Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024028817 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV WOONHAVEN ANTWERPEN (0403795657) met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | Blancefloerlaan 26-40, Lode Zielenslaan 33 te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nrs. 820A4, 820B4, 820B5, 820C4, 820C5, 820D4, 820F4 en 820G4 |
waarvan: |
|
- 20240227-0040 | afdeling 13 sectie N nrs. 820D4, 820G4, 820A4, 820F4, 820B4, 820C5, 820C4 en 820B5 (Bemaling) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een bemaling voor de bouw van nieuwe sociale woningen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een bemaling noodzakelijk voor de uitvoering van bouwkundige werken. Op de site tussen de Blancefloerlaan, Lode Zielenslaan en Waterhoenlaan, wordt een nieuwbouw voor sociale huisvesting voorzien (OMV_2022149515).
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 48,60 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 48,60 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 160.657,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Er wordt een bijstelling aangevraagd van: - bijlage 4.2.5.1 van Vlarem II: controle-inrichting voor lozingen van afvalwater; - bijlage 4.2.5.2 van Vlarem II: controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater.
Afwijking voorwaarden: - afwijking op 4.2.5.1: Aangezien het een tijdelijke bemaling en een tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan. De debietmeters die geplaatst worden zijn conform Vlarem II artikel 5.53.3.32§12 (meetinrichting tijdelijke bemaling). - afwijking op 4.2.5.2: De staalname van het bemalingswater tijdens de bemaling zal gebeuren via een staalnamekraan op de collector. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 16 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 16 april 2024 | 14 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Er worden drie nieuwbouwblokken voorzien met telkens een ondergrondse verdieping. Het maaiveldpeil bevindt zich gemiddeld op +6,81 mTAW. Het hoogst opgemeten grondwaterpeil bevindt zich op +5,14 mTAW. Voor het rijgebouw oost wordt er algemeen uitgegraven tot +2,82 mTAW (3,99 m-mv) en tot +2,32 mTAW (4,49 m-mv) voor de paalkoppen. Lokaal wordt er dieper uitgegraven ter hoogte van één liftput tot +1,32 mTAW (5,49 m-mv).
Voor het rijgebouw west wordt er algemeen uitgegraven tot +2,67 mTAW (4,14 m-mv) en tot +2,17 mTAW (4,64 m-mv) voor de paalkoppen. Lokaal wordt er dieper uitgegraven ter hoogte van twee liftputten tot +1,17 mTAW (5,64 m-mv). Voor de toren wordt er algemeen uitgegraven tot +3,26 mTAW (3,55 m-mv) en tot +2,76 mTAW (4,05 m-mv) voor de paalkoppen. Lokaal wordt er dieper uitgegraven ter hoogte van één liftput tot +1,76 mTAW (5,05 m-mv).
Volgens de berekeningen bedraagt het debiet per bouwput:
In totaal bedraagt het opgepompt volume grondwater voor de drie bouwputten samen ongeveer 160.657 m³, dat geloosd zal worden in de openbare riolering. De invloedstralen van de drie bemalingen bedragen respectievelijk 450 m voor het rijgebouw-oost, 467 m voor het rijgebouw-west en 384 m voor de toren.
De theoretische eindzettingen bij de verschillende grondwaterverlagingen zijn eveneens berekend, respectievelijk voor het rijgebouw-oost, het rijgebouw-west en de toren. Verscheidene sonderingen wezen uit op de aanwezigheid van een zettingsgevoelige veenlaag. Hierdoor worden er onaanvaardbare zettingen verwacht. Ook ter hoogte van het tramspoor kunnen er onaanvaardbare zettingen verwacht worden in functie van de beschouwde sonderingen.
In de studie wordt het volgende aangeraden:
“Gezien er onaanvaardbare zettingen verwacht worden tijdens de bemalingen van de liftputten ter hoogte van bijna alle sonderingen, wordt er bijgevolg aangeraden om de bemaling lokaal uit te voeren met een open bemaling en de bemalingsduur zo kort mogelijk te houden.”
Voor de zettingsmonitoring wordt het volgende aangeraden:
“De werkelijk optredende zettingen dienen tijdens de bemaling opgevolgd te worden met behulp van zettingsbouten ter hoogte van de gebouwen in de omgeving en voor de opstart van de werken dient een nulmeting uitgevoerd te worden. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie dient de bemaling te worden bijgestuurd. Vanaf 20 mm dient deze te worden stilgelegd. Ook de zettingen ter hoogte van het tramspoor dienen opgevolgd te worden. Indien er zettingen groter dan 10 mm optreden, dient de bemaling te worden stilgelegd. Er wordt ook geadviseerd om gedurende de volledige periode van de bemaling regelmatig controles uit te voeren van de grondwaterstanden. Wanneer tijdens de uitvoering een grotere verlaging mocht optreden, moet de bemaling onmiddellijk bijgestuurd worden.”
Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
In de omgeving van het project zijn een aantal gekende OVAM-dossiers. De verplaatsingen van de grondwaterverontreinigingen binnen de invloedstraal van de bemaling werden berekend. Er werden geen relevante verplaatsingen bekomen.
Tenslotte wordt er een afwijking gevraagd op de plaatsing van een meetgoot en de lozingsnormen voor arseen en PFAS. De gevraagde norm voor arseen is te wijten aan lokaal verhoogde arseenconcentraties in het grondwater. Voor PFAS ligt de projectsite binnen de no regret-zone.
De Vlaamse Milieumaatschappij verleent voorwaardelijk gunstig advies. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan. De debietsmeter die geplaatst wordt, is conform de sectorale bepalingen. Voor de lozing van bemalingswater worden de gevraagde normen ingewilligd.
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning voor de grondwaterbemaling te verlenen voor een periode van 40 weken na de start van de werken alsook de gevraagde afwijking op het plaatsen van een meetgoot en de lozingsnormen toe te staan.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling) | 48,60 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling) | 48,60 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling) | 160.657,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
parameter | lozingsnorm |
arseen | 50 µg/liter |
PFAS (individueel) | 100 ng/liter |
- in de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;
- voor de overige periode: maandelijks.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 maart 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 16 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 juni 2024 |
Verslag GOA | 31 mei 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
parameter | lozingsnorm |
arseen | 50 µg/liter |
PFAS (individueel) | 100 ng/liter |
- in de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;
- voor de overige periode: maandelijks.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling) | 48,60 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling) | 48,60 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling) | 160.657,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 40 weken vanaf de start van de bemaling.