Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024042721 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (0248399380) met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kanaaldok B1 - Westkaai te 2040 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie F nr. 234M2 |
waarvan: |
|
- 20240321-0066 | afdeling 16 sectie F nr. 234M2 (IIOA - Afvalpark Lillo) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | Bijstelling van VLAREM-II-milieuvoorwaarden. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 9 december 2010 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor het exploiteren van een inrichting voor de opslag van afvalstoffen, voor een termijn verstrijkend op 9 december 2030.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een bijstelling van een VLAREM-II-milieuvoorwaarde m.b.t. het aanpassen van de inhoudsvoorschriften van het afvalstoffenregister.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor waterweginfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden.
Daarnaast zijn toegelaten:
- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Haven van Antwerpen-Brugge baat op voorliggende site een afvalpark uit, voornamelijk voor afval van binnenschepen.
De aanvraag betreft een vraag tot bijstelling van een milieuvoorwaarde in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM. De aanvrager wenst af te wijken van artikel 7.2.1.4 van het VLAREMA waarin bepaald wordt op welke manier er een register dient bijgehouden te worden van de door hem verwerkte afvalstoffen. Meer specifiek wordt er gevraagd om louter de naam en identificatienummer van binnenkomende afvalstoffen te moeten registreren, niet het adres, noch ondernemingsnummer of btw-nummer.
De aanvrager verklaart dat rapportage van het ondernemingsnummer van de inkomende afvalstromen complex is, aangezien er ook schepen zijn zonder ondernemingsnummer (particuliere schepen). Voor de niet-particuliere schepen moet alle informatie van de bedrijven worden gekoppeld aan het afval van het schip. Aangezien de rapportage per kwartaal dient te gebeuren en er per periode een 300-tal schepen passeren, is dit een zware administratieve last. Verder kunnen schepen geïdentificeerd worden aan de hand van hun EU-nummer, wat standaard wordt bijgehouden aangezien de schepen onder een lidmaatschap hun afval aanleveren aan het containerpark. Gezien de schepen wel geïdentificeerd kunnen worden via hun EU-nummer, kunnen de bedrijven achter deze schepen steekproefsgewijs nog altijd achterhaald worden mocht dit nodig zijn. Het MATIS-rapportagesysteem van OVAM laat echter geen EU-nummer toe in plaats van het btw-nummer. Deze bijstelling kan gunstig geadviseerd worden, aangezien met behulp van het EU-nummer er een gelijkwaardig alternatief wordt voorgesteld.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 14 mei 2024 |
Start openbaar onderzoek | 23 mei 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 21 juni 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 3 juli 2024 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.