Op 6 mei 2024 werd de derde oproep gelanceerd van het European Urban Initiative (EUI), het subsidieprogramma voor stedelijke innovatieve acties en capaciteits- en kennisopbouw. Steden kunnen ten laatste op 14 oktober 2024 om 14u een projectvoorstel indienen. De thema's van deze oproep zijn ‘energietransitie’ en ‘technologie in steden’.
Met het EUI-programma ondersteunt de Europese Commissie innovatieve projecten in de stedelijke context met een maximaal projectbudget van 6,25 miljoen euro. Het subsidiepercentage is 80%, met 20% cofinanciering van de projectpartners.
De goedgekeurde projecten gaan midden 2025 van start en hebben een looptijd van drie en een half jaar. Elke stad kan per oproep slechts één projectvoorstel indienen.
Projectvoorstellen worden beoordeeld op:
Art. 8 van het besluit van de gemeenteraad van 25 maart 2019 (jaarnummer 154): het college is bevoegd om namens de stad Antwerpen in te tekenen op projectoproepen die worden georganiseerd door een hogere overheid en om met diezelfde overheid daarover overeenkomsten te sluiten.
De afdeling Eurodesk en Fondsen (Personeel & Organisatie) ondersteunt en begeleidt de indiening van projectvoorstellen. De oproep werd op 2 april 2024 aan de verschillende bedrijfseenheden uitgestuurd, met de vraag om projectvoorstellen in te dienen tegen 15 mei 2024.
Er werden twee projectvoorstellen ingediend:
1. 'Warmtetransitie in Antwerpen: van scholen naar mini-warmtenetten' (TV/Onderwijs en SW/ Klimaat & Leefmilieu)
Het projectvoorstel past binnen het EUI-thema ‘energietransitie’ met specifieke aansluiting bij subthema’s ‘diversificatie van lokale energiebronnen en invoering van slimme en geïntegreerde lokale energiesystemen’.
De doelstelling van het projectvoorstel is om lokale mini-warmtenetten op te zetten met scholen als kernpartners.
De noodzakelijke innovatie in technieken, marktmodellen en samenwerkingen om klimaatneutraliteit te realiseren en de energietransitie te voltooien kan slechts moeizaam geïnitieerd worden vanuit de schoolbesturen zelf. De transitie naar energiezuinige gebouwen en de omslag naar fossielvrije warmte vormen immers niet hun kerntaak. Toch biedt het patrimonium van scholen in de stad, ongeacht tot welk onderwijsnet ze behoren, een belangrijk potentieel om als vliegwiel op te treden binnen de stedelijke energietransitie. Dit zowel door hun rol binnen de stadsgemeenschap als door de eigenschappen van het patrimonium. Dat patrimonium is immers goed verspreid over de hele stad, ingebed in woonwijken en heeft vaak een zekere schaal met aanzienlijke dakoppervlakken en verharde buitenruimte.
De eigenschappen van schoolgebouwen laten vaak toe om meer hernieuwbare energie op te wekken dan noodzakelijk voor de weinig energie-intensieve eigen werking. Met dit project wil de stad Antwerpen de scholen aanmoedigen om maximaal energie op te wekken en de overschotten op te slaan of te delen met de buurt. Aan de hand van enkele pilootprojecten willen de teams sociale en financiële modellen uittesten om het gebruik van lokale warmtenetten nadien op te schalen op verschillende locaties in de stad Antwerpen.
In Antwerpen wordt werk gemaakt van een stadsverwarming zoals beschreven in de Roadmap 2030 Stadsbreed warmtenet Antwerpen. Via een aansluiting op dat stadsbrede warmtenet kunnen scholen een belangrijke stap zetten naar een koolstofneutrale werking. De ontwikkeling daarvan vraagt echter tijd en zal bovendien ook niet over het hele grondgebied worden opgezet. Er is dus in elk geval noodzaak aan lokale initiatieven voor een verduurzaming van de warmtevraag wanneer een aansluiting op het stadsbrede warmtenet niet mogelijk is op middellange termijn. Waar de ontwikkeling van het stadsbrede warmtenet gepland staat op de langere termijn moet het systeem zo ontworpen worden dat het er later deel van kan gaan uitmaken. Daarin schuilen in elk geval meerdere onderzoeksvragen die passen binnen het innovatieve karakter van een EUI-oproep.
Zowel technische en sociale innovatie wordt nagestreefd in dit projectvoorstel.
De technische innovatie bestaat uit de toepassing van zeer lokale lage temperatuur thermische netten die de productie door geothermiek en opslag (Boorgat Energie Opslag (BEO)-velden onder speelplaatsen) verbinden. Geothermie in combinatie met een warmtepomp kan in de winter warmte leveren en in de zomer voor koeling zorgen. Onderzoek van de Ugent (Prof. Van Den Bossche) toont aan dat door de combinatie van de klimaatverandering en de hoge isolatienorm, een vergroot risico op ‘overhitting’ in woningen, kantoren en scholen ontstaat. Geothermiek, gedeeld in een lokaal net, met diversiteit aan aangeslotenen biedt antwoorden.
Op het sociale vlak innoveren we door als stad een proactieve en faciliterende rol op te nemen, maatschappelijke partners te betrekken en in dialoog te gaan met buurtbewoners. Daarbij houden we rekening met het feit dat de kernopdracht van een schoolbestuur erin bestaat in te staan voor kwaliteitsvol onderwijs. Zowel partners die instaan voor het vormen van wijkwerking als technische partners die instaan voor ontzorging en het aanbieden van ‘heat as a service’ zullen betrokken worden in het project.
Om het duurzaam karakter en de transfereerbaarheid van de lokale mini-warmtenetten te garanderen worden de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een rendabele businesscase en opschaling naar de rest van de stad onderzocht.
2. Multimodale mobiliteitsmanager (M4) (SW/Mobiliteit)
De Multimodale mobiliteitsmanager (M4) past binnen het EUI-thema ‘technologie in steden’ met specifieke aansluiting bij subthema’s ‘zorgen voor betere en aangepaste overheidsdiensten en zorgen voor realtime informatie-uitwisseling met gebruikers’.
De M4 werd in een eerste fase ontwikkeld voor het opvolgen van het mobiliteitsbeleid dat werd opgelegd aan de deelmobiliteitsproviders. Dit platform wordt succesvol gebruikt om de Antwerpse deelmobiliteitsproviders te toetsen op het opvolgen van het beleid en eventuele infracties in kaart te brengen.
De doelstelling van het projectvoorstel is om, in een nieuwe ontwikkelfase, het platform sterk uit te breiden met extra functies en te integreren met andere toepassingen. Resultaat van deze ontwikkelingsfase van M4 zou een platform zijn waarin een overheidsinstantie een digital twin van diens deelmobiliteit, passagiersdiensten en autonome leverdiensten zou kunnen aanmaken en beheren. Dankzij het platform:
Eurodesk en Fondsen adviseert om het projectvoorstel 1 'Warmtetransitie in Antwerpen: van scholen naar mini-warmtenetten' (TV/Onderwijs en SW/Klimaat & Leefmilieu) verder uit te werken en in te dienen om volgende redenen:
Het steunpercentage van EUI is 80%, elke partner dient 20% cofinanciering te voorzien. Voor TV/Onderwijs zal de cofinanciering bestaan uit inzet van personeelsmiddelen.
De deelname en het definitieve projectbudget zullen voor indiening en na een eventuele selectie door de EU in de fase van goedkeuring opnieuw worden voorgelegd aan het college, samen met de subsidie- en consortiumovereenkomst.
Voor de goedgekeurde projecten zullen de uitgaven en ontvangsten die gefinancierd worden in het kader van de subsidieoproep EUI, opgenomen worden in het meerjarenplan en gekoppeld worden aan een subsidiefiche.
Het opnemen van kredieten in het volgende meerjarenplan 2026-2028 is onder voorbehoud van goedkeuring door college en gemeenteraad van het nieuwe meerjarenplan. Na goedkeuring van het project kunnen deze bij de volgende aanpassing worden opgenomen in het technisch meerjarenplan 2026-2028, eveneens mits goedkeuring aanpassing meerjarenplan door college en gemeenteraad.
Het college volgt het advies van Eurodesk & Fondsen keurt de verdere uitwerking en indiening van het gezamenlijk projectvoorstel 'Warmtetransitie in Antwerpen: van scholen naar mini-warmtenetten' van TV/Onderwijs en SW/Klimaat & Leefmilieu goed.