Terug
Gepubliceerd op 10/06/2024

2024_CBS_04800 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037024. Constant Jordaenslaan 4. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/06/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04800 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037024. Constant Jordaenslaan 4. District Ekeren - Weigering 2024_CBS_04800 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037024. Constant Jordaenslaan 4. District Ekeren - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024037024

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ahmet Celik met als adres Albert Bevernagelei 19 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Constant Jordaenslaan 4 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 34 sectie E nrs. 142M8 en 142M4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/09/1955: toelating (802#6696) voor het bouwen van een woning.

 

Vergunde toestand

Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven.

Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:

-          functie:

  • eengezinswoning met garage in de achtertuin links;

-          bouwvolume:

  • vrijstaande woning van louter gelijkvloers onder zadeldak, met dakkapellen in laatstgenoemde;
  • aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte van 10,50 m aan rechterzijde en 12,30 m aan linkerzijde;
  • vrijstaande garage van 20 m2 in achtertuin links, onder hellend dak;

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderde Boomse steen, met plint in klampsteen;

-          inrichting:

  • afsluiting aan straatzijde – geen noemenswaardige verhardingen.

 

Bestaande toestand

-          conform toegelaten toestand, afgezien van:

-          bouwvolume:

  • verruimde gelijkvloerse bouwdiepte, van 11 m aan rechterzijde en 12,60 m aan linkerzijde;
  • verruimde en op licht gewijzigde locatie opgetrokken (maar te slopen) vrijstaande garage in achtertuin links;

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderd schrijnwerk.

 

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand, uitgezonderd:

-          bouwvolume:

  • uitgebreide en gewijzigde bouwtypologie, met heden 2 bouwlagen onder plat dak;
  • nieuwe en aangebouwde garage van 1 bouwlaag onder plat dak, vooraan in de rechter zijtuinstrook;
  • bouwdiepte van 8,30 m aan rechterzijde en 13 m aan linkerzijde, op zowel gelijkvloers als 1ste verdieping;
  • aan rechterzijde van uitbreiding op 1ste verdieping ingericht dakterras, van 11,70 m2;

-          voorgevelafwerking:

  • lichtgrijze baksteen met donkergrijs aluminium schrijnwerk;
  • voorgevel garage in witte bepleistering;

-          inrichting:

  • terras van 11 m2 in de achtertuin en 30 m2 aan vereiste verharding in de voortuinstrook (onderhoudspad en oprit).

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, waarbij het zadeldak vervangen wordt door een volwaardige 2de bouwlaag onder plat dak;

-          slopen van de vrijstaande garage en het optrekken van een nieuw exemplaar, aanpalend aan de woning;

-          wijzigen van de voorgevel en het doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleggen verharding.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

16 april 2024

13 mei 2024

Ongunstig

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be). 
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 10 – Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: bij een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en -diepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. In dit geval bepaalt betreffend beeld dat de zijtuinstroken ter hoogte van het hoofdgebouw onverminderd vrij dienen te blijven over een breedte van minimum 3 m (hier is door de invulling met het nieuwe garagevolume geen sprake meer van). Aanvullend wordt dit beeld in deze zichtomgeving eenduidig bepaald door woningen die beëindigd worden door een hellend dak (nergens in de onmiddellijke omgeving komt bij het hoofdgebouw een plat dak voor) en door een bouwdiepte op de 1ste verdieping die zich beperkt tot om en bij 9 à 10 m – in dit geval wordt een overschrijding tot 13 m voorzien;
  • artikel 19 – Tuinafsluitingen: voortuinen moeten afgesloten worden door een levendige afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Betreffende werd hier niet eenduidig opgetekend of vermeld;
  • artikel 40 – Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: het rioolstelsel dient gescheiden aangeboden te worden ter hoogte van de straat, hetgeen hier niet het geval is.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Deze beperkt zich evenwel enkel tot de straat en de aansluiting van de voortuin op het voetpad.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.


-          Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024. Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er zijn onvoldoende gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde volumetrie is grotendeels aanvaardbaar in de gebouwde omgeving: zo zijn er reeds meerdere woningen voorkomend in dezelfde straat die beschikken over 2 volwaardige bouwlagen, zoals hier voorgesteld; wat echter zonder uitzondering ook het geval is, is dat die allen over een hellend dak als beëindiging van het volume beschikken – een plat dak komt hier hoegenaamd niet voor. In die zin betreft dit een eerste volumetrische afwijking.

Aanvullend is de meest voorkomende bouwdiepte bij de buurpanden op de 1ste verdieping zonder meer beperkt tot een maatvoering tussen 8 en 10 m – de gehanteerde 13 m overschrijdt deze dus zonder meer, waardoor bijkomend schaduwwerking naar de buurtuinen kan ontstaan.

Ten slotte komen uitbreidingen in de zijtuinstroken nagenoeg niet voor of werden de zeldzame voorbeelden ervan beduidend meer naar achteren geplaatst (3 à 5 m, zodat het hoofdgebouw meer uitgesproken zichtbaar blijft); door de huidige positie van de nieuwe garage is dit niet meer het geval.

Er zijn op basis van bovenstaande dan ook voldoende redenen om alvast voor de volumetrie van het voorstel een ongunstig advies te verlenen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gehanteerde materialen, lichtgrijze gevelsteen, donkergrijs schrijnwerk en witte bepleistering, zijn aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en zijn grotendeels ingepast in de gebouwde omgeving. Het parement en het schrijnwerk zijn effectief reeds voorkomend in de huidige omtrek; het witte pleisterwerk is dat in se niet maar wordt slechts voor een beperkt deel van het gebouw gehanteerd, waardoor dit accentpercentage in het geheel alsnog aanvaardbaar kan genoemd worden in de gebouwde context.

Het advies voor dit deelaspect is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid werd opgeladen als een ongunstig advies, maar het betreft echter een voorwaardelijk gunstig advies. Bij vergunning zouden de opgenomen voorwaarden hernomen moeten worden.

 

Gelet op de aanwezigheid van een ruime tuin is het inrichten van een dakterras op zich weliswaar aanvaardbaar doch er is dienaangaande geen sprake van een nood of wezenlijke vereiste. Bovendien is de wijze waarop betreffende gebeurt, op zo’n 3 m afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen waarachter zich de relatief ondiepe tuinen van de woningen in de aangrenzende straat bevinden, principieel schadelijk voor de privacy van de aanpalenden aldaar. Een uitsluitende gerichtheid op de eigen, diepere, tuin is dan ook meer aanbevolen en er kan dan ook geen gunstig advies verleend worden voor betreffend hinderaspect.


Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.


Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Bij eengezinswoningen bedraagt de parkeerbehoefte 1 parkeerplaats. De bestaande garage wordt gesloopt.
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 


Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijke ordening. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

16 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2024

Verslag GOA

28 mei 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.