Terug
Gepubliceerd op 08/07/2024

2024_CBS_05644 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146364. Plantin en Moretuslei 159-161. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/07/2024 - 09:00 Stadhuis- afsluit: Lynn Goris/bz_besluitvorming_mailbox
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05644 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146364. Plantin en Moretuslei 159-161. District Borgerhout - Goedkeuring 2024_CBS_05644 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146364. Plantin en Moretuslei 159-161. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023146364

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Bindiya Modhvadia met als adres Lange Herentalsestraat 105 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

mevrouw Bindiya Modhvadia met als adres Lange Herentalsestraat 105 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Plantin en Moretuslei 159-161 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nr. 334C2

waarvan:

 

-          20231130-0011

afdeling 24 sectie A nr. 334C2 (Plantin en Moretuslei 159)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het slopen van een bestaand gebouw, het bouwen van 13 appartementen met een casco handelsruimte en ondergrondse parking alsook het uitvoeren van 8 verticale boringen ten behoeve van de werking van een bodemwarmtewisselaar en het exploiteren van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          7/11/2008: weigering (3290#1470) voor het plaatsen van een verlicht publiciteitspaneel van 15 m² tegen de zijgevel;

-          17/02/1959: toelating (179#5072) voor het vernieuwen van de gevelbekleding.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • tentoonstellingszaal (showroom) met bovenliggend woongelegenheden.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • detailhandel op de gelijkvloerse verdieping;
  • wonen – meergezinswoning met 13 woongelegenheden op de bovenliggende verdiepingen:

-          9 eenslaapkamerappartementen op de eerste- tot en met derde verdieping (3 per verdieping);

-          4 tweeslaapkamerappartementen op de vierde- en vijfde verdieping (2 per verdieping);

-          bouwvolume:

  • 6 bouwlagen onder plat dak met teruggetrokken daklaag en gemeenschappelijk dakterras;
  • aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • ondergrondse parking van 1 bouwlaag;
  • bouwdiepte van 16 m met aanbouw tegen de linker perceelgrens tot 26,04 m;
  • kroonlijsthoogte van 20,85 m met bouwhoogte tot 24,10 m;
  • open ruimte van 87,9 m² waarvan 15,85 m² verhard;

-          gevelafwerking:

  • genuanceerd lichtbruin parement met gelijkvloers in arduin en teruggetrokken daklaag in antracietkleurig aluminium;
  • lichtgrijs aluminium schrijnwerk;
  • poort naar autolift.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing;

-          bouwen van een meergezinswoning met 13 woongelegenheden, handelsgelijkvloers en ondergrondse parking;

-          wijzigen van de scheimuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 18 december 1996 verleende het college aan Riley bvba een milieuvergunning gedeeltelijk gunstig onder voorwaarden voor het exploiteren van een lunapark (AN1996/484).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het bouwen van 13 appartementen met een casco handelsruimte en ondergrondse parking, en het exploiteren van geothermische warmtepompen met 8 verticale boringen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Plantin en Moretuslei 159
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

8,92 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium;

8 boringen

  

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

27 februari 2024

11 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

27 februari 2024

7 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

27 februari 2024

19 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Proximus

27 februari 2024

12 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

27 februari 2024

28 maart 2024

Geen advies

  

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

27 februari 2024

15 maart 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

27 februari 2024

6 maart 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

27 februari 2024

5 maart 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 22:
    De deur naar de gemeenschappelijke berging op de gelijkvloerse verdieping heeft geen minimale breedte van 85 cm;
  • artikel 24:
    de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte raakt de duwzijde van de inkomdeuren naar de appartementen en gemeenschappelijke delen niet;
  • artikel 25:
    Er wordt enkel een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm gegarandeerd aan een van de zijden van de deuren in de gemeenschappelijke delen, niet aan beide.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    Er kan niet beoordeeld worden of de muren aan de achtertuin verlaagd worden tot maximaal 2,60 meter;
  • artikel 21 voor bepaalde terrassen:
    De inpandige terrassen aan de achtergevel op de eerste en vijfde verdieping hebben slechts een vrije hoogte van 2,40 meter;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    De werkelijke parkeerbehoefte bedraagt 16 parkeerplaatsen, er worden slechts 8 nuttige parkeerplaatsen voorzien;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Er kan niet beoordeeld worden of er een opstand van minimaal 0,30 meter voorzien wordt ter hoogte van de gelijkvloerse aanbouw;
  • artikel 38 Groendaken:
    De teruggetrokken daklaag wordt niet met groendak voorzien.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande toestand betreft een showroom voor wagens met bovenliggende woongelegenheden.

De nieuwe toestand betreft een kleinschalige gelijkvloerse handelsruimte met op de verdiepingen een woonfunctie. De Plantin en Moretuslei is gekend om een mix te hebben van onder andere wonen, reca, handel en dienstverlening.

De voorgestelde functies zijn verenigbaar met deze omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande bebouwing wordt gesloopt. Er wordt een nieuwbouw voorzien van 6 bouwlagen onder een plat dak met een teruggetrokken daklaag en een gemeenschappelijk dakterras. De bouwdiepte van 16 meter sluit aan op het bouwvolume van de linker aanpalende. Op het gelijkvloers wordt tegen de linker en achterste perceelsgrens een aanbouw voorzien met een breedte van 6,20 meter en een hoogte van 4,50 meter. Op die manier blijft er circa 21% open ruimte over. De kroonlijsthoogte van de hoofdbouw bedraagt 20,85 meter. De daklaag heeft een bouwhoogte van 23,10 meter met een liftvolume tot 24,10 meter en een uitkragend dak tot 22,85 meter. Aan de voorzijde worden twee erkers voorzien over 4 bouwlagen met bovenaan een balkon. In het midden wordt in dezelfde vormentaal per bouwlaag een balkon voorzien en aan de achterzijde worden inpandige terrassen voorzien.

 

In dit deel van de Plantin en Moretuslei is het meest voorkomend aantal bouwlagen 5 en het gemiddeld aantal bouwlagen 6. Het linker aanpalend volume betreft 5 bouwlagen met aan de voorzijde ook twee erkers over 4 bouwlagen.

Op het rechter aanpalend perceel is een school waarvan het volume afstand houdt van de perceelsgrenzen. Het hoofdvolume overschrijdt de gangbaar gehanteerde bouwhoogte en -diepte in de onmiddellijke omgeving niet.

De teruggetrokken daklaag houdt voldoende afstand van de perceelsgrenzen en heeft geen onaanvaardbare impact op zijn omgeving.

Het volume is qua schaal en ruimtegebruik inpasbaar in de omgeving en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met lichtbruin, genuanceerde baksteen in overeenstemming met de linkeraanpaler en nummers 124, 126 en 132 aan de overzijde. De gelijkvloerse plint aan de voorzijde wordt voorzien in arduin met elementen in lichtgrijs aluminium. Ook het buitenschrijnwerk bestaat uit lichtgrijs aluminium. Er worden borstwerking met spijlen voorzien in lichtgrijs staal en dorpels in arduin. Op de eerste, tweede en derde verdieping wordt in het midden van de erkers een gesloten vlak voorzien in arduin, daar waar intern de scheiding tussen appartementen aansluit. De teruggetrokken daklaag wordt afgewerkt met antraciet aluminium. De zijgevel wordt eveneens afgewerkt als een volwaardige gevel met blinde gevelopeningen gezien zijn positie naar de school toe.

De materiaalkeuzes zijn inpasbaar in de omgeving en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt een aanvaardbare mix van 9 één-slaapkamerappartementen en 4 twee-slaapkamerappartementen voorzien. Alle woongelegenheden beschikken over een logische planschikking waarbij het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner en een kwalitatieve buitenruimte. Bijgevolg wordt er voldoende wooncomfort gegarandeerd.

 

De inpandige terrassen aan de achtergevel op de eerste en vijfde verdieping hebben slechts een vrije hoogte van 2,40 meter in plaats van de minimaal vereiste 2,60 meter voor verblijfsruimtes. De terrassen grenzen enerzijds aan een verblijfsruimte met voldoende vrije hoogte en anderzijds aan de open ruimte. De oppervlakte van de inpandige terrassen bedraagt 6,07 m2 en 5,68 m2. Dit is meer dan de minimaal vereiste oppervlakte voor een buitenruimte. De twee-slaapkamerappartementen op de vijfde verdieping beschikken aan de voorzijde ook nog over kleinere uitpandige terrassen. Bovendien beschikken alle appartementen nog over een gemeenschappelijk dakterras.

Gezien de ruime oppervlakte en de aansluiting met de open ruimte kan een afwijking worden toegestaan.

 

Er werd een fietsenstalling voorzien voor 32 fietsen in een berging op het gelijkvloers. Op de weg naar de fietsenstalling passeert de fietsers 3 deuren, bij voorkeur gaan deze automatisch open voor een vlotte toegang. Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.

Als voorwaarde wordt ook opgenomen dat 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets, enzovoort), dat is momenteel niet het geval.

 

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van de doelstelling en zorgplicht van het Agentschap omtrent verkeersveiligheid: “(…) De bouwaanvraag is erop gericht om een ondergrondse parkeergarage te maken die bereikbaar is via een autolift. Er is geen wachtruimte op het eigen terrein voorzien. Deze autolift geeft dus rechtstreeks uit op het openbaar domein.

De wijze waarop deze toegang tot de gewestweg wordt ingepland in de vergunningsaanvraag hypothekeert evenwel de veilige en vlotte verkeersdoorstroming op dit punt. Bij het in gebruik zijn van de autolift dient een andere gebruiker te wachten tot de lift weer vrij is.

De N184 is een drukke invalsweg naar de stad met vaak vertraagd verkeer en file. Bijkomende stremming van het verkeer als gevolg van wachtende auto's kan niet worden toegelaten. Het hinderen van de doorstroming zorgt voor een verhoogd risico op kop-staartaanrijdingen en allerhande andere conflicten die kunnen optreden bij weefbewegingen als gevolg van een oponthoud op de weg.

Bovendien bevindt zicht voor de autolift een voet- en fietspad. Beide worden druk gebruikt. Het kan niet de bedoeling zijn dat een wachtende auto zich positioneert over het voet- en fietspad vooraleer de autolift te kunnen inrijden. Dergelijke manoeuvres zorgen voor een onwenselijke verhoging van de conflicten tussen gemotoriseerd en actief verkeer. Deze conflicten dienen te allen tijde vermeden te worden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de openbare weg onwenselijk vindt. (…)”

 

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert voorliggende aanvraag dan ook voorwaardelijk gunstig en volgende voorwaarde op te leggen: “Een autolift op deze locatie langs de drukke invalsweg Plantin en Moretuslei is onwenselijk. Het verhoogt het risico op conflicten tussen gemotoriseerd verkeer en actieve weggebruikers.

 

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

 

Bijgevolg zal worden opgelegd dat de autolift voorrang moet geven aan automobilisten die de parking willen binnenrijden en na elke beweging terug positioneren op het gelijkvloers.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 16 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 13 wooneenheden en een handelsruimte. 

9 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2 à 9 x 1,2 = 10,8 

4 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,35 à 4 x 1,35 = 5,4 

De handelsruimte op het gelijkvloers is zeer beperkt in oppervlakte (133 m²) en heeft daardoor een parkeerbehoefte van 0. 

 

De plannen voorzien in 8 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 8.

 

Dit perceel betreft een perceel van 414,64 m2
De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 8.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 6 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 8 – 6 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de koeling en verwarming van de 13 appartementen en de handelsruimte op het gelijkvloers worden twee bodemwarmtewisselaars aangelegd met 8 verticale boringen onder de vloerplaat van de ondergrondse parkeergarage. Het betreft een collectief verwarmingssysteem met geothermie, gekoppeld aan een warmtepompsysteem. In de ondergrondse parkeergarage wordt een gemeenschappelijke technische ruimte voorzien voor geothermie en de warmtepompen. Het warmtepompsysteem bestaat uit twee warmtepompen met een totaal elektrisch vermogen van 8,92 kW. De warmtepompen maken gebruik van het koelmiddel R410A.

 

Gezien de inpandige opstelling van de warmtepompen wordt er geen geluidshinder verwacht.

 

Uit het dossier blijkt dat de warmtepompen gebruikmaken van het koelmiddel R410A. Het koelmiddel R410A heeft een hoog Global Warming Potential (GWP) van 2.088. In het kader van duurzaamheid en het minimaliseren van de impact bij accidentele vrijstelling wordt gevraagd te onderzoeken of een koelmiddel met een lager GWP gebruikt kan worden dat niet onderhevig is aan uitfasering.

 

De 8 boringen zullen uitgevoerd worden met een diepte van 140 m.

De boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten zijn niet ingedeeld, aangezien de boordiepte (140 m) het dieptecriterium (150 m) niet overschrijdt. Bijgevolg wordt rubriek 55.1.1° zonder voorwerp verklaard.

 

Voor de nieuwbouw en de aanleg van de ondergrondse parkeergarage zal een bemaling noodzakelijk zijn om de werken droog te kunnen uitvoeren. Er werd uitgegaan van een worstcasescenario (onder andere omvang van de bouwput en bemalingsduur) om de mogelijke effecten ten gevolge van de bemaling op de omgeving in kaart te brengen en te beoordelen. De mogelijke effecten van de bronbemaling op de omgeving werden in de project-m.e.r.-screening opgenomen.

 

Uit het aanvraagdossier blijkt dat de melding of vergunning voor de exploitatie van de bronbemaling in een later stadium zal worden aangevraagd en vormt dus geen onderdeel van onderhavige aanvraag. Een omgevingsvergunning of -melding voor de bemaling moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart.

 

Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2021 - zie checklist 1 en 2).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De deuren naar de gemeenschappelijke delen en de inkomdeuren naar de appartementen zijn te voorzien conform de bepalingen van artikel 22, 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid.

2. Alle tuinmuren te verlagen tot een hoogte van maximaal 2,60 meter.

3. De scheimuren aan de achterbouw niet hoger te voorzien dan de aanpalende volumes.

4. Het plat dak boven het dakterras te voorzien als een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.

5. De autolift voorrang te geven aan automobilisten die de parking willen binnenrijden en na elke beweging terug te positioneren op het gelijkvloers.

6. De 3 deuren die men passeert op de weg naar de fietsenstalling als automatische deuren te voorzien.

7. 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar te voorzien voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets, enzovoort).

8. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

9. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Plantin en Moretuslei 159)

8,92 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium; (inrichting Plantin en Moretuslei 159)

Zonder voorwerp

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 december 2023

Volledig en ontvankelijk

27 februari 2024

Start openbaar onderzoek

7 maart 2024

Einde openbaar onderzoek

5 april 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

11 juni 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

11 juli 2024

Verslag GOA

25 juni 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De deuren naar de gemeenschappelijke delen en de inkomdeuren naar de appartementen zijn te voorzien conform de bepalingen van artikel 22, 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid.

2. Alle tuinmuren te verlagen tot een hoogte van maximaal 2,60 meter.

3. De scheimuren aan de achterbouw niet hoger te voorzien dan de aanpalende volumes.

4. Het plat dak boven het dakterras te voorzien als een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.

5. De autolift voorrang te geven aan automobilisten die de parking willen binnenrijden en na elke beweging terug te positioneren op het gelijkvloers.

6. De 3 deuren die men passeert op de weg naar de fietsenstalling als automatische deuren te voorzien.

7. 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar te voorzien voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets, enzovoort).

8. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

9. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Plantin en Moretuslei 159)

8,92 kW

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.