Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024058056 |
Gegevens van de aanvrager: | BV KEGELS Landmeter Studiebureau met als adres Alfredlei 2 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Bisschoppenhoflaan 163 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nr. 109M6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de bestemming wonen naar een dokterspraktijk en het aanbouwen van een terras op de eerste verdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/07/1952: toelating (626#14158) voor het oprichten van een woning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- Voortuin:
Bestaande toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- Voortuin:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- Voortuin:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- wijzigen van de voortuinaanleg.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 15 mei 2024 | 6 juni 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 15 mei 2024 | 19 juni 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 15 mei 2024 | 17 mei 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 15 mei 2024 | 16 mei 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 mei 2024 | 28 mei 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
De vergunde voortuinaanleg is heraangelegd waarbij:
- er meer verharde oppervlakte dan noodzakelijk werd voorzien;
- de tuinmuren verwijderd werden;
- de groenaanleg verwijder werd.
Er worden geen fietsenstalplaatsen voorzien.
De vergunde garage verdwijnt.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Gezien de gelijkvloerse functiewijziging van wonen naar vrij beroep, werd advies gevraagd bij Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie. Het advies is gunstig en leest als volgt:
“Het project past binnen de visie van de beleidsnota ruimtelijke economie inzonderheid het aspect verweving van functies. Een dokterspraktijk is een complementaire functie aan het wonen en er is een grote nood aan vestigingen van medische praktijken in verschillende delen van de stad.
Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.”
De voorgestelde functiewijziging is bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De dokterspraktijk uitbreiden naar de verdiepingen boven het gelijkvloers heeft geen effect op het uitzicht van het pand aan de straatkant. Er worden geen werken aan de voorgevel uitgevoerd. Het schrijnwerk werd reeds naar huidige duurzaamheids-normen vervangen. De kleine aanpassingen in onderverdeling van het glas op het gelijkvloers zijn aanvaardbaar waardoor de visuele inpasbaarheid behouden blijft.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Ter hoogte van de eerste verdieping werd achteraan een perceelsbreed terras voorzien wat door middel van een buitentrap toegang verleend aan de achterliggende tuin.
Met deze perceelsbrede uitwerking wordt niet alleen de wettelijk minimale afstand van 1,90 m ten opzichten van de perceelsgrenzen niet gerespecteerd maar werd ook ter hoogte van de rechterperceelsgrens een houten schutting van 2 m hoog op het terras voorzien.
De vloerpas van het terras situeert zich op 2,64 m terwijl de tuinmuur van de rechterbuur 1,38 m hoog is. Hierdoor zweeft het terras boven de tuinmuur.
Ondanks het feit dat de linker-scheimuur minstens 3,96 m meet ter hoogte van het terras is hier eveneens nog steeds mogelijkheid tot privacyhinder. Bijkomend werd de buitentrap langs deze perceelsgrens geplaatst en meet de tuinmuur hier ook 1,38 m.
Er wordt opgemerkt dat de tuindiepte bij de linkerbuur 7 m bedraagt terwijl dit bij het desbetreffend pand 26 m bedraagt.
Het verhogen van de perceelsgrenzen is bijgevolg niet wenselijk omdat dit een negatieve invloed heeft op de bezonning van de buurpanden met zich meebrengt.
Bij het voorzien van een ontoegankelijke strook van 1,90 m ten opzichte van elke perceelsgrens komen zowel de positie van de buitentrap als de toegankelijk van het terras in gedrang.
Het voorzien van een terras op de eerste verdieping achteraan is aanvaardbaar mits een correcte uitvoering waarbij zowel privacy als bezonning naar de buurpanen toe gerespecteerd worden.
Het terras achteraan op de eerste verdieping en de plaatselijk verhoging ter hoogte van de rechter perceelsgrens in houten schutting worden daarom van de vergunning uitgesloten.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
De aanvraag betreft het wijzigen van de bestemming wonen naar een dokterspraktijk (huisartsen) en het aanbouwen van een terras op de eerste verdieping.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De dokterspraktijk is gevestigd in een woning die omgevormd wordt tot huisartsenpraktijk met 3 behandelkamers.
Huisdokters in het Antwerpse hebben een zeer lokaal verzorgingsgebied. Zo blijkt dat gemiddeld een burger binnen de 10 minuten wandelen van een dokterspraktijk woont. In deze kan men oordelen dat hierdoor een verplaatsing naar de huisdokter op een eenvoudige wijze mogelijk is zonder de wagen te gebruiken. Het spreekt voor zich dat de wagen gebruiken om eender welke keuze ook, steeds mogelijk moet blijven. In deze kan de parkeernorm lager bepaald worden voor het voorliggende dossier. De praktijk bevindt zich namelijk in de schil van het centrum van de stad. We gaan dus uit van een bijgestelde norm van 1.25 – 0.95 – 0.6 (groen – grijs – rood) gelet op bovenstaande argumentatie.
In de praktijk zijn 3 behandelkamers voorzien. Vermits het pand gelegen is in een rode zone, wordt er gerekend met een parkeernorm van 0,6 per behandelkamer:
3 behandelkamers x 0.6 = 1.8
De werkelijke parkeerbehoefte is 2.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De vergunde plannen uit 1952 tonen echter een andere inrichting van de voortuinstrook dan de plannen in de huidige aanvraag aangeven. Zo werd enkel de oprit naar de garage en toegang tot de voordeur verhard voorzien. De overige oppervlakte werd groen voorzien. Bijkomend wordt de vergunde garage omgevormd tot praktijkruimte. Gezien de functiewijziging kan echter ingestemd worden om 1 parkeerplaats op de voormalige opritzone te voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Er zijn geen fietsstalplaatsen voorzien voor bezoekers. Vermits er veel bezoekers van de praktijk in de directe omgeving wonen, is het noodzakelijk om een aantal fietsstalplaatsen te voorzien in de voortuinzone. Dit kan gerealiseerd worden door de autoplaatsen meer tegen het voetpad te positioneren. Een haakse parkeerplaats moet 5m lang zijn, dan blijft er nog 2.38m over tussen de autostaanplaatsen en de gevel om fietsstalplaatsen voor bezoekers te realiseren.
Het moet fysiek verhinderd worden dat auto’s te ver op de oprit parkeren en zo de fietsstalplaatsen ontoegankelijk maken (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.).
De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Er moeten minimum 3 fietsstalplaatsen voorzien worden in de voortuinzone tussen de gevel en de haakse parkeerplaatsen.
- Het moet fysiek verhinderd worden dat auto’s te ver op de oprit parkeren en zo de fietsstalplaatsen ontoegankelijk maken (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.)
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies deels bijgetreden.
Gezien de laatst vergunde situatie worden volgende voorwaarden bij de vergunning opgenomen:
- Conform artikel 27 van de bouwcode de verharding van de voormalige oprit te beperken tot maximaal 3 m. hierbij moeten er minimum 3 fietsstalplaatsen voorzien worden tussen de gevel en de haakse parkeerplaatsen. De fietsenstalplaatsen moeten fysiek van de parkeerplaats gescheiden worden verhinderd worden (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.)
- Conform artikel 27 de verharding naar de toegangsdeur te beperken tot maximaal 1,5 m.
- Langsheen de voorgevel moet tussen beide verharde zones een verbindingspad van maximaal 1,50 m aangelegd worden.
- De resterende oppervlakte van de tuin moet conform artikel 19 van de bouwcode als groenzone aangelegd worden.
- De tuinafsluiting moet conform artikel 19 van de bouwcode uitgevoerd worden.
Mits het naleven van bovenstaande voorwaarden blijft de verharding beperkt en bestaat de mogelijkheid om de praktijkruimte terug tot garage om te vormen.
Het agentschap van Wegen en Verkeer stelt dat het onwenselijk is om haakse parkeerplaatsen te voorzien op deze locatie langs een drukke gewestweg. Bijkomend worden nog voorwaarden opgelegd met betrekking tot de voortuinafsluiting.
De plannen uit 1952 tonen aan dat de enkel de oprit tot de garage en toegang tot de voordeur verhard voorzien werden. De rest van de voortuinstrook werd groen ingericht en van een lage tuinafsluiting voorzien.
Gezien het vergund karakter van de haakse oprit wordt de voorwaarde van het agentschap hieromtrent niet bij de vergunning opgenomen. De voorwaarde met betrekking tot de voortuinafsluiting overlapt met de reeds opgenomen voorwaarde waarbij een uitvoering van de tuinafsluiting conform artikel 19 van de bouwcode opgelegd wordt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1.De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden van de dienst mobiliteit moeten nageleefd te worden.
3. Het terras op de eerste verdieping achteraan wordt samen met de plaatselijke houten scheimuurverhoging ter hoogte van de rechter perceelsgrens van de vergunning uitgesloten.
4. Conform artikel 27 van de bouwcode de verharding van de voormalige oprit te beperken tot maximaal 3 m. hierbij moeten er minimum 3 fietsstalplaatsen voorzien worden tussen de gevel en de haakse parkeerplaatsen. De fietsenstalplaatsen moeten fysiek van de parkeerplaats gescheiden worden verhinderd worden (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.)
5. Conform artikel 27 de verharding naar de toegangsdeur te beperken tot maximaal 1,5 m.
6. Langsheen de voorgevel moet tussen beide verharde zones een verbindingspad van maximaal 1,50 m aangelegd worden.
7. De resterende oppervlakte van de tuin moet conform artikel 19 van de bouwcode als groenzone aangelegd worden.
8. De tuinafsluiting moet conform artikel 19 van de bouwcode uitgevoerd worden.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het agentschap van Wegen en Verkeer stelt dat het onwenselijk is om haakse parkeerplaatsen te voorzien op deze locatie. Plannen uit 1952 tonen echter aan dat er een verharde oprit tot de garage en toegang tot de voordeur werden voorzien. Gezien het vergund karakter van de haakse oprit wordt het advies van het agentschap niet integraal gevolgd door de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert daarom om enerzijds conform artikel 27 van de bouwcode de verharding van de voormalige oprit te beperken tot maximaal 3 m. waarbij er minimum 3 fietsstalplaatsen voorzien moeten worden tussen de gevel en de haakse parkeerplaatsen. De fietsenstalplaatsen moeten fysiek van de parkeerplaats gescheiden worden verhinderd worden (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.). Anderzijds adviseert de omgevingsambtenaar om conform artikel 27 de verharding naar de toegangsdeur te beperken tot maximaal 1,5 m.
Het college volgt de omgevingsambtenaar om, in afwijking van het advies van het agentschap, de vergunde, haakse parkeerplaats in de voortuin, zijnde de destijds vergunde oprit, te behouden. Het college stelt echter vast dat, rekening houdende met de vergunde opritten van de aanpalende woningen, de resterende parkeerruimte op de straat onvoldoende is (ca. 4m) om een wagen reglementair te kunnen parkeren tussen de opritten, wat tot foutparkeren leidt. Door de vergunde oprit niet links, maar rechts in te tekenen in de voortuin, ontstaat er een langsparkeerstrook van ca. 7,5 m. Hierdoor kan er reglementair geparkeerd worden op straat, en blijft er alsnog ruimte vrij om andere objecten zoals fietsbeugels/groen te plaatsen, als de objectenstrook heraangelegd wordt.
Het college schrapt en past bijgevolg de desbetreffende voorwaarden aan.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 april 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 15 mei 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 juli 2024 |
Verslag GOA | 27 juni 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1.De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden van de dienst mobiliteit moeten nageleefd te worden.
3. Het terras op de eerste verdieping achteraan wordt samen met de plaatselijke houten scheimuurverhoging ter hoogte van de rechter perceelsgrens van de vergunning uitgesloten.
4. Conform artikel 27 van de bouwcode de verharding van de voormalige oprit te beperken tot maximaal 3 m, startende aan de rechterperceelsgrens, hierbij moeten er minimum 3 fietsstalplaatsen voorzien worden tussen de gevel en de haakse parkeerplaatsen. De fietsenstalplaatsen moeten fysiek van de parkeerplaats gescheiden worden (door bijvoorbeeld een paaltje, haag, etc.)
5. Conform artikel 27 de verharding naar de toegangsdeur te beperken tot maximaal 1 m, die bovendien moet aansluiten op de maximale 3 m verharding voor de parkeerplaats.
6. De resterende oppervlakte van de tuin moet conform artikel 19 van de bouwcode als groenzone aangelegd worden.
7. De tuinafsluiting moet conform artikel 19 van de bouwcode uitgevoerd worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.