Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024036053 |
Gegevens van de aanvrager: | BV MARTHA met als adres Dalkruidlaan 5 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Leescorfstraat 10 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 26 sectie B nr. 905G9 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning met 4 woongelegenheden na afbraak bestaand appartementsgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/12/2023: weigering (OMV_2023103046) voor het bouwen van een meergezinswoning met 4 woongelegenheden na afbraak bestaand appartementsgebouw;
- 02/05/1929: toelating (1399#11299) voor het bouwen van huis;
- 04/11/1926: toelating (1399#9374) voor het bouwen van een werkplaats.
Vergunde toestand
- functie: wonen – meergezinswoning met 3 woongelegenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- hoofdgebouw: niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw;
- bijgebouw achteraan het perceel:
Nieuwe toestand
- functie: wonen – meergezinswoning met 3 woongelegenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande meergezinswoning;
- bouwen van een nieuwe meergezinswoning;
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;
- verbouwen van het bijgebouw;
- bijhorende wijzigen aan de scheidingsmuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 12 april 2024 | 17 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 12 april 2024 | 22 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 12 april 2024 | 18 april 2024 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 12 april 2024 | 23 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 12 april 2024 | 12 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 12 april 2024 | 29 april 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is gelegen in woongebied. De aanvraag betreft de sloop van een meergezinswoning en de bouw van een nieuwe meergezinswoning. Deze functie ‘wonen’ wordt gunstig geadviseerd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In de De Leescorfstraat zijn zowel woningen met 3 bouwlagen als woningen met 4 bouwlagen (onder plat dak) aanwezig.
De nieuwe meergezinswoning betreft 4 bouwlagen en heeft een kroonlijsthoogte van circa 12,4 meter. Deze schaal sluit aan bij de meergezinswoning te De Leescorfstraat nr. 14 en is inpasbaar in het straatbeeld.
De straat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door grote bouwdieptes. De bouwdiepte van het gelijkvloers betreft 17 en de eerste verdieping betreft 15 meter. Hier worden twee ruimte duplexappartementen ingericht, grenzend aan de tuin. Dit wordt gunstig geadviseerd.
De tweede verdieping wordt voorzien tot een bouwdiepte van 13 meter, met achteraan centraal een terras van 6,2 m². Dit wordt ingericht als een ruim twee-slaapkamerappartement. Dit wordt gunstig geadviseerd.
De derde verdieping heeft een bouwdiepte van 9 meter en sluit daarmee aan bij de schaal van de daklagen in de omgeving.
Achteraan het perceel is een perceelbreed tuinhuis gebouwd. Dit gebouw wordt vernieuwd. Dergelijke grote tuinhuizen zijn kenmerkend in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project voor de bovenste woongelegenheid, waardoor deze onvoldoende wooncomfort biedt.
De derde verdieping wordt op de grondplannen benoemd als ‘studio’, maar het grondplan toont een één-slaapkamerappartement. In voorwaarde wordt opgelegd de muur tussen het slaapgedeelte en de leefruimte niet te voorzien, zodat de woongelegenheid een kwalitatieve studio met een doorlopende verblijfsruimte van circa 37 m² betreft.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorgevelontwerp zoals aangeleverd is niet in overeenstemming met de verordende voorschriften en is onvoldoende gedetailleerd, waardoor dit een verarming van het straatbeeld betreft.
De knelpunten werden met de architect besproken, en op basis daarvan heeft deze een nieuwe geveltekening aangeleverd die wel voldoet aan de minimale kwaliteitseisen. Deze wordt in voorwaarden toegevoegd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van een meergezinswoning met 4 woongelegenheden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 1x4= 4 De werkelijke parkeerbehoefte is 4.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3. (3 appartementen) Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De muur tussen het slaapgedeelte en de leefruimte van de woongelegenheid op de derde verdieping niet te voorzien.
3. Het regenwater te recupereren en een bovengrondse infiltratievoorziening te voorzien conform de bepalingen van artikel 7 en 8 van de verordening hemelwater.
4. De voorgevel te voorzien volgens de aangeleverde geveltekening “BA_2211LEES_G_N_1_voorgevel_voorwaarde”.
5. De hoogte van de tuinafsluitingen te beperken tot maximaal 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.
6. Een septische put met minimaal een inhoud van 3800 liter te voorzien.
7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 maart 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 juni 2024 |
Verslag GOA | 23 mei 2024 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De muur tussen het slaapgedeelte en de leefruimte van de woongelegenheid op de derde verdieping niet te voorzien.
3. Het regenwater te recupereren en een bovengrondse infiltratievoorziening te voorzien conform de bepalingen van artikel 7 en 8 van de verordening hemelwater.
4. De voorgevel te voorzien volgens de aangeleverde geveltekening “BA_2211LEES_G_N_1_voorgevel_voorwaarde”.
5. De hoogte van de tuinafsluitingen te beperken tot maximaal 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.
6. Een septische put met minimaal een inhoud van 3800 liter te voorzien.
7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.