Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023153905 |
Gegevens van de aanvrager: | Ergun Top met als adres Brederodestraat 133 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Berkenlaan 7 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 217K2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/1991: vergunning (222#11299) voor het uitbreiden van een veranda, inrichten keuken;
- 21/11/1957: toelating (238#9877) voor verbouwingswerken;
- 09/09/1955: toelating (238#9079) voor een landhuis.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande dakconstructie en gelijkvloerse achterbouw;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de gevels;
- aanleggen van verhardingen en een zwembad;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 9 januari 2024 | 10 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 9 januari 2024 | 25 maart 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 3 Heistraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 juni 1992. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone d voor woningen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
- 1 Algemeen ordeningvoorschrift:
3 Plaatsing van de gebouwen
b) de achtergevel ter hoogte van de bijkeuken bevindt zich op 21,60 meter van de voorgevel > 20 meter;
- 2 Voortuinen en zijtuinen:
a) Afsluiting: hekwerk in ijzer op een sokkel van baksteenmetselwerk of natuursteen met maximale hoogte van 1,50 meter is toegestaan. Er wordt een zwarte draad met een hoogte van 2 meter voorzien;
- 3 Binnenplaatsen en tuinen:
b) Bijgebouwen en constructies:
De toegangsweg heeft een breedte van 9,20 meter;
c) Plaatsing van de bijgebouwen en constructies:
1b) de zijgevel ter hoogte van de uitbreiding van de garage staat op 0,80 meter van de perceelsgrens < 4 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De dakkapellen in de voor- en zijgevels doorbreken de kroonlijst;
De voortuin wordt afgesloten met een draad van 2 meter hoog > 1 meter;
De oprit heeft een breedte van 9,20 meter > 3meter.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Berkenlaan wordt gekenmerkt door vrijstaande woningen. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De vergunde toestand van de woning betreft 1 bouwlaag met een groot, sterk hellend schilddak, dat de 1e verdieping en een beperkte zolder bevat. De aanvraag omvat afbraak van de bestaande dakconstructie en de bouw van een volwaardige 2e bouwlaag met een nieuw schilddak met een helling van 45°.
Op het gelijkvloers wordt de bestaande aanbouw achteraan afgebroken en wordt achteraan en in de rechter zijtuinstrook een nieuwe aanbouw geplaatst. Deze aanbouw koppelt het voormalige garagevolume aan het volume van de woning, waardoor dit volume geen bijgebouw meer vormt maar een uitbreiding wordt van de woning. De aanbouw achteraan dient ter uitbreiding van de leefruimten. In het voormalige garagevolume wordt de bijkeuken geplaatst en in de aanbouw rechts wordt een nieuwe garage geplaatst. De half verzonken garage in de kelder wordt door het versmallen van de inrit onbruikbaar gemaakt.
In de nieuwe toestand bedraagt de gelijkvloerse bouwdiepte 21,63 m, wat strijdig is met het BPA. Daarnaast staat de uitbreiding in de rechter zijtuinstrook op slechts 0,80 m van de perceelsgrens, terwijl het BPA een minimumafstand van 4 m oplegt. In de groene parkwijk is het niet wenselijk om volumes in de zijtuinstrook te voorzien. In de vergunde toestand is reeds een constructie aanwezig in de rechter zijtuinstrook, namelijk de garage. Dit volume staat echter teruggetrokken ten opzichte van de woning, waardoor het vrijstaande karakter van de woning bewaard blijft. Door dit volume te betrekken bij de woning en het verder dichtbouwen van de zijtuinstrook, gaat het vrijstaande karakter van de woning echter verloren. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De 1e verdieping wordt als volwaardige bouwlaag uitgewerkt en krijgt eenzelfde uitbreiding achteraan als op het gelijkvloers. Dit volume krijgt een plat dak, waarbij op de randen een stuk hellend dak wordt geplaatst om de indruk te wekken dat het volume voorzien wordt van een hellend dak. Op de 1e verdieping wordt een bouwdiepte van 17,12 m gerealiseerd, wat niet kenmerkend is voor de omgeving. De schaal van de volume-uitbreiding is niet in overeenstemming met deze van de omgeving.
De aanvraag voldoet niet aan de bepalingen van het BPA en de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid. Er wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Ten opzichte van de vergunde toestand worden enkele verhardingen aangelegd, wordt het bestaande zwembad afgebroken en een nieuw zwembad geplaatst. De oprit in de voortuinstrook wordt gekoppeld met het toegangspad naar de voordeur, wat resulteert in een totale breedte van 9,20 m terwijl de bouwcode en het BPA een maximum van 3 m opleggen. Het gedeelte van de oprit voor de woning is door het onbruikbaar maken van de garage in de kelder ook niet meer functioneel.
Mocht voorliggende aanvraag niet negatief geadviseerd worden, werd in voorwaarden opgelegd dat de breedte van de oprit beperkt moest worden tot 3 m en de breedte van het toegangspad naar de voordeur beperkt tot 1,5 m.
Visueel-vormelijke elementen
Aan alle gevels wordt de bestaande gevelsteen afgebroken en wordt na het plaatsen van isolatie een nieuwe witte/lichtgrijze gevelsteen opgetrokken. Het schrijnwerk wordt uitgevoerd in antracietkleurig aluminium en de raam- en deurdorpels in arduin. Het dak wordt afgewerkt met grijs genuanceerde leien. Deze materialen zijn kenmerkend voor de omgeving en dus aanvaardbaar.
De woning wordt niet voorzien van een plint, wat niet in overeenstemming is met de kenmerkende architectuur van de omgeving en niet duurzaam is.
In de voor- en zijgevels worden dakkapellen geplaatst die de kroonlijst doorbreken. Dit is niet in overeenstemming met de kenmerkende architectuur van de omgeving en strijdig met artikel 15 van de bouwcode.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de nieuwe toestand wordt de voortuinstrook afgesloten van de straat door middel van een zwarte draad met een hoogte van 2 m, bedoeld om met klimop begroeid te worden. Het BPA laat echter maar een maximale hoogte van 1,50 m toe voor tuinafsluitingen. Moest voorliggende aanvraag in aanmerking komen voor vergunning, werd in voorwaarden opgelegd dat de hoogte van de voortuinafsluiting beperkt moest worden tot 1,50 m.
In de achtertuin wordt een spar gekapt om deze te vervangen door een kastanje. Gezien de ligging van de aanvraag in de parkwijk Della Faille, werd advies opgevraagd bij de stedelijke Groendienst. Hun advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:
“De bestaande straatbomen dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werkzaamheden. De kroon mag niet gesnoeid worden. Er mag niet gewerkt noch materiaal gestockeerd worden in de kroonprojectie van de bomen en in de groenvakken. Indien gewenst kan er altijd bijkomend advies/hulp gevraagd worden aan de Groendienst.
De nieuw aan te planten boom in de tuin heeft (bij voorkeur) een plantmaat van 16/18 of groter.
Voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.
Voorzie geen verharding, of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en moest de aanvraag gunstig beoordeeld worden, werden de geformuleerde voorwaarden opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 november 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 9 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | 18 januari 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 16 februari 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 23 april 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23 mei 2024 |
Verslag GOA | 8 mei 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
18 januari 2024 | 16 februari 2024 | 0 | 0 | 1 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:
Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd de aanvraag getoetst op
de bepalingen van de verordening hemelwater. Hierbij werden geen strijdigheden met de
verordening opgemerkt. In tegenstelling tot aangegeven in het bezwaarschrift werd in het
hemelwaterformulier wel aangegeven dat een deel van de werken valt onder ‘uitbreiding
van een bestaand gebouw, waarbij aan het bestaand gebouw geen verbouwing met werken
aan de afwatering wordt doorgevoerd’.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Het BPA legt inderdaad een maximale bouwdiepte van 20 m op, die in de
aanvraag wordt overschreden.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: Volgens het BPA dienen de zijgevels van het hoofdgebouw inderdaad op
minstens 4 m afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen te liggen. De gelijkvloerse
uitbreiding aan de rechterzijde is strijdig met dit voorschrift.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: Het BPA legt een kroonlijsthoogte van minimaal 7 m en maximaal 9 m op
ten opzichte van het grondpeil. Aan de voorgevel ligt de bovenzijde van de kroonlijst op
circa 7,15 m ten opzichte van het grondpeil, waardoor de aanvraag voldoet aan dit
voorschrift.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig
verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor
een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. Op het inplantingsplan staat
aangegeven dat de stam van de te kappen spar een doorsnede van slechts 8 cm heeft. De
omtrek staat niet aangegeven. Uit de bij de aanvraag ingediende foto’s blijkt de
opgegeven doorsnede inderdaad niet te kloppen. Dit hindert de beoordeling van de kap
van deze boom echter niet. De stedelijke Groendienst gaf hiervoor een voorwaardelijk
gunstig advies.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Het BPA legt een maximale breedte van 3 m op voor de oprit. De oprit in de
aanvraag voldoet met een breedte van circa 9,20 m niet aan dit voorschrift.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: In de aanvraag doorbreken de nieuwe dakkapellen aan de voor- en zijgevels
inderdaad de kroonlijst van het schilddak, wat niet kenmerkend is voor de architectuur in
de omgeving en strijdig is met de bouwcode.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: Uit de plannen kan in geen geval opgemaakt worden dat er
klimaatbeheersingstoestellen in de technische ruimte geplaatst zullen worden. Gezien
dergelijke toestellen doorgaans in de buitenlucht opgesteld dienen te worden, kan naar
alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag niet strijdig is met artikel 16 van de
bouwcode.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Gezien de ruime open keuken aan de leefruimten wordt de bijkeuken niet
beschouwd als verblijfsruimte en dient deze niet te voldoen aan de vrije hoogte van 2,60
m. Indien geoordeeld zou worden dat de bijkeuken wel een verblijfsruimte is, zou de vrije
hoogte alsnog voldoen aan artikel 21 van de bouwcode. Meer dan de helft van de
verblijfsruimte te meten vanaf 1,80 meter, heeft een hoogte van minstens 2,60 meter.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: De bouwdiepte op het gelijkvloers en de 1e verdieping zijn inderdaad niet
kenmerkend voor de omgeving. De schaal van de aanvraag en in het bijzonder de uitbouw
achteraan over 2 bouwlagen met rondom de aanzet van een hellend dak is niet in
overeenstemming met de schaal van de omliggende woningen.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: De afstand van het inpandig terras en de gevelopeningen in de aanbouw tot
de perceelsgrens is conform het Burgerlijk Wetboek. Wonen in een stedelijke context
brengt onvermijdelijk inkijk op naastgelegen percelen met zich mee. Dit staat goed
nabuurschap echter niet in de weg.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.