Terug
Gepubliceerd op 24/06/2024

2024_CBS_05223 - Omgevingsvergunning - OMV_2024018804. Amerikalei 133. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2024 - 09:00 Stadhuis - contact: Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05223 - Omgevingsvergunning - OMV_2024018804. Amerikalei 133. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05223 - Omgevingsvergunning - OMV_2024018804. Amerikalei 133. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024018804

Gegevens van de aanvrager:

NV MARCON GROUP met als adres Amerikalei 133 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Amerikalei 133 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nr. 3608P2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden en een kantoor

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/05/2023: weigering (OMV_2022172098) voor het verbouwen naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden en een kantoor;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208114;

-          07/11/1988: vergunning (86#8724881) voor het maken inrit naast kelder;

-          06/07/1987: vergunning (86#8724882) voor het aanbrengen garagepoort;

-          02/05/1952: toelating (18#29376) voor verbouwingswerken.

 

Vergunde toestand  

-          functie:

  • eengezinswoning;
  • complementaire kantoorfunctie op de gelijkvloerse verdieping.

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte hoofdgebouw van 10,5 m;
  • uitbouw aan de rechterzijde over 1 bouwlaag van 15,03 m;
  • uitbouw aan de linkerzijde over 3 bouwlagen van 13,04 m.

-          gevelafwerking:

  • plint in blauwe hardsteen;
  • lijstgevel in beige pleister;
  • beige houten buitenschrijnwerk;
  • zwart houten poort naar inpandige garage.

 

Bestaande toestand

overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 appartementen;
  • complementaire kantoorfunctie op de gelijkvloerse verdieping.

-          gevelafwerking:

  • pvc wit ramen aan de achtergevel van de verdiepingen;
  • dak met 1 veluxvenster aan de voor- en achterzijde.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woonentiteiten;
    • 1 appartement op de eerste verdieping;
    • duplexappartement op de tweede en derde verdieping.
  • complementaire kantoorfunctie op de gelijkvloerse verdieping;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte hoofdgebouw van 10,5 m;
  • uitbouw aan de rechterzijde over 1 bouwlaag van 15,00 m op de gelijkvloerse verdieping;
  • uitbouw aan de linkerzijde over 3 bouwlagen van 13,04 m op de verdiepingen;
  • dakkapel aan de achterzijde;
  • terras achteraan de eerste verdieping
  • dakterras achteraan de derde verdieping;
  • trap van de kelder naar de gemeenschappelijke tuin;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:
    • plint in blauwe hardsteen;
    • beige geschilderde lijstgevel;
    • beige houten buitenschrijnwerk;
    • poort naar inpandige garage;
    • 2 veluxvensters aan de voorzijde van het dak.
  • achtergevel:
    • witte bepleistering;
    • antraciet aluminium schrijnwerk.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          uitbreiden van het volume (dakkapel);

-          wijzigen van de voorgevel (buitenschrijnwerk);

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

29 april 2024

23 mei 2024

Geen advies

Fluvius System Operator

29 april 2024

14 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

29 april 2024

3 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

29 april 2024

7 mei 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

29 april 2024

8 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 april 2024

7 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

29 april 2024

16 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

29 april 2024

6 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

De bestaande dakbedekking, zijnde roofing, is geen gepast materiaal voor een neoklassiek pand;

  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:

De kroonlijst van de achtergevel wordt onderbroken door de nieuwe dakkapel;

  • artikel 23 Opdelen van een woning:

Bij het opdelen van een vergunde/ vergund geachte eengezinswoning in meerdere woongelegenheden, dient een woongelegenheid van 100 m² te worden behouden, voorzien van een buitenruimte van minstens 15 m². Het ontwerp voldoet hier niet aan;

  • artikel 25 Toegankelijkheid van de functie:

De gemeenschappelijke tuin is niet toegankelijk, aangezien de deur slechts een hoogte heeft van 1,52 m;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Er wordt geen bijkomende parkeerplaats voorzien;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen & artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

Er is geen gescheiden riolering aangelegd en er zijn geen toezichtsputten voorzien;

  • artikel 43 Septische putten:

Er wordt geen inhoud vermeld voor de septische put.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig klimaat (score B). Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend  project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van een eengezinswoning met complementaire kantoorfunctie tot meergezinswoning met een zelfstandige kantoorfunctie en 2 woongelegenheden. De woonfunctie blijft behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende functie van meergezinswoningen in de straat.

 

De aanvraag is bijkomend voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst Business & Innovatie. De dienst adviseert gunstig aangezien het de regularisatie van een reeds bestaande kantoorruimte betreft.

 

Dit standpunt wordt uit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het behoud van de gelijkvloerse kantoorfunctie als zelfstandige functie. Op de bovenliggende verdiepingen wordt een eenslaapkamerappartement van 57,97 m² en een twee-slaapkamerappartement duplex van 106 m² voorzien. 

 

Het opdelen van een eengezinswoning is enkel mogelijk mits er voldaan wordt aan art. 23 uit de bouwcode en er na de opdeling een voldoende ruime woonentiteit met dito buitenruimte voorzien wordt die onderdak kan bieden aan een groot gezin. Het terras van de duplex bedraagt slechts 12,86 m², terwijl conform artikel 23 van de bouwcode er een buitenruimte van minimaal 15 m² voorzien dient te worden. Aangezien de achterliggende tuin van ca. 35 m² door middel van een trap vanuit de kelder toegankelijk wordt gemaakt, kan deze gebruikt worden als gemeenschappelijke tuin. Ook wordt de gemeenschappelijke trap vanuit de inkomhal doorgetrokken tot de kelder, wat de bereikbaarheid van de gemeenschappelijke tuin ten goede komt. Omwille van bovenvermelde redenen kan hier een afwijking toegelaten worden op de voorschriften mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

De buitenruimtes voor de wooneenheden op de verdiepingen worden achteraan voorzien. Het terras van het duplex appartement wordt toegankelijk gemaakt door een nieuwe dakkapel. Het extra volume en het terras op de 1e verdieping bevinden zich tussen de scheimuren van beide buren en het dakterras op de 3e verdieping bevindt zich op voldoende afstand van de rechter perceelsgrens. Bijgevolg zijn er geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft behoudens het wijzigen van het buitenschrijnwerk in geschilderd hout, ongewijzigd.

 

De achtergevel wordt afgewerkt met een witte bepleistering en antraciet aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.

 

Op de toevoeging van terrassen en een dakkapel na blijft de achtergevel behouden. De ruime dakkapel verzekert de toegang tot het dakterras op de 3de verdieping. De kroonlijst van de achtergevel wordt onderbroken door de nieuwe dakkapel. Dit is strijdig met art. 15 uit de bouwcode die de duidelijke herkenbaarheid van de schuine dakvorm vooropstelt. Aangezien de leesbaarheid van het schuin dak al zeer beperkt is door de aanwezigheid van het hoge entresolvolume en de dakkapel ook een kwalitatieve toegang tot het dakterras verzekert, kan een afwijking van de voorschriften worden toegelaten met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

De wijzigingen aan de gevels zijn minimaal waardoor de visuele inpasbaarheid behouden blijft.   

 

Cultuurhistorische aspecten

Gelet op de opname van het pand in de inventaris bouwkundig erfgoed en de ligging van het pand in een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg:

“Men wenst het pand te verbouwen naar een meergezinswoning met twee woonentiteiten en een kantoor. Hiervoor worden beperkte ingrepen gedaan o.a. om de twee woonentiteiten van voldoende buitenruimte te kunnen voorzien (aanpassing achterste dakvlak en toevoeging terrassen op de bestaande platte daken) en het toevoegen van een trap om vanuit de kelder de gemeenschappelijke tuin te kunnen bereiken.

 

Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door gelijkaardig schrijnwerk naar typedetail. De voordeur blijft bewaard.

 

Vanuit oogpunt monumentenzorg geen principieel bezwaar. De ingrepen blijven beperkt, de draagkracht van het pand wordt niet overschreden. De grootste erfgoedwaarde bevindt zich in het voorhuis. Hier blijven de indeling en meest waardevolle interieurelementen bewaard.

Op het appartement op de eerste verdieping is het jammer dat de badkamer in de voormalige voorste salon net naast de schouw wordt voorzien. Een positionering in de huidige berging/ toekomstige dressing had minder impact gehad op de belevingswaarde van de ruimte en het interieur. Er wordt gevraagd om de herindeling te bekijken. Indien de badkamer op de gewenste plaats blijft ingeplant, is het belangrijk om de schouw en het lijstplafond te vrijwaren. De badkamer dient naast de schouw en onder het plafond te blijven. Ook vragen we om de overgang tussen hoofdhuis en aanbouw leesbaar te houden door de penant tussen keuken en woonkamer aan de zijde van de traphal te bewaren zoals op de bovenliggende verdieping.

 

De aanpassingen ter hoogte van de achtergevel en het achterste dakvlak doen geen fundamentele afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand. Deze werden doorheen de tijd gewijzigd. Het is niet duidelijk of de bestaande dakbedekking zijnde roofing vergund is. Dit is geen passend materiaal voor een neoklassiek pand; in oorsprong en afhankelijk van de dimensionering van de dakstructuur voorzien van pannen, leien of zink. Dit materiaal dient uitgesloten van vergunning en op termijn vervangen door een meer passend dakmateriaal.  

 

Gelet op bovenstaande argumentatie wordt er voor dit dossier een voorwaardelijk gunstig advies verleend.

 

Voorwaarden:

-          Penant tussen de woonkamer en keuken op de eerste verdieping aan de zijde van de traphal te bewaren;

-          Detailtekeningen van het schrijnwerk aan te leveren voor productie;

-          Waardevol binnenschrijnwerk te bewaren of te vervangen naar oorspronkelijk model indien niet mogelijk;

-          Als suggestie wordt meegegeven om te bekijken of de badkamer eventueel kan verplaatst worden naar de bestaande berging/toekomstige dressing. Indien de badkamer op de eerste verdieping op de ontworpen plaats blijft, dient de badkamer zo te worden geconfigureerd dat de schouw en het lijstplafond bewaard en leesbaar blijven;

-          Op termijn de roofing dakbedekking te vervangen door een volwaardig en passend dakmateriaal. Opties terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden. De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

 

Bodemreliëf

Er worden geen onaanvaardbare aanpassingen gedaan aan het bodemreliëf.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het toilet van het éénslaapkamerappartement op de 1e verdieping komt rechtstreeks uit in de leefruimte. Het voorziene sas dient afgesloten te worden door middel van een bijkomende deur om geurhinder te voorkomen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Er wordt opgemerkt dat de toegang naar de gemeenschappelijke tuin wordt voorzien door een deur met een vrije toegangshoogte van 1,48 m, waardoor deze niet toegankelijk is. Dit is strijdig met artikel 25 van de bouwcode. Aangezien het gemeenschappelijk gebruik van de tuin een voorwaarde is voor de opdeling van de eengezinswoning, kan hiervan niet worden afgeweken. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om een deur te voorzien met een minimale vrije toegangshoogte van 2,10 m.

 

Verder vermelden de plannen geen inhoud van de septische put. Volgens artikel 43 van de bouwcode dient deze een minimale inhoud van 2900 liter te bedragen. In voorwaarde wordt opgenomen te voldoen aan dit artikel.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De eengezinswoning met kantoor op het gelijkvloers wordt verbouwd naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden en een kantoor op het gelijkvloers.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen voor deze aanvraag.

 

Er is een bestaande garage met 2 achterliggende parkeerplaatsen. Maar er komt geen bijkomende parkeerplaats bij voor de extra wooneenheid.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

 

Er worden in de kelder 6 fietsstalplaatsen voorzien.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Fluvius dienen opgevolgd te worden.

4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.

5. Het sas tussen woonkamer en toilet op de eerste verdieping dient afgesloten te worden door middel van een bijkomende deur.

6. De toegangsdeur naar de gemeenschappelijke tuin dient een minimale vrije toegangshoogte van 2,10 m te hebben.

7. De aanvraag moet m.b.t. het rioolstelsel en afvoerleidingen voldoen aan artikels 40 en 41 van de bouwcode.

8. Een septische put te voorzien met een inhoud van 2900 liter conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

29 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juni 2024

Verslag GOA

12 juni 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Fluvius dienen opgevolgd te worden.

4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen opgevolgd te worden.

5. Het sas tussen woonkamer en toilet op de eerste verdieping dient afgesloten te worden door middel van een bijkomende deur.

6. De toegangsdeur naar de gemeenschappelijke tuin dient een minimale vrije toegangshoogte van 2,10 m te hebben.

7. De aanvraag moet m.b.t. het rioolstelsel en afvoerleidingen voldoen aan artikels 40 en 41 van de bouwcode.

8. Een septische put te voorzien met een inhoud van 2900 liter conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.