Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023158412 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA BASIC-FIT BELGIUM met als adres Laarbeeklaan 125 te 1090 Jette |
Gegevens van de exploitant: | BVBA BASIC-FIT BELGIUM (0810221697) met als adres Laarbeeklaan 125 te 1090 Jette |
Ligging van het project: | Kempischdok-Westkaai 101 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 157/14_ |
waarvan: |
|
- 20230626-0001 | afdeling 7 sectie G nr. 157/14_ (Basic Fit) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het wijzigen van de functie handel naar dagrecreatie, het aanbrengen van gevelreclame en het exploiteren van een fitnesszaak |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/07/2002: vergunning (86#10395) voor het verbouwen en uitbreiden van een showroom en werkplaatsen;
- 29/01/1954: toelating (18#31947) voor het bouwen van garage met werkplaats en toonzaal;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/101257
Vergunde toestand
- gelijkvloerse autoshowroom plus bovenliggend kantoorgedeelte;
- vrijstaand volume van 2 bouwlagen onder plat dak met een centrale lichttoren;
- vlakke aluminium lichtgrijze gevelbekleding met staalgrijs buitenschrijnwerk in aluminium.
Nieuwe toestand
- fitnessruimte op het gelijkvloers en op de eerste verdieping;
- verplaatste trap plus lift in het vide gedeelte;
- loopbrug over de vide;
- verwijderde/overdekte originele zwart-witte tegelvloeren en verhoogde pas van het gelijkvloers niveau;
- verlichte oranje doosletterteksten (2 x 200 cm op 50 cm) achter het raam;
- verlichte gevelreclame boven de inkomdeur en een haakse dubbelzijdige uitsteekbak naast de inkomdeur;
- 14 airco-units op het dak;
- gevelbekleding in lichtgrijs plaatmateriaal met buitenschrijnwerk in zwart aluminium op een arduinen plint.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie van handel naar dagrecreatie;
- plaatsen van gevelreclame;
- plaatsen van 14 airco-units op het dak;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 13 oktober 1994 nam het college akte van de melding van overname van een milieuvergunning voor een garagebedrijf op naam van de nv Antwerpse Automobielmaatschappij (kenmerk 2/53.729 f2/KV) door nv Beerens (AN1994/598). Daarna werd de vergunning op 17 juli 2002 overgenomen door D'Ieteren Antwerpen nv (AN2002/347) en vervolgens door D'Ieteren nv op 24 december 2004 (AN2004/619). Deze vergunning was geldig tot 7 januari 2005.
Op 28 januari 2005 verleende het college een milieuvergunning klasse 2 aan D'Ieteren nv voor de verdere exploitatie van een garagewerkplaats mechaniek "Porsche" met bijhorende showroom (AN2004/595), voor een periode van 20 jaar. Het college verleende op 21 januari 2011 een milieuvergunning klasse 2 aan D'Ieteren nv voor het uitbreiden van de garage voor de verkoop en herstellings- en onderhoudswerken voor personenwagens van het merk Porsche (AN2010/584).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een fitnesszaak.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.800 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 39,38 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 200 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 15 januari 2024 | 4 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 13 mei 2024 | 13 juni 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 15 januari 2024 | 29 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 januari 2024 | 31 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 13 mei 2024 | 27 mei 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 15 januari 2024 | 29 maart 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 13 mei 2024 | 18 juni 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor wonen-art. 2-samengesteld bouwblok.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Eilandje op volgende punten:
- Artikel 0.10 Dakvorm:
Technische installaties, liftschachten dienen in het gebouw mee geïntegreerd te zijn. Dat is hier niet het geval.
- Artikel 2.1 Bestemming Wo2 – zonen voor wonen samengesteld bouwblok:
Dagrecreatie of vrijetijdsvoorzieningen zijn enkel op het gelijkvloers toegelaten en niet op de eerste verdieping.
- Artikel 2.2.4 Open ruimte:
Er wordt in het bouwblok geen open ruimte voorzien van minstens 20% van de totale oppervlakte van de zone.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal – ruimtegebruik – dichtheid
Er wordt bij de gevraagde functiewijziging geen open ruimte voorzien op het gelijkvloers. Dit is in strijd met de voorschriften van het RUP Eilandje en de bouwcode. Omdat het een klein solitair alzijdig gebouw betreft, aan de drie zijden gelegen langsheen een straat, zou het bijkomend voorzien van een open ruimte een te grote impact hebben op de cultuurhistorische waarde van het pand. Om die reden kan dan ook een afwijking op dit voorschrift betreffende de open ruimte worden toegestaan.
De voorgestelde airco-units bevinden zich op het dak en niet binnen het gebouw, zoals opgelegd in de hiervoor geldende voorschriften van het RUP Eilandje. De inrichtingsvoorschriften van dit RUP beperken de bouwhoogte tot 22 meter of 6 bouwlagen. Voorliggend gebouw betreft een laag gebouw van slechts 2 bouwlagen. De airco-units bevinden zich dus in principe ruim binnen het toelaatbaar volume en in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode. Ze worden evenmin als hinderlijk beschouwd voor de goede plaatselijke ordening. Om die reden kan dan ook een afwijking op dit voorschrift betreffende de technische installaties worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat verbouwingswerken en een functiewijziging voor de realisatie van een fitness in een voormalig winkel/kantoorpand.
Het voorstel zou kunnen passen binnen de visie ruimtelijke economie zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie inzonderheid het aspect verweving van functies. Enkel daarom wordt er voor het dossier een voorwaardelijk gunstig advies gegeven door de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarkteing/Business en Innovatie.
Echter overeenkomstig de bestemmingsvoorschriften van het RUP Eilandje kan de voorgestelde bestemming vrijetijdsvoorzieningen op de verdieping niet toegestaan worden. Volgens artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen er geen afwijkingen worden toegestaan op de bestemmingsvoorschriften.
Artikel 10 van het uitvoeringsbesluit tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen bepaalt dat:
Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
1° het gebouw of gebouwencomplex is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundige erfgoed, vermeld in artikel 4.1.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
2° de voortzetting van de vroegere functie blijkt niet haalbaar of garandeert de duurzame leefbaarheid van het gebouw of het gebouwencomplex niet;
3° de nieuwe functie laat de erfgoedwaarde ongeschonden of verhoogt ze.
Zoals uit de toetsing aan de regelgeving (artikel 5 van de bouwcode) en de toetsing van de cultuurhistorische aspecten (cfr. advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg) blijkt, blijft de erfgoedwaarde van dit pand niet ongeschonden. Aangezien niet aan alle voorwaarden (2° en 3°) van dit uitvoeringsbesluit is voldaan, kan deze zonevreemde functiewijziging niet worden toegelaten.
Cultuurhistorische en visueel-vormelijke aspecten
Aan de stedelijke dienst Monumentenzorg werd advies gevraagd omdat de aanvraag is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie in dergelijk gebied dient immers onderworpen te worden aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Het advies luidt als volgt:
“Vanuit erfgoedoogpunt is er principieel geen bezwaar tegen de voorgestelde functie.
We betreuren het wel dat er geen poging werd ondernomen om de kwaliteit van de oorspronkelijke vide opnieuw te benaderen (trap opnieuw in trapkoker, lift niet in vide) aangezien het niet duidelijk is of deze ingrepen werden uitgevoerd met vergunning. Nu worden ze bestendigd. In de beschrijvende nota wordt verwezen naar het besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot zonevreemde functiewijzigingen. In die optiek zou je dan ook verwachten dat er minstens een inspanning wordt geleverd om de erfgoedwaarde van het pand te verhogen, gelet op een aantal onvergunde ingrepen die de erfgoedwaarde aantasten.
Bijkomend wordt opgemerkt dat er gevelopeningen op de gelijkvloerse verdieping worden dichtgemaakt langs de binnenzijde. Dit verstoort het open karakter van het gebouw volledig en is vanuit erfgoedoogpunt niet aanvaardbaar. Dit werd meegegeven in het vorige advies maar hier werd op geen enkele manier aan tegemoet gekomen.
Het is ons ook niet duidelijk wanneer de gevelafwerking werd geplaatst en of deze vergund werd. Indien blijkt dat de afwerking niet vergund is, dient deze uitgesloten te worden uit de vergunning wegens beeldverstorend.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden.
De voorgestelde functiewijziging is mogelijk mits de erfgoedwaarde van het pand gevaloriseerd wordt. Hierbij dient aandacht besteed te worden aan de impact van beeldbepalende elementen zoals circulatiekernen, fietsenstalplaatsen, publiciteit en dergelijke. De aanvrager dient daarom in overleg te treden met de stedelijke diensten om het ontwikkelingspotentieel voor deze site te onderzoeken.
De voorgestelde afmetingen van de voorziene zaakgebonden publiciteit houden voldoende rekening met de schaal van het gebouw.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar een fitness. De parkeernorm uit CROW voor een fitness in sterk stedelijk gebied is 1,4/100 m²: 975 m² x 1,4/100 m² = 13,65. De werkelijke parkeerbehoefte is afgerond 14.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Hoewel de functiewijziging naar fitness op zich al niet voor vergunning in aanmerking komt, zou het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen in principe 9 kunnen bedragen.
Aangezien de vergunde toestand een showroom betrof voor auto’s kan onmogelijk worden gesteld dat er geen autostalplaatsen kunnen worden voorzien op eigen terrein.
Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein voor een toelaatbare functie.
|
Fietsvoorzieningen
Er moeten volgens het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit voldoende fietsenstallingen voorzien worden, zowel voor personeel als bezoekers:
- personeel: 975 m² x 0,6/100 m² = 5,9;
- bezoekers: 975 m² x 2/100 m² = 19,5.
In totaal moeten dus 25 fietsenstallingen voorzien worden. Deze moeten ingericht worden op eigen terrein.
Hoewel de aanvrager er in zijn beschrijvende nota vanuit gaat dat bezoekers hoofdzakelijk met het openbaar vervoer en de fiets komen, worden er geen fietsenstallingen voorzien. Hierop kan – zeker gezien de functie van fitness – geen afwijking op worden toegestaan.
Laden en lossen
Laden en lossen moet bij een eventuele vergunning gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag betreft de exploitatie van een fitnesszaak op het gelijkvloers en de eerste verdieping.
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten voor dit project betreffen de lozing van huishoudelijk afvalwater, de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen en de acclimatisatie van de zaak.
Lozen van huishoudelijk afvalwater
Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties die worden gebruikt door zowel bezoekers als personeel. Er zal in totaal 1.800 m3/jaar huishoudelijk afvalwater worden geloosd. Het huishoudelijk afvalwater zal worden geloosd in de openbare riolering van de August Michielsstraat.
Volgens het dossier wordt het huishoudelijk afvalwater voorbehandeld in een septische put alvorens te lozen in de openbare riolering. De effecten op het watersysteem zijn niet aanzienlijk.
Opslag van gevaarlijke producten
De gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (zoals reinigingsmiddelen) worden boven lekbakken opgeslagen.
Acclimatisatie
De acclimatisatie van de fitnesszaal, kleedkamers en personeelslokalen zal gebeuren met behulp van 14 airco’s en een verluchtingssysteem (extractie/ventilatie). De buitenunits van de airco’s en een luchtgroep worden op het dak geplaatst om mogelijke geluidshinder naar de omgeving toe te beperken. Er zullen geluidsdempers worden geplaatst op de uitlaat van de luchtgroepen.
De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht zoals opgenomen in Vlarem II.
De technische installaties dienen opgesteld te worden in een aparte technische ruimte in het gebouw. Uit het dossier blijkt dat de airco’s gebruikmaken van het koelmiddel R32. Een voorstel van de Europese Commissie geeft aan dat warmtepompen met een vermogen van meer dan 12 kW vanaf 2027 gevuld moeten zijn met een koelmiddel met een Global Warming Potential (GWP) van minder dan 750. Het koelmiddel R32 heeft een GWP van 675 en kan in de toekomst nog worden gebruikt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Door de stedenbouwkundige onverenigbaarheid en het onlosmakelijk verband tussen de stedenbouwkundige handelingen en de ingedeelde inrichting, wordt ongunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Ongunstig geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.800 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 39,38 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 200 liter |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 november 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 15 januari 2024 |
Start 1e openbaar onderzoek | 25 januari 2024 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 23 februari 2024 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 8 mei 2024 |
Start laatste openbaar onderzoek | 22 mei 2024 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 20 juni 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 28 juni 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 28 juli 2024 |
Verslag GOA | 10 juli 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Geen wenselijke functie: De bezwaarindiener is van mening dat de realisatie van een fitnessketen geen meerwaarde biedt in de wijk.
Beoordeling:
De stedelijk dienst Ondernemen en Stadsmarketing gaf een gunstig advies.
Het voorstel zou kunnen passen binnen de visie ruimtelijke economie zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie inzonderheid het aspect verweving van functies. Het bezwaar is ongegrond.
Geluidsoverlast: Het bezwaar is gekant tegen de geluidsoverlast die de 14 airco’s buitenunits op het dak kunnen veroorzaken. Zij zullen tot 81 dB produceren.
Beoordeling:
Technische installaties dienen bij voorkeur intern of als dat niet mogelijk is, op het hoogste dak voorzien te worden. Het inplantings- en inrichtingsplan werden toegevoegd aan het aanvraagdossier met vermelding van de locatie van de buitenunits van de warmtepompen. Tevens werd de technische fiche van de installaties toegevoegd aan het dossier. Vlarem II (artikel 4.5.2.1 en bijlagen 4.5.4 en 4.5.5) legt duidelijk vast wat de toegelaten grenswaarde is voor geluid in openlucht van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen. De exploitant zal te allen tijde aan deze milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht moeten voldoen.
Het bezwaar is ongegrond.
Visuele overlast: Het bezwaar is gekant tegen het verstoren van het visuele uitzicht vanuit de woning van de bezwaarindiener door de plaatsing van de airco-units op het dak waarop de bezwaarindiener kijkt.
Beoordeling:
Het bezwaar omtrent mogelijke visuele hinder betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet vergunningstechnisch van aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de beoordeling van voorliggend project. De units worden, conform de regelgeving, voorzien op het hoogste dak. Uiteraard zal het uitzicht voor enkele omwonenden wijzigen. De plaatsing van de units brengt echter hierdoor de woonkwaliteit niet in het gedrang. Het bezwaar is ongegrond.
Visuele overlast: Het bezwaar is gekant tegen het verstoren van het visuele uitzicht vanaf de openbare ruimte door de plaatsing van de airco-units op het dak.
Beoordeling:
Het bezwaar omtrent mogelijke visuele hinder betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.
De units worden, conform de regelgeving, voorzien op het hoogste dak en op meer dan 2 meter van de perceelgrens. Indien deze units toch zichtbaar zouden zijn, zal dit enkel van ver zijn. Bezwaarlijk kan gesteld dat deze hinderlijk zullen zijn voor de goede ruimtelijke ordening in de omgeving. Het bezwaar is ongegrond.
Onvolledig: Het bezwaar vermeldt dat de veertien airco’s geen onderdeel uitmaken van de aanvraag omdat deze niet vermeld staan als stedenbouwkundige handeling.
Beoordeling:
Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. Bovendien dient opgemerkt dat de airco’s getekend staan op de plannen. Het bezwaar is ongegrond.
Strijdig met bestemmingsvoorschriften: Het bezwaar stelt dat de gevraagde functie op de verdieping strijdig is met de geldende bestemmingsvoorschriften.
Beoordeling:
Het is correct dat de aanvraag strijdig is met de geldende bestemmingsvoorschriften van het RUP Eilandje die vrijetijdsvoorzieningen enkel op het gelijkvloers toelaten. Het bezwaar is gegrond.
Strijdig met artikel 0.10 van het RUP: Het bezwaar stelt dat de plaatsing van de airco-units op het dak in strijd is met artikel 0.10 van het RUP dat stelt dat technische installaties in het gebouw geïntegreerd moeten zijn.
Beoordeling:
Het is correct dat de technische airco-units strijdig met het RUP Eilandje niet geïntegreerd zijn in het gebouw. In de omgevingstoets wordt een afwijking gunstig beoordeeld omdat de units zich bevinden binnen het hier toelaatbaar volume volgens het RUP en de bouwcode. Het bezwaar is deels gegrond.
Privacy: Het bezwaar is gekant tegen het ontbreken van privacy door het voorzien van een fitnessruimte tegenover de woonruimten van het appartement van de bewaarindiener aan de overzijde van de straat.
Beoordeling:
Wonen in een stad betekent een hoge densiteit op een kleine oppervlakte, wat inkijk niet kan tegenhouden. Dit staat goed nabuurschap niet in de weg. Gelet op de grote afstand van circa 14 meter tussen de voorgevel van het project en de voorgevel van het hoofdvolume van de bezwaarindiener, kan deze stelling niet worden bijgetreden. Er kan bijgevolg bezwaarlijk gesteld worden dat de privacy dermate geschonden wordt dat de woonkwaliteit in het gedrang komt. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.