Op 18 mei 2020 (jaarnummer 295) keurde de gemeenteraad het "plan van aanpak warmtenetten" goed met daarin de afbakening van verschillende pilootzones waaronder de slachthuissite.
Op 14 december 2020 (jaarnummer 775) keurde de gemeenteraad het klimaatplan 2030 van de stad Antwerpen goed. Daarin wordt gerekend op de aanleg van warmtenetten om een belangrijk deel van de warmtevraag (10% van de woningen) te verduurzamen en zo bij te dragen (71 kiloton CO2-reductie) aan de klimaatdoelstellingen van de stad.
Op 11 juni 2022 (jaarnummer 4842) keurde het college van burgemeester en schepenen de intentieovereenkomst goed tot aansluiting van het patrimonium van het Stedelijk Onderwijs (AGSO) . Daarin spreekt ze haar intentie uit om dat patrimonium aan te sluiten op de warmtenetten die worden ontwikkeld in uitvoering van de Roadmap 2030.
Op 27 juni 2022 (jaarnummer 439) keurde de gemeenteraad het beleidskader realisatie warmtenetten goed met als titel "Roadmap 2030 | stadsbreed warmtenet Antwerpen". De uitvoering van de achttien daarin opgenomen beleidsaanbevelingen werd opgedragen aan de bedrijfseenheid stadsontwikkeling, afdeling klimaat & leefmilieu (SW/K&L), Fluvius, Havenbedrijf Antwerpen-Brugge en de betrokken stadsdiensten.
Op 12 mei 2023 (jaarnummer 3271) keurde het college van burgemeester en schepenen de afsprakenverklaring met Warmtenetwerk Antwerpen Oost en Fluvius goed betreffende de ontwikkeling van een warmtenet binnen de warmtecluster Stuivenberg.
Op 9 juni 2023 (jaarnummer 4011) keurde het college van burgemeester en schepenen de Intentieovereenkomst goed met betrekking tot de aansluiting van het patrimonium van Brandweer Zone Antwerpen op de warmtenetten die worden ontwikkeld in uitvoering van de roadmap 2030.
Op 8 september 2023 (jaarnummer 4586) keurde het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van stedelijk reglement warmtenetten goed. Daarin wil de stad, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, regels vastleggen voor de realisatie en exploitatie van warmtenetten. Naast regels m.b.t. het verlenen van een ontwikkelrecht worden ook regels bepaald met betrekking tot de tarieven voor de levering van warmte, en de afbakening van warmteclusters waarvoor Fluvius een domeinreservering zal worden toegekend.
Na de goedkeuring van de afsprakenverklaring op 12 mei 2023 (jaarnummer 4586) werken Fluvius Sysem Operator CV en Warmtenetwerk Antwerpen Oost BV (WAO) verder aan een samenwerkingsovereenkomst, waarbij Fluvius de rol als warmtenetbeheerder op zich zou nemen, en WAO de rol als warmteproducent-leverancier. De stad Antwerpen is als regisseur en eigenaar van een aanzienlijk patrimonium in het plangebied van het warmtenet met als bron de Waterzuiveringsinstallatie van Aquafin nv in Deurne, een onmisbare partij voor het welslagen van dit project. Fluvius vraagt in haar rol van warmtenetbeheerder een engagement van de stad Antwerpen met betrekking tot de aansluiting van het stedelijk patrimonium binnen het plangebied van het Warmtenet Roolwaterzuiveringsinstallatie Deurne. De belevering van de warmteafname die dat patrimonium vertegenwoordigt is een noodzakelijke maar niet uitsluitende voorwaarde voor de rendabiliteit van het project. Het plangebied omvat de warmtecluster Stuivenberg zoals deze werd afgebakend in het ontwerp van het stedelijk reglement warmtenetten aangevuld met de pilootzone van de Slachthuissite zoals afgebakend in het plan van aanpak warmtenetten.
De realisatie van dit warmtenet draagt in belangrijke mate bij aan de klimaatdoelstellingen van de stad Antwerpen. Het warmtenet zal immers gevoed worden door een 100% klimaatneutrale bron. Zo biedt het in de eerste plaats voor de gebouwen binnen het plangebied een kosteneffectieve oplossing voor het verduurzamen van hun warmtevraag. De kosteneffectiviteit van warmtenetten in het plangebied ten opzichte van de alternatieven werd aangetoond in de Strategische Energievisie en de daaruit voortvloeiende plannen en beleidskaders zoals de Roadmap 2030.
Die redenering geldt vanzelfsprekend voor het patrimonium van de stad Antwerpen. De intentie om dat patrimonium te verduurzamen door middel van aansluiting op een warmtenet werd uitgesproken in verschillende beleidskaders. Zo stelt het klimaatplan onder "hoofdstuk 9: de stad als goede voorbeeld" : De stad sluit waar mogelijk haar gebouwen aan op het warmtenet. Ook in de Roadmap 2030 werd de rol van het eigen patrimonium in de ontwikkeling van warmtenetten goed beschreven en vertaald in beleidsactie 9: Opzetten van samenwerkingsovereenkomsten met patrimoniumbeheerders van de stad Antwerpen.
De uitvoering van die beleidsactie leidde reeds tot de goedkeuring van 2 intentieovereenkomsten met beheerders van een deel van het stedelijk patrimonium. In dit geval het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs (AGSO) en de Brandweer Zone Antwerpen (BZA). Sociale Huisvestingsmaatschappij Woonhaven kwam vanuit een intentieverklaring al tot een samenwerkingsovereenkomst met Fluvius. Bij een volledige uitvoering van de beleidsactie zullen voor het volledige stedelijk patrimonium hetzij samenwerkingsovereenkomsten voor een volledige portefeuille hetzij aansluitcontracten voor individuele gebouwen zijn gesloten.
Het afsluiten van dergelijke overeenkomsten vraagt een grondige voorbereiding met uitwisseling van investeringsplanningen, plaatsbezoeken en technische voorstudies. De uitvoeringsplanning van het Warmtenet Rioolwaterzuiveringsinstallatie Deurne is echter afhankelijk van de realisatie van de eerste warmteleidingen onder het publiek domein van de Slachthuissite dewelke moet aanvangen in april 2024. Gezien deze dwingende planning is het niet mogelijk om, nog voor de aanvang van die werken en de daarbij behorende finale investeringsbeslissing van de partijen die samen het warmteneproject zullen realiseren, tot de noodzakelijke contractuele overeenkomsten te komen. Om de investerende partijen enige zekerheid te kunnen bieden met betrekking tot de aansluiting van het stedelijke patrimonium wenst de stad zich in te spannen om haar patrimonium tijdig aan te sluiten op het te ontwikkelen warmtenet. Dit engagement wordt beschreven in de voorliggende facilitatieovereenkomst.
Op basis van een eigen analyse identificeerde Fluvius 22 gebouwen die ze zou willen aansluiten op het Warmtenet Rioolwaterzuiveringsinstallatie Deurne. Deze gebouwen vertegenwoordigen samen een warmtevraag van 13.773 GWh. De aansluiting van deze gebouwen vormen de basis voor de businesscase van het warmtenet in de warmtecluster Stuivenberg.
Op basis van een eigen analyse van gegevens in de stedelijke GIS-systemen konden 49 gebouwen binnen het stedelijk patrimonium worden geïdentificeerd die op minder dan 100m van het te ontwikkelen warmtenet en binnen het plangebied gelegen zijn. Deze gebouwen zijn zonder grote uitbreidingen van het net aansluitbaar. Van die 49 gebouwenzijn er 7 waarvan de stad Antwerpen rechtstreeks de energiefactuur betaalt en de stad de afname dus eenvoudig kon inschatten. Die facturen zijn samen goed voor een totale aardgas afname van 7,867 GWh/j. De afname in 7 gebouwen van woonhaven die Fluvius zelf aanduidde werd door hen ingeschat op een totale afname van 8,829 GWh/j. Het door Fluvius aansluitbaar patrimonium van woonhaven en het potentieel aansluitbaar ander stedelijk patrimonium vertegenwoordigen dus samen een geschatte afname van 16,697 GWh/j. Daarbij mag bovendien opgemerkt worden dat voor 27 gebouwen nog geen raming van de afname beschikbaar is. Het is dus goed mogelijk om een afname vergelijkbaar met de door Fluvius geïdentificeerde gebouwen te realiseren. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bovengenoemde cijfers:
#aantal gebouwen | Facturen Stad (VEB) MWh/j | Geschat verbruik Fluvius (GWh/j) | Potentieel GWh/j | |
gebouwen geïdentificeerd door Fluvius | 22 | 12,478 | ||
gebouw stadsgebouwen | 29 | 7,868 (7 geb.) | 3,649 (7geb.) | 7,868 |
gebouw woonhaven | 20 | 8,829 (15 geb.) | 8,829 | |
Som | 16,697 |
In de facillitatieovereenkomst met Fluvius engageert de stad Antwerpen zich tot:
Daarnaast zal de stad Antwerpen het Warmtenetwerk Waterzuiveringsinstallatie Deurne faciliteren:
De engagementen zijn slechts geldig onder volgende noodzakelijke voorwaarden
De inspanningsverbintenis om het stedelijk patrimonium in het plangebied van de facilitatieovereenkomst aan te sluiten op het warmtenet rioolwaterzuiveringsinstallatie Deurne is in principe budgetneutraal als we het volgende in overweging nemen:
Enkel wanneer een aansluiting op het warmtenet in het kader van deze facilitatieovereenkomst wenselijk zou zijn voor het einde van de afschrijvingsperiode van de huidige verwarmingsinstallaties is er mogelijk een budgettaire impact. Om in gebeurlijke gevallen dergelijke budgettaire impact te kunnen compenseren werd een provisie gebudgetteerd van 425.000,00 € in 2024 en 399.356,00 € in 2025. Omdat de middelen ten vroegste in 2025 ingezet kunnen worden - engagementen m.b.t. afnamevolumes starten ingevolge de facilitatieovereenkomst pas in 2026, werd het budget in AMJP 7 voor 2024 verschoven naar een ander investeringsproject van de roadmap 2030 | stadsbreed warmtenet Antwerpen, het project Royerssluis op budgetadres:
5152500000/664600/2LMS020101PA5991/SUB_NR
Deze voor 2025 werden verschoven naar de investeringscluster op budgetadres:
5150980000/664600/2LMS029801A00000/SUB_NR
Op budgetpositie 664 is daar 1.993.031,00€ voorzien. Waarvan dus in elk geval 399.356,00 € kan aangewend worden voor de compensatie zoals beschreven.
Het college keurt de Facillitatieovereenkomst Warmtenet Rioolwaterzuiveringsinstallatie Deurne goed.
Dienst | Opdracht |
SW/Klimaat&Leefmilieu | Waarborgen van de engagementen naar Fluvius met betrekking tot de aansluiting van het stedelijk patrimonium. Dit in samenspraak met de diverse patrimoniumbeheerders van de Stad Antwerpen. |