Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023147619 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Koba Metropool VZW met als adres Nooitrust 4 te 2390 Malle en de heer Kristof Van Alboom met als adres Jodenstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jodenstraat 11 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 3 sectie C nr. 1310W |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en verbouwen van Sint-Jan Berchmanscollege |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/7/2016: vergunning (2016917) voor het renoveren van de hellende daken en herinrichten van speelplaats 2 van de school – vergunning niet uitgevoerd;
- 30/12/2005: vergunning (545#1613) voor het omvormen en uitbreiden van een bestaand sanitair en het bouwen van een lift met sas op het gelijkvloers – vergunning niet uitgevoerd;
- 22/12/1978: vergunning (18#59906) voor een verbouwing;
- 15/09/1978: vergunning (18#86825) voor het plaatsen van een afsluitingsmuur;
- 17/05/1974: vergunning (18#81900) voor een verbouwing;
- 27/11/1970: vergunning (18#53718) voor een gevelverbouwing;
- 31/10/1969: vergunning (18#52698) voor een verbouwing;
- 07/02/1969: vergunning (18#82509) voor het verbouwing van klaslokalen.
Vergunde toestand
- functie: schoolgebouw;
- bouwvolume: gemiddeld 3-4 bouwlagen;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
wijkt af van de vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie: ongewijzigd;
- bouwvolume:
- afbraak tussenvloer van de kapel;
- nieuwe verticale circulatiekernen (blok H en blok E);
- oppervlakte van 113 m² (11,40 m x 9,90 m);
- bouwhoogte van 4,07 m;
- omkasting van de kanalen tegen zijgevel van de kapel;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 21 februari 2024 | 19 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 21 februari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 21 februari 2024 | 28 februari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 21 februari 2024 | 5 maart 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 21 februari 2024 | 20 maart 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 21 februari 2024 | 14 mei 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 21 februari 2024 | 22 mei 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:
In CHE-gebied, bij beschermd erfgoed, worden de wijzigingen tegenover de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorende buitenruimten. Er worden wijzigingen aangebracht aan het bouwvolume en aan de gevel.
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld en 2.1.7 Gevelmaterialen:
De afwerking van het nieuw bovendaks volume langs de straat (m.n. leien en alu rolpoort) is niet in harmonie met de architectuur van de rest van de geklasseerde gebouwen.
- artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:
De vorm van het nieuwe dakvolume met teruggetrokken daklaag is niet kenmerkend in de straat en voor de typologie van het bestaande gebouw.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag ten behoeve van een verbeterde circulatie wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De functie van de school (gemeenschapsvoorziening) blijft behouden. De verbeteringswerken op vlak van toegankelijkheid en brandveiligheid zijn onder voorwaarden inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik en visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe dakvolume voor een technische ruimte en de liftuitloop is atypisch op de neogotische gevels, zowel qua vormgeving als qua materialisatie. Teruggetrokken daklagen zijn niet kenmerkend voor deze bouwstijl, evenmin geldt dit voor de afwerking in grijze leien met een aluminium rolpoort in de gevel. Het bijkomende volume op dit als monument beschermde gebouw zal zowel vanuit de Jodenstraat, komende vanuit de Huidevettersstraat, als vanuit de omliggende panden zichtbaar zijn.
De beschrijvende nota vermeldt dat er (voorlopig) geen warmtepompen en ventilatie-units worden aangevraagd. Met andere woorden gebeurt het intekenen van een technische ruimte pro forma, zonder exacte detaillering van de technieken. Gelet op het atypisch volume en de banale afwerking ervan, wordt de technische ruimte uitgesloten uit de vergunning. In de voorwaarden bij de vergunning wordt opgelegd dat het nieuwe dakvolume beperkt moet worden tot de uitloop voor trap en lift en dat dit volume moet worden afgewerkt in baksteen met eenzelfde kleur dan de rest van de gebouwen.
Cultuurhistorische aspecten – bodemreliëf
Het pand is integraal beschermd als monument.
Er werd geen advies uitgebracht door het Agentschap Onroerend Erfgoed binnen de voorziene termijn, waardoor het advies wordt verondersteld gunstig te zijn.
De stedelijke dienst Monumentenzorg verwijst naar de voorschriften van het RUP Binnenstad en de bouwcode om de storende impact in het straatbeeld en de ruimtelijke en visuele hinder van dit bovendaks volume te beperken.
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 300 m² (4.824 m²) en een ingreep in de bodem onder 100 m² (ca. 64.85 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Het advies van de stedelijke dienst Archeologie luidt als volgt:
“Ter hoogte van het projectgebied situeert zich echter de unieke vondst van een urne uit de bronstijd of ijzertijd. Bij het uitbreken van de kelders, het graven van septische put of kabels en leidingen en het ingraven van funderingen, kunnen archeologische sporen worden aangetroffen in de ondergrond. Bij het aantreffen van dergelijke sporen (verkleuringen in de grond), en waarvan de bouwheer redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, dienen deze verplicht gemeld te worden onder de toevalsvondstprocedure. De stedelijke dienst Archeologie van de stad Antwerpen kan deze waarde ter plaatse steeds komen inschatten.
- De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
- De bouwheer nodigt de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be) uit voor een startvergadering waarin de praktische kant en de noodzaak van eventueel toevalsvondst en/ of onderzoek wordt geduid.
- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De stedelijke dienst Archeologie kan de noodzaak hiervan steeds komen inschatten.”
De voorwaarden van de stedelijke dienst Archeologie zullen worden opgenomen in voorwaarden van de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.
In het advies van de afdeling Milieuvergunningen werd opgenomen dat er op basis van de informatie in het aanvraagdossier geen indicaties worden teruggevonden dat er nieuwe ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing zouden zijn. Indien de school alsnog warmtepompen of koelinstallaties wil installeren, zijn deze wel vergunningsplichtig (rubriek 16.3). Indien er voor de werffase wel ingedeelde activiteiten en inrichtingen nodig zijn, dienen deze ook aangevraagd en vergund te worden voor aanvang van de werken. Dit kan apart aangevraagd worden met verwijzing naar de huidige vergunning. Voor de bestaande kelder wordt aangenomen dat deze niet verder uitgediept wordt en er geen bemaling nodig is.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. Gelet op het feit dat de aanvraag juist werken ter verbetering van de circulatie van een schoolgebouw beoogt, kan hier niet van worden afgeweken. In de voorwaarden bij de vergunning wordt opgelegd dat voor elke lifttoegang een vrije en vlakke draairuimte van minstens 1,50 meter (blok H en blok E) moet worden voorzien conform artikel 21 van deze verordening. Daarnaast moet de trapleuning van de nieuwe trappen voldoen aan artikel 20 van deze verordening.
Conform artikel 26 van de bouwcode wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen dat er een afvalberging aanwezig moet zijn in de school.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag heeft geen impact op het aantal leerlingen waardoor er geen impact wordt verwacht op het aantal verkeersbewegingen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het nieuwe dakvolume is te beperken tot de uitloop voor lift en trap en dit volume is af te werken met rode baksteen met hetzelfde uitzicht als de rest van het gebouw. De dakuitbouw ten behoeve van een technische ruimte wordt uitgesloten uit de vergunning.
3. Een afvalberging is te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode.
4. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie dienen te worden gevolgd.
5. Voor elke lifttoegang moet een vrije en vlakke draairuimte van minstens 1,50 meter worden voorzien conform artikel 21 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. De trapleuning van de nieuwe trappen moeten worden voorzien conform artikel 20 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 21 februari 2024 |
Start openbaar onderzoek | 29 februari 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 29 maart 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 5 juni 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 5 juli 2024 |
Verslag GOA | 17 juni 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het nieuwe dakvolume is te beperken tot de uitloop voor lift en trap en dit volume is af te werken met rode baksteen met hetzelfde uitzicht als de rest van het gebouw. De dakuitbouw ten behoeve van een technische ruimte wordt uitgesloten uit de vergunning.
3. Een afvalberging is te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode.
4. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie dienen te worden gevolgd.
5. Voor elke lifttoegang moet een vrije en vlakke draairuimte van minstens 1,50 meter worden voorzien conform artikel 21 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. De trapleuning van de nieuwe trappen moeten worden voorzien conform artikel 20 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.