Terug
Gepubliceerd op 24/06/2024

2024_CBS_05218 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021051974. Tijsmanstunnel-West z/n. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2024 - 09:00 Stadhuis - contact: Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05218 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021051974. Tijsmanstunnel-West z/n. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05218 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021051974. Tijsmanstunnel-West z/n. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Het college verleende op 9 juli 2021 en op 8 oktober 2021 (na een wijzigingsverzoek) een voorwaardelijk gunstig advies.

Na een proefperiode van 2 jaar werd deze hervergunningsprocedure terug opgestart. De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar opnieuw om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021051974

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Evonik Antwerpen (0406183144) met als adres Tijsmanstunnel-West z/n te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Tijsmanstunnel-West z/n te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie F nrs. 114C, 114D, 114H, 114K, 114M, 114F, 114R, 114N, 117R, 117S, 117F, 117D en 117T

waarvan:

 

-          20210329-0039

afdeling 18 sectie F nrs. 114C, 114D, 114F, 114K, 114H, 114M, 114N en 114R (EVONIK/ACA-eenheid)

-          20171024-0008

afdeling 18 sectie F nrs. 114C, 114H, 117R, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/UT-BIO-eenheid)

-          20170801-0004

afdeling 18 sectie F nrs. 114K, 114M, 114N, 114R, 114C, 117R, 114D, 114F en 114H (EVONIK/UT-eenheid)

-          20210406-0022

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/AC-eenheid)

-          20210407-0010

afdeling 18 sectie F nrs. 114H, 114C, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/AO-eenheid)

-          20180905-0003

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/B-eenheid)

-          20190403-0017

afdeling 18 sectie F nrs. 114H, 114C, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/FK-HK-eenheid)

-          20210407-0062

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/HKCS-eenheid)

-          20210407-0085

afdeling 18 sectie F nrs. 114H, 114C, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/MC-eenheid)

-          20210408-0009

afdeling 18 sectie F nrs. 114C, 114H, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/ME-1-eenheid)

-          20200519-0058

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/ME-2-eenheid)

-          20210408-0062

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/OX-eenheid)

-          20210409-0036

afdeling 18 sectie F nrs. 114H, 114C, 114D, 114R, 114F, 114K, 114M en 114N (EVONIK/PACM-eenheid)

-          20190123-0028

afdeling 18 sectie F nrs. 114R, 114F, 114K, 114M, 114N, 114H, 114C en 114D (EVONIK/SL-eenheid)

-          20210412-0011

afdeling 18 sectie F nrs. 114H, 114C, 114D, 114N, 117F, 114R, 114F, 114K, 117D en 114M (EVONIK/Centrale Opslag)

-          20180907-0054

afdeling 18 sectie F nrs. 114K, 117S, 117D, 114M, 114C, 114H, 114D, 114F, 117T, 114N en 114R (EVONIK/andere diensten)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Chemisch bedrijf, hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (18/52265/B/ - 1969831040) verleend door het college op 10 juli 1969 voor een schakelpost. De laatst verleende vergunning betreft een omgevingsvergunning (OMV_2023018964) verleend door de deputatie op 31 augustus 2023 voor het bouwen van een 150 kV-stroomstation.

De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund.

 

Voorgeschiedenis milieu

Bij Ministerieel Besluit van 14 september 2022 verleende de omgevingsminister aan Evonik Antwerpen nv een omgevingsvergunning op proef (termijn van 2 jaar) voor de hervergunning.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de hernieuwing van de vergunning na een proefperiode van 2 jaar.

 

Aangevraagde rubriek(en)

Zie Bijlage rubriekentabellen_2021051974.


Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte

 

EVONIK/UT-BIO-eenheid

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Diverse bijzondere lozingsnormen van het geloosde afvalwater.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling: 

De aanvrager wenst de bestaande bijzondere lozingsnormen van het geloosde afvalwater uit de lopende vergunning te behouden.

 

2.

Bij te stellen voorwaarde:

De maximale lozingstemperatuur van 30°C van brakwater mag verhoogd worden tot maximaal 35°C bij een buitentemperatuur van 25°C of meer of bij een koelwaterinname met een temperatuur van 20°C of meer.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling: 

De aanvrager wenst deze bijzondere milieuvoorwaarde te behouden.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

26 mei 202124 juni 2021Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

13 september 2021

30 september 2021

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

24 januari 202222 februari 2022Geen advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

17 juni 2022

23 juni 2022

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

22 mei 202413 juni 2024Gunstig

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voornamelijk bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in het zuiden eveneens bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

Het goed is tevens gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Over het goed loopt volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van de ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn werken, handelingen en wijzigingen in functie van de ruimtelijke inpassing, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren en leidingen toegelaten.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing  voor zover de aanleg, het functioneren en de aanpassing van verkeers- en vervoersinfrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.

Naast de aanleg van voornoemde ongelijkvloerse spoorinfrastructuur kunnen volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen toegelaten worden:

- Maatregelen die betrekking hebben op de geluids- en lichtbuffering, de veiligheid, integraal waterbeheer, het herstel of de realisatie van ecologische verbindingen,

- Het verplaatsen en bundelen van nutsleidingen.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

 

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het eerstvermelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-          Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan, de Tijsmanstunnel West en de R2;

-          Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ aan de overzijde van de Scheldelaan;

-          overdruk Verbinding voor fietsers evenwijdig met de R2;

-          overdrukken Hoogspanningsleiding, Leidingstraat en Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP loopt er over het goed een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Hoogspanningslijn Lillo – Zandvliet van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Volgens dit GRUP is een zone tussen de Scheldelaan en de Tijsmanstunnel, ten zuiden van het goed, bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.

 

Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt een overdruk ten zuiden van de R2, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Tot slot is buiten de afbakeningslijn, ten westen van het goed, het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande Hoogspanningsleiding, Bestaande afzonderlijke leidingen, Bijzonder natuurgebied (NH), Natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten (R), Gebieden voor dagrecreatie, Parkgebieden en Woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Evonik Antwerpen is gevestigd aan de Scheldelaan en is gespecialiseerd in de vervaardiging van producten voor een brede waaier aan toepassingen. Zo worden onder meer grondstoffen voor de productie van siliconen voor de elektro- en communicatie-industrie geproduceerd. Producten worden ook gebruikt als bindmiddel in drukinkten, verven en lakken, en als grondstoffen voor autobanden, bleekmiddelen en milieuvriendelijke herbiciden.

Bij ministrieel besluit van 14 september 2022 verleende de omgevingsminister aan Evonik Antwerpen een omgevingsvergunning op proef met een termijn van 2 jaar voor de hervergunning van een chemische site. Als voorwaarde werden destijds verschillende studies opgelegd. Bijvoorbeeld het uitvoeren van monitoringscampagnes van de emissies van diverse parameters, zoals PFAS, SO2 en NOx, zodat er doelgerichte verwijderingstechnieken voorgesteld kunnen worden cfr. de BBT principes.

Momenteel is er een hervergunningsaanvraag lopende, waarvoor er een nieuw project-MER werd opgesteld.

De hervergunning betreft in hoofdzaak het verder zetten van de huidige activiteiten. Er zijn een beperkt aantal bijkomende activiteiten gepland:

- plaatsen van een bijkomende opslagtank ACA en bijkomende verladingen (ACA-eenheid);

- uitbreiden concentratiebereik van sommige opslagtanks met H2O2 (AO-eenheid);

- KOH-leiding tussen B-eenheid en ME-eenheid;

- buteen-butaan-scheiding (OX-eenheid);

- opslagcontainer voor grond- en hulpstoffen in vaten/IBC’s/kanisters (OX-eenheid);

- verdere opzuivering van organosilanen van het PTC-proces (SL-eenheid);

- PTS-STC-scheiding (SL-eenheid);

- uitbreiding opslagcapaciteiten (centrale opslagplaatsen).

Aangezien er reeds een vergunning op proef afgeleverd werd, handelt dit advies louter over de wijzigingen of aanvullingen ten opzichte van de vorige aanvraag.

In de vorige aanvraag werden door het college volgende voorwaarden opgelegd:

  • De impact van het koelwater moet gemonitord te worden. Het Havenbedrijf wenst betrokken te worden bij de monitoring (locatiebepaling, frequentie, timing, metingen van temperatuur en zuurstofgehalte) en de resultaten van de studie overgemaakt te krijgen (milieu@portofantwerp.com en secretariaat_CA/PD@portofantwerp.com);
  • de lucht van de waterzuiveringsinstallatie moet behandeld worden ter reductie van geuremissie;
  • bij vervanging van de huidige installaties moet rekening gehouden worden met de maximale toelaatbare geluidsvermogenniveaus uit het MER. Na realisatie van de geplande projecten dienen er akoestische controlemetingen uitgevoerd te worden;
  • op de B1-recuperatieketel dient een SCR-installatie voorzien te worden. Een nageschakelde SCR-installatie op de B2-recuperatieketel wordt aanbevolen;
  • het actieprogramma inzake PFOS wordt uitgevoerd. Het college wenst op de hoogte gehouden te worden van de vorderingen en het resultaat van dit actieprogramma.

De aanpassingen van het project-MER hebben voornamelijk betrekking op:

  • Nieuwe emissiegegevens m.b.t. de aspecten lucht en water; 
  • Uitgevoerde studies zoals opgelegd als bijzondere milieuvoorwaarde in het ministerieel besluit; 
  • Detailonderzoek m.b.t. haalbaarheid (technisch-economisch) van emissiereducerende maatregelen.

Het belangrijkste focuspunt in de herziening van de project-MER is het onderzoek naar maatregelen die de emissie verminderen op vlak van verzuring en vermesting. 

De aanvrager voerde een monitoring uit van de temperatuur van het geloosde koelwater en bekeek de impact hiervan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat in de worst-casesituatie, gebaseerd op maximaal gemeten waarden, de temperatuur van het Kanaaldok met 0,9 °C zou stijgen na volledige menging. Bij een maximaal vergunde situatie zou de temperatuurstijging neerkomen op 2,7 °C. Er worden geen significante effecten op het visbestand verwacht door deze temperatuursstijging. De voorwaarde die hierop van toepassing was, dient aldus niet overgenomen te worden.

De aanvrager voerde bijkomend nog een geurstudie uit, waarin onderzocht wordt welke verwijderingsrendementen behaald worden met de actiefkoolfilter op de buffertank van de waterzuiveringsinstallatie. De resultaten hiervan worden op heden nog omgezet door het bedrijf Olfascan. Evonik meldt dat de klachten over geurhinder enorm gedaald zijn door het in werking treden van de actiefkoolfilter. De voorwaarde die hierop van toepassing was dient aldus niet overgenomen te worden.

De aanvrager verklaart dat de akoestisch impact van de nog geplande installaties als verwaarloosbaar kan beschouwd worden. Het totale, te hervergunnen, specifieke geluid van Evonik geeft geen relevante overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen. Naar het zuidwesten (de bewoning te Lillo) is de impact van Evonik als verwaarloosbaar te beschouwen tijdens de dagperiode en als beperkt negatief tijdens de avond- en nachtperiode. Dit is echter enkel in worst-casesituaties met continue wind vanuit het oosten. In meer gemiddelde condities vlakt dit uit en is de impact als verwaarloosbaar te beschouwen. Naar het westen en noordwesten (natuurgebied Galgenschoor) is de impact van Evonik als verwaarloosbaar te beschouwen. Als milderende maatregel legt het bedrijf voor om bij vervanging van installaties steeds de geluidsvermogenniveau’s in acht te nemen. De voorwaarde die hierop van toepassing was dient aldus niet overgenomen te worden.

Er werd sinds vorige vergunningsaanvraag een indicatief onderzoek uitgevoerd  naar de haalbaarheid en reductiepotentieel van enkele milderende maatregelen betreffende verzurende en vermestende emissies. Bij de beoordeling van de kosteneffectiviteit werd ook afgestapt van de indicatieve eenheidsreductieprijzen zoals opgenomen in het VlaamseLuchtbeleidsplan 2030 (dat thans ook in herziening is). Zo wordt inzake NOeen maatregel als niet kosteneffectief beschouwd wanneer de eenheidsreductiekost hoger ligt dan 20 euro/kg. Volgende milderende maatregelen worden voorgesteld:

  • MM1 : SOx-reductie op AC (brander, emissiepunt AC/L1). Problematiek lekkende dichting zoals deze optrad in 2019 werd reeds verholpen.
  • MM2 : reductie inzake NOx en NH3 op B-eenheid (emissiepunt B/L1, AB-hal). Naschakelen van SCR wordt uitgevoerd.
  • MM3 : reductie inzake NOx en NH3 op B-eenheid (emissiepunt B/L5, C-hal). Naschakelen van SCR wordt uitgevoerd.
  • MM4 : NOx- en SOx-reductie op ME-1-eenheid (brander, emissiepunt ME-1/L1). Diverse maatregelen waaronder: SNCR om toekomstige BREF WGC-norm inzake NOx te halen. Verlaging rookgasdebiet. Procesoptimalisatie van SOX-wassing werd doorgevoerd.
  • MM5 : NOx- en SOx-reductie op ME-2-eenheid (brander, emissiepunt ME-2/L1). Diverse maatregelen waaronder: branderoptimalisatie om toekomstige BREF WGC-norm inzake NOx te halen. Verlaging rookgasdebiet. Procesoptimalisatie van SOx-wassing werd doorgevoerd.
  • MM 6 : SOx-reductie op ME-2-eenheid (RTO west, emissiepunt ME-2/L3). Vermijden uitschieter die optrad in emissiemetingen 2019 bij RTO west.
  • MM 7 : NOx-emissiereductie op niveau van fakkels B-eenheid. Mildering door optimalisatie.
  • MM 8 en 9: NOx-emissiereductie op WKK-1-eenheid (emissiepunt UT-EN/L4) en WKK-2-eenheid (emissiepunt UT-EN/L6). Diverse technisch haalbare oplossingen voor de WKK’s onderzocht welke evenwel niet kosteneffectief bleken te zijn. MM8 op WKK-1: GT upgrade. Omzetting LM6000PD naar PF. MM9 op WKK-2: Katalytische reductie – SCR.
  • MM 10 : SOx-emissiereductie ME-2-eenheid RTO oost en RTO west (emissiepunten ME-2/L2 en ME-2/L3). Procesoptimalisatie.

De kosteneffectiviteit en het reductiepotentieel van de milderende maatregelen werd diepgaander uitgewerkt. De aanvrager engageert zich tot het uitvoeren van maatregelen 1 tot 7. De voorwaarde omtrent de SCR-installatie van de recuperatieketels kan aldus vervallen.

Om tegemoet te komen aan de opgelegde bijzondere voorwaarden voerde de aanvrager een bronnenonderzoek uit naar PFAS in het afvalwater. Bronnen van aangetoonde PFAS waren de bodemsaneringen (verontreinigd opgepompt grondwater), het gecapteerd dokwater en leidingwater. Na het tijdelijk stopzetten van de bodemsaneringen nam de concentratie in het effluent naar de Schelde reeds af. Hierna werd duidelijk dat verdere concentratie van PFAS in het effluent kan gerelateerd worden aan verhoogde concentraties PFAS in het gecapteerde dokwater, dit uitgezonderd één unieke situatie waar dat niet het geval was. De worst case impact inzake PFOS wordt als aanvaardbaar beoordeeld. De Wezer tool stelt een jaargemiddelde lozingsnorm van 17,8 ng/l voor. De voorwaarde die hierop van toepassing was dient aldus niet overgenomen te worden. Het advies van het havenbedrijf wijst er wel terecht op dat er een noodzaak is om de situatie blijven op te volgen en een continu monitoringsprogramma uit te werken, waarbij continu wordt geëvalueerd of er een noodzaak voor waterzuivering is.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder volgende voorwaarde.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het lozen van bedrijfsafvalwater dient periodiek gecontroleerd te worden op minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

22 mei 2024

Start 1e openbaar onderzoek

29 mei 2021

Einde 1e openbaar onderzoek

27 juni 2021

Start laatste openbaar onderzoek

23 mei 2024

Einde laatste openbaar onderzoek

21 juni 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

21 juni 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 4 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 mei 2021

27 juni 2021

0

0

0

0

18 september 2021

17 oktober 2021

0

0

0

0

22 juni 2022

21 juli 2022

0

0

0

2

23 mei 2024

21 juni 2024*





 (*) op moment van schrijven van dit verslag was dit openbaar onderzoek nog niet afgerond. De evaluatie van eventuele bezwaren dient te gebeuren door de vergunningverlenende overheid.


Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 29 mei 2024. Het verslag van de informatievergadering werd bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het lozen van bedrijfsafvalwater dient periodiek gecontroleerd te worden op minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.