Terug
Gepubliceerd op 01/07/2024

2024_CBS_05522 - Jeugd. Vrijetijdsaanbod op maat - Antwerpse uitrol Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05522 - Jeugd. Vrijetijdsaanbod op maat - Antwerpse uitrol Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten - Goedkeuring 2024_CBS_05522 - Jeugd. Vrijetijdsaanbod op maat - Antwerpse uitrol Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Op 3 mei 2019 keurde het Vlaams parlement het ‘Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten’ goed. Het opzet van het decreet is een geïntegreerd aanbod van buitenschoolse activiteiten voor álle kinderen en gezinnen. Dit wil zeggen dat alle lokale spelers, of ze nu vanuit Onderwijs, Welzijn, Cultuur, Jeugd of Sport worden georganiseerd, zo goed mogelijk samenwerken. Het decreet legt de regie voor dit geïntegreerde aanbod in handen van het lokaal bestuur, waarvan verwacht wordt dat het met de verschillende partners, in de vorm van een lokaal samenwerkingsverband, een lokaal buitenschools beleid uitstippelt.

Het decreet ging in op 1 januari 2021 en voorziet in een overgangsperiode tot 1 januari 2026. Tot die datum behouden de huidige organisatoren van buitenschoolse opvang, in de vorm van een Initiatief Buitenschoolse Opvang, hun middelen via het Agentschap Opgroeien. Vanaf 1 januari 2026 verdeelt Vlaanderen de middelen voor buitenschoolse opvang over de lokale besturen en zijn de lokale besturen verantwoordelijk voor zowel het voeren van de regie over de buitenschoolse opvang en activiteiten als over de verdeling van de middelen.

Op 30 juli 2021 (jaarnummer 6220) besliste het college dat de stad de regierol opnam over de vrijetijdsactiviteiten van kinderen en jongeren binnen het kader van de uitrol van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten. Het college keurde ook de doelstellingen in functie van die regierol goed.

Op 6 mei 2022 (jaarnummer 3590) keurde het college de concretisering van die regierol goed, waarin de rol van het lokaal samenwerkingsverband, de neutraliteit van de stad als regisseur, de signaalfunctie en het transitietraject voor de Initiatieven Buitenschoolse Opvang werd vastgelegd.

De overgangsperiode voor het ontwikkelen van een lokaal beleid in het kader van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten loopt van september 2021 tot en met december 2025. De stad Antwerpen ontvangt in de overgangsperiode een Vlaamse ondersteuning van 1.635.277,81 euro op jaarbasis (geïndexeerd bedrag 2024: 1.840.086,40 euro). Dit bedrag mag binnen de overgangsperiode overgedragen worden naar de volgende kalenderjaren. Vanaf 2026 zullen lokale besturen jaarlijks een basisbedrag per kind van 111,19 euro ontvangen (bedrag van 23 mei 2022). Voor Antwerpen betekent dit, met 69.657 kinderen die in aanmerking komen (cijfer Agentschap Opgroeien,19 oktober 2021), een (niet-geïndexeerd) bedrag van 7.745.161,83 euro.

Met dit besluit wordt het college op de hoogte gebracht van de stand van zaken van de uitrol van het decreet Buitenschoolse opvang en activiteiten in Antwerpen en wordt de verdere aanpak van die uitrol ter goedkeuring voorgelegd aan het college, zodat, in afwachting van een nieuwe Vlaamse regering en verdere besluitvorming over het decreet Buitenschoolse opvang en activiteiten en een nieuw schepencollege in Antwerpen, de stuurgroep het plan van aanpak verder kan uitwerken en partners – scholen en organisaties – geïnformeerd kunnen worden over de verdere uitrol.

Argumentatie

De stad geeft de regierol vorm door, samen met het lokaal samenwerkingsverband, een beleid uit te tekenen op maat van de Antwerpse kinderen, gezinnen, scholen en organisaties. Tijdens de overgangsperiode wordt via pilootprojecten, waarbij de nadruk ligt op de voor- en naschoolse opvang, uitgeprobeerd, geleerd en bijgestuurd, om zo te werken naar een beleid rond buitenschoolse opvang en activiteiten. De pilootprojecten worden gefinancierd vanuit de Vlaamse BOA-middelen die voorzien zijn in de overgangsfase en kunnen ook verdergezet worden vanaf 2026 met de voorziene Vlaamse BOA-middelen.

De pilootprojecten focussen op:

  • een kwaliteitsvolle voor- en naschoolse opvang;
  • een toegankelijke voor- en naschoolse opvang;
  • een naschools activiteitenaanbod;
  • een toegankelijk vrijetijdsaanbod.

Een stand van zaken van de pilootprojecten

1. Een kwaliteitsvolle voor- en naschoolse opvang

In Antwerpen wordt de voor- en naschoolse opvang voornamelijk door de scholen zelf georganiseerd. Vanuit het lokaal samenwerkingsverband kwam dan ook de nood om te werken aan de kwaliteit van de voor- en naschoolse opvang, met veel aandacht voor de ontzorging van schoolteams. Om aan deze nood te beantwoorden werd de rol van de kwaliteitscoördinator in het leven geroepen. Door in te tekenen op de oproep 'kwaliteitsvolle voor- en naschoolse opvang' kunnen scholen, in een samenwerkingsverband met vier scholen (en optioneel een professionele organisatie), een kwaliteitscoördinator aanwerven. Die kwaliteitscoördinator organiseert de voor- en naschoolse opvang, werft en coacht begeleiders en legt de brug naar de school en de ouders. Zo draagt een kwaliteitsvolle voor- en naschoolse opvang bij aan het concept van de doorgaande lijn (een schooldag zonder inhoudelijke en pedagogische breuklijnen) en het verrijken van de leerloopbaan van een leerling. Voor de loonkost van deze coördinator voorziet de stad vanuit de Vlaamse BOA-middelen een ondersteuning van maximaal 70.000,00 euro per schooljaar. Deze coördinatoren worden door de stad opgevolgd via een ondersteuningstraject. Dit pilootproject startte in 2022-2023 met vier kwaliteitscoördinatoren en 15 scholen. In het schooljaar 2024-2025 zullen er 20 kwaliteitscoördinatoren voor 73 scholen actief zijn in Antwerpen. De stad evalueert de samenwerkingen op basis van het plan van aanpak van de kwaliteitscoördinator en de samenwerkende scholen, gebaseerd op de nulmeting en de bevragingen van kinderen en ouders en het engagement en de evolutie doorheen het schooljaar.

2. Een toegankelijke voor- en naschoolse opvang

Het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten legt de nadruk op een aanbod op maat voor kwetsbare kinderen en kinderen met een ondersteuningsbehoefte. Bij de Antwerpse onderwijsnetten leeft al langer de vraag naar een meer uniform tarief en het invoeren van een kansentarief voor de voor- en naschoolse opvang. Daarom werd in de oproep 'toegankelijke voor- en naschoolse opvang' het invoeren van een uniform kansentarief van 0,20 euro per halfuur vastgelegd, waarbij de stad de helft van de inkomstenderving door toepassing van dit kansentarief draagt. Daarnaast nemen de participerende scholen deel aan een ondersteuningstraject waarbij ze de drempels voor leerlingen om deel te nemen aan de voor- en naschoolse opvang in kaart brengen. Deze drempels vertaalt elke school in een toegankelijkheidsplan met doelstellingen en acties, en voor de uitvoering van dit toegankelijkheidsplan kan een school eenmalig 10.000,00 euro inzetten. Dit pilootproject startte in 2022-2023 met 11 scholen (3177 leerlingen). In het schooljaar 2024-2025 participeren 32 scholen en één professionele opvangorganisatie. Uit de resultaten blijkt dat 67,6% van de leerlingen minstens één keer gebruikmaakt van de opvang en dat 32,7% van die leerlingen recht heeft op kansentarief.

Kinderen met een ondersteuningsbehoefte hebben vooral nood aan een aanbod op maat, waarbij er voldoende medewerkers en competente medewerkers zijn om hen op te vangen. Omdat dit een specifieke vorming vereist wordt in september 2024 en tot het einde van de overgangsperiode (december 2025) een professionaliseringsaanbod opgestart voor werknemers in de buitenschoolse kinderopvang die (onder andere) kinderen met een ondersteuningsbehoefte opvangen. Heder vzw zal de coördinatie van dit professionaliseringsaanbod (in de vorm van vorming, intervisie en ondersteuning op de werkvloer) opnemen en samen met andere partners zoals KOCA, Merlijn, Katrinahof, enzovoort uitvoeren.

3. Een naschools activiteitenaanbod

Een van de doelstellingen van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten is om opvang en vrije tijd te integreren, waardoor kinderen kunnen proeven van activiteiten en zo hun interesses en competenties kunnen ontwikkelen. Via het pilootproject naschools activiteitenaanbod wordt het vrijetijdsaanbod dichter bij de naschoolse opvang gebracht, door het aanbod in de opvang te organiseren en/of een samenwerking tussen een school en een lokale aanbieder te stimuleren. Organisaties worden volledig gecompenseerd voor het toepassen van een kansentarief en ontvangen een bedrag van 1.000,00 euro om de samenwerking met een school, in functie van dit activiteitenaanbod, uit te bouwen. Dit pilootproject is gestart in het schooljaar 2023-2024 en 13 organisaties zijn, samen met 48 scholen, ingestapt.

4. Een toegankelijk vrijetijdsaanbod

Ook over het vakantieaanbod voor kinderen voert de stad de regie in het kader van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten. Het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten legt de nadruk op kwetsbare kinderen, kinderen met een ondersteuningsbehoefte en op kleuters. Vanaf 2026 zullen lokale besturen dan ook de helft van de Vlaamse BOA-middelen moeten uitgeven aan organisaties die het kwaliteitslabel kleuteropvang, door het Agentschap Opgroeien toegekend, bezitten. Tijdens de overgangsfase volgt Antwerpen de focus die het decreet legt in de regie over en het ondersteunen van het vakantieaanbod:

  • Negen organisaties zijn in 2023 gestart met het toepassen van een kansentarief van 80% korting op de standaardprijs, waarbij de stad de helft van de inkomstenderving door de toepassing van dit kansentarief draagt. Indien organisaties veel kwetsbare kinderen bereiken (meer dan 30% van de aanwezigheidsdagen zijn aan kansentarief), dan draagt de stad 60% van het kansentarief. In 2023 werden 73.677 aanwezigheidsdagen gerealiseerd, waarvan 32% aanwezigheidsdagen aan kansentarief.
  • Omdat vooral voor de jongste kleuters er onvoldoende aanbod tijdens de schoolvakanties is, stimuleert de stad via het reglement 'vakantieaanbod voor kleuters' ook het organiseren van aanbod voor deze doelgroep. In 2023 werden zo 12.392 aanwezigheidsdagen gerealiseerd waarvan 25,7% aanwezigheidsdagen aan kansentarief.
  • Voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte worden door drie welzijnsorganisaties (Heder vzw, Katrinahof vzw en Voluntas vzw) extra plaatsen aangeboden in hun werkingen voor kinderen die nood hebben aan een exclusief aanbod. Zo kunnen gemiddeld 15 plaatsen per dag extra gecreëerd worden per schoolvakantie. Daarnaast worden vrijetijdsorganisatoren die hun vakantieaanbod inclusiever willen maken hierbij geholpen via mobiele ondersteuning (intakegesprekken met gezinnen, vorming en ondersteuning tijdens de werking en op de locatie zelf) door Heder vzw en Katrinahof vzw.

Van overgangsfase naar regulier beleid: plan van aanpak

De overgangsfase van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten loopt af op 31 december 2025. Tegen 2026 schakelt de stad over van pilootprojecten naar regulier beleid, in overeenstemming met de doelstellingen goedgekeurd door het college op 30 juli 2021 (jaarnummer 6220) en binnen de mogelijkheden van de BOA-middelen die de stad ontvangt van Vlaanderen.

Het organiseren van een lokaal samenwerkingsverband dat adviserend optreedt, blijft ook na de overgangsfase een decretale verplichting. Daarom wordt tegen 2026 de structuur en rol van het lokaal samenwerkingsverband en de verhouding tot andere adviesorganen zoals het Lokaal Overleg Kinderopvang vastgelegd door het college. De interne BOA-stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de afdelingen Jeugd en flankerend onderwijsbeleid, bereidt - op basis van de evaluatie van de pilootprojecten - de volgende stappen voor om voor te leggen aan het college:

  • De focus op kwaliteit en toegankelijkheid van de voor- en naschoolse opvang wordt vastgelegd in een reglement dat ingaat vanaf het schooljaar 2026-2027. Scholen zullen zowel aan de kwaliteit als aan toegankelijkheid van hun voor- en naschoolse opvang moeten werken om ondersteuning te kunnen ontvangen.
  • Het pilootproject rond naschools activiteitenaanbod eindigt na schooljaar 2024-2025. Op basis van de resultaten van het pilootproject en de beschikbare BOA-middelen zal eind 2025 beslist worden of het naschoolse activiteitenaanbod wordt opgenomen in het reglement rond voor- en naschoolse opvang.
  • Voor het opvang- en vrijetijdsaanbod tijdens de schoolvakanties legt de stad, in overeenstemming met het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten, de focus op specifieke doelgroepen (kleuters en kinderen met een ondersteuningsbehoefte) en op de toegankelijkheid van het aanbod. Deze focuspunten en werkingen zullen tegen 2026 uitmonden in een overkoepelend reglement waarbij zowel het creëren van vakantieaanbod voor specifieke doelgroepen als het toegankelijk maken van vakantieaanbod ondersteund wordt.
  • Professionele opvangorganisaties (de huidige Initiatieven Buitenschoolse Opvang) worden vanaf 2026 niet meer rechtstreeks ondersteund door de Vlaamse overheid (Agentschap Opgroeien). Momenteel zijn er in Antwerpen drie door Vlaanderen ondersteunde opvangorganisaties actief en één in Borsbeek. In overleg met deze organisaties ontwikkelt de stad tegen eind 2025 een nieuw kader, aangezien deze organisaties een grote rol opnemen in ondersteuning van scholen die de opvang niet zelf willen organiseren. Daarnaast zijn deze organisaties tijdens de schoolvakanties de belangrijkste partner in het organiseren van opvangaanbod voor kleuters. Om dit verandertraject en de overgang efficiënt te laten verlopen voor alle betrokken partijen (gezinnen, scholen, de organisaties en medewerkers), zal de stad de ondersteuning, zoals die op 31 december 2025 door het Agentschap Opgroeien wordt toegekend, verderzetten in de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 augustus 2027 voor alle IBO-organisatoren die op 31 december 2025 actief zijn op het grondgebied van de stad Antwerpen en betoelaagd worden door het Agentschap Opgroeien. Deze ondersteuning komt uit de BOA-middelen die de stad ontvangt van Vlaanderen.

Beleidsdoelstellingen

7 - Bruisende stad
2BRS04 - Jeugd
2BRS0402 - Divers vrijetijdsaanbod
2BRS040202 - Vrijetijdsaanbod op maat
2BRS040202PA6309 - DecreetBOA

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de stand van zaken van de uitrol van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten in Antwerpen.

Artikel 2

Het college keurt het plan van aanpak voor de uitrol van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten in Antwerpen goed.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.