Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024041853 |
Gegevens van de aanvrager: | BV Raven Investment Real Estate met als contactadres Kipdorp 42 bus A te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Haantjeslei 7 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1673S4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | opsplitsen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 woonentiteiten en wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/12/2023: statusrapport;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6823;
- 14/06/2016: proces-verbaal (11002_2016_1036) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaande schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen;
- 09/12/1904: toelating (1904#2272) voor het bouwen van een huis.
Vergunde toestand
Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;
Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:
- functie wonen:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- wijkt af van de vergunde toestand:
Nieuwe toestand
- functie wonen:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 4;
- wijzigen van het buitenschrijnwerk;
- isoleren van de achtergevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 10 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Fluvius System Operator | 10 april 2024 | 17 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 10 april 2024 | 8 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Proximus | 10 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 10 april 2024 | 17 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 10 april 2024 | 10 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 10 april 2024 | 25 april 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Het aantal woonentiteiten overschrijdt de draagkracht van het perceel.
De minimale netto-oppervlakte van een zelfstandige woning bedraagt 35 m². Bij hellende plafonds de netto-vloeroppervlakte meegerekend met een vrije hoogte groter dan 1,80 m.
Geen enkele van de 4 woongelegenheden voldoet aan dit minimum.
De studio onder het zadeldak heeft in de slaap- en leefruimte slechts een lichtdoorlatende oppervlakte van 0,9 m² waar deze minimum 2,59 m² moet bedragen.
Er is geen afgescheiden afvalberging van minimum 4 m² opgetekend die voorzien is van verluchting.
Het aantal woongelegenheden vermeerdert van 1 naar 4, maar geen enkele woongelegenheid beschikt over een buitenruimte.
Er worden geen fietsplekken voorzien.
Het is niet duidelijk hoe het rioolstelsel wordt uitgevoerd.
Het is niet duidelijk of er een septische put wordt voorzien.
Sectorale regelgeving
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Een eengezinswoning wordt omgevormd naar een meergezinswoning met 4 wooneenheden.
Volgens de beschrijvende nota zijn er 4 woningen in huidige toestand. Echter kan hiervoor geen bewijs gevonden worden dat deze voor 1979 aanwezig waren.
Vermoeden van vergunning adviseert dat de laatst vergunde toestand een eengezinswoning is.
Voorliggende aanvraag is strijdig met diverse artikels van de bouwcode.
Zo meet de netto oppervlakte van elke wooneenheid 30 m2 (bouwcode , art. 22), wordt er geen buitenruimte voorzien (bouwcode, art. 28), worden geen fietsenstalplaatsen voorzien (bouwcode, art. 29), wordt geen afvalberging voorzien (bouwcode, art. 26)
Bijkomend heeft de studio onder het dak heeft slechts een lichtdoorlatende oppervlakte van 0,9 m, waar deze minimaal 2,59 m² moet bedragen (bouwcode, art. 24).
Bovendien is het onduidelijk of de aanvraag voldoet aan artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode.
Elke wooneenheid dient over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht te beschikken, alsook over een logische planschikking met een voldoende aantal grote slaapkamers en een kwalitatieve buitenruimte (balkon, terras of tuin). Bergingen, gangen, technische (energie) ruimten en afvalverzameling worden bijgevolg functioneel georganiseerd. Deze voorzieningen kunnen ook collectief voorzien worden. De woongelegenheden van een gebouw, of van een project bestaande uit meerdere gebouwen die vervat zitten in dezelfde vergunningsaanvraag, dienen ook gevarieerd in grootte te zijn. Het ontbreken van deze criteria in voorliggende aanvraag maakt dat de woningen in voorliggend project niet als kwalitatief beoordeeld kunnen worden om voor vergunning in aanmerking te komen .
Er wordt geoordeeld dat het omvormen van 1 grote woongelegenheid naar 4 kleinere entiteiten de densiteit op het perceel op onaanvaardbare wijze doet stijgen en tegelijkertijd het woongenot doet dalen. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
De aanvraag dient geweigerd te worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgenomen op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De woning maakt deel uit van een groep burger- en winkelhuizen in eclectische of art-nouveaustijl, gebouwd tussen 1901 en 1914. Rijwoningen van twee tot drie traveeën en overwegend drie bouwlagen onder zadeldak. Lijstgevels met parementen uit baksteenmetselwerk of Silezische brikken, geaccentueerd door speklagen en ontlastingsbogen in contrasterende kleur.
Een burgerhuis volgens de bouwaanvragen uit 1904, opgetrokken in opdracht van Eugène Verbinnen. Nummer 7 onderscheidt zich door mozaïekpanelen met landschapsmotief.
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6823
De burgerwoning is beeldbepalend.
Een object/complex is beeldbepalend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn.
De voormalige burgerwoning werd zonder vergunning opgedeeld in 4 woonentiteiten. Voorliggende aanvraag omvat de regularisatie van deze wijzigingen. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vernieuwd naar oorspronkelijk model.
De eerdere opdeling van de woning ging gepaard met de versobering van het interieur. Voorliggende aanvraag omvat geen aanpassingen aan de configuratie en ruimte-indeling ten opzichte van de laatst vergunde toestand. De dienst monumentenzorg gaat uit van het behoud van de nog aanwezige historische interieurelementen zoals trappen, stucwerk en binnenschrijnwerk.
De intenties tot vernieuwing van het buitenschrijnwerk in hout naar historisch model, worden sterk gewaardeerd. Gelet op het erfgoedstatuut en het beeldbepalende karakter van de gevel, wordt gevraagd voldoende aandacht te schenken aan de historische detaillering en profileringen. Typedetails zijn voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
Het smeedijzerwerk ter hoogte van het sous-terrain wordt niet weergegeven op de plannen. Mogelijk gaat dit om een vergetelheid, doch wordt opgelegd dit integraal in situ te behouden.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit voorwaardelijk gunstig advies bijgetreden en zouden volgende voorwaarden uit het advies bij een mogelijke vergunning opgenomen worden:
- Typedetails van het houten schrijnwerk zijn voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
- Behoud in situ van het smeedijzerwerk ter hoogte van het sous-terrain.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het opsplitsen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 woonentiteiten en wijzigen van de voorgevel. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.
De bestaande ééngezinswoning wordt uitgebreid naar 4 wooneenheden.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de 3 bijkomende wooneenheden moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 3 wooneenheden met 1 slaapkamer = 3 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 6
Er zijn geen fietsstalplaatsen.
De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Er moeten 6 fietsstalplaatsen voorzien worden?
Er wordt geen fietsstalplaats voorzien op eigen perceel. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 maart 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 10 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 juni 2024 |
Verslag GOA | 22 mei 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.