Terug
Gepubliceerd op 29/07/2024

2024_CBS_06135 - Omgevingsvergunning - OMV_2024050047. Driehoekstraat 5-7. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/07/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Herald Claeys, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Herald Claeys, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_06135 - Omgevingsvergunning - OMV_2024050047. Driehoekstraat 5-7. District Ekeren - Goedkeuring 2024_CBS_06135 - Omgevingsvergunning - OMV_2024050047. Driehoekstraat 5-7. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024050047

Gegevens van de aanvrager:

de heer Paul Van Kerckhoven met als adres Vlaamsekaai 90 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Paul Van Kerckhoven met als adres Vlaamsekaai 90 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Driehoekstraat 5-7 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nr. 452A2

waarvan:

 

-          20240501-0008

afdeling 35 sectie F nr. 452A2 (warmtepomp)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van een dakvolume op een gebouw met 3 bouwlagen waarin één extra appartement wordt ondergebracht en het exploiteren van een warmtepomp

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/08/1987: vergunning (871#1754) voor het bouwen van een woonhuis met appartementen, na afbraak van huisjes.

 

Vergunde & bestaande toestand

-          functie:

  • wonen – meergezinswoning met 2 appartementen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder plat dak; 
  • kroonlijsthoogte: 9 m;
  • bouwdiepte: het perceel is volgebouwd met uitzondering van een koer (circa 8,40 m²);
  • 2 inpandige garages, met een magazijn achter de garages;

-          gevelafwerking:

  • gevelsteen: bruin.

 

Nieuwe toestand

-          conform vergunde toestand, afgezien van:

-          functie:

  • met extra wooneenheid uitgebreide meergezinswoning, nu met 3 appartementen;
  • nieuw appartement: 1 één-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 66 m²;

-          bouwvolume:

  • met extra dakvolume (onder plat dak) uitgebreide volumetrie; 
  • nieuwe verruimde bouwhoogte: 12,39 m;

-          gevelafwerking:

  • afwerking nieuw dakvolume: grijze dakpannen en witte PVC-ramen;
  • borstwering: staal, zwart.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bijbouwen van een extra dakvolume/bouwlaag;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden, van 2 naar 3;

-          aanpassen van de terrassen achteraan, op eerste en tweede verdieping;

-          wijzigen van de scheidsmuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een warmtepomp voor het nieuwe bouwdeel.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) warmtepomp
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

7,64 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

7 juni 2024

21 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

7 juni 2024

7 juni 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

7 juni 2024

19 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: de opstand van het dak ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak dient een minimale hoogte van 0,30 m te hebben. Bij de nieuwe uitbreiding is er geen opstand van 0,30 m voorzien ter hoogte van de linker- en rechterperceelgrens;
  • artikel 38 – Groendaken: het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². De aanvraag voldoet niet aan dit artikel;
  • artikel 43 – Septische putten: de inhoud van de septische put wordt niet vermeld op opgetekend plan – het is bijgevolg niet duidelijk of het volume ervan voldoende is voor het aantal wooneenheden. De aanvraag dient te voldoen aan de bepalingen van betreffend artikel.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.
Er werd geen impactscoreberekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

 

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet het uitbreiden van een vergunde meergezinswoning en gelet op de ligging in een ontwikkeld woongebied, is het voorgestelde functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande volumetrie is ruimtelijk aanvaardbaar aangezien enerzijds de straatbreedte voldoende ruim is en anderzijds omdat zich in dit straatdeel reeds een aanzienlijk aantal gebouwen bevinden die eveneens over 3 bouwlagen met daarboven een daklaag (onder hellend dak of als teruggetrokken constructie) beschikken.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gehanteerde materialisatie, grijze dakpannen en witte kunststof ramen, is aanvaardbaar voor dit type van gebouwen en is bijkomend reeds voorkomend in de onmiddellijke omgeving en visueel afgestemd op de bestaande gebouwdelen van het pand.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Ten opzichte van de vergunde toestand werden beide balkons aan de achterzijde ruimer uitgevoerd en in voorliggende aanvraag is het tevens de bedoeling een deel van deze verruiming te regulariseren.

Echter dient te worden vastgesteld dat hierdoor niet meer voldaan is aan de voorwaarden inzake privacy en inkijk naar aanpalenden toe, dit aangezien voor elk van de bestaande bouwlagen het terras aan de linkerzijde een onvoldoende ruime afstand respecteert ten opzichte van de achterliggende perceelsgrens.

Door in deze voorwaarden op te leggen zal de oppervlakte van vermelde buitenruimte weliswaar worden ingeperkt ten aanzien van de opgetekende toestand, doch zal nog steeds meer oppervlakte beschikbaar zijn dan in vergunde toestand werd opgetekend.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De aanvraag betreft het bouwen van een dakvolume, bovenop een gebouw met 3 bouwlagen, waarin één extra appartement wordt ondergebracht (en het exploiteren van een warmtepomp).

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Op de meergezinswoning met 2 appartementen en achterliggend magazijn wordt een extra daklaag voorzien met een bijkomend appartement.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 plaats per woonunit; de werkelijke parkeerbehoefte is bijgevolg 1.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit perceel betreft een perceel met een beperkte omvang en waarvan nagenoeg de gehele gelijkvloerse bouwlaag reeds is ingenomen door inpandige parkeerplaatsen, zonder dat nog extra ruimte daarvoor beschikbaar is. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van bijkomende plaatsen niet toe.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het bijkomende appartement moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2.

 

Er worden 2 fietsstalplaatsen voorzien, achteraan in de garage. Er moet echter steeds 1 m vrije doorgang resteren voor het bereiken van vermelde fietsstalplaatsen, ook wanneer er effectief 2 wagens in de garage staan.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op een bestaand gebouw met drie bouwlagen wordt een extra bouwlaag voorzien waarin één appartement wordt ondergebracht. Voor de verwarming en koeling van het nieuwe bouwdeel wordt een lucht-waterwarmtepomp aangevraagd met een vermogen van 7,64 kW, die als koelmiddel R32 gebruikt (relatief laag GWP van 675). Het geluidvermogen van het toestel bedraagt 60 dB(A). Het toestel wordt opgesteld op het terras van het nieuwe appartement. Uit de technische fiche blijkt dat de drijfkracht van het toestel lager is dan 5 kW en dat het derhalve niet als ingedeelde inrichting aanzien wordt. Gelet op het geluidsvermogen van het toestel, de opstelling ervan en de omgevingskenmerken wordt geen geluidshinder verwacht.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De septische put, inzake omvang en volume, te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

3. Het nieuwe platte dak, boven verdieping 3, te voorzien conform de bepalingen van artikel 38 van de bouwcode, inzake groendaken, en bijkomend het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimaal klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De balkons achteraan op 1ste en 2de verdieping te voorzien zoals in rood aangeduid op de plannen.

5. De parkeerplaatsen in de bestaande garage zodanig in te tekenen/belijnen dat een doorgang van minimaal 1 m vrij blijft, om zich ongehinderd van achteraan met fietsen naar ofwel de voorgevel ofwel de deur van de inkomhal te begeven.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Wat de ingedeelde inrichtingen of activiteiten betreft, is de aanvraag zonder voorwerp.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting warmtepomp)

zonder voorwerp

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 mei 2024

Volledig en ontvankelijk

7 juni 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 augustus 2024

Verslag GOA

16 juli 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  2. De septische put, inzake omvang en volume, te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.
  3. Het nieuwe platte dak, boven verdieping 3, te voorzien conform de bepalingen van artikel 38 van de bouwcode, inzake groendaken, en bijkomend het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimaal klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand.
  4. De balkons achteraan op 1ste en 2de verdieping te voorzien zoals in rood aangeduid op de plannen.
  5. De parkeerplaatsen in de bestaande garage zodanig in te tekenen/belijnen dat een doorgang van minimaal 1 m vrij blijft, om zich ongehinderd van achteraan met fietsen naar ofwel de voorgevel ofwel de deur van de inkomhal te begeven.
  6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.