Terug
Gepubliceerd op 01/07/2024

2024_CBS_05220 - Omgevingsvergunning - OMV_2024049994. Generaal Lemanstraat 41-45. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05220 - Omgevingsvergunning - OMV_2024049994. Generaal Lemanstraat 41-45. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05220 - Omgevingsvergunning - OMV_2024049994. Generaal Lemanstraat 41-45. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024049994

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV LEMAN INVEST (0404961142) met als adres Tavernierkaai 2 bus 10 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Generaal Lemanstraat 41-45 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nrs. 9A5, 9G6 en 9W6

waarvan:

 

-          20240404-0060

afdeling 10 sectie K nrs. 9W6, 9A5 en 9G6 (bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het exploiteren van een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een ondergrondse kelderconstructie van een meergezinswoning en een verzoek tot bijstelling van lozingsvoorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een grondwaterverlaging voor de aanleg van vier ondergrondse parkeerlagen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

37,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

37,50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

139.753,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II: Bedrijfsafvalwater van inrichtingen met een hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³/dag, 50 m³/maand of 500 m³/jaar, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning dient deze controle-inrichting voor debieten > 2m³/uur of > 20 m³/dag een meetgoot te omvatten (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. De exploitant voorziet hiervoor twee monsternamepunten (in- en effluent) en één waterteller.

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1.2°: voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen van bijlage 2C bevat gelden dezelfde algemene emissiegrenswaarden als in de Afdeling 4.2.2. voorgeschreven voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, behoudens het bepaalde onder 3° hierna.

Artikel 4.2.3.1.3°: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 [...], enkel die stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Volgende bijzondere lozingsvoorwaarden worden gevraagd:

 

parameter

gevraagd

benzeen

10 µg/liter

tolueen

90 µg/liter

ethylbenzeen

10 µg/liter

xyleen

10 µg/liter

minerale olie

500 µg/liter

naftaleen

20 µg/liter

PFAS

100 ng/liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

11 juni 2024

14 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

11 juni 2024

21 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig 

  

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

6 mei 2024

15 mei 2024

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een ondergrondse kelderconstructie van een meergezinswoning en een verzoek tot bijstelling van lozingsvoorwaarden.

 

De aanvraag is gesitueerd in de Generaal Lemanstraat, een stedelijke omgeving met tal van functies (wonen, handel, diensten, enzovoort), gebouwd als gesloten bebouwing.

 

Aan dezelfde straatzijde bestaan de panden uit 2 tot 7 bouwlagen. Aan de overzijde is de bouwhoogte redelijk harmonisch vastgesteld op 6 bouwlagen.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.

 

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Ter hoogte van de projectlocatie wordt een nieuwe meergezinswoning opgetrokken met onder andere vier ondergrondse parkeerlagen. Om de bouw van de parking mogelijk te maken zal de grondwatertafel tijdelijk verlaagd moeten worden.

 

Bemaling

De kelder wordt uitgegraven tot ongeveer 11,8 m-mv; voor de liftputten is een diepte nodig van 13,10 m-mv. Het grondwater bevindt zich op 6 m-mv en zal verlaagd moeten worden tot respectievelijk 12,3 m-mv en 13,6 m-mv. De verlaging zal gerealiseerd worden met een 20-tal dieptebronnen binnenin de bouwput, aangezet in de tertiaire zandlagen tot 20 m-mv. De bemaling wordt sonde-gestuurd en voorzien binnen een waterremmende beschoeiing tot een minimale diepte van 24 m-mv (Boomse klei start op 23 m-mv). Bij opstart wordt een maximaal debiet bereikt van 37 m³/uur of 900 m³/dag. In stationaire toestand zal het gemiddelde debiet dalen naar 16,2 m³/uur. In totaal zal over een periode van 12 maanden tot 139.753 m³/jaar grondwater opgepompt worden. De invloedstraal van de bemaling bedraagt 150 meter (verlaging 0,05 m).
De theoretisch berekende zettingen in een worstcasescenario bedragen maximaal 0,40 mm ter hoogte van de dichtste gebouwen; het risico op zettingen is te verwaarlozen.

Waterkwaliteit

Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden er zich 10 OVAM-dossiers met gekende bodem- of grondwaterverontreiniging. De impact van de bemaling op de verontreinigingen en de mogelijke invloed op de kwaliteit van het opgepompte grondwater werden nagegaan door een erkende bodemdeskundige.

OVAM nr.

locatie

samenvatting

25505

Generaal Lemanstraat 39

-          OBO 10 februari 2005;

-          arseen en chroom in bodem;

-          lood in grondwater;

-          verontreiniging in bemalingswater.

20173

Generaal Lemanstraat 45

-          OBO 1 december 2002;

-          geen richtwaarden overschreden;

-          geen invloed op bemaling.

1483

Generaal Lemanstraat 41-43

-          BSP 24 februari 2006 – nog niet uitgevoerd;

-          verontreiniging met BTEX, minerale olie in vaste deel en grondwater;

-          verontreinigde bodem zal worden afgegraven;

-          kans op voorkomen verontreiniging in bemalingswater.

10092

Karel Oomsstraat 47

-          OBO 5 oktober 1999: lichte verhoging minerale olie en BTEX in grondwater;

-          OBO 20 maart 2003: geen overschrijdingen meer => natuurlijk attenuatie;

-          geen invloed op de bemaling.

4952

Generaal Lemanstraat 47-53

-          BBO 24 augustus 1998: minerale olie en BTEX in grondwater;

-          BSP 14 februari 2001 => EEO 20 maart 2014;

-          restverontreiniging BTEX en minerale olie in grondwater;

-          kans op voorkomen verontreiniging in bemalingswater.

13725

Biartstraat 2

-          OBO 26 september 2003;

-          geen richtwaarden grondwater overschreden;

-          geen invloed op bemaling.

11944

Generaal Lemanstraat 82-92

-          OBO 21 september 2018;

-          geen richtwaarden grondwater overschreden;

-          geen invloed op bemaling.

22693

Karel Oomsstraat 47b

-          BSP 22 oktober 2008;

-          EEO 27 januari 2015;

-          restverontreiniging BTEX en minerale olie in grondwater => kans op voorkomen verontreiniging in bemalingswater;

-          arseen en nikkel in grondwater => hoge retardatie, geen invloed op bemaling.

30042

Generaal Lemanstraat 27

-          OBO 7 november 2007;

-          geen richtwaarden overschreden;

-          geen invloed op bemaling.

20074

Generaal Lemanstraat 1

-          OBO 29 november 2002;

-          geen richtwaarden overschreden;

-          geen invloed op bemaling.

 

Rekening houdend met de retardatiefactor van de verontreiniging, de afstand tot de bemaling en de horizontale doorlatendheid van de bodem werd een theoretische berekening gemaakt van de te verwachten verplaatsing van de verontreinigen uit dossiers 4952 en 22693. Voor de vastgestelde verontreinigingen worden geen versnellingen of relevante verplaatsingen verwacht. De bodemdeskundige stelt voor het debiet en de grondwaterstand te monitoren om na te gaan of de theoretische berekeningen overeenkomen.

De verontreiniging met minerale olie en BTEX vastgesteld in het vaste deel van de aarde ter hoogte van Generaal Lemanstraat 47-53 (dossier 4952) geeft kans op uitloging naar het grondwater.

Omdat de projectlocatie zich binnen de PFAS no regret-zone van 5 tot 10 km rond de 3M-site bevindt, werd een PFAS-analyse uitgevoerd op water uit een peilbuis ter hoogte van de projectlocatie. Er werd geen PFAS-verontreiniging in het staal teruggevonden.


Lozing

In de onmiddellijke omgeving van het project is geen open gracht, beek of waterloop waarin het bemalingswater eventueel geloosd zou kunnen worden. Groene en open ruimte is er beperkt tot enkele binnentuinen, die evenwel niet geschikt zijn om een retourbemaling te voorzien. Het bemalingswater zal geloosd worden in de openbare riolering van de Karel Oomsstraat (aansluiting ter hoogte van nr. 47).


Volgende lozingsvoorwaarden worden gevraagd:

parameter

gevraagd

opmerking

benzeen

10 µg/liter

= IC

tolueen

90 µg/liter

= IC

ethylbenzeen

10 µg/liter

2x IC

xyleen

10 µg/liter

2,5 x IC

minerale olie

500 µg/liter

-

naftaleen

20 µg/liter

10x IC

PFAS

100 ng/liter

tijdelijk handelingskader PFAS

De exploitant stelt een monitoringplan voor waarin de kwaliteit van het bemalingswater wordt opgevolgd na week 1, week 2, week 4 en vervolgens maandelijks.
Indien de voorgestelde lozingsnormen worden overgeschreden zal een waterzuivering (WZI) geplaatst moeten worden. Als concept wordt een KWS-afscheider en waterzijdige actief koolfilter vooropgesteld met een debiet van 40 m³/uur. Indien blijkt dat de installatie te snel verzandt of er sprake is van kalkaanslag, kan het nodig zijn om een zandvang en/of zuurdosering te voorzien. De WZI zal opgesteld worden op eigen terrein en zo geen obstakel vormen op het openbaar domein.
Het bepalen van het risico op aantrekken en voorkomen van verontreiniging in het te lozen grondwater werd deels (en noodgedwongen) gedaan op basis van een desktop studie. Zonder afbreuk te doen aan de waarde van de conclusies, lijkt het aangewezen bij de opstart en vervolgens periodiek een ruim onderzoek van de kwaliteit van het bemalingswater te doen, door de parameters uit het standaardanalysepakket en een representatieve reeks PFAS-stoffen te controleren. Als bijzondere voorwaarde wordt een monitoringsplan opgelegd.

Advies VMM

De VMM, afdeling grondwater geeft een gunstig advies voor een bemaling van 360 dagen, een debiet van maximaal 139.753 m³/jaar en 900 m³/dag en een verlaging van het grondwaterpeil tot 13,6 m-mv. De voorwaarden met betrekking tot de waterremmende wand, peilgestuurde bemaling en monitoring van de waterkwaliteit worden opgenomen in bijzondere milieuvoorwaarden.

De VMM, afdeling afvalwater geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor het lozen van 37,5 m³/uur en 900–– m³/dag in de openbare riolering (DWA). De toelating voor de lozing kan gegeven worden voor zowel met als zonder WZI, zolang de algemene lozingsvoorwaarden en bijzondere lozingsvoorwaarden worden gerespecteerd (ethylbenzeen: 10 µg/liter, xyleen: 10 µg/liter, minerale olie: 500 µg/liter, naftaleen: 2 µg/liter,  PFAS individueel:100 ng/liter). Als voorwaarde wordt eveneens gevraagd dat het grondwater op voorhand geanalyseerd wordt en dat de kwaliteitscontrole voor lozing periodiek herhaald wordt. De bijzondere lozingsvoorwaarden worden opgenomen in het besluit, evenals de voorwaarde over de periodieke kwaliteitscontrole tijdens de bemaling.

Bijstelling sectorale voorwaarden

Een afwijking wordt gevraagd op de bepaling dat vóór de lozing van het bedrijfsafvalwater debietmeet- en bemonsteringsapparatuur moet worden voorzien (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II). Het volume opgepompt grondwater is in principe gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. Conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II moet het debiet van het opgepompte grondwater via een debietmeter opgevolgd worden. Dit geeft voldoende garanties ook het lozingsdebiet te kunnen bepalen. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, moet vóór het lozingspunt een representatief staal genomen kunnen worden. Er is geen bezwaar af te wijken van de bepaling.

 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend  project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

37,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

37,50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

139.753,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:

parameter

voorwaarde

ethylbenzeen

10 µg/liter

xyleen

10 µg/liter

minerale olie

500 µg/liter

naftaleen

2 µg/liter

PFAS

100 ng/liter

2. De kwaliteit van het bemalingswater wordt voor de start van de bemaling gecontroleerd. Hiervoor wordt na 8 uur bemalen een staal genomen, waarna de bemaling terug wordt stopgezet. Het water wordt minstens geanalyseerd op de parameters opgenomen in het standaard analysepakket en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.

3. Na ingebruikname van de bemaling gebeurt de verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: maandelijks.
4. Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt:
- in de eerste maand wekelijks;
- vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
5. De resultaten van de wateranalyses moeten op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld worden aan de toezichthoudende diensten.
6. De bouwput wordt uitgevoerd met een waterremmende wand met aanzetdiepte van minimaal 1 meter in de Boomse klei (circa 24 m-mv). Een hydraulische weerstand van minimaal 90 dagen moet gegarandeerd worden.
7. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II moet geen meetgoot voorzien worden, op voorwaarde dat:
- elk lozingspunt voorzien wordt van een debietmeter, conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II;
- voor elk lozingspunt moet een representatief staal genomen kunnen worden.
8. De aanvangs- en einddatum van de bemaling moet worden meegedeeld aan VMM (grondwater.ant@VMM.be), de afdeling Vergunningen/Milieu (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer OMV_2024049994.
9. Elke bemalingspomp wordt gestuurd op grondwaterpeil in een peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
10. Voor de start van de bemaling wordt een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming bekomen van nv Aquafin voor de lozing van het bemalingswater in de riolering.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 april 2024

Volledig en ontvankelijk

30 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 juni 2024

Verslag GOA

17 juni 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:

parameter

voorwaarde

ethylbenzeen

10 µg/liter

xyleen

10 µg/liter

minerale olie

500 µg/liter

naftaleen

2 µg/liter

PFAS

100 ng/liter

2. De kwaliteit van het bemalingswater wordt voor de start van de bemaling gecontroleerd. Hiervoor wordt na 8 uur bemalen een staal genomen, waarna de bemaling terug wordt stopgezet. Het water wordt minstens geanalyseerd op de parameters opgenomen in het standaard analysepakket en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.

3. Na ingebruikname van de bemaling gebeurt de verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: maandelijks.
4. Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt:
-  in de eerste maand wekelijks;
- vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
5. De resultaten van de wateranalyses moeten op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld worden aan de toezichthoudende diensten.
6. De bouwput wordt uitgevoerd met een waterremmende wand met aanzetdiepte van minimaal 1 meter in de Boomse klei (circa 24 m-mv). Een hydraulische weerstand van minimaal 90 dagen moet gegarandeerd worden.
7. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II moet geen meetgoot voorzien worden, op voorwaarde dat:
- elk lozingspunt voorzien wordt van een debietmeter, conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II;
- voor elk lozingspunt moet een representatief staal genomen kunnen worden.
8. De aanvangs- en einddatum van de bemaling moet worden meegedeeld aan VMM (grondwater.ant@VMM.be), de afdeling Vergunningen/Milieu (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer OMV_2024049994.
9. Elke bemalingspomp wordt gestuurd op grondwaterpeil in een peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
10. Voor de start van de bemaling wordt een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming bekomen van nv Aquafin voor de lozing van het bemalingswater in de riolering.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

37,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

37,50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting bemaling Generaal Lemanstraat 41 - 43 Antwerpen)

139.753,00 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 12 maanden vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.