Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024060422 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Stad Antwerpen (0207500123) met als contactadres Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Blancefloerlaan 179B te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nr. 324H |
waarvan: |
|
- 20171130-0016 | afdeling 13 sectie N nr. 324H (containerpark LO) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | actualisatie van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een containerpark en een bijstelling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 6 mei 2004 verleende de deputatie een vergunning aan stad Antwerpen voor de exploitatie van een containerpark (MLAV1/04-14). Deze basisvergunning was geldig tot 6 mei 2024. Op 3 augustus 2018 werd de vergunning gewijzigd met besluit OMV_2017009657. Met het besluit OMV_2020088785 werd de milieuvergunning omgezet naar een vergunning van onbepaalde duur.
Inhoud van de aanvraag
Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag betreft de actualisatie van de omgevingsvergunning voor een bestaand containerpark te Linkeroever.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) containerpark LO
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton. | 8 ton (nieuw) |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
containerpark LO
1. | Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.5.1.1. § 1. Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximumhoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m3 per dag of 50 m3 per maand of 500 m3 per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Voorgesteld alternatief/aanvulling: Er werd een alternatief systeem geïnstalleerd in de koolwaterstofafscheider. Hierdoor kan er een staal genomen worden in de koolwaterstofafscheider zelf. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) | 11 september 2024 | 28 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 11 september 2024 | 19 september 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Galgenweel Oost, goedgekeurd op 9 augustus 2012.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Programmatische Aanpak Stikstof
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het bestaande en vergunde recyclagepark is functioneel verenigbaar met de omgeving. De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De inwoners van stad Antwerpen mogen afvalstoffen op het recyclagepark aanvoeren met personenvoertuigen, bestelwagens en aanhangwagens. De selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen worden in specifiek aangepaste recipiënten gestockeerd. Er is geen opslag rechtstreeks op de grond. Alle containers en recipiënten staan op een verharde ondergrond. Eventuele lekvloeistoffen en mogelijk verontreinigd hemelwater worden naar de olie-afscheider geleid. Volle recipiënten worden voor recyclage of eindverwerking afgevoerd naar een vergunde verwerker.
Als nieuwe activiteit wordt de opslag van oude matrassen in een container van 40 m³ aangevraagd. De selectieve inzameling van gebruikte matrassen kadert in de regelgeving met betrekking tot de producentenverantwoordelijkheid.
Verder worden de afvalstromen onder categorie Klein Gevaarlijk Afval (of KGA) nu expliciet benoemd. Het betreft:
- verfblikken op waterbasis (4 rolcontainers van elk 1.100 liter);
- frituurolie in ASP-box van 600 liter (in plaats van 4 boxcontainers van elk 0,65 m³);
- autobatterijen en Bebatbatterijen (opgesplitst), brandblussers, gasflessen (niet-geperforeerde gasflessen voor eenmalig gebruik en gaspatronen), KGA van onbekende oorsprong, kunststof lege verpakkingen, solventen halogeenarm hoogcalorisch, verf, inkt, lijm en hars in ASP-boxen van 600 liter;
- bestrijdingsmiddelen zonder gevaarsymbool, bestrijdingsmiddelen met gevaarsymbool, cosmetica, brandstoffen, schoonmaakmiddelen (zepen en detergenten) en toners in dekselvaten van 120 liter;
- geneesmiddelen, kwikafval, fixeerafval en vuurwerk in dekselvaten van 60 liter; - aanstekers, ammoniak, javel/bleekwater, labo-afval, basen, röntgenfoto's en zuren in KGA-boxen van 60 liter;
- injectienaalden en risicohoudend medisch afval, klasse 2 in Medicbins van 60 liter.
Verder worden er 3 reservecontainers van 30 m³, 1 bijkomende lampenbox van 1.000 stuks, 2 extra rekken voor autobanden, 2 vuilbakken van 240 liter voor kaarsen, 2 vuilbakken van 240 liter voor kurk en 4 vuilbakken van 240 liter voor spuitbussen voorzien.
Het persen van grofvuil was reeds vergund onder de rubriek 2.2.1.b). De exploitant vraagt deze afvalstromen in te delen onder rubriek 2.2.2.f. Deze stelling wordt bijgetreden door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. Volgens hen is er voor het persen van grofvuil geen uitzondering voorzien én dient het ingedeeld te worden onder rubriek 2.2.2.f of opslag en mechanische behandeling van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen. De uitzondering is enkel voorzien voor het persen van papier, karton, textiel, kunststoffen, rubber en metaal; aldus OVAM.
OVAM brengt twee zaken onder de aandacht:
- Wetgeving inzake geneesmiddelen verbiedt de inzameling van oude en vervallen geneesmiddelen op het recyclagepark. Deze moeten verplicht bij de apotheek afgegeven worden. De exploitant moet een actief weigeringsbeleid voeren en mag de geneesmiddelen op het recyclagepark niet aanvaarden.
- Matrassen dienen droog gestockeerd worden én ze mogen niet geperst worden. Dit wordt opgenomen als milieuvoorwaarde.
Verder vraagt de exploitant een bijstelling op de bepaling van artikel 4.2.5.1.1§1van Vlarem II. Deze wetsbepaling schrijft de plaatsing van een meetgoot voor. Door de nieuwe berekeningswijze van VMM -ingevoerd in 2017- is het debiet van potentieel verontreinigd hemelwater op de site opgetrokken. Hierdoor werd rekening gehouden met de onregelmatige verdeling van neerslag met een correcte klasse-indeling van de rubriek 3.4 tot gevolg. Het nadeel is dat de klasseverhoging vereist dat waterafvoer via een meetgoot verloopt. In de nota “Nieuwe aanpak verontreinigd regenwater” stelt VMM voor om afwijkingen toe te staan tot een debiet van 80 m³/uur. Er wordt geadviseerd de gevraagde bijstelling toe te staan.
Tenslotte blijft de opslag en fysisch-chemische behandeling van 13 ton niet-gevaarlijke slibs (of rubriek 2.2.5.a)2°) ongewijzigd. Voor de volledigheid worden de reeds verkregen bijstellingen op de sectorale voorwaarden -waar nodig- geactualiseerd en opgenomen in het besluit.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld de omgevingsvergunning voor de exploitatie van het containerpark op Linkeroever en de gevraagde bijstelling te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton. | 8 ton (nieuw) |
Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.5.1.1. § 1. Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximumhoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m3 per dag of 50 m3 per maand of 500 m3 per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Geadviseerd alternatief/aanvulling: In afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient geen meetgoot voorzien te worden maar volstaat een controleput waaruit een representatief staal genomen kan worden van het te lozen bedrijfsafvalwater. |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8 ton |
2.2.5.a)2° | opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van niet-gevaarlijke slibs met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton tot en met 25 ton; | 13 ton |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur. | 9,91 m³/uur |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Een vrijstelling op de plaatsing van een meetgoot wordt toegestaan. Een controleput waaruit een representatief staal genomen kan worden van het te lozen bedrijfsafvalwater volstaat.
2. Oude matrassen worden droog gestockeerd én niet geperst.
3. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.5 §5 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven tot het beperken van het groenscherm aan de westzijde van het terrein tot 1 meter in plaats van 5 meter.
4. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.7 §4 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven om het overstort van het regenwater te mogen aansluiten op de openbare riolering, mits de nodige voorzorgen getroffen worden om contaminatie van het regenwater te voorkomen.
5. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.2 §3 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven om de openingsuren van 1 maart tot 1 oktober voor de aanvoer van afvalstoffen op woensdagen toe te laten tot 20.00 uur.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 augustus 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 11 september 2024 |
Start openbaar onderzoek | 21 september 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 20 oktober 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 december 2024 |
Verslag GOA | 6 december 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Een vrijstelling op de plaatsing van een meetgoot wordt toegestaan. Een controleput waaruit een representatief staal genomen kan worden van het te lozen bedrijfsafvalwater volstaat.
2. Oude matrassen worden droog gestockeerd én niet geperst.
3. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.5 §5 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven tot het beperken van het groenscherm aan de westzijde van het terrein tot 1 meter in plaats van 5 meter.
4. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.7 §4 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven om het overstort van het regenwater te mogen aansluiten op de openbare riolering, mits de nodige voorzorgen getroffen worden om contaminatie van het regenwater te voorkomen.
5. In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.2 §3 van titel II van het Vlarem, wordt toestemming gegeven om de openingsuren van 1 maart tot 1 oktober voor de aanvoer van afvalstoffen op woensdagen toe te laten tot 20.00 uur.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
2.2.1.b) | opslag en sortering van selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, met inbegrip van gevaarlijk afval (recyclagepark); | 1 recyclagepark |
2.2.2.f)1° | opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van maximaal 100 ton; | 8 ton |
2.2.5.a)2° | opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van niet-gevaarlijke slibs met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton tot en met 25 ton; | 13 ton |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur. | 9,91 m³/uur |