Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024066303 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Elke De Neef met als adres Hoge Haar 59 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: | Mutsaardstraat 23 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 2 sectie B nr. 760A |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/01/2024: statusrapport voor het bouwvolume;
- 16/11/2023: statusrapport voor het aantal woonentiteiten;
- 10/10/1933: toelating (1933#44819) voor het uitvoeren van gevel- en binnenveranderingen;
Vergund geachte toestand
- functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- functie: overeenkomstig de vergund geachte toestand;
- bouwvolume: de koer op het gelijkvloers werd dicht gemaakt;
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel;
- isoleren en wijzigen van de gevels aan de koer;
- wijzigen van het volume;
- doorvoeren van constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 24 mei 2024 | 28 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 24 mei 2024 | 5 juni 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 24 mei 2024 | 27 mei 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 24 mei 2024 | 1 juli 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 2.1.1 Culturele, historische en of esthetische waarde:
In dit gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorende buitenruimten. De culturele, historische en/of esthetische waarde van alle aanwezige elementen moet voldoende beschreven worden in de beschrijvende nota van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. De beschrijvende nota bevat onvoldoende informatie over het cultuurhistorisch profiel van de nog aanwezige elementen om een correcte beoordeling toe te laten.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het woonprogramma blijft ongewijzigd en de onvergunde constructie op het gelijkvloers wordt terug verwijderd. In de plaats hiervan wordt langsheen de rechter perceelgrens een verbinding gemaakt tussen voor en achterbouw. Op deze manier ontstaat er een omsloten patiotuin en wordt de interne circulatie van de grootste woning losgetrokken van de gemeenschappelijke circulatie, wat gunstig kan beoordeeld worden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel blijft, behoudens het vervangen van het buitenschrijnwerk, ongewijzigd.
Zo wordt het bestaande buitenschrijnwerk uit pvc vervangen door aluminium “steellook” buitenschrijnwerk. Bij de uitwerking van de gevels is op zich voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is gelegen in che-gebied volgens het RUP Binnenstad en de bouwcode, waar de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie dient onderworpen te worden aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften.
Het complex bestaat uit een voor- en achterhuis verbonden door een tussenvolume. Dit complex is waardevol en gaat terug tot de 16de of vroege 17de eeuw (tongewelfde kelder, roosteringen bestaande uit moer- en kinderbalken al dan niet omstukt, strijkhout, natuurstenen consoles, dakkap achterhuis) en kende vermoedelijk een transformatie in de 19de eeuw (omvormen voorgevel tot lijstgevel, cementtegelvoer, haarden, binnenschrijnwerk, indeling). Een bouwaanvraag uit 1933 toont een omvorming van zadeldak tot plat dak en een wijziging van de indeling op de tweede verdieping van het voorhuis.
On deze redenen werd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg advies gevraagd. Het ongunstig advies luidt als volgt:
“Er werd een che-rapport toegevoegd maar dit bestaat enkel uit een fotorapportage met opsomming van de werken. Een cultuurhistorische studie dan wel verantwoordingsnota ontbreekt. De aanvraag voldoet niet aan artikel 5.2 van de bouwcode.
Men wenst het pand te verbouwen en te voorzien van 3 woonentiteiten (1= gv voorbouw + volledige achterbouw; 2= studio voorbouw VD1; 3= studio voorbouw VD2). Zo wordt de dichtgebouwde zone tussen voor- en achterhuis en tussenvolume opnieuw opengemaakt en omgevormd tot patiotuin, wordt er een nieuwe trap voorzien in het achterhuis, wordt de indeling grondig aangepast met verwijderen van een interieurelementen (haard, binnenschrijnwerk), wordt er een dakkapel toegevoegd in het achterhuis, worden de koergevels geisoleerd en de raamverdeling aangepast en wordt er nieuw aluminium schrijnwerk voorzien tvv het schrijnwerk in pvc.
Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen principieel bezwaar tegen de opdeling van het pand in 3 entiteiten alleen is de manier waarop te weinig verantwoord waardoor de impact van de ingrepen op het historisch ensemble niet kan afgewogen worden. Dit is strijdig met artikel 5.2. van de bouwcode.
Zo worden de achtergevel van het voorhuis en de voorgevel van het achterhuis maximaal opengewerkt op het gelijkvloers om toegang te verkrijgen tot de patiotuin. Allicht is het 16de-eeuws metselwerk, al dan niet met restanten van vroegere gevelopeningen, hier nog bewaard gebleven. Het is ook niet helemaal duidelijk of de lage vensters boven het dichtgebouwde volume gemaakt zijn op het moment dat de binnenkoer werd dichtgebouwd of dat deze in verband te brengen zijn met een voormalige hangende kamer. Gezien de hoogte van het gelijkvloers is dit niet uitgesloten.
Er wordt ook een bijkomende gelijkvloerse opening gemaakt in het verbindingsvolume. Gezien de dikte van de muur is dit volume mogelijks eveneens te dateren in de 16de eeuw. Niet zelden was er een arcade aanwezig.
In het achterhuis wordt een bijkomende trap voorzien. Op de fotoreportage is duidelijk een 16de-eeuwse roostering aanwezig bestaande uit moer- en kinderbalken, strijkhout en natuurstenenconsoles. Deze is zichtbaar op het gelijkvloers en omstukt op de eerste verdieping. De trap gaat door een aanzienlijke oppervlakte van deze roostering zonder enige vorm van onderzoek. Niet zelden is de roostering decoratief afgewerkt. Er wordt ook sanitair voorzien in het achterhuis, de aansluiting op de roostering wordt niet geduid.
Verder wijzigt de indeling grotendeels in zowel het voor- als het achterhuis. Er verdwijnt een haard op de tweede verdieping van het achterhuis, evenals binnenschrijnwerk.
Ter hoogte van de koergevels wijzigt de raamverdeling. Het fraaie radvenster te zien op pagina 4 en 5 van het che-rapport verdwijnt. De impact van de dakkapel op de historische dakkapel is ook moeilijk in te schatten aangezien deze deels ingepakt is.
Voor een pand in de middeleeuwse kernstad is bij deze aard en omvang van de werken een che-rapport gecombineerd met materiaal-technisch onderzoek aangewezen dat als leidraad kan dienen voor een ontwerp met een minimale impact op de erfgoedwaarde.
Gelet op bovenstaande argumentatie wordt over deze aanvraag een ongunstig advies uitgebracht."
Vanuit erfgoedkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden. Het is aangewezen om de geplande ingrepen voorafgaandelijk te bespreken met de stedelijke diensten Monumentzorg en Vergunningen. Daardoor kunnen we de bouwheer en ontwerper inzicht geven in de waarde van het pand en adviseren om bijkomend onderzoek te doen vooraleer een nieuw ontwerp in te dienen. Het kan daarbij gaan om de volgende zaken:
- de mogelijkheid tot hergebruik van de bestaande openingen tot de patiotuin en het parement niet maximaal open te werken;
- het eventuele behoud van de bestaande raamverdeling in de koergevels;
- het eventuele behoud van het radvenster in de gevel van het tussenvolume;
- de terugkoppeling omtrent het supprimeren van waardevolle interieurelementen zoals de haard op de tweede verdieping van het achterhuis;
- het al dan niet uitvoeren van de trap in het achterhuis;
- de terugkoppeling omtrent de wijzigingen aan de indeling van het voorhuis;
- het al dan niet maken van bijkomende openingen op het gelijkvloers van het tussenvolume om toegang te krijgen tot de patiotuin.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woningen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 mei 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 24 mei 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 juli 2024 |
Verslag GOA | 2 juli 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.