Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024031549 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | VZW ISLAMITISCH CULTUREEL CENTRUM EL MOHSINIEN (0429721381) met als adres Sint-Lambertusstraat 68 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sint-Lambertusstraat 68 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie B nr. 35Y47 |
waarvan: |
|
- 20231105-0012 | afdeling 21 sectie B nr. 35Y47 (mortuarium) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het uitbreiden van het mortuarium in een bestaande moskee |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 5 juli 2013 verleende het college aan Janaza Uitvaartzorg vzw een milieuvergunning klasse 2 voor de exploitatie van een rouwkamer bij een bestaande moskee (AN2013/203). De vergunning is geldig tot 5 juli 2033. Op 8 december 2023 nam het college akte van een melding van overname van deze vergunning door Islamitisch Cultureel Centrum El Mohsinien (ICCEM) vzw (OMV_2023147223).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de uitbreiding van het funerarium met vier plaatsen voor overleden personen tot een totaal van zes personen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) mortuarium
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,01 m³/uur |
35. | rouwkamers; | +4 overleden personen |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 11 juni 2024 | 25 juni 2024 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Sociale Dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwingen | 4 april 2024 | 11 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 4 april 2024 | 12 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 4 april 2024 | 25 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 22 mei 2024 | 22 mei 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De moskee in de Sint-Lambertusstraat omvat een rouwkamer waar overledenen volgens de Islamitische tradities gewassen en verzorgd worden in afwachting van een repatriëring naar het vaderland of een begrafenis in België. Er kan ook een gebedsdienst plaatsvinden in de moskee indien de nabestaanden dit wensen. Volgens de exploitant vinden de meeste gebedsdiensten echter plaats in de grote moskee op “het Kiel”. Iccem vzw wenst vier bijkomende koelcellen te plaatsen om zes overledenen te kunnen verzorgen in plaats van de huidige twee overleden personen.
De verzorgingsruimte en de koelruimte bevinden zich in de kelder. Het vermogen van de koelinstallaties van de rouwkamer ligt lager dan de ondergrens van 5 kW (3,7 kW). Deze installaties zijn dan ook niet ingedeeld. Met voorliggende uitbreiding worden er geen koelinstallaties bijgeplaatst, het vermogen wijzigt dus niet. De koelinstallaties staan opgesteld in de kelder van het gebouw. Het bedrijfsafvalwater passeert een reukafscheider vooraleer het geloosd wordt op de openbare riolering. De exploitant wenst niet te spreken over een “uitbreiding” en stelt dat het aantal afscheidsplechtigheden niet zal wijzigen.
Een toename van het aantal diensten en dus vervoersbewegingen gelieerd aan het mortuarium kan wel verwacht worden. De uitvaartdiensten zouden echter geen grote toestroom aan bezoekers genereren. De verkeerspolitie en de dienst Mobiliteit adviseren gunstig.
De moskee beschikt over een nooduitgang die bereikbaar is via Sint-Lambertusstraat 58. Hierlangs worden de overleden personen naar binnen gebracht. De lijkwagen wordt volledig tegen deze nooduitgang aan geparkeerd. Het laden en lossen van de lijken wordt hierdoor aan het zicht onttrokken. Inkijk door derden is niet mogelijk. Dit gebeurt steeds op momenten dat er geen gebedsdienst of andere activiteit in de moskee plaats vindt. Er zijn dus geen andere bezoekers in het gebouw op het moment dat een lichaam vervoerd wordt naar de rouwkamer. Per week worden er gemiddeld een vijftal overleden personen gebracht en verzorgd.
De dienst Stedenbouw van stad Antwerpen geeft een voorwaardelijk gunstig advies en stelt dat het gebruik van de nooduitgang als inrit voor de lijkwagen geen conflicten mag veroorzaken met het normale gebruik van en de veilige circulatie in het gebouw. Vanuit de stedenbouwkundige dienst worden volgende voorwaarden opgelegd:
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3).
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat er geen bijkomende adviezen moeten gevraagd worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning uit te breiden.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting mortuarium) | 0,01 m³/uur |
35. | rouwkamers; (inrichting mortuarium) | +4 overleden personen |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting mortuarium) | 0,01 m³/uur |
35. | rouwkamers; (inrichting mortuarium) | 6 overleden personen |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De nooduitgang mag enkel als “inrit” gebruikt worden voor het “laden en lossen” van de lijkwagen.
2. Tijdens het verplaatsen van de lichamen mogen er geen bezoekers of derden in het gebouw aanwezig zijn.
3. Tijdens het verplaatsen van lichamen of het in- en uitrijden van de lijkwagens mogen het achterliggende vergaderlokaal en de achterliggende toegankelijke gebedsruimte niet gebruikt worden, ook niet door het personeel van het mortuarium.
4. De lijkwagen moet zodanig geplaatst worden dat het gebruik van de inrit als nooduitgang niet in gedrang komt.
5. Het wijzigen van de schaarlift (vastgesteld op basis van de plannen) wordt uitgesloten uit de vergunning. Dit moet uitgevoerd worden in overeenkomst met de stedenbouwkundige vergunning uit 2013.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 maart 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 3 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | 13 april 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 12 mei 2024 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 6 juni 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 17 juli 2024 |
Verslag GOA | 27 juni 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Voor deze vergunningsaanvraag werden bezwaarschriften ingediend. Deze laten zich als volgt samenvatten:
Afgeleide hinder
De gebedsdiensten en afscheidsplechtigheden in de moskee brengen veel mensen op de been. Dit zorgt voor overlast in de smalle straatjes van dit deel van Berchem. Auto’s worden vaak fout geparkeerd en ook fietsen worden her en der gestald. De vele bezoekers brengen ook geluidsoverlast met zich mee.
Het onderwerp van de aanvraag betreft de een uitbreiding aan het mortuarium, maar geen uitbreiding van de moskee zelf. Een toename van het aantal afscheidsplechtigheden kan verwacht worden, maar er is geen weet van (systematisch) overmatige (verkeers)hinder en parkeerdruk ten gevolge van deze afscheidsplechtigheden. Het bezwaar is ongegrond.
Geluidsoverlast van de koelinstallaties in het binnengebied
Volgens het dossier bevinden de koelinstallaties en de buitenunits zich in de kelder van het gebouw. Er worden geen bijkomende koelinstallaties geplaatst. De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht zoals opgenomen in Vlarem II. Het bezwaar is ongegrond.
Regularisatie van een bouwovertreding
Eén van de bezwaarschriften handelt over een bouwovertreding (niet nader gespecifieerd) die begaan werd door de vorige uitbater Janaza Uitvaartzorg vzw. Voorliggend dossier omvat echter geen stedenbouwkundig luik. Met deze aanvraag kan dus geen bouwovertreding geregulariseerd worden. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de gevraagde uitbreiding van de omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. De nooduitgang mag enkel als “inrit” gebruikt worden voor het “laden en lossen” van de lijkwagen.
2. Tijdens het verplaatsen van de lichamen mogen er geen bezoekers of derden in het gebouw aanwezig zijn.
3. Tijdens het verplaatsen van lichamen of het in- en uitrijden van de lijkwagens mogen het achterliggende vergaderlokaal en de achterliggende toegankelijke gebedsruimte niet gebruikt worden, ook niet door het personeel van het mortuarium.
4. De lijkwagen moet zodanig geplaatst worden dat het gebruik van de inrit als nooduitgang niet in gedrang komt.
5. Het wijzigen van de schaarlift (vastgesteld op basis van de plannen) wordt uitgesloten uit de vergunning. Dit moet uitgevoerd worden in overeenkomst met de stedenbouwkundige vergunning uit 2013.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd | ||
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting mortuarium) | 0,01 m³/uur | ||
35. | Rouwkamers; (inrichting mortuarium) | 6 overleden personen |
Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.