Terug
Gepubliceerd op 01/07/2024

2024_CBS_05434 - Omgevingsvergunning - OMV_2024017699. Lange Lozanastraat 123. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05434 - Omgevingsvergunning - OMV_2024017699. Lange Lozanastraat 123. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05434 - Omgevingsvergunning - OMV_2024017699. Lange Lozanastraat 123. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024017699

Gegevens van de aanvrager:

de heer Stephane Huybrechts met als adres Lange Lozanastraat 123 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Lozanastraat 123 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1602N12

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: burgerhuis in neoclassicistische stijl:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303976;

-          25/09/1953: toelating (18#31606) voor verbouwingswerken;

-          05/06/1953: toelating (18#31063) voor verbouwingswerken;

-          05/08/1938: toelating (18#10622) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          24/11/1876: toelating (1876#950) voor het bouwen van een huis.

 

Vergunde toestand

-          functie wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers 17,63 m;
  • bouwhoogte aanbouw gelijkvloers 4,1 m;

-          gevelafwerking:

  • wit bepleisterd met plint in blauwe hardsteen;
  • houten schrijnwerk met rechthoekige muuropeningen op begane grond en getoogde bovenvensters op de eerste verdieping;

-          inrichting:

  • tuin met achteraan een serre.

 

Bestaande en nieuwe toestand

-          functie wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers 17,63 m;
  • bouwhoogte aanbouw gelijkvloers verhoogd naar 4,7 m;

-          gevelafwerking:

  • wit bepleisterd met plint in blauwe hardsteen;
  • zwart aluminium schrijnwerk met gewijzigde indeling;

-          inrichting:

  • aanleg van dakterrassen met balustrades achteraan de eerste en tweede verdieping;
  • aanleggen terras gelijkvloers;
  • tuin met achteraan een tuinhuis met deels overdekt terras.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de serre achteraan;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          inrichten van een dakterras op de eerste en tweede verdieping;

-          aanleggen van een terras op het gelijkvloers;

-          plaatsen van een tuinhuis en bijkomend terras.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

28 maart 2024

5 april 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

28 maart 2024

22 april 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

28 maart 2024

11 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr.38 lange lozanastraat, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 oktober 2001. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor bijgebouwen, zone voor binnenplaatsen en zone voor hoofdgebouwen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg nummer 38 Lange Lozanastraat op volgende punten:

-          1.02. ZONE A VOOR BIJGEBOUWEN

  • 1.02.2. Bebouwing:
    Op de benedenverdieping mag deze zone volledig bebouwd worden met een hoogte van 3,50 m boven het trottoirniveau. Bij de aanvraag bedraagt de bouwhoogte in deze zone 5,4 m ten opzichte van het trottoirniveau.

-          1.05. ZONE VOOR BINNENPLAATSEN EN TUINEN:

  • 1.05.2. Bebouwing:
    De oppervlakte van de gezamenlijke constructies binnen deze zone mogen nooit meer bedragen dan 25 m². Het bijgebouw (tuinhuis) is 36 m².
  • 1.05.5. Welstand: Gevelmaterialen:
    Hout is toegelaten voor alleenstaande constructies van max. 6 m² grondoppervlakte op voorwaarde dat geen andere constructies in de zone voorzien zijn. Het bijgebouw is groter dan 6 m² en volledig in hout.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

-          Vanuit de hemelwaterput dienen er aanvoerleidingen aangelegd te worden naar elk toilet, de plaats waar de wasmachine is gepland en naar de tuin indien aanwezig. De plannen bieden geen uitsluitsel of hier aan wordt voldaan;

-          Er wordt geen infiltratievoorziening geplaatst.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

Het oorspronkelijk houten buitenschrijnwerk werd vervangen door aluminium schrijnwerk met gewijzigde indeling;

-          artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
Het veranderen van buitenschrijnwerk mag de historische beeldwaarde van de gevels niet verstoren door zijn materiaalgebruik, maatvoering en/of indeling. Bij de aanvraag wordt afgeweken van het materiaalgebruik, kleur en indeling van het buitenschrijnwerk;

-          artikel 15 In-en uitsprongen aan daken:
Aan de achtergevel is een dakuitbouw met een afstand van 0,55 m vanaf de perceelsgrens die de kroonlijst onderbreekt. De in- en uitsprongen aan daken mogen de kroonlijst niet onderbreken en moeten op ten minste 0,60 meter van de perceelsgrens worden ingeplant;

-          artikel 16 Technische uitsprongen:
Klimaatbeheersingstoestellen dienen op minstens 2 meter van de perceelgrens geplaatst te worden. Op het terras van de tweede verdieping wordt een klimaatbeheersingstoestel voorzien op 0,40 meter van de perceelsgrens;

-          artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
Het dakvlakraam in kamer 5 voldoet niet aan de minimale eisen voor lichtinval en luchttoevoer. Het raam moet zich tussen de 1 en 2 meter boven het loopvlak bevinden. Daarnaast dient de lichtdoorlatende oppervlakte minimaal 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte te zijn, met een minimum van 1 m2. Ook kamer 6 voldoet niet aan dit artikel, de ramen bevinden zich niet voldoende hoog;

-          artikel 27 Open ruimte:

Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m2. Er wordt 131,2 m² verhard > 114,5m²;

-          artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen: Verluchtingsroosters zijn enkel toegelaten in de achtergevel. Er zijn twee verluchtingsroosters geplaatst in de voorgevel.

-          artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

De toezichtsputten worden niet op het private perceel voorzien en de aansluitpunten zijn niet minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024. (De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

 

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.

Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-           Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
 

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

  

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is gelegen in het BPA ‘Lange Lozanastraat’ in de zone voor hoofdgebouwen, zone voor bijgebouwen en zone voor binnenplaatsen en tuinen.


De werken met volume-uitbreiding situeren zich achteraan de woning in functie van een beter intern ruimtegebruik. De bestaande bouwdieptes worden behouden. Wel wordt de bouwhoogte van het gelijkvloers verhoogd en wordt er een dakkapel voorzien aan de achterzijde van de woning.

 

Volgens de voorschriften van het BPA mag een aanbouw niet meer dan 3,50 meter hoog zijn, gemeten vanaf het straatpeil. De aanbouw bedraagt echter 5,40 meter. De gelijkvloerse hoogte zorgt er voor dat er een royale vrije hoogte voorzien kan worden zonder dat dit een onaanvaardbaar negatief effect heeft op de aanpalenden. Beide buren hebben tot op deze bouwdiepte volume staan.

Een afwijking op dit voorschrift van het BPA is bijgevolg aanvaardbaar.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking toegestaan worden.

 

Aansluitend aan de leefkeuken wordt een opgehoogd terras voorzien van 53,4 m². In de tuin werd de vergunde serre afgebroken en vervangen door een tuinhuis van 10 m² met aansluitend een overdekt terras van 25 m² en niet-overdekt terras van 15,4 m². Beide terrassen worden verbonden door een tuinpad in polybeton. Dit is strijdig met de voorschriften van het BPA die opleggen dat de oppervlakte van de gezamenlijke constructies binnen de zone voor binnenplaatsen en tuinen nooit meer mogen bedragen dan 25 m². In dit geval heeft het bijgebouw een oppervlakte van 36 m². In voorwaarde zal dan ook opgelegd worden om de constructie te beperken tot 25 m² zoals aangeduid in rood op de plannen.

 

Bijkomend is voorliggende aanvraag strijdig met artikel 27 van de bouwcode dat oplegt tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden. In voorwaarde zal dan ook opgelegd worden om de som van de oppervlaktes van verhardingen en tuinhuis te beperken tot 114,5 m².

 

Verder voorzien de plannen in de inrichting van dakterrassen op de daken van de eerste en tweede verdieping. In de omgeving zijn dakterrassen niet kenmerkend. Het dakterras op de eerste verdieping is niet storend voor de omwonenden en dus stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het dakterras op de tweede verdieping weinig bij aan de woonkwaliteit van het gebouw door de beperkte grootte en heeft op zich een grotere impact op de omwonenden door de ligging op niveau +2. Het dakterras op de tweede verdieping wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning.

 

Omwille van de ligging grenzend aan patrimonium in eigendom van stad Antwerpen werd advies gevraagd aan AG Vespa. Het advies is gunstig: “De aanpassingen in de aanvraag hebben weinig tot geen impact op het stedelijk patrimonium.”

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Gelet op de opname van het pand in de inventaris bouwkundig erfgoed is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“Men wenst enkele ingrepen te regulariseren aan zowel het in- als exterieur.

In de voorgevel werd het oorspronkelijk houten en fraai geprofileerd schrijnwerk vervangen door zwart aluminium schrijnwerk met gewijzigde indeling op het gelijkvloers en gewijzigde hoogte van de bovenlichten op de eerste verdieping waardoor de verhouding niet meer kloppen. Ook de voordeur werd gewijzigd. Het vervangen van het oorspronkelijk houten schrijnwerk door aluminium is niet aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt, kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. In dit geval correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Deze uitgangspunten hanteert de dienst Monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Laat 19de-eeuwse panden in neoklassieke stijl waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor aluminium doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Aluminium is immers een atypisch materiaal voor de laat 19de-eeuwse vormentaal en kan omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht. Het nieuwe glas is erg spiegelend. Het vervangen van het schrijnwerk in de voorgevel komt niet voor regularisatie in aanmerking en dient op termijn vervangen door correct geprofileerd geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Ook de nieuwe regenpijp die over de gevel loopt, ontsiert het gevelbeeld.

Indien er wordt overgegaan tot het vervangen van het schrijnwerk vragen wij om detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Inventarispanden krijgen ook uitzondering op bepaalde epb-eisen. Er hoeven geen verluchtingsroosters in de ramen te worden voorzien aangezien deze het esthetisch karakter schaden.

 

De ingrepen ter hoogte van de achtergevel zijn aanvaardbaar, deze werd in het verleden reeds aangepast. De uitgevoerde werken in het interieur zijn deels aanvaardbaar, vooral deze aan de achterbouw die eveneens werd aangepast in de jaren 1950. Het is erg jammer dat er in het voorhuis niet uitgegaan werd van maximaal behoud van de nog oorspronkelijke 19de-eeuwse erfgoedelementen. Zo bleven de lijstplafonds grotendeels bewaard, behalve in de badkamer waar nog slechts een rozet overblijft, maar werden de schouwen quasi overal verwijderd. Vooral op de eerste verdieping zijn er fraaie marmeren exemplaren verwijderd.

 

Vanuit oogpunt monumentenzorg heeft het adviseren van een regularisatie weinig zin aangezien het net de taak is van de afdeling Monumentenzorg om af te wegen welke elementen behoudenswaardig zijn en welke niet. Bij reeds uitgevoerde werken is dit uiteraard niet meer mogelijk.

 

Op basis van deze informatie wordt een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.

 

Voorwaarden:

Het aluminium schrijnwerk in de voorgevel uit te sluiten van vergunning en bij vervanging op termijn in te zetten op nieuw houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Detailtekeningen op dat moment aan te leveren voor uitvoering.“

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden. De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.


De achtergevel wordt afgewerkt met witte crepi en zwart aluminium schrijnwerk.
Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.

 

De kroonlijst van de achtergevel wordt onderbroken door een dakkapel met een afstand van 0,55 m vanaf de perceelsgrens. Dit is strijdig met artikel 15 uit de bouwcode die de duidelijke herkenbaarheid van de schuine dakvorm vooropstelt. Aangezien het hier om een beperkte afwijking gaat, deze niet storend is voor de buren en de dakkapel ook een kwalitatieve licht- en luchttoetreding verzekert voor de aangrenzende slaapkamer, kan een afwijking van de voorschriften worden toegelaten met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

Het voorstel voorziet in een tuinhuis met aansluitend overdekt terras in hout, dit is strijdig met de voorschriften van het BPA die opleggen dat in de zone voor binnenplaatsen en tuinen hout enkel is toegelaten voor alleenstaande constructies van maximum 6 m² grondoppervlakte op voorwaarde dat geen andere constructies in de zone voorzien zijn. In de vergunning wordt opgelegd om de constructie te beperken tot 25 m². Er wordt ook opgelegd dat het bijgebouw samen met de verharding maximaal 114,5 m² kan bedragen zodat de inrichting in overeenstemming is met art. 27 van de bouwcode.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek een afwijking toegestaan worden. De afwijking op de grootte van het bijgebouw is onder bovenvermelde voorwaarden aanvaardbaar.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Zowel op het gelijkvloers als op de verdiepingen worden de interne ruimten opnieuw ingericht. Op het gelijkvloers ontstaat een logische en efficiënte ruimte die kwalitatief ingedeeld is. Grote gelijkvloerse ramen zorgen voor voldoende daglicht in de verblijfsruimten. Op de verdiepingen worden er 2 grote badkamers voorzien en bijkomende slaapkamers ingericht.

 

Slaapkamers 5 en 6 op de 2e verdieping wijken af van artikel 24 van de bouwcode. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit in deze ruimtes. Daarom kan er niet worden afgeweken van dit artikel en worden deze ruimtes uitgesloten als verblijfsruimtes. Deze kunnen wel gebruikt worden als bergruimte. Dit wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning. Om een gebruik als verblijfsruimte mogelijk te maken kan er ingezet worden op een herstructurering van de ruimtes onder het hellend dak waardoor deze meer licht ontvangen en er een betere ruimtewerking kan ontstaan.

 

Tot slot wordt er in voorliggende aanvraag geen infiltratievoorziening geplaatst. Hiervoor wordt een afwijking aangevraagd. Het voorzien van een grotere hemelwaterput in functie van een verhoogd gebruik kan in dit geval niet worden aangetoond aangezien het een eengezinswoning betreft. Er kunnen dus geen bijkomende wooneenheden worden aangesloten op de hemelwaterput. Ook is de oppervlakte van de tuin voldoende groot om een infiltratievoorziening te kunnen voorzien. Dit wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.

3. De oppervlakte van het bijgebouw dient beperkt te worden tot 25 m² conform de voorschriften van het BPA Lange Lozanastraat. Dit wordt ook aangeduid in rood op de plannen.

4. De verhardingen in de tuin dienen beperkt te worden conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

5. Het dakterras op de 2e verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning.

6. Het klimaatbeheersingstoestel op de 2e verdieping te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode.

7. Slaapkamers 5 en 6 op de 2e verdieping worden uitgesloten als verblijfsruimtes.

8. De twee verluchtingsroosters in de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning.

9. De aanvraag moet m.b.t. het rioolstelsel en afvoerleidingen voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.

10. Vanuit de hemelwaterput dienen er aanvoerleidingen aangelegd te worden naar elk toilet, de wasmachine en naar de tuin conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023.

11. Er dient een infiltratievoorziening conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

28 maart 2024

Start openbaar onderzoek

8 april 2024

Einde openbaar onderzoek

7 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 juli 2024

Verslag GOA

21 juni 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.

3. De oppervlakte van het bijgebouw dient beperkt te worden tot 25 m² conform de voorschriften van het BPA Lange Lozanastraat. Dit wordt ook aangeduid in rood op de plannen.

4. De verhardingen in de tuin dienen beperkt te worden conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

5. Het dakterras op de 2e verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning.

6. Het klimaatbeheersingstoestel op de 2e verdieping te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode.

7. Slaapkamers 5 en 6 op de 2e verdieping worden uitgesloten als verblijfsruimtes.

8. De twee verluchtingsroosters in de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning.

9. De aanvraag moet m.b.t. het rioolstelsel en afvoerleidingen voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.

10. Vanuit de hemelwaterput dienen er aanvoerleidingen aangelegd te worden naar elk toilet, de wasmachine en naar de tuin conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023.

11. Er dient een infiltratievoorziening conform de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening van 2023 voorzien te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.