Terug
Gepubliceerd op 22/07/2024

2024_CBS_05990 - Omgevingsvergunning - OMV_2024067261. Kastelweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/07/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Herald Claeys, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Peter Wouters, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Herald Claeys, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05990 - Omgevingsvergunning - OMV_2024067261. Kastelweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05990 - Omgevingsvergunning - OMV_2024067261. Kastelweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024067261

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Haven van Antwerpen - Brugge met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (0248399380) met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Kastelweg zonder nummer te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1333F32 en 1333E32

waarvan:

 

-          20240125-0053

afdeling 7 sectie G nr. 1333F32 (Tijdelijke herbestemming Osterweelkerk)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

omgevingsaanleg in het kader van herbestemming Oosterweelkerk;

plaatsen warmtepomp en luchtgroep

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      20/11/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020034861) voor het bouwen en de exploitatie van de Oosterweelverbinding. Nadien zijn nog diverse vergunningen verleend voor handelingen in het kader van de realisatie van de Oosterweelverbinding. De parking waarnaar verwezen wordt in voorliggende aanvraag, maakt het voorwerp uit van omgevingsvergunningsaanvraag met referentie OMV_2023088712. Op 24/05/2024 bracht het college hierover een voorwaardelijk gunstig advies uit. Op 5/07/2024 werd hiervoor een omgevingsvergunning verleend. 

-      29/03/2019: Oosterweelkerk vastgesteld als bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/102842;

-      24/05/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//2017432) voor onderhoudswerken kerk Oosterweel;

-      22/04/1994: Oosterweelkerk beschermd als monument: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/7005.

 

Bestaande toestand

Een in onbruik geraakte voormalige parochiekerk gelegen op een niet-toegankelijk perceel omgeven door industrieterreinen. Het perceel ligt verzonken tussen opgespoten gronden en is momenteel niet bereikbaar voor voertuigen of hulpdiensten. Een trap vormt de enige toegangsweg vanaf de naastgelegen openbare weg.

 

Nieuwe toestand

* functie: gemeenschapsvoorzieningen

  > herbestemming waarbij de ontwijde kerk wordt ingezet bij de projectcommunicatie voor de werken met betrekking tot de realisatie van de Oosterweelverbinding;

  > uitvoeren van omgevingsaanleg, waaronder de aanleg van een helling, om deze herbestemming mogelijk te maken.

 

* inrichting:

  > de kerk bevindt zich in het noordoosten van het terrein;

  > de helling wordt aangelegd vanuit het westen van het terrein en loopt door tot aan de kerk.


Inhoud van de aanvraag

-          Reliëfwijziging (aanleg van de toegangshelling);

-          Aanleg van verhardingen;

-          Ontbossen;

-          Aanleggen van een gracht;

-          Plaatsen van materiaalcontainers;

-          Aanleggen van een parkeerplaats;

-          Plaatsen van buitenunits (technieken);

-          Plaatsen van publiciteit.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van een warmtepomp en luchtgroep.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

26,90 kW

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen

28 mei 2024

27 juni 2024

Ongunstig

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

28 mei 2024

17 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

Air Liquide Industries Belgium

28 mei 2024

5 juli 2024

Gunstig

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

28 mei 2024

11 juni 2024

Gunstig

Fluxys

28 mei 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

28 mei 2024

28 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

28 mei 2024

10 juni 2024

Geen bezwaar

Defensie

28 mei 2024

27 juni 2024

Geen bezwaar

Onroerend Erfgoed

28 mei 2024

9 juli 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

29 mei 2024

7 juni 2024

Geen bezwaar

Departement Omgeving - Dienst VR

28 mei 2024

26 juni 2024

Geen advies

Water-link

28 mei 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

29 mei 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 mei 2024

21 juni 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

29 mei 2024

20 juni 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

29 mei 2024

10 juni 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

29 mei 2024

17 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.

Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is deels gelegen binnen de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Oosterweelverbinding en Oosterweelverbinding - wijziging (Besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 2006 en Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens voornoemde gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn volgende bestemmingen van toepassingen:

-          Gebied voor wegeninfrastructuur;

-          Werfzone;

-          Natuurgebied.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Echter kan in een omgevingsvergunning betreffende een constructie die definitief of voorlopig beschermd is als monument worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften, voor zover de betrokken handelingen worden geadviseerd vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed.

Hetzelfde geldt voor handelingen aan of in de omgeving van een beschermd monument of binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht, cultuurhistorisch landschap of archeologische site die aan al de volgende voorwaarden voldoen:

1° ze betreffen ontsluitingen, parkings, verhardingen, reliëfwijzigingen, ondergrondse constructies, technische constructies of onthaalinfrastructuur met een maximale vloeroppervlakte van 100 vierkante meter;

2° ze bevorderen het functioneren van de aanwezige of te vergunnen activiteiten binnen de beschermde goederen, vermeld in het eerste lid, of ze zorgen voor de valorisatie ervan (VCRO hfdst IV, afd. 1, art. 4.4.6).

Daarnaast betreft het ook een zonevreemde constructie, dewelke vergund geacht is gezien deze al bestaat van vóór de inwerkingtreding van het Gewestplan Antwerpen. De kerktoren zou dateren van rond 1450, het kerkschip van 1712 en de koorafsluiting werd gereconstrueerd in 1952. Op basis van de zonevreemde basisrechten (art. 4.4.19 §2 VCRO), mogen aanpassingen gebeuren aan of bij deze zonevreemde en niet-verkrotte constructie, voor zover het overdekte volume niet uitgebreid wordt.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake hemelwater.

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater op natuurlijke wijze kan infiltreren in de bodem.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid is niet van toepassing op de aanvraag daar deze betrekking heeft op een definitief beschermd monument en de vergunningsplichtige werken beperkt blijven tot zaken waarvoor geen normen worden opgelegd in de verordening.

 

Sectorale regelgeving

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

 

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

 

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

Milieu-effectenrapportage: het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van en als onderdeel van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.

Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een omgevingsvergunning met ingreep in de bodem een archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m², is het project gelegen in industriegebied en buiten een archeologisch vastgestelde zone, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag.

Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft hiervan op 4 april 2024 akte (onder voorwaarden) genomen (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/29293). De maatregelen in de archeologienota met referentienummer 29293 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Advies werd gevraagd aan de dienst archeologie van de stad Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De voorwaarden, die verder in dit verslag besproken worden, zijn van die aard dat ze kunnen worden overgenomen in de vergunning.

 

Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

Soortenbeschermingsbesluit: het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009.

Het Agentschap voor Natuur en Bos merkt op dat er geen soortentoets is uitgevoerd: er is geen beschrijving opgenomen van het voorkomen van soorten die men zou kunnen verwachten op deze site. ANB verwijst hierbij naar grote zolders van oude gebouwen, die (zomer)verblijfplaatsen vormen voor beschermde soorten zoals vleermuizen, maar ook nestlocaties vormen voor kerkuilen en zwaluwsoorten. De werken aan de kerk zelf vormen echter geen onderdeel van deze aanvraag. Dit betreft enerzijds onderhoudswerken, dewelke niet vergunningsplichtig zijn, en anderzijds inrichtingswerken zonder wijziging aan de stabiliteit, dewelke vrijgesteld zijn van vergunningsplicht conform art. 3.1.2° van het Vrijstellingsbesluit. Bovendien blijkt uit navraag bij Natuurpunt dat de broedkast in de kerktoren ongebruikt is tot op vandaag. Volgens de aanvrager was de laatste vaststelling van een kerkuil in de omgeving ongeveer 8 jaar geleden. Tot slot is deze omgeving ondertussen zwaar verstoord door de werken voor de Oosterweelverbinding, waarbij het terrein driezijdig ingesloten wordt door een actieve werfzone en de overige zijde langs een drukke ontsluitingsweg ligt (de Kastelweg vormt momenteel de omleidingsroute gezien de Scheldelaan hier afgesloten is). Hierdoor is de huidige aanwezigheid van soorten onzeker.

 

De verbodsbepalingen uit het Soortenbesluit blijven echter onverminderd van toepassing. Een controle ter plaatse op aanwezigheid van beschermde soorten, vóóraleer over te gaan tot uitvoering van de vergunningsplichtige werken, wordt opgelegd als voorwaarde in deze vergunning. Het verslag van deze controle dient overgemaakt te worden aan de stad Antwerpen. Indien de aanwezigheid van (nest-, woon- of schuilplaatsen van) beschermde soorten wordt vastgesteld, dient een afwijking verkregen te worden op het Soortenbesluit, alvorens de werken te kunnen aanvatten. Dergelijke afwijkingen moeten aangevraagd worden bij het Agentschap Natuur en Bos.

 

Boscompensatie: het Bosdecreet van 13 juni 1990 (art. 90bis) en het Besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing.

Het perceel is bezet met inheems bos. Er wordt 1.500 m² gerooid, de te compenseren bosoppervlakte bedraagt aldus 1.500 m². Daarnaast dient 1.108 m² als bos behouden te blijven. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft het boscompensatievoorstel dat bijgevoegd zit bij de aanvraag, goedgekeurd. Dit compensatiedossier van ANB heeft als kenmerk 24-208595.

 

Vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed

De Sint-Jan de Doperkerk is als bouwkundig element opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 14 maart 2019; ID 14618).

 

Beschermd onroerend erfgoed

De Sint-Jan de Doperkerk, de voormalige parochiekerk van Oosterweel, is de enige overblijvende getuige van het thans volledig verdwenen dorp Oosterweel en is bij ministerieel besluit van 22 april 1994 beschermd als monument.


 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen

Op een terrein gelegen ten zuiden van het 5e Havendok, bevinden zich de restanten van de Sint-Jan de Doper-kerk van het verdwenen polderdorp Oosterweel. Door de opgespoten gronden rondom het terrein, is de kerk gelegen in een 6 meter diepe put en momenteel niet bereikbaar voor voertuigen of hulpdiensten. Daarbij komt dat voor de realisatie van de Oosterweelknoop dit gebied gedurende een lange periode in de werfzone van de Oosterweelverbinding zal gelegen zijn en dus nog moeilijker bereikbaar wordt.

 

Het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge heeft als eigenaar van de kerk een overeenkomst afgesloten met Lantis, als bouwheer van de Oosterweelverbinding, om de kerk daarom in te zetten als ontvangst- en presentatieruimte bij geleide werfbezoeken. Om dit te kunnen verwezenlijken, dienen er enkele werken uitgevoerd te worden:

-      Er wordt vanuit het westen van het terrein een toegangshelling aangelegd om de kerk bereikbaar te maken voor voertuigen (voor onderhoud- en herstellingswerken) en hulpdiensten. De toegangshelling heeft een lengte van bijna 75 meter, een hellingsgraad van 8% en zal in het westen aansluiten op werfwegenis (welke vergund is in de omgevingsvergunning met referentie OMV_2023088712). De helling zal uitgevoerd worden in kasseien gelegd in een halfsteensverband.

-      Onderaan de helling, aan de zuidwestzijde van de kerk, wordt een opstelplaats voor brandweervoertuigen aangelegd, evenals een toegankelijke parkeerplaats voor rolstoelgebruikers. Tevens worden hier twee containers geplaatst (2x 18 m²) waarin onder andere persoonlijke beschermingsmiddelen en wat algemene zaken worden opgeslagen. In de beschrijvende nota wordt opgenomen dat deze containers verwijderd worden binnen de drie maanden na de oplevering van de Oosterweelverbinding. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

-      In het kader van de uitvoering van omgevingsvergunning met referentie OMV_2022166030, waarin het dempen van de bestaande gracht vergund is, dient voor een goede waterhuishouding van het terrein een nieuwe gracht gegraven te worden. De nieuwe gracht ligt ten zuiden van de kerk, is circa 80 meter lang en de aanleg maakt deel uit van voorliggende aanvraag.

-      Om bovengenoemde werken te kunnen uitvoeren, dienen verschillende bomen gelegen ten zuidwesten en zuiden van de kerk, gerooid te worden. De te rooien bomen zijn esdoorns, een tamme kastanje en twee beuken. De drie lindebomen nabij de hoofdtoegang van de kerk blijven, omwille van hun historische waarde, behouden.

 

In de kerk zelf worden reversible werken uitgevoerd om de kerk geschikt te maken als ontvangst- en presentatieruimte. Zo zal er sanitair en een kitchenette geplaatst worden en worden er technieken geplaatst voor een adequate klimatisatie. Deze technische installaties worden tussen de noordgevel van de kerk en het talud van de Kastelweg geplaatst, om maximaal aan het zicht onttrokken te zijn. Als bijkomende voorwaarde wordt opgelegd dat hier een groenscherm dient te komen tijdens het eerstvolgende plantseizoen na plaatsing installaties om zicht op de installaties te vermijden.

Voornoemde handelingen zijn omkeer- en demonteerbaar en zullen het momument daardoor minimaal impacteren in afwachting van een meer definitieve herbestemming. Naast deze ingrepen zullen er ook restauratieve en instandhoudingswerken uitgevoerd worden aan en in de kerk. Met uitzondering van de buitenopstelling van de technische installaties aan de noordzijde van de kerk, maken deze handelingen geen deel uit van voorliggende aanvraag omdat zij niet vergunningsplichtig ofwel vrijgesteld zijn van vergunningsplicht.

 

Om de site herkenbaarheid te geven, worden aan de inkom van het terrein drie vlaggenmasten geplaatst met een hoogte van 8 meter. Deze vlaggenmasten dienen tevens binnen de drie maanden na de oplevering van de Oosterweelverbinding verwijderd te worden.

 

Daar de aanvraag de instandhouding en het behoud van de kerk bewerkstelligd, zijn de werken aanvaardbaar en inpasbaar. De voorziene omgevingsaanleg is sober en staat in functie van de bereikbaarheid van het monument.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De geplande werken integreren harmonieus met de reeds bestaande gebouwen, omgeving en industriële handelingen. De impact van de geplande werken op de omgeving is beperkt.

 

Cultuurhistorische aspecten

De Sint-Jan de Doper-kerk is beschermd als monument en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in deze inventaris betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen en constructies opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De aanvraag werd dan ook ter advies voorgelegd aan de dienst monumentenzorg van de stad Antwerpen en aan het Agentschap Onroerend Erfgoed van het Vlaams gewest.

 

De dienst monumentenzorg van de stad Antwerpen merkt op dat de aanvraag enkel een gewone verantwoordingsnota bevat maar geen specifieke erfgoedinformatie.

De uitgangspunten waarmee men de kerk een tijdelijke herbestemming wil geven, worden echter positief beoordeeld. Een meer gedetailleerd advies uitbrengen, is op basis van de beschikbare informatie niet mogelijk.

Met uitzondering van de buitenopstelling van de technische installaties aan de noordzijde van de kerk, worden geen handelingen, gesteld aan het beschermde monument, beoordeeld in deze omgevingsvergunningsaanvraag.

Vermits de werken vooraf wel met het agentschap Onroerend Erfgoed werden besproken, verleent de dienst monumentenzorg een voorwaardelijk gunstig advies, mits het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed gunstig is en/of de daarin geformuleerde voorwaarden strikt worden nageleefd.

 

Het Agentschap Onroerend Erfgoed bracht een (laattijdig) voorwaardelijk gunstig advies uit. In het advies wordt opgemerkt dat er technische installaties nodig zijn om een bepaald binnenklimaat te creëren voor de tijdelijke herbestemming van de kerk. Voor de aan te brengen installaties werd een conceptnota bijgevoegd. Het concept werd eerder mondeling toegelicht en is voor het Agentschap in principe in orde. Om de impact op het beschermd erfgoed ten gronde te kunnen beoordelen vraagt het Agentschap om een lastenboek van het definitief ontwerp voor de technische installaties ter goedkeuring voor te leggen (art. 6.4.3. van het onroerend-erfgoeddecreet van 12 juli 2013 en art. 6.2.4 van 16 mei 2014). Deze voorwaarde wordt beschouwd als een uitvoeringsmodaliteit.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst archeologie van de stad Antwerpen. Zij bevestigen dat de opmaak van een archeologienota verplicht is. Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft van de nota akte onder voorwaarden genomen. De voorwaarden leggen op dat elk skelet dat wordt aangesneden en mogelijk deels buiten de geplande ingrepen ligt, in zijn totaliteit dient te worden opgegraven. Wanneer er bij de uitbreidingen nieuwe grafcontexten aan het licht komen die volledig buiten de contouren van de geplande werken liggen, moeten deze niet worden opgegraven, maar wel worden afgedekt met geotextiel en aangevuld met zand in functie van behoud in situ. Dienst archeologie vraagt bijkomend volgende voorwaarden op te leggen:

 

Om dit verder te kunnen opvolgen vraagt de dienst archeologie om volgende voorwaarden op te leggen:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

-          De bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een archeologische opgraving (zie voorwaarden bij aktename) verplicht uit.

Deze voorwaarden kunnen worden opgelegd in de vergunning.

 

Bodemreliëf

De aanvraag betreft een reliëfwijziging waarbij een helling wordt aangelegd met een hellingsgraad van 8%. Om de stabiliteit van de nieuwe toegangshelling te garanderen, worden zijdelings nieuwe taluds voorzien die aanzetten op 50 cm afstand van de eigenlijke helling.

 

In het zuiden van het terrein wordt een nieuwe gracht gegraven met een lengte van circa 80 meter welke wordt aangesloten op het te behouden deel van de bestaande gracht.

 

Om deze werken te kunnen uitvoeren, dienen een aantal bomen gerooid te worden wat resulteert in een ontbossing met een oppervlakte van 1.500 m². Het boscompensatievoorstel van de aanvrager werd door het Agentschap Natuur en Bos goedgekeurd en zal integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling voor wat betreft de impact op de Oosterweelverbinding. Zij gaven volgend advies:

De aangevraagde reliëfwijziging en het daarmee verbonden rooien van bomen is een tijdelijke ingreep in het landschap om tijdens de looptijd van de werf de waterproblematiek in de omgeving beheersbaar te houden. Er dient onderzocht te worden hoe de vorm en het tracé van de reliëfwijziging (gracht) aangepast kunnen worden om het aantal te rooien bomen te beperken. De uiteindelijke vorm en het tracé van de gracht, evenals het aantal te rooien bomen, dient vóór de uitvoering van de werken met de bevoegde diensten van de stad Antwerpen afgestemd te worden. De werkzaamheden voor de restauratie van de kerk worden door deze voorwaarden niet gehypothekeerd. Het (ter plaatse) afstemmen van het exacte tracé van de gracht met de stad vóóraleer over te gaan tot uitvoering, kan opgelegd worden als voorwaarde. De aanvrager geeft aan ook alternatieven onderzocht te hebben (wegpompen water), maar een nieuwe tijdelijke gracht ter vervanging van de vroegere gracht op het terrein blijkt onontbeerlijk om wateroverlast en -schade aan het beschermd monument te vermijden. Bij beëindiging van de werken voor de Oosterweelverbinding, zal deze omgeving volledig heraangelegd worden binnen het nog op te maken masterplan voor deze site. Het herstel van de oorspronkelijke gracht met gravitaire afwatering zal daar deel van uitmaken.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Advies werd gevraagd aan de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opmerkingen en voorwaarden uit dit advies kunnnen worden gehecht aan de vergunning.

 

Daar de kerk (terug) voor publiek toegankelijk gemaakt wordt en op minder dan 2 kilometer gelegen is van een Seveso-inrichting, werd het advies ingewonnen van Team Externe Veiligheid van het Departement Omgeving. Zij brengen geen advies uit daar het voorwerp van de stedenbouwkundige handeling voor hen niet onder artikel 35, §15 van het Omgevingsvergunningenbesluit valt.

 

Advies werd gevraagd aan de Astrid Veiligheidscommissie van de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Gezien de beperkte bezetting, leggen zij geen verplichting op tot Astrid-indoordekking.

 

Door de aanwezigheid van spoorwegen in de nabijheid van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van Infrabel, als beheerder van de spoorinfrastructuur. Zij uiten geen bezwaar.

 

Door de nabijheid van de gewestweg Oosterweelsteenweg, werd het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Zij brengen een gunstig advies uit.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen.

- Ministerie van Defensie en Air Liquide hebben geen bezwaar tegen de aanvraag.

- Water-link en Fluxys brachten geen tijdig advies uit. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De site zal niet vrij toegankelijk zijn maar enkel in het kader van georganiseerde werfbezoeken. De ontsluiting is voorzien via de nieuw aan te leggen helling in het westen van het terrein. Advies werd gevraagd aan de verkeerspolitie van de stad Antwerpen. Zij hebben vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid geen bezwaar tegen de aanvraag. 

 

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij noteren in hun advies het volgende:

Er wordt één parkeerplaats voor mindervaliden voorzien ter hoogte van de ingang van de kerk. De overige bezoekers zullen parkeren op het parkeerterrein van Lantis naast de site op de Kastelweg (buiten de projectzone gelegen en maakt deel uit van aanvraag met referentie OMV_2023088712) en vandaar onder begeleiding te voet naar de kerk gaan. Deze parking is voldoende groot om de bezoekers te laten parkeren. In het mobiliteitsrapport van deze vergunningsaanvraag (OMV_2023088712) werd reeds rekening gehouden met de bezoekers van de Oosterweelkerk-site.

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De ingedeelde inrichting of activiteit is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

De melding betreft de exploitatie van een warmtepomp en luchtgroep voor de verwarming van het gebouw.

 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de twee containers voor de opslag van onder andere PBM's en de drie vlaggenmasten, worden verwijderd binnen de drie maanden na de oplevering van de Oosterweelverbinding;

2. de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een archeologische opgraving (zie voorwaarden) (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/29293), verplicht uit;

3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5. gezien de beperkte bezetting, heeft de Astrid-veiligheidscommissie beslist dat er geen verplichting is tot Astrid-indoordekking;

6. de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-208595;

7. de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.500 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

8. de resterende bosoppervlakte 1.108 m² moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;

9. de ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;

10. de bosbehoudsbijdrage van € 16.800 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;

11. het eerstvolgende plantseizoen na de werken wordt er een groenscherm aangeplant om de technische installatie maximaal aan het zicht te onttrekken;

12. er dient voorafgaand aan de uitvoering een controle ter plaatse te gebeuren op de aanwezigheid van (nest-, woon- of schuilplaatsen van) beschermde soorten. Het verslag van deze controle dient overgemaakt te worden aan de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be). Indien de aanwezigheid van (nest-, woon- of schuilplaatsen van) beschermde soorten wordt vastgesteld, dient een afwijking verkregen te worden op het Soortenbesluit, alvorens de werken te kunnen aanvatten;

13. het exacte tracé van de nieuwe gracht wordt afgestemd met de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be)  voorafgaand aan de uitvoering;

14. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed.


Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden en opmerkingen uit het advies van Brandweerzone Antwerpen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om de gemelde ingedeelde inrichtingen of activiteiten te akteren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

26,90 kW

 

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 mei 2024

Volledig en ontvankelijk

28 mei 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 juli 2024

Verslag GOA

9 juli 2024

Naam GOA

Katrine Leemans en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. de twee containers voor de opslag van onder andere PBM's en de drie vlaggenmasten, worden verwijderd binnen de drie maanden na de oplevering van de Oosterweelverbinding;

2. de bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een archeologische opgraving (zie voorwaarden) (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/29293), verplicht uit;

3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5. gezien de beperkte bezetting, heeft de Astrid-veiligheidscommissie beslist dat er geen verplichting is tot Astrid-indoordekking;

6. de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-208595;

7. de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.500 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

8. de resterende bosoppervlakte 1.108 m² moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;

9. de ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;

10. de bosbehoudsbijdrage van € 16.800 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;

11. het eerst volgende plantseizoen na de werken wordt er een groenscherm aangeplant om de technische installatie maximaal aan het zicht te onttrekken;

12. er dient voorafgaand aan de uitvoering een controle ter plaatse te gebeuren op de aanwezigheid van (nest-, woon- of schuilplaatsen van) beschermde soorten. Het verslag van deze controle dient overgemaakt te worden aan de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be). Indien de aanwezigheid van (nest-, woon- of schuilplaatsen van) beschermde soorten wordt vastgesteld, dient een afwijking verkregen te worden op het Soortenbesluit, alvorens de werken te kunnen aanvatten;

13. het exacte tracé van de nieuwe gracht wordt afgestemd met de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) voorafgaand aan de uitvoering;

14. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed.


Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden en opmerkingen uit het advies van Brandweerzone Antwerpen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

26,90 kW

 

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.