweken worden.
Verder wordt het volume op de verdiepingen uitgebreid door de plaatsing van uitkragende terrassen op de eerste en tweede verdieping. Vanaf het terras op de tweede verdieping is ter hoogte van de linker perceelsgrens inkijk op het naburige perceel gezien de scheidingsmuur onvoldoende hoog komt.
Er worden bijgevolg vanop het terras storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendom, hetgeen hinderlijk is voor de privacy en niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
De aansluitpunten van de DWA en RWA zijn ter hoogte van de rooilijn meer dan 0,50 m uiteen gelegen waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 41 van de bouwcode.
Verder voldoet het aangevraagde niet aan artikel 43 van de bouwcode aangezien er geen septische put voorzien wordt.
De aanpassingen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van de bouwcode en de verordening toegankelijkheid, wijzigen de bouwplannen op essentiële punten, waardoor een nieuwe aanvraag noodzakelijk is.
Visueel-vormelijke elementen
Met voorliggende aanvraag wenst de aanvrager het houten buitenschrijnwerk te wijzigen. Het voorgestelde zwart pvc buitenschrijnwerk is inpasbaar in het straatbeeld en in overeenstemming met de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft de verbouwing van 2 panden tot een meergezinswoning. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden van 3 naar 7.
2 bijkomende appartementen < 60 m² met parkeernorm 1.05 : 2 x 1.05 = 2.1 2 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1.2 : 2 x 1.2 = 2.4
De werkelijke parkeerbehoefte is 5 (2.1 + 2.4 = 4.5)
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe. Bovendien hebben de afzonderlijke panden in voorliggende aanvraag een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 5 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de 4 bijkomende appartementen met 1 slaapkamer moeten 8 fietsenstallingen voorzien worden (4 x 2 = 8).
Op het gelijkvloers wordt een ruimte voorzien voor het stallen van 2 fietsen.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Fietsenstalling inrichten voor 8 fietsen.
Het project voorziet in onvoldoende fietsenstalplaatsen waardoor de aanvraag in strijd is met artikel 29 van de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 20 november 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 19 januari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 18 april 2024 |
Verslag GOA | 19 maart 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.