Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023147103 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Fran vanoers met als adres Kruisboogstraat 45 te 2030 Ekeren en de heer Jens baert met als adres Kruisboogstraat 45 te 2030 Ekeren |
Ligging van het project: | Kruisboogstraat 45 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 17 sectie F nr. 774D12 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/06/1964: vergunning (1964893) voor eengezinswoning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie overeenkomstig vergunde toestand;
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:
- gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- herinrichten van voortuin;
- doorvoeren van constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 42 Autoweg-grens Ekeren, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 mei 1968. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: private weg, zone van niet bouwen, zone voor bergplaatsen, zone voor open plaatsen en tuinen en zone voor open plaatsen en tuinen.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 42 Autoweg-grens Ekeren - wijziging stedenbouwkundige voorschriften, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 1 oktober 1999.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg BPA NR.42 AUTOWEG-GRENS EKEREN op volgend(e) punt(en):
- artikel 1 : zone voor hoofdgebouwen
- 3. Bouwdiepte: de uiterste grens der hoofdgebouwen is een verplichte achtergevelbouwlijn:
Aan de linker perceelgrens wordt een uitbouw met nieuwe achtergevel voorzien, 2,10 m voorbij deze uiterste grens;
- 5. Uitsprongen: b achtergevels: een glazen afdak van max. 2,10 m uitsprong op het gevelvlak is toegelaten.
Aan de linker perceelgrens wordt een 2,10 m diepe, gemetselde uitbouw met plat dak voorzien.
- artikel 4: zone van niet bouwen:
B. Aanleg: Langs de rooilijn en op de zijdelingse erfscheidingen moet de voortuin afgebakend worden met boordstenen van 0,10 m x 0,40 m van getrild beton. Deze boordstenen zullen 0,10m boven het grond- of voetpadpeil uitsteken. Op de erfscheiding moet tot op een afstand van 5 m van de rooilijn een muurtje gebouwd worden van maximum 0,30 m hoogte, afgedekt met een blauwe hardsteen van 0,05 m dikte.
De voortuin wordt zowel op de rooilijn als op de perceelgrenzen/erfscheidingen links en rechts niet afgesloten;
- artikel 5 : zone voor open plaatsen en tuinen:
2. de tuinen moeten op de erfscheidingen afgesloten worden met hagen. Max. hoogte van de hagen: 1,80 m.
De tuin wordt links en rechts afgesloten door een houten schutting
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
§2. Onder schuine daken dient de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimte, te meten vanaf 1,80 m, een hoogte te hebben van minstens 2,60 m.
De ruimte onder het zadeldak wordt ingericht als 2 slaapkamers, waarvan de vrije hoogte maximaal 2,5 m bedraagt;
§3.3 het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden.
De aanvraag bevat te weinig informatie om vast te stellen of minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak wordt verkregen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
- Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 1, 4 en 5 van het bijzonder plan van aanleg nr.42 Autoweg – grens Ekeren. De gevraagde wijzigingen zijn ruimtelijk aanvaardbaar en tijdens het openbaar onderzoek werden hierover geen bezwaren ingediend waardoor een afwijking op deze voorschriften aanvaardbaar is.
Verder wordt afgeweken van artikel 21 van de bouwcode. De slaapkamers ingericht onder het zadeldak hebben een maximale vrije hoogte van 2,50 m. Gezien de beperkte afwijking en de ruime kamers (±20m²) kan de afwijking met toepassing van artikel 3 worden aanvaard.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de verbouwing van een eengezinswoning. Gelet op de ligging van de woning in een voldoende ontwikkeld woongebied is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het huidige bouwvolume betreft een rijwoning met 2 bouwlagen en een zadeldak.
De aanvraag betreft de afbraak van de veranda en het bouwen van een berging met plat dak en een oppervlakte van 4 m² tegen de linkse scheimuur tot een bouwdiepte van 11 m. Aan de rechterzijde wordt een bouwdiepte van 9 m voorzien.
Het gelijkvloers ondervindt de grootste wijzigingen met het inrichten van een leefruimte met open keuken en eetkamer.
Uit lezing van de plannen bij voorliggende aanvraag kan niet worden vastgesteld dat de linkse scheimuur voldoende opstand heeft ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak zoals vereist wordt in artikel 34 van de bouwcode.
Conform dit artikel moet er steeds een opstand van 0,30 m aanwezig zijn ten opzichte van het hoogst aanpalende dak. Om de aanvraag in regel te stellen met voornoemd artikel zal er in een vergunning volgende voorwaarde opgelegd worden: “Het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, zal voorzien moeten worden van: een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.”
Na de werken en afbraak van het tuinhuis rest er achter de woning nog een tuindiepte van +/- 10 m, wat op dit perceel met een beperkte diepte voldoende is om als kwalitatief beschouwd te worden.
De voorgestelde bouwdiepte staat bijgevolg in verhouding tot de perceelgrootte en diepte. De ruimtelijke integratie van het pand in de omgeving blijft bewaard. De voorgestelde werken kunnen mits naleving van de voorwaarde aanvaard worden.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag houdt een voorgevelwijziging in. Men wenst de garagepoort te verwijderen, een nieuwe vensteropening en een plint in blauwe hardsteen te voorzien en de bestaande vensteropening te vergroten. Het nieuwe schrijnwerk wordt uitgevoerd in donkergrijs pvc. Het bijkomende geveldeel wordt in rode baksteen uitgevoerd aansluitend op de bestaande gevelsteen.
De aanvraag heeft verder betrekking op werken die zich situeren aan de achterzijde van het gebouw.
Het gebruikte materiaal van voor- en achtergevel is sober, hedendaags en niet storend voor de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunde garage is met een breedte van 2,50 m te smal om een hedendaagse wagen te stallen. Deze ruimte wordt toegevoegd aan de leefruimte wat de woonkwaliteit ten goede komt.
De voortuin wordt heraangelegd waarbij een toegangspad van 1,50 m tot de woning wordt voorzien en de resterende ruimte met groen aangelegd wordt wat de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden bevordert.
Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Omdat in bestaande toestand de garage te klein is om als autostalplaats te gebruiken kan er van uit gegaan worden dat de parkeerbehoefte al op het openbaar domein werd afgewenteld waardoor geen mobiliteitsimpact te verwachten is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, zal voorzien moeten worden van: een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 november 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 23 januari 2024 |
Start 1e openbaar onderzoek | 1 februari 2024 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 1 maart 2024 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 7 maart 2024 |
Start laatste openbaar onderzoek | 15 maart 2024 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 13 april 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 6 juli 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 5 augustus 2024 |
Verslag GOA | 28 juni 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Het vereiste openbare onderzoek werd niet volgens de opgelegde bepalingen uitgevoerd: enerzijds dient dit eenduidig te gebeuren door middel van de door de vergunningverlenende overheid, in dit geval de stad Antwerpen, aangeleverde gele affiches op A2-formaat (in dit geval werd een te kleine afdruk op een witte ondergrond gehanteerd), anderzijds dient dit plaats te vinden op een voor iedereen leesbare wijze ter hoogte van het openbare domein; dit terwijl hier vermelde affiche werd opgehangen ter hoogte van de voordeur van een woning met voortuin, waardoor geïnteresseerde derden verplicht worden om zonder toestemming privéterrein te betreden om kennis te nemen van de informatie.
Om een procedurefout te vermijden is een administratieve lus met de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek dan ook verplicht.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, zal voorzien moeten worden van: een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.