Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_03340 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143465. August Scheyvaertslaan 54. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_03340 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143465. August Scheyvaertslaan 54. District Ekeren - Goedkeuring 2024_CBS_03340 - Omgevingsvergunning - OMV_2023143465. August Scheyvaertslaan 54. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023143465

Gegevens van de aanvrager:

Lia Dieltjens - Wouter Joosen met als adres August Scheyvaertslaan 46 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

August Scheyvaertslaan 54 te 2180 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nr. 343Z18

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen en herbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          23/09/2022: voorwaardelijke doch tot op heden onuitgevoerde vergunning van het college (OMV_2022095061) voor het slopen en het herbouwen van een eengezinswoning.

 

Vergunde (maar nog niet aangevangen) toestand

-          functie: 

  • nieuwe eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder mansarde daklaag, met achterbouw van 2 bouwlagen onder plat dak;
  • kroonlijsthoogte: 6,82 m;
  • nokhoogte: 9,88 m;
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloers: 16 m;
    • 1ste verdieping: aan linkerzijde 16 m – aan rechterzijde in voorwaarde beperkt tot 13 m, aansluitend aan buurgebouw rechts;
    • dakbasis: 9 m;
  • dakkapel in zowel voorste als achterste dakvlak;
  • voortuin van 6 m diep – achtertuin van 13 m diep;

-          gevelafwerking:

  • grijs genuanceerde gevelsteen;
  • antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • looppad van 1,10 m breed in voortuin en perceelsbreed terras van 17,50 m² in achtertuin, aansluitend aan de woning.

 

Bestaande toestand

-          te slopen, nog op het perceel aanwezige, woning.

Gewenste toestand

-          conform (nog niet opgestarte) vergunde toestand, afgezien van:

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte:
    • op 1ste verdieping uitgebreide, perceelsbrede, maatvoering van 16 m.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing;

-          bouwen van een nieuwe eengezinswoning;

-          wijzigen van de scheidsmuren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 – Harmonie en Draagkracht: zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen en aanbouwen dienen qua vorm, grootte en plaatsing afgestemd te zijn op de architectuur en de maatvoering in de omgeving. In deze sluit de maatvoering van de 1ste verdieping (namelijk 16 m) weliswaar correct aan op die van de linker buurpanden maar is dat niet het geval aan de rechterzijde, waar het buurpand slechts beschikt over het doorgaans gehanteerde maximum op een 1ste verdieping van 13 m;
  • artikel 10 – Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: er dient bij het optrekken van nieuwe volumes rekening gehouden te worden met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van aanpalende gebouwen en tuinen. In deze is het perceelsbreed voorzien van een maatvoering van 16 m op de 1ste verdieping, die mogelijks in de toekomst zou kunnen worden overgenomen door het aanpalende pand rechts, vanuit ruimtelijk oogpunt eenvoudigweg niet wenselijk te noemen en dit omwille van de specifieke ligging dicht bij de hoek of oksel van het bouwblok, waardoor eenduidig op onaanvaardbare wijze licht wordt onttrokken aan de panden meer naar de hoek toe. Er kan hiervoor dus geen gunstig ruimtelijk advies worden verleend;
  • artikel 19  – Tuinafsluitingen: voortuinen dienen eenduidig afgesloten te worden door middel van een levendige afsluiting, een muurtje of een hek en dit met een hoogte van maximum 1 m. In dit geval ontbreekt betreffende afsluiting expliciet;
  • artikel 41  – Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de aansluiting van DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbare rioolstelsel. Die aansluiting moet voldoen aan volgende voorwaarden: de aansluitpunten moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn. In deze liggen deze aansluitpunten 0,90 m uit elkaar.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De voorgestelde volumetrie, 2 bouwlagen onder mansardedak en dit met een bouwdiepte van 16 m op gelijkvloers en eerste verdieping en een dakbasis van 9 m, is grotendeels correct ingepast in zijn gebouwde context – dit zonder meer voor wat gelijkvloers en dakverdieping betreft, alwaar eenduidig correct wordt aangesloten op aanpalende bebouwing of doorgaans gehanteerde richtlijnen worden gerespecteerd.

Inzake de maatvoering op de eerste verdieping wordt geoordeeld dat in deze weliswaar correct wordt aangesloten op het gabarit van de panden aan de linkerzijde (op de reeds vermelde diepte van 16 m) maar dat betreffende niet het geval is aan de rechterzijde, alwaar de meer algemeen aanvaarde 13 m aanwezig is ter hoogte van de scheiding.

Betreffende overschrijding zorgt enerzijds voor een ruime beperking van daglichttoetreding op het aanpalende perceel en is anderzijds qua volumetrie niet ingepast in de gebouwde context, dit aangezien dergelijke bouwdieptes (van 16 m op de eerste verdieping) zonder meer niet voorkomend zijn, bij geen van de gebouwen aan de rechterzijde van de aanvraaglocatie.

Bovendien kan het ontwikkelen van een toekomstvisie die ook aan deze zijde dergelijke ruimere bouwmaat zou toelaten, worden tegengesproken door de specifieke ligging van vermelde panden, dicht bij de hoek of oksel van het bouwblok, waardoor op onaanvaardbare wijze daglicht zou worden onttrokken aan de panden aldaar.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook voorwaardelijk gunstig, waarbij zal worden opgelegd de bouwdiepte van de eerste verdieping aan de rechterzijde te beperken tot maximaal 13 m en dit zijdelings tot minimaal 1,90 m verwijderd van de perceelsgrens aldaar, zoals opgetekend in rood op de bijgevoegde plannen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aan te wenden materialen, grijs genuanceerde gevelsteen, donkergrijs schrijnwerk, zinken dakbedekking en grijs plaatmateriaal, zijn enerzijds algemeen aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en zijn anderzijds reeds voorkomend in de ruime omgeving, ook bij de aanpalende panden, waardoor er zonder meer sprake is van een correcte visuele inpassing aan de voorzijde, in het straatbeeld.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden wordt de parkeerbehoefte vastgelegd op 1 plaats per unit en gelet op het feit dat er hier sprake is van het optrekken van slechts 1 eengezinswoning is de werkelijke behoefte dan ook 1 plaats.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m (5 m in dit geval). Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige Plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De aanvraag dient in uitvoering te voldoen aan de bepalingen inzake maatvoering voor aansluitingen van de leidingen van het rioolstelsel op het openbare net, zoals opgenomen in artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.

2. De voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te worden afgesloten volgens de bepalingen van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.

3. Het bouwvolume van de eerste verdieping dient aan de rechterzijde te worden beperkt tot een diepte (gemeten vanaf de voorgevel) van maximaal 13 m en dit zijdelings tot minimaal 1,90 m verwijderd van de perceelsgrens rechts, zoals opgetekend in rood op de bijgevoegde plannen.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 december 2023

Volledig en ontvankelijk

8 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

8 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 mei 2024

Verslag GOA

12 april 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De aanvraag dient in uitvoering te voldoen aan de bepalingen inzake maatvoering voor aansluitingen van de leidingen van het rioolstelsel op het openbare net, zoals opgenomen in artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.

2. De voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te worden afgesloten volgens de bepalingen van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.

3. Het bouwvolume van de eerste verdieping dient aan de rechterzijde te worden beperkt tot een diepte (gemeten vanaf de voorgevel) van maximaal 13 m en dit zijdelings tot minimaal 1,90 m verwijderd van de perceelsgrens rechts, zoals opgetekend in rood op de bijgevoegde plannen.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.