2024_CBS_03818 - Toelating muziekactiviteit - AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, Openluchttheater Rivierenhof, Turnhoutsebaan 246. District Deurne. Dossiernummer MUZA2024/026/NR - Goedkeuring

Aanvrager: AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen. De aanvraag omvat live optredens van maandag 20 mei 2024 tot en met vrijdag 13 september 2024, telkens van 10.00 uur tot 23.59 uur, Openluchttheater Rivierenhof, Turnhoutsebaan 246 te 2100 Deurne (Antwerpen).

Vlarem titel II stelt het maximaal geluidsniveau vast voortgebracht door muziek in een tent, in openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare inrichting zoals vermeld in rubriek 32.1 of 32.2 van de Vlarem-indelingslijst, en in private inrichtingen.

Hoofdstuk 6.7 van Vlarem titel II bepaalt dat van het maximale geluidsniveau vastgelegd in het Vlarem, kan worden afgeweken wanneer een muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd en het college de muziekactiviteit toelaat. Het college kan beperkende maatregelen opleggen.

Omdat het ontplooien van de elektronisch versterkte muziek in het kader van evenementen tot overlast en hinder kan leiden, bestaat er aanleiding om voorwaarden op te leggen om deze effecten tot een aanvaardbaar niveau te beperken:

• het geluidsniveau op de bovenring van het Openluchttheater mag 93 dB(A), gemeten als L_Aeq,15min, niet overschrijden;
• het aandeel van zware bastonen (gemeten aan de bovenring) dient zodanig beperkt dat de waarde “L_Ceq – L_Aeq” steeds kleiner blijft dan 13 dB;
• het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon;
• op initiatief en op kosten van de exploitant wordt ofwel L_{Aeq, 15min}, ofwel L_Amax,slow continu gemeten door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis van Vlarem titel II. Dit houdt in dat:

1. de meet- en registratieapparatuur voldoet aan de eisen gesteld voor klasse 2-meetinstrumenten in de NBN-normen (NBN EN 60651 1996 of recenter);
2. de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat die niet kan worden gemanipuleerd door derden. Dit geldt ook voor de meetmicrofoon;
3. de meetmicrofoon van de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat hij niet afgeschermd wordt voor het geluid waaraan bezoekers worden blootgesteld;
4. de meet- en registratieapparatuur moet zo uitgerust zijn dat gedurende de volledige activiteit kan gemeten worden.

• de inrichters zorgen ervoor dat tijdens de muziekactiviteit een verantwoordelijke, die in staat is het geproduceerde geluid te wijzigen op aanduiding van de toezichthouders of politie, steeds telefonisch bereikbaar is. De gegevens betreffende deze verantwoordelijke, zoals naam en gsm-nummer, worden vooraf bezorgd aan de toezichthouders (MI@antwerpen.be) en aan de lokale politie leefmilieu (PZ.Antwerpen.LokaleRecherche.Leefmilieu@police.belgium.eu); 
• de inrichters dienen zich strikt te houden aan de onderrichtingen van de toezichthouders zoals bepaald in artikel 16.3.1 van het decreet algemene bepalingen milieubeleid. In geval van geluidsoverlast of klachten van omwonenden kunnen deze steeds strengere normen opleggen.  

Let wel: de verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de toegestane norm gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten inzake meet- en registratieapparatuur zoals hiervoor vermeld.

Aan het college wordt voorgesteld zich aan te sluiten bij de motivatie en de voorwaarden over te nemen in het besluit.