Terug
Gepubliceerd op 10/06/2024

2024_CBS_04806 - Omgevingsvergunning - OMV_2024028022. Sint-Bernardsesteenweg 700-702. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/06/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04806 - Omgevingsvergunning - OMV_2024028022. Sint-Bernardsesteenweg 700-702. District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_04806 - Omgevingsvergunning - OMV_2024028022. Sint-Bernardsesteenweg 700-702. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024028022

Gegevens van de aanvrager:

de heer Abdelkabir Laaroussi met als adres Sint-Bernardsesteenweg 700 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Sint-Bernardsesteenweg 700-702 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 36 sectie B nr. 201V4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

opdelen, uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          11/01/2024: statusrapport.

 

Vergunde toestand

Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;

Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 

-          gevelafwerking:

  • gevelsteen – geel.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers: 28,10 tegen de linker perceelgrens en 19,60 tegen de rechter perceelsgrens;
  • bouwhoogte: 6,90 m;
  • tuinberging achteraan op het perceel;
  • inpandige garage;
  • achtertuin van circa 123 m²;

-          gevelafwerking:

  • verdieping: gevelsteen, geel;
  • gelijkvloers: natuursteen, beige/bruin/groen;
  • buitenschrijnwerk: donkerbruin.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – meergezinswoning met 3 wooneenheden:
    • 2 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 77, 54 m² en 81,17 m²;
    • 1 drieslaapkamerappartement (duplex) met een netto vloeroppervlakte van circa 143,15 m²;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte: gelijkvloers17 m, eerste een tweede verdieping 13 m, derde verdieping 9 m;
  • bouwhoogte: 12,43 m;
  • inpandige garage;
  • achtertuin met een oppervlakte van circa 203,5 m²;

-          gevelafwerking:

  • combinatie van steenstrips - gebroken wit en aluminium bekleding – zwart;
  • buitenschrijnwerk: aluminium of pvc - zwart;
  • garagepoort: aluminium - zwart;
  • plint: natuursteen;

-          inrichting perceel:

  • wadi met een oppervlakte van 16 m² in de achtertuin.

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 3;

-          slopen van de bestaande achterbouwen, bijgebouw, vloerplaten en daken;

-          uitbreiden van het gelijkvloers tot een bouwdiepte van 17 m

-          uitbreiden van de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 m

-          bijbouwen van 2 extra bouwlagen;

-          wijzigen en isoleren van de gevels;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleggen van daken als een groendak;

-          aanleggen van een nieuw tuinterras met een bouwdiepte van 4,2 m en over een breedte van 6,56 m.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

16 april 2024

10 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

16 april 2024

8 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

16 april 2024

18 april 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

16 april 2024

17 april 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    zie advies mobiliteit;
  • artikel 30 Autostal- en autoparkeerplaatsen:
    zie advies mobiliteit;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de opstand van het dak van het nieuwe volume ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak dient een minimale hoogte van 0,30 m te hebben;
  • artikel 43 Septische putten:
    de inhoud van de septische put is 3000 liter voorzien in plaats van de minimale inhoud van 3500 liter volgens dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-              Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024. Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.


Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met volgende artikels van de bouwcode:

 

Stabiliteit en scheidingsmuren (art34):

-          Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30 cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Artikel 29 en 30 worden verder in het verslag besproken onder de mobiliteitsimpact.

Er is verder geen gegronde aanleiding om af te wijken van artikel 43 van de bouwcode. Het voldoen aan dit artikel zal dan ook worden opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 3 woonunit. Er worden in de nieuwe toestand 2 tweeslaapkamerappartementen voorzien met een grootte van 77,54 m² en 81,17 m² en een drieslaapkamerappartement met een oppervlakte van 143,15 m² en een buitenruimte van 15 m². De aanvraag voldoet hiermee aan de bepalingen van de bouwcode en de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande eengezinswoning werd voorzien op twee bouwlagen. In deze aanvraag wordt dit bouwvolume verhoogd tot 4 bouwlagen. Waar de bouwhoogte toeneemt, wordt de bouwdiepte van 28,10 m terug gebracht naar 17,00 m. Hierdoor komt een ruime tuinzone die voornamelijk met groen in volle grond aangelegd wordt, vrij. Het voorgestelde bouwvolume en bouwdieptes zijn in deze context ruimtelijke inpasbaar. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan dan ook worden ingestemd met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt overeen met de aanwezige bebouwing. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het pand wordt in de nieuwe toestand geïsoleerd en afgewerkt in wit gebroken steenstrips in combinatie met een natuurstenen plint. Dit materiaalgebruik kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig worden geadviseerd.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm ten opzichte van de rooilijn uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Verder moeten de bestaande elementen in natuursteen behouden blijven of moeten ze vervangen worden door nieuwe elementen in natuursteen;

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. De nieuwe gevelafwerking, inclusief plint, mag dan ook op geen enkele manier dragen op het openbaar domein, maar moet volledig opgehangen worden aan de achterliggende muur. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.

 

Extreme piekwaarden van lood in fijn stof werden begin 2024 gemeten in district Hoboken. Deze zijn met grote waarschijnlijkheid terug te brengen tot grondwerken in de directe omgeving waarbij metaalslakken betrokken waren die historisch gezien zorgden voor versteviging van de ondergrond van terreinen. Voornamelijk in district Hoboken werden deze metaalslakken gebruikt zonder dat echter geweten is waar de exacte locaties van deze metaalslakken zich bevinden.

 

Om opwaaiend stof te voorkomen bij werken op werfzones, dringen er zich bijkomende maatregelen op met het oog op het monitoren en beheersen van stofverspreiding bij werkzaamheden. De aanvrager wordt hierbij gewezen op de politieverordening van 13 mei 2024 betreffende het invoeren van maatregelen ter beperking en monitoring van stofontwikkeling in Hoboken bij werkzaamheden op privaat en openbaar domein.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

Een bestaande eengezinswoning met garage wordt omgevormd tot een meergezinswoning met 2 tweeslaapkamerappartmenten een 1 drieslaapkamerduplexappartement. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er is een uitbreiding met 2 wooneenheden. De parkeerbehoefte voor die twee bijkomende wooneenheden is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 2 parkeerplaatsen.”

 

De plannen voorzien in geen bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

“1 bestaande plaats blijft behouden. Er zijn geen bijkomende plaatsen.”

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 - 0 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

“De fietsparkeerbehoefte is 2 x (2+1) + 1 x (3+1) = 10 fietsparkeerplaatsen.

Verder moet ook 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets,…). In dit geval dus 1.

 

Er worden 10 plaatsen voorzien in een dubbelrekssysteem. De hart op hartafstand is 40 cm, terwijl voor een dubbelrekssysteem 50 cm wordt gevraagd.

Max de helft van de benodigde fietsen kan in een dubbelrekssysteem. In zo´n systeem passen buitenmaatse fietsen niet en ook geen fietsen waar een kinderstoeltje op bevestigd is. Ook niet iedereen is fysiek in staat een fiets omhoog te liften.”

 

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Aangezien de garage niet vergund geacht wordt, zal de inpandige autostalplaats uit de vergunning gesloten worden en zal in voorwaarde opgenomen worden heel de garage in te richten als berging en fietsenberging. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 cm ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

5. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

6. Er moeten 10 fietsen voorzien worden voldoen aan de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.

7. Er moet een septische put voorzien worden conform artikel 43 van de bouwcode.

8. De inpandige autostalplaats wordt uitgesloten uit de vergunning. De hele ruimte dient als berging en fietsenberging ingericht te worden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

16 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2024

Verslag GOA

27 mei 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 cm ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

5. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

6. Er moeten 10 fietsen voorzien worden voldoen aan de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.

7. Er moet een septische put voorzien worden conform artikel 43 van de bouwcode.

8. De inpandige autostalplaats wordt uitgesloten uit de vergunning. De hele ruimte dient als berging en fietsenberging ingericht te worden.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.