Terug
Gepubliceerd op 21/05/2024

2024_CBS_04164 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143394. Lange Lozanastraat en Anselmostraat zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_04164 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143394. Lange Lozanastraat en Anselmostraat zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_04164 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143394. Lange Lozanastraat en Anselmostraat zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023143394

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Lange Lozanastraat en Anselmostraat zonder nummer te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

openbaar domein 

waarvan:

 

-     20231222-0032

openbaar domein (Bemaling Lange Lozanastraat)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een bronbemaling voor de aanleg van riolering met bijstelling voorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

In de kader van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel wordt er een bemaling aangevraagd.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

100 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

441.011 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1. Volgende lozingsnormen worden aangevraagd:

Parameter

IC (µg/liter)

Gevraagd (µg/liter)

Arseen 

5

50

Nikkel 

30

300

Zink 

200

500

Minerale olie 

 

500

MTBE 

 

100

Benzeen 

 

10

Tolueen 

90

700

Ethylbenzeen 

5

50

Xyleen 

4

40

Naftaleen 

2

20

1,2-dichlooretheen 

10

50

Vinylchloride 

 

1

Tetrachlooretheen 

 

10

Trichlooretheen 

 

10

Trichloormethaan 

2,5

7,5

Fosfor (in mg/liter) 

 

2

PFAS (ind) 

 

0,1

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

28 februari 2024

30 april 2024

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

28 februari 2024

27 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Provinciehuis Harmonie, goedgekeurd op 23 mei 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 4 zone voor publiek domein - (pu).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr.38 lange lozanastraat, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 oktober 2001. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: openbare weg.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voorliggende aanvraag betreft een bemaling in het kader rioleringswerken voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel over een afstand van 1.300 meter. Het projectgebied omvat de Lange Lozannastraat en de Anselmostraat. Uit de stabiliteitsnota blijkt dat voor sommige zones grondverbetering nodig is tot 4,5 m-mv. De grondwaterverlaging wordt uitgevoerd tot 0,5 m onder het aanzetniveau van de fundering. De maximale bemalingsdiepte wordt dus aangenomen op 5 m-mv. Het project wordt volledig uitgevoerd met sleufbemaling in 4 verschillende fases. Fase 1 wordt uitgevoerd boven het veronderstelde grondwaterniveau; er zal geen bemaling nodig zijn. De breedte van de sleuven bedraagt in elke fase 6 meter.

 

Fase

Lengte (meter)

Duur (dagen)

Maximale dagdebiet (m³)

Invloedstraal (meter)

Maximaal berekend jaardebiet (m³/jaar)

1

70

/

/

/

 

2

50

14

2347

446

27413

3

55

14

2364

440

27567

4

70

14

2388

425

27774

 

In de bemalingsstudie wordt er gesproken over een dagdebiet van maximaal 2.388 m³/dag (fase 4). Hiermee wordt het totale onttrokken debiet voor een bemalingsduur van 18 maanden berekend op 661.517 m³, dit in de veronderstelling dat de bemaling 14 dagen per fase zal duren. Daarna wordt het totaal waterbezwaar gedeeld door 18 om het jaartotaal van 401.184 m³ per jaar te bekomen. Dit is een vreemde redenering om het totale waterbezwaar te berekenen gezien het water gefaseerd wordt onttrokken en elke fase 14 dagen duurt. Bij een bemaling van 14 dagen aan het maximaal berekende dagdebiet (2.388 m³/dag), wordt er 33.432 m³ water onttrokken. Voor de 3 fases zou dit waterbezwaar oplopen tot 100.296 m³. Het is onduidelijk waarom de aanvrager een onttrekking van grondwater voor 18 maanden vraagt gezien de onttrekking in de berekeningen beperkt wordt tot 3 maal 14 dagen. Het netto onttrokken grondwater is hier van belang, dit wordt berekend op de duur van de werkelijke onttrekking, niet op de duur van het gehele project. In de vergunning zal opgenomen de start- en einddatum van elke bemalingsfase door te geven. Alsook om de debieten zorgvuldig te noteren om onnodige onttrekking van grondwater te voorkomen. Het totaaldebiet wordt bij deze beperkt tot 100.296 m³, dit op basis van het maximale dagdebiet van fase 4 dat weergeven wordt op pagina 15 uit de bemalingsstudie in de vergunningsaanvraag. Dit is alsnog een worst-case scenario gezien de bemaling na een tijd stabiliseert en het dagdebiet zakt tot lagere waarden. Bovendien wordt er bij de optelling van de afzonderlijke maximale jaardebieten (fase 1, 2 en 3) een totaal bekomen van 82.754 m³ per jaar, hetgeen ruim onder de 100.296 m³ ligt waardoor de aanvrager alsnog speling krijgt. In de bemalingsstudie wordt er verwezen naar de resultaten uit de VMM-tool die opgenomen zijn in de bijlagen, deze ontbreken. De berekeningen hadden de exploitant mogelijks meer inzicht kunnen geven in de bepaling van de aan te vragen debieten.

 

OVAM-dossiers

 

In onderstaande tabel worden de verontreinigingen die bevonden werden binnen de invloedstraal van de bemaling en een significante verplaatsing maken, opgesomd.

 

Dossiernummer

Parameters

Verplaatsing (in meter)

 

 

 

27987

Benzeen

Dichlooretheen

Verontreinigingen ter hoogte van de bemaling

4560

Trichloormethaan

19

8220

Benzeen

Ethylbenzeen

Xyleen

Tolueen

5

2

3

3

 

Naast de verontreinigingen uit de OVAM-dossiers werd de vervuiling van PFAS ook geanalyseerd door metingen te doen in bestaande peilbuizen. De projectsite is immers gelegen in een PFAS no-regret zone. Er werd een overschrijding van de normen vastgesteld. De afwijking werd beoordeeld door de VMM en de advisering wordt in de voorwaarden van de vergunning opgenomen.

 

Parameter

IC (µg/liter)

Gevraagd (µg/liter)

Advies VMM (µg/liter)

Arseen

5

50

50

Nikkel

30

300

300

Zink

200

500

500

Minerale olie

 

500

500

MTBE

 

100

100

Benzeen

 

10

Schrappen

Tolueen

90

700

90

Ethylbenzeen

5

50

10

Xyleen

4

40

10

Naftaleen

2

20

2

1,2-dichlooretheen

10

50

50

Vinylchloride

 

1

1

Tetrachlooretheen

 

10

Schrappen

Trichlooretheen

 

10

Schrappen

Trichloormethaan

2,5

7,5

7,5

Fosfor (in mg/liter)

 

2

2

PFAS (ind)

 

0,1

0,1

 

Volgende verhoogde lozingsnormen worden vergund

 

Parameter (µg/liter)

Vergund

Arseen

50

Nikkel

300

Zink

500

Minerale olie

500

MTBE

100

Tolueen

90

Ethylbenzeen

10

Xyleen

10

Naftaleen

2

1,2-dichlooretheen

50

Vinylchloride

1

Trichloormethaan

7,5

PFAS (ind)

0,1

Fosfor (in mg/liter)

2

 

Deze bijstellingen wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

 

De exploitant vraagt bovendien een afwijking op bijlage 4.2.5.1. met betrekking tot de controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform artikel 5.53.3. van Vlarem II. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

 

Het bemalingswater zal geloosd worden in de in de openbare riolering in de Paleisstraat (RWZI Antwerpen Zuid). Er wordt gevraagd te lozen aan een maximaal debiet van 100 m³/uur indien de lozingsparameters dit toestaan. Indien er gezuiverd moet worden, vraagt de exploitant een lozingsdebiet aan van 50 m³/uur na zuivering. Gezien de aangevraagde hoeveelheid te lozen bemalingswater meer dan 10 m³ per uur bedraagt, dient de aanvrager een schriftelijke toelating te verkrijgen van de waterbeheerder. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarde.

 

Er wordt een afwijking gevraagd voor het verbod op infiltratie van onbehandeld bemalingswater met verhoogde waardes overeenkomstig artikel 5.53.6.1.1§3 van Vlarem II. Er wordt gevraagd het bemalingswater, na eventuele zuivering te lozen in de stadsvijver na aankoppeling op de circulaire waterleiding die opportuun gebruikt kan worden in het project om het bemalingswater te bufferen en te infiltreren in plaats van het te lozen op de riolering.

Het klopt dat het aankoppelen aan de circulaire waterleiding een opportuniteit is om het bemalingswater niet te hoeven lozen op de openbare riolering en op deze wijze te kunnen laten infiltreren. Echter moet in afwachting van de bouw van een regelbare noodoverlaat op de vijver het peil nauwlettend in het oog gehouden worden in functie van de bomen. Dit peil staat momenteel hoog waardoor bijkomende toevoeren wan water niet aanbevolen worden. Bovendien moet de waterkwaliteit nauwlettend in het oog gehouden worden. Omwille van bovengenoemde reden wordt het voorlopig afgeraden het bemalingswater aan de circulaire waterleiding te koppelen.

 

Zettingen

De zettingen in de omgeving blijven beperkt tot maximaal 2,00 mm naast de sleuf. Er is dus geen probleem met zettingen ten gevolge van de bemaling.

De zettingen worden als aanvaardbaar geacht.

 

M.e.r.screening

Er zijn verplichtingen met betrekking tot het MER-decreet, namelijk het uitvoeren van een m.e.r.-screening gezien het project een grondwateronttrekking betreft (bijlage III, 10.j)).

De m.e.r.-screening voldoet aan de verplichtingen.
 

De pompen dienen steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

 

De grondwaterverlaging zal opgevolgd worden zodoende enkel het meest noodzakelijke grondwater op te pompen. Er zal getracht worden over de volledige bemalingsperiode zo min mogelijk grondwater op te pompen. Dit wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

 

Openbare werken van deze omvang genereren inherent mobiliteitshinder naar bedrijven en omwonenden. In het kader van de verkeerafwikkeling tijdens de werken en hinder voor omwonenden wordt het project ingedeeld in 4 aanlegfases. Pas als de bovenbouw van een van deze fases afgewerkt is wordt er aan een volgende fase gestart. Tijdens de werken zal de veroorzaakte hinder maximaal worden beperkt door duidelijke communicatie met bedrijven en omwonenden na te streven, toegang tot de percelen wordt maximaal gegarandeerd, transparantie naar fasering, signalisatie in functie van omleidingen en dergelijke.
 

Gezien het gehele project 18 maanden duurt en het projectgebied in een drukke omgeving plaatsvindt waar tal van winkels, kinderdagverblijven en scholen gelegen zijn, moet de communicatie naar de buurt met betrekking tot wegomleidingen, duur en voortgang van het project, onder meer, duidelijk gecommuniceerd worden naar de buurtbewoners. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden. Het wordt bovendien aanbevolen om de werfactiviteiten met betrekking tot aan- en afvoer van materialen niet uit te voeren tijdens de spitsuren, gezien er dan een toename is van wegverkeer en dit mogelijks tot gevaarlijke situaties kan leiden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

100 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50, m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

100.296 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling per fase (fase 2, 3, 4) wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. De bemaling wordt vergund voor een netto-bemalingsperiode van 14 dagen na de start van elke bemalingsfase. Dit voor een totaal van 42 dagen voor de 3 fases samen.
  1. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (daags) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld voor de toezichthouders.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. De stand van elke debietmeter wordt genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

a)   in de eerste week: vijfmaal;

b)   tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;

c)   voor de overige periode: maandelijks.

  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie: 

-     bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt.

-     bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk. 

-     bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. Lozingsnormen: in afwijking van artikel 4.2.3.1 3° worden volgende bijzondere voorwaarden als gunstig geadviseerd:
    Parameter (µg/liter) vergund

-     Arseen: 50 

-     Nikkel: 300 

-     Zink: 500 

-     Minerale olie: 500 

-     MTBE: 100 

-     Tolueen: 90 

-     Ethylbenzeen: 10 

-     Xyleen: 10 

-     Naftaleen: 2 

-     1,2-dichlooretheen: 50 

-     Vinylchloride: 1 

-     Trichloormethaan: 7,5 

-     PFAS (ind): 0,1 

-     Fosfor (in mg/liter): 2 

  1. In afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  1. De afwijking voor de infiltratie van het bemalingswater in de stadsvijver via de circulaire waterleiding wordt niet verleend.
  1. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.
  1. De buurtbewoners dienen tijdig en duidelijk op de hoogte gebracht te worden van duur van het project en de voortgang. Ook eventuele wegversperringen en wegomleidingen, dienen gecommuniceerd te worden. De communicatie dient transparant en duidelijk te zijn.
  1. Aan-en afvoer van materialen moeten zoveel als mogelijk beperkt worden tijdens de spitsuren.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

28 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

27 april 2024 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

27 mei 2024

Verslag GOA

13 mei 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling per fase (fase 2, 3, 4) wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. De bemaling wordt vergund voor een netto-bemalingsperiode van 14 dagen na de start van elke bemalingsfase. Dit voor een totaal van 42 dagen voor de 3 fases samen.
  1. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (daags) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld voor de toezichthouders.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. De stand van elke debietmeter wordt genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

a)   in de eerste week: vijfmaal;

b)   tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;

c)   voor de overige periode: maandelijks.

  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie: 

-     bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt.

-     bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk. 

-     bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. Lozingsnormen: in afwijking van artikel 4.2.3.1 3° worden volgende bijzondere voorwaarden als gunstig geadviseerd:
    Parameter (µg/liter) vergund

-     Arseen: 50 

-     Nikkel: 300 

-     Zink: 500 

-     Minerale olie: 500 

-     MTBE: 100 

-     Tolueen: 90 

-     Ethylbenzeen: 10 

-     Xyleen: 10 

-     Naftaleen: 2 

-     1,2-dichlooretheen: 50 

-     Vinylchloride: 1 

-     Trichloormethaan: 7,5 

-     PFAS (ind): 0,1 

-     Fosfor (in mg/liter): 2 

  1. In afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  1. De afwijking voor de infiltratie van het bemalingswater in de stadsvijver via de circulaire waterleiding wordt niet verleend.
  1. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.
  1. De buurtbewoners dienen tijdig en duidelijk op de hoogte gebracht te worden van duur van het project en de voortgang. Ook eventuele wegversperringen en wegomleidingen, dienen gecommuniceerd te worden. De communicatie dient transparant en duidelijk te zijn.
  1. Aan-en afvoer van materialen moeten zoveel als mogelijk beperkt worden tijdens de spitsuren.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

100 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

100.296 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 18 maanden vanaf de start van de werken.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.