Terug
Gepubliceerd op 24/06/2024

2024_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2024000180. Goudenregenlaan 31. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2024000180. Goudenregenlaan 31. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2024000180. Goudenregenlaan 31. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024000180

Gegevens van de aanvrager:

de heer Shah Yash met als contactadres Goudenregenlaan 31 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Goudenregenlaan 31 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie B nr. 154M

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/06/1972: vergunning (222#12944) voor het bouwen van een woning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte 12,2 m op elke bouwlaag;
    • terrassen achteraan over volledige bouwbreedte van 1,2 m diep binnen het volume op elke bouwlaag;
    • terrassen vooraan van 0,95 m diep op elke bouwlaag;

-          gevelafwerking:

  • parement in grijze steen en horizontale gladde betonstroken;
  • schrijnwerk ramen in zwart staal;
  • glazen borstweringen aan terrassen;
  • houten garagepoort (dubbele inpandige garage);

-          inrichting:

  • voortuinmuur in gevelsteen, hoogte 0,45 m;
  • verharde oprit, breedte 4 m. 

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume, inrichting en gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:

  • volume-uitbreiding gelijkvloerse bouwlaag links achteraan;
  • gewijzigd voorgevel- en schrijnwerkindeling;
  • tuin in kunstgras;
  • verharding oprit verbreed tot 6,85 m.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloerse bouwlaag: 15 m;
    • bovenliggende bouwlagen 12 m;
    • terras 15 m² op plat dak uitbreiding; 

-          gevelafwerking:

  • parement in grijze gevelsteen;
  • zwart aluminium schrijnwerk;
  • zwarte sectionaal poort (6,5 m breed);

-          inrichting:

  • tuin in gras 135 m² met wadi 11 m²;
  • verharding oprit breedte 5 m.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voor- en achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleggen van verhardingen in de voortuin.  

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 196539, goedgekeurd op 27 september 1965, meer bepaald in lot(en) 25 en 26.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

-          Artikel 2 – 2.02 Bouwvrije stroken – achteruitbouwstrook: Op- en afritten zijn verboden. De vergunde oprit van 4 m wordt verbreed naar 5 m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De hoogte op de eerste en tweede verdieping bedraagt 2,60 m in vergunde toestand. Op de plannen van de nieuwe toestand bedraagt deze 2,50 m < 2,60 m;

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Er is geen minimale opstand van 0,30 m t.o.v. het hoogste aangrenzende dakvlak voorzien ter hoogte van het hoofddak en het dak van de gelijkvloerse uitbreiding;

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

Bij de aansluiting van de DWA en RWA zijn geen toezichtsputten conform dit artikel voorzien.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de uitbreiding van de eengezinswoning op het gelijkvloers. Achteraan wordt een aanbouw met een diepte van 2,8 m geplaatst wat resulteert in een gelijkvloerse bouwdiepte van 15 m. De aanbouw dient ter uitbreiding van de leefruimten en is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van de aanvraag. De leefruimten blijven voorzien van voldoende licht en uitzicht en er blijft een kwaliteitsvolle tuidiepte van 9,84 m over. De hinder door de scheimuurwijzigingen blijft voor beide aanpalers beperkt.

Verder op het gelijkvloers wordt de garage uitgebreid met de voormalige inkomhal, verplaatsen de inkomhal en de wc naar de rechterzijde en worden de 2 bestaande trappen vervangen door een nieuwe trap met vide en een lift. Deze lift bedient alle verdiepingen inclusief de kelder en heeft een bovendakse liftuitloop. Deze liftuitloop blijft binnen een verticale hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst van de voorgevel, waardoor deze aanvaardbaar is.

Op de bovenliggende niveaus worden naast de wijzigingen in de circulatiekern ook andere interne werken uitgevoerd. De 1e verdieping wordt volledig gereorganiseerd en bestaat in de nieuwe toestand uit 3 slaapkamers met aansluitende badkamers en een poetsruimte. Het inpandige terras aan de achtergevel wordt gesupprimeerd voor extra binnenruimte. Op het platte dak van de aanbouw wordt een dakterras geplaatst, dat voldoende afstand houdt tot de perceelsgrenzen. De rest van het platte dak wordt als groendak ingericht.
Op de 2e verdieping wordt het terras aan de achtergevel ook gesupprimeerd ten voordele van extra binnenruimte. Aan de linkerzijde wordt een ruime polyvalente zaal met aparte badkamer ingericht, aan de rechterzijde een slaapkamer met dressing en badkamer en een tempelruimte.

 

De verhardingen in de voortuin worden aangepast ten opzichte van de vergunde toestand. De oprit naar de garage wordt verbreed van 4 naar 5 m en tegen de voorgevel wordt een pad naar de voordeur aangelegd. Het voorzien van een oprit in de voortuin is in strijd met de verkavelingsvoorschriften. Gezien er in de vergunde toestand reeds een oprit aanwezig was en deze oprit samen met de garagepoort verbreed wordt zodoende 2 hedendaagse auto’s naast elkaar in de garage geparkeerd kunnen worden, kan een afwijking op de verkavelingsvoorschriften toegestaan worden. Er blijft in de voortuin voldoende onverharde, groene ruimte over.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen

De vergunde en bestaande voorgevel wordt gekenmerkt door een interessant spel tussen open delen in schrijnwerk en gesloten delen in grijs metselwerk die in diepte verspringen ten opzichte van elkaar. Ter hoogte van de verdiepingsvloeren brengen banden in gladde beton een horizontale belijning in de gevel.

De aanvraag omvat enkele kleine voorgevelwijzigingen. De garagepoort wordt verbreed en de voordeur verplaatst naar de rechterzijde. Naast de nieuwe voordeur wordt het voormalige raam vervangen door metselwerk in grijze gevelsteen, gelijk aan de bestaande gevelsteen. Deze wijzigingen zijn aanvaardbaar en respecteren de architectuur van het pand en de verhoudingen in de voorgevel.

 

De achtergevel wordt geïsoleerd en zowel de uitbouw als de bovenliggende verdiepingen worden afgewerkt met dezelfde materialen als de bestaande achtergevel, zijnde grijze gevelsteen aan de zijkanten en zwarte houten gevelplanken in het midden. Ter hoogte van de verdiepingsvloeren worden opnieuw sierlijsten in beton geplaatst.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van de visueel-vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op de 1e en 2e verdieping bedraagt de vrije hoogte slechts 2,50 m terwijl artikel 21 van de bouwcode een minimumhoogte van 2,60 m oplegt voor verblijfsruimten. Gelet op het feit dat de 2e verdieping in de bestaande toestand reeds uitgevoerd werd met een vrije hoogte van 2,50 m en de slaapkamers en de polyvalente zaal ruim zijn qua oppervlakte, kan een afwijking op artikel 21 toegestaan worden.

 

Ter hoogte van het hoofddak en het dak van de gelijkvloerse uitbouw werden de scheimuren niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode en met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan hiervan niet afgeweken worden. Deze opstand is voor het hoofddak echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Aan de uitbouw dient tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien te worden. Dit wordt opgelegd bij de vergunningsvoorwaarden.

 

De aansluitpunten van de DWA en RWA aan de openbare riolering zijn niet voorzien van een toezichtsput op het private perceel, zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel conform artikel 41 van de bouwcode uitgevoerd moet worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van ofwel dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) ofwel een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dient conform artikel 41 van de bouwcode uitgevoerd te worden.

3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.


 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

14 februari 2024

Start openbaar onderzoek

23 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

23 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

29 mei 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

28 juni 2024

Verslag GOA

14 juni 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van ofwel dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) ofwel een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dient conform artikel 41 van de bouwcode uitgevoerd te worden.

3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.