Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_03517 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002672. Dorpstraat 28. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_03517 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002672. Dorpstraat 28. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2024_CBS_03517 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002672. Dorpstraat 28. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024002672

Gegevens van de aanvrager:

de heer Heindrik Verhaert met als contactadres Dorpstraat 30 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Ligging van het project:

Dorpstraat 28 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 19 sectie B nr. 363G

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: Herenwoning https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99548;

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw van 2 bouwlagen met zadeldak, met kroonlijsthoogte van 8,06 en nokhoogte van 12,61 m; 
  • achterbouw van 1 bouwlaag en met plat dak, met bouwdiepte van 2,33 m en bouwhoogte van 3,51 m;
  • bouwdiepte van 11,05 m;

-          gevelafwerking:

  • gevels bepleisterd in een witte kleur;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in hout, wit geschilderd;
  • achterbouw in rode gevelsteen en houten buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • 3 bijgebouwen, waarvan 1 vooraan en 2 in de achtertuin;
  • groenzone van 292 m².

 

Bestaande toestand

overeenkomstig de vergunde toestand met volgende aanpassing/ aanvulling:

-          gevelafwerking hoofdgebouw: gewijzigd schrijnwerk in de voorgevel;

-          bijgebouw bestemd als garage, bestaande uit 1 bouwlaag plus een zadeldak en opgericht in hout, gelegen links van de woning.

 

Nieuwe toestand

-          functie: ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • hoofdvolume ongewijzigd;
  • de bestaande achterbouw wordt afgebroken;
  • nieuwe achterbouw van 1 bouwlaag met plat dak, met bouwdiepte van 5,85 m en bouwhoogte van 3,76 m;
  • totale bouwdiepte van 16,50 m;
  • binnenpas van woning en achterbouw 40 cm hoger dan buitenpas;

-          gevelafwerking:

  • hoofdgebouw ongewijzigd t.o.v. bestaande toestand;
  • achterbouw in roodbruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in aluminiumprofielen, grijszwart;

-          inrichting:

  • oprit in waterdoorlatende verharding, naar bijgebouw bestemd als garage (maar “maakt geen deel uit van de aanvraag” conform plan gelijkvloers);
  • pad naar de voordeur en rond het huis;
  • 3 bijgebouwen worden afgebroken;
  • groenzone van 400 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de achterbouw;

-          uitbreiden van het volume;

-          slopen van 3 bijgebouwen;

-          het bijgebouw bestemd als garage, links van de woning, maakt geen deel uit van de aanvraag;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          inrichten van de tuin met groen en verhardingen;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

6 februari 2024

5 maart 2024

Ongunstig

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

11 maart 2024

26 maart 2024

Gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

6 februari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

11 maart 2024

28 maart 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. 

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater na indienen van de tweede projectinhoudversie.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat).

-          Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie

aangewezen is als adviesinstantie.

Uit de meest recente pluviale modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 4.45 mTAW optreedt. Ergere overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen. Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 4,75 mTAW. Volgens de plannen is hieraan voldaan. Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse mazouttanks. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder, ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning. De voorgestelde werken tasten de bestaande functie van eengezinswoning niet aan.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De woning in voorliggende aanvraag betreft het linker deel van een gebouw wat ooit één woning is geweest. 

 

Er worden drie bestaande bijgebouwen gesloopt, namelijk twee bijgebouwen in de achtertuinzone en een bijgebouw in de voortuinstrook. Het slopen van de bijgebouwen zorgt voor een afname aan verharding en een toename van de groenzone.

 

Links van de woning is nog een bijgebouw aanwezig, bestemd als garage, waarnaar conform het inplantingsplan een oprit in waterdoorlatende verharding wordt voorzien. Op het grondplan van het gelijkvloers nieuwe toestand wordt over dit bijgebouw echter vermeld dat “dit geen deel uitmaakt van de aanvraag”. Omwille van deze tegenstrijdigheid kan er over dit bijgebouw geen beoordeling gedaan worden. Het betreffende bijgebouw links van de woning, inclusief de nieuwe oprit, wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Aan de woning zelf wordt, als vervanging van de afgebroken achterbouw, een nieuwe uitbreiding voorgesteld. Dit nieuwe volume, met een kroonlijsthoogte van 3,76 meter, een bouwdiepte van 5,85 meter en een breedte van 6 meter, brengt de totale bouwdiepte van het gelijkvloers op 16,50 meter.

Het dak ervan wordt als groendak aangelegd. Voor de uitbreiding dient de scheidingsmuur met de rechts aanpalende beperkt aangepast te worden. Er werden geen bezwaren ingediend.

De voorgestelde uitbreiding staat in verhouding tot het bestaande volume alsook tot de aanwezige perceelsdiepte van 54 meter.

 

Aan de tuinzijde wordt de nieuwe achterbouw voorzien van een ruim schrijnwerkgeheel, waardoor het contact met de tuin geoptimaliseerd wordt.

 

Rond de woning en de uitbreiding wordt een waterdoorlatende verharding aangebracht met een breedte van 1 meter. Verder worden in de voortuin nog een toegangspad voorzien alsook een terras achter de woning met een diepte van 3 meter. Ook deze verhardingen zijn waterdoorlatend.

 

In de looptijd van het dossier werd een nieuwe projectinhoudversie ingediend omwille van het ongunstige advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid op de oorspronkelijk ingediende aanvraag. Om tegemoet te komen aan de opmerkingen uit dit advies wordt er in de tuin een infiltratiezone voorzien met een oppervlakte van 1,50 op 2,50 meter met een diepte van 30 cm plus een nieuwe regenwaterput van 2.000 liter met een overloop naar de infiltratiezone. Het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid hierop is gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van het hoofdgebouw, een inventarispand, worden niet gewijzigd.

In de voorgevel wordt enkel in het dakvlak een dakraam toegevoegd en in de linker zijgevel twee dakramen. De nieuwe uitbreiding achteraan het gelijkvloers wordt opgetrokken in roodbruine baksteen en voorzien van zwartgrijs aluminium schrijnwerk.

 

De voorgestelde materialen komen in de omgeving vaker voor en verstoren noch het straatbeeld, noch de verschijningsvorm van de vernieuwde woning.

 

Cultuurhistorische aspecten

De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf een voorwaardelijk gunstig advies:

“Vanuit oogpunt monumentenzorg kunnen we akkoord gaan met de gewenste ingrepen aan het inventarispand. Deze houden voldoende rekening met de nog aanwezige erfgoedwaarde.

De aanbouw is (allicht) niet oorspronkelijk en bevat geen erfgoedelementen. De indeling van het voorhuis evenals de nog aanwezige erfgoedelementen waaronder de deuren, de stucplafonds, haarden en de aankleding in de hal blijven bewaard en worden opgewaardeerd. Ook de losse aanbouwen zijn aangepast en in erg slechte staat of hebben geen erfgoedwaarde en kunnen eveneens gesloopt worden.

De voorgevel blijft ongewijzigd. Deze onderging recent een opfrisbeurt. Het schrijnwerk op de eerste verdieping werd reeds vervangen evenals de voordeur. Het lijkt alsof de originele ramen op het gelijkvloers nog bewaard zijn. De lambrekijns boven de ramen op de eerste bouwlaag zijn eveneens bewaard wat stilaan een zeldzaamheid wordt waardoor we hiervoor bijzondere aandacht vragen met het oog op behoud.

Bij een toekomstige vervanging van het schrijnwerk (ramen verdieping + voordeur) in de voorgevel vragen we om opnieuw correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk te voorzien dat meer aansluit bij de oorspronkelijke vormgeving (zie schrijnwerk achtergevel of schrijnwerk voorgevel gelijkvloers). Detailtekeningen zijn voor te leggen.

Het bestaande, gewijzigde schrijnwerk in de voorgevel dient uitgesloten van vergunning indien onvergund.

Het zou fijn zijn moesten de toekomstige buren aan de rechterzijde de eenheid van de voorgevel opnieuw herstellen met passend schrijnwerk en een gevelkleur die aansluit bij het linkerdeel.

De toegangspoort in het resterende deel van de tuinmuur kan eveneens weggenomen worden aangezien de tuinmuur aan de rechterzijde reeds gesloopt is. Het bestaande hekwerk dient behouden.”

 

Vanuit erfgoedkundig oogpunt wordt het advies bijgetreden en het onvergund schrijnwerk in de voorgevel uitgesloten van vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gevraagde werken beogen een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel ten opzichte van de laatst vergunde toestand worden uit de vergunning uitgesloten.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

6 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

6 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

6 mei 2024

Verslag GOA

16 april 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel ten opzichte van de laatst vergunde toestand worden uit de vergunning uitgesloten.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.