Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024059991 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV SMULDERS PROJECTS BELGIUM (0865525060) met als contactadres Leo Bosschartlaan 20 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Leo Bosschartlaan 15 en 20, Maccabilaan 1-9 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie C nrs. 3K, 3S, 3V2, 3V, 3X, 3W en 10/2G |
waarvan: |
|
- 20170518-0019 | afdeling 37 sectie C nrs. 3X, 3W, 3S, 3V, 3V2, 3K en 10/2G (Smulders Projects Belgium nv) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het verder exploiteren van een metaalconstructiebedrijf na wijziging en uitbreiding, met onder andere het aanpassen van de vermogens van de compressoren, de verfspuit-, stook- en straalinstallaties en het wijzigen van de opslag van gassen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 3 november 2016 verleende de deputatie een vergunning aan nv Smulders Projects Belgium voor het verder exploiteren van een metaalconstructiebedrijf (kenmerk MLAV1/16-171). De vergunning werd op 27 april 2017 (kenmerk MLVER/17-2) en 21 juni 2018 (kenmerk OMV_2018007332) uitgebreid en aangepast. Op 25 april 2019 werd de vergunning uitgebreid met een WKK (kenmerk OMV_2018147249). Op 19 november 2020 werd de vergunning aangepast, waarbij de WKK werd geschrapt (kenmerk OMV_2020040420). Op 2 augustus 2022 diende de exploitant een aanvraag in voor het vernieuwen van de kades en een insteekdok in de Schelde, die op 27 maart 2023 werd ingetrokken (kenmerk OMV_2022078357). Op 6 juni 2024 verleende de Vlaamse minister een vergunning voor de kade-uitbreiding in de Schelde (kenmerk OMV_2023109609). De vergunning voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten loopt tot 3 november 2036.
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de uitbreiding met een thinnerrecuperatie-eenheid en een actualisatie van de vergunde hoeveelheden en vermogens.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Smulders Projects Belgium nv
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
4.3.a)3° | inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen, voorzien van een filterinstallatie met gebruik van actieve kool voor de adsorptie van de afvalgassen of een gelijkwaardige installatie, en inrichtingen waar uitsluitend bedekkingsmiddelen met minder dan 150g VOS/liter worden aangebracht, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | -397,00 kW |
7.1.1° | niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit tot 1.000 ton; | 20 ton/jaar (nieuw) |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +9 voertuigen |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | -375,38 kW |
17.1.2.1.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | -1.752,00 liter |
17.1.2.2.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; | +8.044,00 liter |
17.3.2.1.2.2° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; | +87,66 ton |
17.3.2.2.2°b) | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied; | +5,09 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | +87,66 ton |
17.3.6.3° | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton; | +92,75 ton |
17.3.7.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +5,09 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; | +87,66 ton |
29.5.4.3°a) | het stralen met zand of een ander materiaal van metalen of voorwerpen uit metaal met een vermogen van meer dan 1.000 kW in industriegebied; | -80,00 kW |
43.1.3° | stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; | -156,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Bufferzone Hoboken, goedgekeurd op 13 maart 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7: zone voor groen - waterbuffering (gr4).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Voorliggende aanvraag betreft louter een actualisatie van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten. Er worden geen wijzigingen van de stedenbouwkundige handelingen aangevraagd of vergund. De toetsing aan de omgeving en de goede ruimtelijke ordening gebeurde in voorgaande dossiers met stedenbouwkundige handelingen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Een nieuwe installatie voor het recupereren van 20 ton thinner per jaar wordt geïnstalleerd in de Alberthal. In de spuitcabines worden tweecomponentenverven gebruikt die verdund worden met thinner. Voor het spoelen van het verfsysteem wordt gebruik gemaakt van aceton. Het vervuilde spoelmiddel zal gerecupereerd worden door middel van distillatie. Het vervuilde solvent wordt in een tank verwarmd tot kookpunt. De zuivere solventdampen worden afgeleid, gekoeld en opgevangen in een condensvat. In principe betreft het een gesloten systeem waarbij geen emissies naar de omgeving optreden. Het residu zal als afvalstof afgevoerd worden. Het systeem zou een efficiëntie hebben van 99%. Het maximaal hergebruiken van materialen en producten heeft een gunstig effect op het grondstoffenverbruik.
Het aantal voertuigen dat op de site gestald wordt, breidt uit met negen tot in totaal 147 stuks. De toename zal een evenredige toename van verkeersbewegingen en geluidsproductie met zich meebrengen. In de algemene bedrijfsvoering worden al maatregelen genomen om de geluidshinder te beperken. In de afgeleverde vergunningen zijn bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen om het risico op geluidshinder te beperken. De toename van het aantal voertuigen is beperkt in vergelijking met de bestaande situatie; de reeds genomen maatregelen en voorwaarden lijken nog voldoende garanties te geven dat de geluidshinder beperkt zal blijven.
Het vermogen van vermogen de airco’s, compressoren en drogers daalt met 375,38 kW tot in totaal 1.781,37 kW. Twee grote compressoren van 160 kW uit de Titanhal werden verwijderd, alsook compressoren van 75 kW en 52 kW uit de Blauwe hal. In de Alberthal werd een nieuwe compressor geplaatst van 135 kW. Daarnaast worden een 39-tal kleine airco’s aangevraagd, opgesteld verspreid over de site. Het betreffen bestaande toestellen met lage vermogens gebruikt voor koeling van personeelsruimten, burelen en serverlokalen. Het uit gebruik nemen van de grote compressoren zal mogelijk een gunstige invloed hebben op het geluidsklimaat in het projectgebied. De nieuwe compressor is nieuw en modern, en waarschijnlijk stiller. Het toestel staat inpandig opgesteld naast spuitcabine 4, dichter bij de Schelde. De kleinere airco’s zijn reeds aanwezig en dragen dus niet bijkomend bij aan het geluidsklimaat. Het risico op geluidsoverlast voor de woonwijk is eerder beperkt.
Vermindering van de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten met 1.752 liter tot 60.168 liter. Volgende gassen zullen opgeslagen worden:
- 7.680 liter Euromix (CO2, argon mengsel);
- 2.400 liter Inomax (CO2, argon mengsel);
- 22.848 liter propaan;
- 10.680 liter acetyleen;
- 8.640 liter argon;
- 7.920 liter zuurstof.
Er worden geen nieuwe opslagplaatsen voor verplaatsbare recipiënten aangevraagd.
Door bijkomende vaste houders voor de opslag van argon (6.100 liter) en koolstofdioxide (2.929 liter) in de Titanhal en een regularisatie van de inhoud van een argontank in de Alberthal (-985 liter) breidt de opslag van gassen in vaste houders uit met 8.044 liter tot 21.464 liter (11.625 liter argon en 10.199 liter CO2).
De opgeslagen hoeveelheid verf en thinner in verplaatsbare recipiënten wordt uitgebreid:
toename | gepland | gevaareigenschappen |
+87,66 ton | 132,66 ton | ontvlambaar gevarencategorie 3, schadelijk, bijtend, gevaarlijk voor aquatisch milieu; |
+5,092 ton | 9,592 ton | ontvlambare gevarencategorie 1 en 2, schadelijk, gezondheidsgevaarlijk op lange termijn. |
De opslag van verf en thinner gebeurt in het verfopslagmagazijn (circa 58 ton) of in verfopslagkasten (circa 84 ton). Het verfmagazijn is ondergebracht in het gebouw Burelen naast de Blauwe hal. De opslag in het magazijn gebeurt op lekbakken. De zeven brandwerende containers staan opgesteld in de Alberthal ter hoogte van spuitcabine 4 en zijn voorzien van een inkuiping. De opslag in specifieke hiervoor uitgeruste brandwerende containers biedt voldoende garanties naar brandveiligheid en bodembescherming.
Het totaal vergunde vermogen van de straal- en verfspuitinstallaties wordt licht aangepast, zonder dat evenwel de bestaande installaties wijzigen; het betreft een regularisatie die geen impact heeft op de hinderaspecten.
Het vermogen van de stookinstallaties en verbrandingsinrichtingen vermindert met 156 kW tot 5.549 kW. In de geplande situatie zijn 17 stookinstallaties en 2 naverbranders voorzien. De naverbrander van de Alberthal (440 kW) wordt vervangen door een nieuwe naverbrander met een kleiner vermogen (314 kW). De naverbranders hebben een theoretisch verwijderingsrendement van 98%. In de ruime omgeving van het project komen Speciale Beschermingszone (SBZ) en onderdelen van VEN-gebied (VEN) voor. De mogelijke impact van het project ter hoogte van deze gebieden werd nagegaan (verzurende en vermestende deposities). Uit de berekening van de depositie blijkt dat er als gevolg van het project slechts een geringe depositie optreedt binnen SBZ en VEN. Het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen worden niet in het gedrang gebracht. Ook veroorzaken de deposities geen onvermijdbare en onherstelbare schade binnen VEN. De ingezette dalende depositietrend en toekomstig gewenste dalende trend wordt niet gehypothekeerd door de projectbijdragen.
Een generator voor de inductieverwarming met een elektrisch vermogen van 400 kW en een nominaal vermogen van 1.007 kW wordt geschrapt uit de vergunning.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijke uitgebracht deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Conclusie
Mits het naleven van de algemene, sectorale en reeds geldende bijzondere milieuvoorwaarden, kan de geplande situatie geëxploiteerd worden zonder bijkomende hinder en risico’s voor mens en omgeving.
Advies van het college
Er wordt gunstig advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
4.3.a)3° | inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen, voorzien van een filterinstallatie met gebruik van actieve kool voor de adsorptie van de afvalgassen of een gelijkwaardige installatie, en inrichtingen waar uitsluitend bedekkingsmiddelen met minder dan 150g VOS/liter worden aangebracht, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | -397,00 kW |
7.1.1° | niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit tot 1.000 ton; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | 20,00 ton/jaar (nieuw) |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +9 voertuigen |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | -375,38 kW |
17.1.2.1.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | -1.752,00 liter |
17.1.2.2.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +8.044,00 liter |
17.3.2.1.2.2° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +87,66 ton |
17.3.2.2.2°b) | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +5,09 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +87,66 ton |
17.3.6.3° | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +92,75 ton |
17.3.7.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +5,09 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | +87,66 ton |
29.5.4.3°a) | het stralen met zand of een ander materiaal van metalen of voorwerpen uit metaal met een vermogen van meer dan 1.000 kW in industriegebied; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | -80,00 kW |
43.1.3° | stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; (inrichting Smulders Projects Belgium nv) | -156,00 kW |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 4 juni 2024 |
Start openbaar onderzoek | 14 juni 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 13 juli 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 24 juli 2024 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.